Plan: | KWEKERIJ DE BLOEMKAMPEN |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0302.BP01077-vg02 |
De ontwikkeling van de "Hierdense Poort" is in het masterplan Veluwe 2010 aangewezen als een van de acht ecologische poorten van de Veluwe. Ook is het op basis van rijksbeleid aangewezen als robuuste ecologische verbindingszone. Doel van de poort is het behoud en ontwikkelen van de landschappelijke en ecologische kwaliteiten. De poort is daarmee een belangrijke schakel tussen natuurgebieden op de Veluwe en de randmeerkust. Voor de Hierdense Poort is onder leiding van de Stuurgroep Hierdense poort een Visie en uitvoeringsprogramma opgesteld in 2005. De maatregelen uit dit plan zijn verder opgenomen in het Uitvoeringsprogramma Harderwijk-Elburg. Het bestaat ondermeer uit de realisatie van nieuwe natuur, aanleg van bos en houtwallen, maatregelen aan wegen, het verplaatsen van een camping en twee kwekerijen (waaronder kwekerij De Bloemenkampen) en het voorkomen van verdere verstening van de poort. Ook wordt als doel gesteld de uitbreiding van het leefgebied van het edelhert als gidssoort. In de poort worden wilde zwijnen echter geweerd. In het Reconstructieplan Veluwe staat dat realisatie van de poort moet plaatsvinden door functieverandering, het uitvoeren van soortenbeleid en de aanleg van een ecoduct over de A28 en het spoor. De Hierdense Poort wordt opgenomen in het Fauna Beheersplan voor de Noord-Veluwe. Daarin wordt regulering en beheersing van de populatie edelherten in de poort geregeld. Uitgangspunt is dat er geen onevenredige schade moet voorkomen, en dat schade wordt vergoed. Ook zal er sprake zijn van lage dichtheden aan herten.
De verplaatsing van kwekerij De Bloemenkampen is als maatregel opgenomen in het Uitvoeringsprogramma Harderwijk-Elburg. Door de verplaatsing van de kwekerij wordt het mogelijk om de gronden die momenteel in gebruik zijn ten behoeve van de kwekerij in te richten als nieuwe natuur. Dit bestemmingsplan voorziet in de nieuwe locatie voor kwekerij De Bloemenkampen. De omvorming van de gronden naar nieuwe natuur wordt planologisch geregeld middels een separate integrale herziening.
Ten behoeve van de realisatie van de "Hierdense Poort" moet kwekerij De Bloemenkampen verplaatst worden. Aan de hand van een studie van DLG is uiteindelijk gekozen voor een locatie aan de Hullerweg, aan de rand van het toekomstige bedrijventerrein Lepelingen III.
Het perceel aan de Hullerweg blijkt voldoende groot voor het vestigen van een reëel en volwaardige kwekerij met voldoende toekomstperspectief. Bij de verplaatsing is een volwaardige kwekerij met containerteelt het uitgangspunt. Dit temeer omdat het provinciaal beleid de vollegrondsteelt zoveel mogelijk wil voorkomen om zo geen afbreuk te doen aan het waardevolle landschap.
Het verplaatsen van een kwekerij en het uitgangspunt dat op de nieuwe locatie enkel containerteelt mag plaatsvinden vergt een behoorlijke investering hetgeen betekend dat er ook eisen worden gesteld aan de minimale bedrijfsomvang. Indien wordt uitgegaan van 3,8 hectare (zonder vollegrondsteelt) blijkt bedrijfsverplaatsing in bedrijfseconomische zin niet haalbaar. Uit resultaten van onderzoeken is gebleken dat de locatie aan de Hullerweg, met een omvang van circa 7,8 hectare waarvan circa 6 hectare kan worden benut voor containerteelt, voldoende groot is voor het vestigen van een volwaardige kwekerij.
Qua bedrijfsbebouwing is voor kwekerij De Bloemenkampen het volgende noodzakelijk:
Bij het bepalen van de grootte aan bedrijfsbebouwing is rekening gehouden met het provinciale beleidsuitgangspunt dat be- en verwerkingswerkzaamheden zoveel mogelijk binnen plaats moet vinden. Daarnaast zou de opslag van materialen (verpakkingsmateriaal, machines etc.) bij voorkeur binnen moeten plaatsvinden. In milieutechnische zin ligt het tevens voor de hand om de opslag en werkzaamheden zoveel mogelijk binnen te laten plaatsvinden in verband met eventuele overlast door geluid of stof. Vanuit ARBO-eisen is het met name in de winterperiode (oktober t/m februari) van belang dat ook binnen gewerkt kan worden. Overigens geldt hier ook bij dat, als de wens van binnenopslag niet van overheidswege geuit zou zijn, de noodzaak daartoe vanuit bedrijfstechnisch oogpunt aanwezig is.
De met de verplaatsing samenhangende investeringen zijn enkel terug te verdienen indien jaarrond kan worden gewerkt. Dit brengt met zich mee dat ook in de winterperiode de productie op peil zal moeten blijven omdat anders de bedrijfsverplaatsing in bedrijfseconomische zin niet haalbaar is.
Het voorgaande in acht nemend leidt ertoe dat er in totaal 1665 m² aan kasruimte moet worden opgericht en een bedrijfshal van 875 m². Daarnaast is het vanuit bedrijfstechnische zin noodzakelijk om een bedrijfswoning te realiseren bij de kwekerij. De bebouwing wordt op korte afstand van het bedrijfsterrein Lepelingen gesitueerd. Op deze wijze is de inbreuk in het landschap minimaal.
Benadrukt wordt dat met de verplaatsing van kwekerij De Bloemenkampen elders een aanzienlijke impuls wordt gegeven aan het landschap door de realisatie van de robuuste ecologische verbindingszone de "Hierdense Poort". Mede door de verplaatsing van kwekerij De Bloemenkampen wordt het mogelijk gemaakt om deze groene verbinding te realiseren tussen de Veluwe en de randmeerkust van het Veluwemeer.
Voor de nieuwe locatie van kwekerij De Bloemenkampen is een landschapsplan opgesteld. Voorafgaand aan het maken van dit landschapsplan zijn uitgangspunten opgesteld waaraan het ontwerp moet voldoen. Deze gaan vooral in op het versterken van de ruimtelijke kwaliteiten en het behoud van de bestaande kwaliteiten van het gebied. Het landschapsplan wordt in deze subparagraaf behandeld. Voor het volledige landschapsplan wordt verwezen naar Bijlage 1 bij deze toelichting.
Door de realisatie van een geheel nieuw erf ontstaat de mogelijkheid het ‘Zwermlandschap’ ter plaatse te voorzien van nieuwe beplantingsstructuren waarmee de richting van het landschap geaccentueerd wordt en deels het historische beplantingspatroon teruggebracht wordt. Ten oosten van het nieuwe erf wordt geen groen aangeplant. Zicht op het landschap wordt hierdoor behouden. In dit landschapstype is het aanbrengen van kavelgrensbeplanting niet altijd van belang om de losse erven van de ‘Zwerm’ niet aan elkaar te laten groeien. Aan de noordzijde van het nieuwe erf komt het bassin. Deze zal bestaan uit een grondwal van minimaal twee meter hoog. Gezien het feit dat het op de rand van het perceel ligt is hier ruimte om nieuw groen aan te leggen. Op en naast de wal komen struikvormers welke een ruimtelijke relatie leggen met de reeds bestaande houtsingel. De volgende afbeelding omvat een uitsnede van het landschapsplan.
Afbeelding 3.1 Uitsnede landschapsplan kwekerij de Bloemenkampen (Bron: OHO Landschapsinrichting)
De woning die op het erf wordt gebouwd hoeft niet identiek te zijn aan de reeds bestaande woningen in het gebied, het is wel wenselijk te bouwen in een zelfde vormentaal. De woning is bij voorkeur één laag met een forse kap, heeft lage goten en is voorzien van een zadeldak. De loods zal gezien de bedrijfsvoering hoger gebouwd worden. Door te kiezen voor een gedekte kleurstelling van wanden, deuren en dak zal het beperkt opvallen in het landschap. Ook kunnen er onderdelen in hout uitgevoerd worden. De kassen zijn van oorsprong transparant en daardoor weinig opvallend in het landschap. De architectuur, materialisatie en de gedekte kleurstelling bepalen in belangrijke mate de kwaliteit van het erf. Door het decor van de houtwal ten westen van de bebouwing zal deze niet erg opvallen. De volgende afbeelding geeft een beeld van de bebouwing op nieuwe terrein van kwekerij De Bloemenkampen.
Afbeelding 3.2 Terreininrichting kwekerij De Bloemenkampen (Bron: OHO Landschapsinrichting)
Rondom het bassin zal nieuwe aanplant van inheemse gebiedseigen beplanting gerealiseerd worden. Te denken valt hierbij aan elzen, eiken, meidoorn, esdoorn en Gelderse roos. De singel zal minimaal 10 meter breed moeten worden om genoeg volume te hebben in het landschap. De volgende afbeelding bevat een uitsnede van het landschapsplan waaruit de landschappelijke inpassing van het waterbassin blijkt.
Afbeelding 3.3 Landschappelijke inpassing waterbassin (Bron: OHO Landschapsinrichting)