direct naar inhoud van 4.2 Provinciaal beleid
Plan: KWEKERIJ DE BLOEMKAMPEN
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0302.BP01077-vg02

4.2 Provinciaal beleid

Het provinciaal beleid behelst een doorvertaling van rijksbeleid en is verwoord in tal van plannen. De belangrijkste betreft het Streekplan Gelderland 2005. Daarnaast zijn enkele streekplanuitwerkingen in het voorliggende geval van belang.

4.2.1 Streekplan Gelderland 2005
4.2.1.1 Inleiding

Op 20 september 2005 is het Streekplan Gelderland 2005 in werking getreden. In het Streekplan Gelderland 2005 wordt het motto "decentraal wat kan, centraal wat moet" vertaald naar het provinciale niveau "lokaal wat kan, provinciaal wat moet". Het streekplan kent een selectieve beleidsinzet op die zaken die van provinciaal belang zijn.

4.2.1.2 Ruimtelijk beleid

Op de Beleidskaart ruimtelijke structuur zijn het groen-blauwe (natuur, landschap, water) raamwerk, de concentratiegebieden voor de rode (stedelijke) functies, het multifunctionele gebied en hierbinnen de EHS-gebieden en de waardevolle open gebieden aangegeven. In het groenblauwe raamwerk ligt het beleidsaccent op het beschermen en versterken van aanwezige kwetsbare waarden en belangen. In het rode raamwerk ligt het accent op ontwikkelingsbeleid in de sfeer van stedelijke functies en intensieve land- en tuinbouwteelten. Naast de twee raamwerken zijn multifunctionele gebieden onderscheiden. Deze gebieden maken geen onderdeel uit van de provinciale ruimtelijke hoofdstructuur. Vooral voor deze gebieden is het provinciale beleid globaal en beperkt

Op de Beleidskaart ruimtelijke ontwikkeling is aangegeven waar welke ruimtelijke ontwikkelingen en reserveringen(zoekzones e.d.) er aan de orde zijn. De huidige locatie voor de kwekerij is aangewezen als een "groene wig" gelegen in een "ecologische poort". Hoewel dit bestemmingsplan niet voorziet in de planologische kaders voor de realisatie van deze ecologische poort vormt de ontwikkelingsrichting ter plaatse van de huidige kwekerij wel de aanleiding voor dit bestemmingsplan. Hierna zal hier daarom kort op ingegaan worden.

De nieuwe locatie voor de kwekerij is gelegen in een "waardevol open gebied". Ook hier wordt in het vervolg op ingegaan.

Daarnaast zal nader worden ingegaan op het provinciaal beleid inzake teeltondersteunende voorzieningen. Op de huidige locatie zijn een aantal teeltondersteunende voorzieningen aanwezig die noodzakelijk zijn voor het goed kunnen functioneren van de kwekerij. De nieuwe locatie voor de kwekerij zal worden bestemd als 'Agrarisch - Kwekerij' en binnen deze bestemming wordt de mogelijkheid geboden om de noodzakelijke teeltondersteunende voorzieningen te realiseren. De provincie kent specifiek beleid voor deze teeltondersteunende voorzieningen. Op dit specifieke beleid wordt hieronder tevens ingegaan.

4.2.1.3 Groene wiggen

Rondom het Veluwemassief geldt als ruimtelijk doel dat de krans van dorpen, stadjes en steden niet aan elkaar groeit en volledig versteent. Het Veluwebeleid richt zich op het veilig stellen van de nog gave randen in de vorm van groene wiggen. Daarmee worden de landschappelijke overgangen tussen Veluwemassief en randgebieden gewaarborgd. Groene wiggen liggen tussen kernen in. De breedte van de groene wig is afhankelijk van de maximale ruimte tussen de kernen. De groene wiggen kennen een karakteristieke verweving van functies.

Binnen enkele groene wiggen zijn ecologische poorten voorzien. In de groene wiggen geldt een ‘ja, mits’ beleid. Nieuwe bouwlocaties zijn niet uitgesloten, op voorwaarde dat deze passen in de ‘zoekzones landschappelijke versterking’ en kunnen bijdragen aan verbetering van de ruimtelijke kwaliteit, bijvoorbeeld afronding van kernen, hergebruik (agrarische) bebouwing, nieuwe landgoederen en amoveren van overtollige bebouwing.

4.2.1.4 Waardevolle open gebieden

Voor waardevolle open gebieden geldt de grootschalige openheid als belangrijke kernkwaliteit. Derhalve geldt dat"ruimtelijke ingrepen die de openheid aantasten, zoals nieuwe bouwlocaties, niet zijn toegestaan. Ook kleine aantallen en kleinschalige vormen kunnen de waardevolle openheid aantasten. De waardevolle open gebieden maken deel uit van het groenblauwe raamwerk. Voor overige ruimtelijke ingrepen in de waardevolle open gebieden geldt een ‘nee, tenzij’-benadering. Dat wil zeggen dat de ruimtelijke ontwikkeling afhankelijk is van de bijdrage aan de landschapskwaliteit. Hierbij kan sprake zijn van ‘compensatie’ op gebiedsniveau. Voor de waardevolle landschappen als geheel geldt binnen de algemene voorwaarde dat de kernkwaliteiten worden versterkt. De waardevolle landschappen stemmen in hoge mate overeen met de gebieden die in de SVIR in Gelderland globaal zijn begrensd als Nationale Landschappen.

 

4.2.1.5 Teeltondersteunende voorzieningen

Teeltondersteunende voorzieningen (TOV) zijn voorzieningen die toegepast worden om de teelt van groente, fruit, bomen of potplanten te bevorderen en te beschermen. Onder TOV worden onder andere verstaan tunnelen boogkassen,containerteelt, schaduwhallen, hagelnetten, stellingen en regenkappen. Verwacht wordt dat het gebruik van TOV in de toekomst, gelet op het economisch belang en de dynamiek van de sector zal toenemen. Dit geldt met name voor het gebruik van hoge - al dan niet langdurig toegepaste - TOV.

De aanvaardbaarheid van TOV in een gebied is mede afhankelijk van de aard en de verschijningsvorm in relatie tot de benoemde kwaliteit van het gebied. Bij de beoordeling van de aanvaardbaarheid van TOV dienen de volgende ruimtelijke criteria in de afweging betrokken te worden:

  • Grondgebonden / niet-grondgebonden;
  • Langdurig (langer dan 3 maanden aanwezig) / tijdelijk
  • Laag (max. 1,5 m) / hoog
  • Open / dicht
  • Situering (binnen/buiten bouwperceel)
  • Oppervlakte

Uitgangspunt is dat binnen het groenblauwe raamwerk TOV niet zijn toegestaan. Dit verbod geldt niet bij TOV toepassing voor grondgebonden landbouw binnen de EHS verweving, aangezien aan de grondgebonden landbouw een blijvende rol is toegedicht. Eveneens geldt dit uitgangspunt niet voor de landbouw binnen de waterbergings(zoek)gebieden.

Een maximale maatvoering voor de verschillende vormen van TOV is niet opgenomen. Het is aan de gemeente om verder invulling te geven aan het beleid. Op dit uitgangspunt is, gezien de grote ruimtelijke implicaties, een uitzondering gemaakt voor kassen. Kassen die opgericht worden ter ondersteuning van de grondgebonden agrarische hoofdactiviteit zijn, met een oppervlakte van maximaal 1.000 m², toegestaan op het agrarisch bouwperceel. Indien gewenst kan in een bestemmingsplan voorzien worden in het opnemen van een vrijstellingsbepaling tot een maximum van 1.500 m².

4.2.1.6 Toetsing van het initiatief aan het Streekplan Gelderland 2005

Het voorliggende initiatief past goed binnen het Streekplan Gelderland 2005. Op de huidige locatie wordt een aanzienlijke kwaliteitsimpuls gegenereerd door de uitplaatsing van de kwekerij en de realisatie van de ecologische verbindingszone. Wat betreft de nieuwe locatie voor de kwekerij wordt aangesloten op het toekomstige bedrijventerrein Lepelingen III. De bebouwing van de kwekerij zal op zo kort mogelijke afstand van dit bedrijventerrein worden gesitueerd zodat er niet of nauwelijks sprake is van enige vorm van afbreuk aan het waardevolle open landschap.

4.2.2 Uitwerkingen van het Streekplan 2005

Het streekplan is na 2005 aangevuld met een aantal uitwerkingen. Een streekplanuitwerking verduidelijkt een aantal onderwerpen in het streekplan. Bij de vaststelling van het streekplan Gelderland 2005 hebben Provinciale Staten bepaald dat bij sommige onderwerpen het beleid meer verduidelijking nodig heeft. Deze verduidelijking heeft vorm gekregen in de vorm van een uitwerking van het streekplan. In het voorliggende geval zijn met name de streekplanuitwerking "Kernkwaliteiten waardevolle landschappen" en de streekplanuitwerking "Nationale Landschappen" van belang. Deze zullen hierna behandeld worden.

4.2.2.1 Streekplanuitwerking "Kernkwaliteiten waardevolle landschappen"

Waardevolle landschappen zijn gebieden met (inter)nationaal en provinciaal zeldzame of unieke landschapskwaliteiten van visuele, aardkundige en/of cultuurhistorische aard, en in relatie daarmee bijzondere natuurlijke en recreatieve kwaliteiten. De Waardevolle open gebieden maken deel uit van en liggen in de Waardevolle landschappen en zijn vanwege hun grootschalige openheid onderdeel van het zogenaamde Groenblauwe raamwerk van het streekplan. Ook de Ecologische hoofdstructuur (EHS), waarvoor tegelijk met deze uitwerking voor de Waardevolle landschappen een uitwerking is gemaakt, behoort tot het Groenblauwe raamwerk.

Het ruimtelijk beleid voor waardevolle landschappen is: behouden en versterken van de landschappelijke kernkwaliteiten. Voor waardevolle open gebieden geldt de grootschalige openheid als belangrijke kernkwaliteit. Derhalve geldt dat ruimtelijke ingrepen die de openheid aantasten, zoals nieuwe bouwlocaties, niet zijn toegestaan. Ook kleine aantallen en kleinschalige vormen kunnen de waardevolle openheid aantasten. Voor overige ruimtelijke ingrepen in de waardevolle open gebieden geldt een ‘nee, tenzij’-benadering. Dat wil zeggen dat de ruimtelijke ontwikkeling afhankelijk is van de bijdrage aan de landschapskwaliteit. Hierbij kan sprake zijn van compensatie op gebiedsniveau.

Bij de beantwoording van de vraag of door voorgenomen activiteiten in Waardevolle landschappen de kernkwaliteiten worden behouden of versterkt, spelen niet alleen de aard, omvang en locatie van de activiteit een rol, maar ook de vorm die wordt voorgestaan , zoals plaatsing en vormgeving van gebouwen en aanleg van groenstructuren. Daarom dienen gemeenten in hun Wro-plannen een expliciete verantwoording op te nemen van het omgaan met kernkwaliteiten. Het gaat hierbij om locatiekeuzen en ook om keuzen over inrichting van het plangebied: hoe zijn deze tot stand gekomen in relatie tot de kernkwaliteiten? Hierbij dient inzichtelijk gemaakt te worden hoe het ontwerp tot stand is gekomen in relatie tot de omgeving van het plangebied, het plangebied zelf en karakter en omvang van de activiteit.

Bij het omgaan met landschappelijke en cultuurhistorische kernkwaliteiten in Waardevolle landschappen zijn er drie verschillende situaties met bijbehorende hoofdafwegingen voor de beoordeling van ruimtelijke initiatieven en bepalingen over wat de provincie van gemeenten vraagt.

A: Waardevol landschap - geen EHS, geen Waardevol open gebied

Voor de (delen van) Waardevolle landschappen die niet in de EHS en/of Waardevolle open gebieden liggen, geldt het “ja, mits”-regime: activiteiten zijn toegestaan mits de kernkwaliteiten worden behouden of versterkt. Dat betekent dat ontwikkelingen van allerlei aard mogelijk zijn, waarbij overigens wel geldt dat deze landschappen zich niet lenen voor grootschalige verstedelijking. Wanneer één van de in het geding zijnde kernkwaliteiten wordt aangetast, maar andere kernkwaliteiten worden versterkt, en er over het geheel genomen sprake is van versterking van de kernkwaliteiten, kan dit acceptabel zijn.

B: Waardevol landschap - samenvallend met EHS

Hier geldt het “nee, tenzij”-regime vanwege de samenloop met de EHS. Dat wil zeggen dat aantasting van de kernkwaliteiten niet mogelijk is tenzij er een groot maatschappelijk belang aan de orde is en er geen alternatieven elders zijn. Is er sprake van een groot maatschappelijk belang en ontbreken alternatieven elders, dan kan de activiteit plaatsvinden op voorwaarde van compensatie van de landschapskwaliteiten buiten het deel van het Waardevol landschap dat samenvalt met de EHS. Op niveau van het Waardevol landschap dient er daarbij sprake te zijn van behoud of versterking van de landschappelijke en cultuurhistorische kernkwaliteiten.

C: Waardevol open gebied - binnen Waardevol landschap

De Waardevolle open gebieden van het streekplan liggen alle binnen Waardevolle landschappen. Hier geldt "nee" voor ruimtelijke ingrepen die de openheid aantasten, zoals nieuwe bouwlocaties, en "nee, tenzij" voor ruimtelijke ingrepen die de openheid niet aantasten maar eventueel wel andere kernkwaliteiten. In dat laatste geval kan compensatie aan de orde zijn zoals onder B. is omschreven. Uitbreiding van agrarische bebouwing binnen of aansluitend op het bestaande bouwperceel is mogelijk; gaat het hierbij om een omvangrijke uitbreiding, dan is een beeldkwaliteitsplan of beeldkwaliteitsparagraaf in het ruimtelijke plan vereist.

Toetsing van het initiatief aan de SPU "Kernkwaliteiten waardevolle landschappen"

De nieuwe locatie van kwekerij De Bloemenkampen is gelegen in een "waardevol open landschap". De kwekerij wordt opgericht aansluitend op het toekomstige bedrijventerrein Lepelingen III. De bebouwing van de kwekerij zal op zo kort mogelijke afstand van dit bedrijventerrein worden gesitueerd zodat landschappelijk gezien geen nieuwe blokken van bebouwing ontstaan in het "waardevol open landschap". Daarnaast is De Bloemenkampen niet de enige kwekerij in de omgeving. In de directe omgeving zijn nog een tweetal kwekerijen gelegen. Door de landschappelijke inpassing van kwekerij De Bloemenkampen worden ook deze twee kwekerijen aan het zicht onttrokken.

4.2.2.2 Streekplanuitwerking "Nationale Landschappen"

Het rijk heeft twintig Nationale Landschappen aangewezen. Zeven daarvan liggen geheel of gedeeltelijk in Gelderland. Het plangebied behoort tot het Nationaal Landschap Veluwe. Het Nationaal Landschap Veluwe beslaat vrijwel het gehele gebied tussen de Randmeerkust, de IJssel en de Nederrijn. Het omvat de provinciale waardevolle landschappen Noordelijke IJsselvallei, Oosterwolde - Oldebroek, Randmeerkust, Veluwemassief, Wiggen Oost-Veluwe/Beekbergen en Loenen, Zuidelijke IJsselvallei en IJsseluiterwaarden. Deze waardevolle landschappen vertegenwoordigen samen het geheel van Veluwe en de omringende flanken van de Veluwe. In een deel van deze gebieden liggen opgaven die goed bij het Nationaal Landschap passen, zoals ecologische poorten, stedelijke uitloopgebieden. Andere delen zijn toegevoegd als afrondingen.

In de Streekplanuitwerking is de definitieve begrenzing van de Nationale Landschappen vastgesteld. In de Nationale Landschappen is het ruimtelijk beleid uit het streekplan van toepassing. De Nationale Landschappen vallen voor een groot deel samen met de waardevolle landschappen, waarin het 'ja, mits' beleid geldt. Bovendien geldt dat in de EHS en waardevolle open gebieden binnen de waardevolle landschappen een 'nee, tenzij' beleid geldt; het 'nee, tenzij' beleid is daar leidend. Het 'ja, mits' beleid en 'nee, tenzij' beleid is uitgewerkt in de Streekplanuitwerking kernkwaliteiten EHS en kernkwaliteiten waardevolle landschappen. In de gebieden die niet tot de waardevolle landschappen maar wel tot de Nationale Landschappen behoren geldt bovengenoemd beleid strikt genomen niet. Bij de definitieve begrenzing is ervoor gekozen om de 'gaten' tussen de verschillende waardevolle landschappen op te nemen in het Nationale landschap. De gehele gemeente Nunspeet maakt onderdeel uit van het Nationaal Landschap Veluwe.

Toetsing van het initiatief aan de SPU "Nationale Landschappen"

Het voorliggende bestemmingsplan voorziet in de verplaatsing van kwekerij De Bloemenkampen naar een locatie aan de Hullerweg, aan de rand van het bedrijventerrein Lepelingen III. Onder andere door deze verplaatsing van de kwekerij wordt het mogelijk om deze ecologische verbindingszone "Hierdense Poort" te realiseren. De "Hierdense Poort" maakt onderdeel uit van de begrensde EHS.

De nieuwe locatie sluit direct aan op het toekomstige bedrijventerrein Lepelingen III. De ruimtelijke uitstraling van een kwekerij op deze locatie is zeer beperkt en heeft een aanzienlijk minder grote impact op het landschap dan een kwekerij in de ecologische verbindingszone "Hierdense Poort". Derhalve wordt geconcludeerd dat er sprake is van een kwaliteitsimpuls in het waardevolle landschap van het Nationaal Landschap Veluwe.

4.2.3 Ruimtelijke verordening Gelderland

Met een ruimtelijke verordening stelt de provincie regels aan ruimtelijke plannen van gemeenten. De provincie richt zich hierbij op onderwerpen die van provinciaal belang zijn, zoals verstedelijking, natuur, nationale landschappen, water en glastuinbouw. Gemeenten krijgen op sommige terreinen meer beleidsvrijheid, terwijl ze op andere gebieden te maken krijgen met strikte provinciale richtlijnen.

De regels in de verordening kunnen betrekking hebben op het hele provinciale grondgebied, delen of gebiedsgerichte thema's. Gemeenten moeten binnen een bepaalde termijn hun bestemmingsplan op deze regels afstemmen.

Naast regels voor gemeenten kunnen in een ruimtelijke verordening ook regels worden opgenomen voor burgers. In de Ruimtelijke Verordening Gelderland zijn direct bindende regels voor burgers opgenomen over nieuwvestiging en uitbreiding van solitaire glastuinbouwbedrijven. De verordening is slechts een juridische vertaling van het reeds geldende beleid, er is geen nieuw beleid aan toegevoegd.

Kwekerij De Bloemenkampen heeft aangegeven dat het minimaal 1665 m² een kasruimte nodig heeft (naast de bedrijfshal van circa 875 m²). Dit is niet in overeenstemming met het provinciaal beleid inzake Teeltondersteunende voorzieningen zoals verwoord in paragraaf 4.2.1.5. Het provinciaal beleid hanteert als uitgangspunt dat maximaal 1000 m².

Hardheidsclausule

De Ruimtelijke verordening Gelderland bevat echter een hardheidsclausule. Artikel 23 van de verordening biedt Gedeputeerde Staten de mogelijkheid geboden om de bepalingen van de hoofdstukken 2 tot en met 17 van deze verordening buiten toepassing te laten of hiervan af te wijken voor zover strikte toepassing hiervan tot onbillijke situaties zou leiden. Hierbij moet gedacht worden aan situaties (o.a. o.a. medisch, sociaal, economisch) die zo uniek en belanghebbenden in dusdanig onredelijke mate treffen, dat het daarvoor redelijk is een uitzondering te maken op de regels in deze verordening.

In de Hierdense Poort wordt een enorme ruimtelijke kwaliteitswinst geboekt door realisatie van de ecologische poort. Het gehele buitengebied in de gemeente Nunspeet is aangemerkt als EHS of als Waardevol open gebied. Voor kwekerijen is de directe omgeving van Nunspeet de enige vestigingslocatie. Daarnaast is er sprake geweest van lange onderhandelingen voordat de Ruimtelijke Verordening Gelderland werd vastgesteld. Gedurende deze onderhandelingen is de Ruimtelijke Verordening Gelderland vastgesteld waardoor er sprake was van gewijzigde (beleids)uitgangspunten waarbij het voornemen niet meer binnen het provinciaal beleid zou passen. Mede gelet hierop wordt de hardheidsclausule toegepast, omdat anders een onbillijkheid van onevenredige aard plaatsvindt.

In het voorliggende geval wordt gebruik gemaakt van deze hardheidsclausule om zodoende meer dan 1000 m² aan teeltondersteunende voorzieningen te kunnen realiseren. Verplaatsing van kwekerij De Bloemenkampen is enkel mogelijk indien de kwekerij jaarrond productie kan draaien. Hiervoor is extra kas- en bedrijfsruimte een vereiste.
De verplaatsing van kwekerij De Bloemenkampen betreft een bijzondere situatie. Door de verplaatsing kan de ecologische verbindingszone "Hierdense Poort" worden gerealiseerd. Realisatie van de EHS is van groot maatschappelijk belang. In paragraaf 3.1.2 is reeds verwoord dat extra kasruimte vanuit bedrijfstechnische en bedrijfseconomische zin noodzakelijk is.

4.2.4 Reconstructieplan Veluwe
4.2.4.1 Algemeen

Het reconstructiegebied de Veluwe beschikt over een groot aanbod van landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische rijkdommen. Het karakteristieke van de Veluwe maakt het gebied tegelijkertijd ook erg kwetsbaar. Er ligt een grote druk op economische sectoren als landbouw, wonen en toerisme om de landschappelijke en ecologische kwaliteiten te behouden. Gestapelde milieuproblematiek als vermesting en verzuring hebben negatieve effecten op de bodem-, water- en luchtkwaliteit. Diverse ruimteclaims en ongewenste ontwikkelingen zoals verstening, verrommeling, versnippering en verslechtering van de milieukwaliteit vormen een bedreiging van de aantrekkelijkheid en leefbaarheid van de Veluwe op de langere termijn.

Het doel van het reconstructieplan is "het geven van kwaliteitsimpuls aan een duurzame verbetering van de ruimtelijke kwaliteit en de daarmee samenhangende leefbaarheid in het landelijk gebied. Dit gebeurt op een dusdanige manier dat de verscheidenheid en de eigen identiteit van de Veluwe behouden blijven. De kwaliteitsimpulsen richten zich op landschap, natuur en water, bos, landbouw en tuinbouw, recreatie en toerisme en wonen en werken."

4.2.4.2 Reconstructiezonering

In het reconstructieplan is een zonering aangebracht. Deze is weergegeven op de kaart 'Integrale zonering Reconstructiegebieden'. De zonering bestaat uit extensiveringsgebieden, landbouwontwikkelingsgebieden en verwevingsgebieden met het accent op water, natuur of landschap. Landbouwontwikkelingsgebieden komen niet voor in de gemeente Nunspeet.

De nieuwe locatie voor de kwekerij is gelegen in het verwevingsgebied. Dit gebied is met name bedoeld voor verweving van landbouw, wonen en natuur.

4.2.4.3 Opgave

In het Reconstructieplan een aantal opgaven geformuleerd. Met betrekking tot de in dit bestemmingsplan besloten ontwikkeling is het landschapsbeleid van belang. Voor het landschapsbeleid is het streekplan richtinggevend. Beleidsdoelen zijn:

  • Streven naar duurzaamheid en de ontwikkeling van een kwalitatief hoogwaardig landschap.
  • Het versterken van de identiteit van de verschillende landschapstypen.
  • Het vernieuwen van het landschap, met herkenning van het verleden, zijnde de cultuurhistorische, aardkundige, archeologische en landschappelijke waarden.

Eén van de opgaven uit het reconstructieplan is mede aanleiding voor de verplaatsing van de kwekerij. Deze opgave betreft het behoud en het duurzaam inrichten van in totaal 16 groene wiggen. Voor de invulling van de ecologische poorten wordt aangesloten bij de lopende planprocessen. De Hierdense Poort is uitgewerkt in het uitwerkingsplan voor de landinrichting Harderwijk-Elburg.

4.2.5 Uitvoeringsprogramma Harderwijk - Elburg
4.2.5.1 Algemeen

Het Uitvoeringsprogramma Harderwijk-Elburg beschrijft de maatregelen die uitgevoerd worden in de periode 2009 tot en met 2013 in het landelijk gebied tussen Harderwijk en Elburg. Dit is een groot deel van de totale beleidsopgave voor dit gebied, zoals onder andere beschreven in het Reconstructieplan Veluwe. Het reconstructieplan geeft aan dat het beleid voor dit gebied moet worden uitgewerkt in concrete maatregelen. Dat is een van de aanleidingen voor het opstellen van dit uitvoeringsprogramma.

4.2.5.2 Provinciaal Meerjarenprogramma 2007-2013

Het uitvoeringsprogramma is een verdere uitwerking van het Provinciaal Meerjarenprogramma 2007-2013 (PMJP) voor dit gebied. Harderwijk-Elburg, inclusief de Hierdense Poort, is in het PMJP aangewezen als een van de prioritaire gebieden waar onder begeleiding van een stuurgroep integraal doelen worden gerealiseerd. Vanuit het PMJP zijn middelen van EU, rijk en provincie beschikbaar gesteld voor de uitvoering van de maatregelen. De maatregelen worden uitgevoerd door verschillende partijen onder begeleiding van de stuurgroep Harderwijk-Elburg.

4.2.5.3 Maatregelen

Het uitvoeringsprogramma bevat diverse maatregelen op het gebied van landbouw, natuur en landschap, water en recreatie. Voor de Hierdense Poort is onder leiding van de Stuurgroep Hierdense poort een Visie en uitvoeringsprogramma opgesteld in 2005. De maatregelen uit dit plan zijn verder opgenomen in dit uitvoeringsprogramma. Het bestaat ondermeer uit de realisatie van nieuwe natuur, aanleg van bos en houtwallen, maatregelen aan wegen, het verplaatsen van een camping en twee kwekerijen (waaronder kwekerij De Bloemenkampen) en het voorkomen van verdere verstening van de poort.

4.2.6 Beleidsplan Veluwe 2010

Het beleidsplan Veluwe 2010 geeft de Veluwe economisch en ecologisch een kwaliteitsimpuls. Dit is nodig omdat de afstemming tussen wonen, werken en recreëren in het verleden niet altijd goed is verlopen. Veluwe 2010 draagt ertoe bij dat het unieke karakter van het gebied niet verloren gaat. Het programma Veluwe 2010 is in 2007 integraal opgenomen in het Provinciaal Meerjarenprogramma (PMJP) Vitaal Gelderland. De samenwerkende partners zijn, naast de provincie Gelderland, onder andere zes rijksdepartementen, achttien gemeenten, terreinbeheerders, recreatieorganisaties, landbouwers, waterschappen en bedrijfsleven. Zij zijn verenigd in de Veluwecommissie en maken samen plannen voor de Veluwe.

De Veluwe is het grootste bos- en natuurgebied van Nederland. De kracht ervan zijn de rust en de ruimte. Maar het gebied is kwetsbaar. Door haar unieke karakter is de Veluwe aantrekkelijk om te wonen, te werken en te ontspannen. Verstedelijking, wegenaanleg, militair gebruik en de groei van recreatieterreinen

In het beleidsplan zijn 48 projecten benoemd die de provincie Gelderland samen met andere partijen uitvoert op de Veluwe. De belangrijkste daarvan zijn: Ecoducten, Ecologische poorten (waaronder de "Hierdense Poort"), Fietstotaalplan, Groei en Krimp, Hart van de Veluwe, Imagoversterking Veluwe, Nationaal Landschap Veluwe, P-Veluwe, Radio Kootwijk en Veluwetransferia.

4.2.7 Toetsing van het initiatief aan de provinciale uitgangspunten

De verplaatsing van kwekerij De Bloemenkampen past weliswaar niet geheel binnen het geldend provinciaal beleid (i.v.m. de oppervlakte aan kasruimte), het draagt wel bij aan het verwezenlijken van provinciale (ecologische) doelstelling in de vorm van de realisatie van de ecologische verbindingszone "Hierdense Poort". De realisatie van de "Hierdense Poort" wordt gezien als een belangrijk onderdeel van de EHS en is opgenomen in alle hiervoor genoemde beleidsdocumenten. Geconcludeerd wordt derhalve dat voorliggend bestemmingsplan de planologische kaders biedt voor het behalen en de realisatie van enkele provinciaal (ecologische) beleidsdoelstellingen.