direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Buitengebied Noord Hoogeveen, zonnepark Kerkweg 4, Pesse
Status: vastgesteld
Plantype: omgevingsvergunning
IMRO-idn: NL.IMRO.0118.2021PB9006006-VG01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding en doel van het project

Kronos Solar is een toonaangevende internationale ontwikkelaar van grootschalige zonneparken. Als onafhankelijke ontwikkelaar combineert Kronos Solar de allerbeste locaties, technologieën en partners voor het creëren van verantwoorde en duurzame zonnepark projecten. Vanwege de complexiteit van de projecten kiest Kronos Solar ervoor om van A tot Z betrokken te zijn en daarbij veel aandacht te besteden aan samenwerking met lokale partijen en een duurzame landschappelijke inpassing zodat ook meerwaarde voor de omgeving ontstaat. Meer informatie over Kronos Solar is te vinden op www.kronos-solar.de.

KS NL 9 B.V., dochteronderneming van Kronos Solar, beoogt op een tweede locatie in de gemeente Hoogeveen een zonnepark te ontwikkelen. Dit zonnepark wordt middels een onderlinge netkabel aan het eerste zonnepark nabij dorpskern Fluitenberg verbonden. Er is voldoende capaciteit beschikbaar, bewijs hiervan wordt nader toegelicht.

Binnen de regels van het geldende bestemmingsplan is het niet toegestaan om een zonnepark op de beoogde locatie te realiseren. Er is daarom een uitgebreide omgevingsvergunning aangevraagd voor 25 jaar om af te wijken van het bestemmingsplan. Een omgevingsvergunning in strijd met een bestemmingsplan wordt alleen verleend als de activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. De motivering van het besluit moet dus een goede ruimtelijke onderbouwing bevatten. Deze onderbouwing is opgenomen in voorliggend document.

1.2 Locatiekeuze en -selectie

De eerste keuze die vooraf gaat aan het bouwen van een zonnepark is de wens om door middel van een grootschalig grondgebonden zonnepark schone energie op te wekken. Daarnaast gelden er natuurlijk ook verschillende criteria waar de gekozen locatie aan dient te voldoen. De keuze voor een grootschalig grondgebonden zonnepark wordt in de volgende paragraaf toegelicht. Daarna volgt een overzicht van de verschillende criteria en hoe de locatie in Hoogeveen aan deze criteria voldoet.

1.2.1 Waarom grootschalige, grondgebonden zonneparken?

Zonnestroom levert vooralsnog een relatief bescheiden bijdrage aan de productie van duurzame energie in Nederland. In Nederland zijn vooral toepassingen op daken en aan gevels bekent. Verdere opschaling van de technologie en de energietransitie vragen meer dan de beschikbare ruimte op en aan gebouwen. In omringende buurlanden is de ontwikkeling van zonneparken al langer praktijk. De laatste jaren zijn zonneparken (>1ha) echter ook steeds vaker te zien in Nederland.

Eén van de redenen is de doelstelling om binnen Nederland in 2023 minimaal 16%1 aan duurzame energie te produceren. In 2030 zelfs 70%.2 Op dit moment is 7,4% van ons energieverbruik afkomstig uit hernieuwbare bronnen. 0,6% van het totale energieverbruik is in Nederland afkomstig uit zonne-energie (2019, Centraal Bureau voor de Statistiek)3.

Dit betekent dat de hoeveelheid duurzame energie met een 62,6% moet worden verhogen in tien jaar tijd; er is dus nog een lange weg te gaan. Om de ambitieuze doelstellingen te bereiken kunnen we niet om het grootschalige zonnepark heen. Grootschalige zonneparken leveren hiertoe op een relatief korte termijn een grote bijdrage.

De plaatsing van zonnepanelen op daken heeft in nationaal- en regionaal beleid een grote voorkeur. Echter zijn PV-dak installaties verhoudingsgewijs circa 30% duurder dan grondgebonden zonneparken. De energieproductie van deze kleinschaliger PV-installaties is daarnaast veel geringer dan een zonnepark. Waar vroeger grootschalige zonneparken vaak niet rendabel waren, heeft de huidige Nederlandse subsidieregeling hier verandering in gebracht. Door gebruik te maken van het SDE+, en in het vervolg van 2020 het SDE++ programma, zijn nu ook grootschalige projecten rendabel. De realisatie van zonneparken betekent ook dat voor veel burgers de energietransitie ook letterlijk zichtbaar wordt door veranderingen in het bestaande landschap.

Tenslotte levert een grondgebonden zonnepark in korte tijd een veel grotere bijdrage aan de bovengenoemde energiedoelstellingen dan 'roof-topinstallaties', maar met een minder grote ruimtelijke en visuele impact dan bijvoorbeeld windmolens. Het is bovendien de verwachting dat tegen de tijd dat de eerste grondgebonden zonneparken ontmanteld zullen moeten worden i.v.m. de levensduur van de panelen (na circa 25 jaar), er een onuitputtelijke, circulaire oplossing voor grootschalige, duurzame energie-opwek gevonden is.

1.2.2 Locatie criteria

Onderstaand zijn de criteria benoemd die bij het selecteren van de locatie doorslaggevend zijn. Deze criteria hebben vooral betrekking op de technische en fysieke aspecten van het zonnepark. De gemeente heeft hier, middels het Afwegingskader Zonneparken eveneens een bindende rol in. Naast deze criteria is het natuurlijk ook van belang dat het zonnepark goed wordt ingepast in het landschap en dat de ruimte die het park in beslag neemt voor meerdere doeleinden gebruikt wordt.

Zonuren

Voor het opwekken van energie door middel van de zon is het van belang dat de locatie voldoende zonuren ontvangt. Op basis van onderstaande kaart van Solargis is te zien dat op de locatie in Hoogeveen te rekenen valt met een zonne-bestraling van ca 1025 kWh/m2. De hoeveelheid zonne-bestraling in combinatie met de SDE+ stimulus creëert een solide business case.

Conclusie: de locatie leent zich zeer goed voor een zonnepark door de zonne-bestraling per m2.

afbeelding "i_NL.IMRO.0118.2021PB9006006-VG01_0001.jpg"

afbeelding 1: Zonkaart Nederland (Solargis)

Schaduw

De locatie wordt aan de westkant geflankeerd door een bos blok. Er is rekening gehouden met eventuele lagere opbrengst door schaduwwerking.

Conclusie: De schaduw vormt geen belemmering voor het realiseren van het project.

Bereikbaarheid

De bereikbaarheid van de locatie en de aanwezigheid van eventuele toegangswegen alsmede in/uitritten zijn een belangrijk criterium. De locatie is zeer goed te bereiken vanaf de Kerkweg.

Conclusie: de bereikbaarheid van de locatie is zeer goed.

Beschikbaarheid

Voor de bouw van het zonnepark is toestemming van de landeigenaar nodig en verkregen. Daarnaast is het ook van belang dat er gekeken wordt naar de rechten van derde partijen die wellicht op het land rusten (kabels, riool, etc.). In dit geval zijn er rechten van derden aangetroffen. Er is middels een KLIC oriëntatieverzoek en contactopname met de betreffende partijen duidelijk geworden dat deze leidingen/tracés geen belemmering vormen.

Conclusie: de locatie is beschikbaar voor de bouw van een zonnepark.

Netaansluiting

Wellicht de belangrijkste vereiste is dat er voldoende capaciteit beschikbaar is om het zonnepark aan te sluiten, wat in dit geval voorhanden is. Een tweede punt is de afstand van het zonnepark tot de dichtstbijzijnde aansluiting op het stroomnet. In het geval van de locatie aan de Kerkweg te Pesse is sprake van een onderlinge netaansluiting op het zonnepark van KS NL 9 aan de Fluitenbergseweg noordelijk van Hoogeveen. Er is voldoende capaciteit beschikbaar omdat er een 20 MW omvormer geplaatst wordt bij het zonnepark aan de Fluitenbergseweg. Deze omvormer heeft de capaciteit om elke 1,5 MW input aan te sluiten tot 1 MW. Dat betekent dat er 30 MW input capaciteit is. Uitgebreide toelichting is toegevoegd in Bijlage 1 Toelichting netaansluiting.

  • Zonnepark Fluitenbergseweg maximale opbrengst: 20 MW
  • Zonnepark Kerkweg maximale opbrengst: 10 MW

Conclusie: de afstand tot het dichtstbijzijnde aansluitpunt is haalbaar en er is voldoende capaciteit beschikbaar om het zonnepark aan te sluiten.

Duurzaam ruimtegebruik

Onder duurzaam ruimtegebruik wordt het gebruik van het land voor meerdere doeleinden verstaan. Voor de locatie in de Gemeente Hoogeveen is gepland dat het terrein door schapen wordt begraasd en gemaaid. Daarnaast is via de eigenaar contact met een lokale imker (dhr. Smits) om bijenkasten te plaatsen op het terrein. Deze is erg enthousiast en wil graag mee werken. Om dit te stimuleren worden de randen van het zonnepark ingezaaid met een kruidenmengsel voor bijen en vlinders.

Conclusie: Door bovenstaand extensief beheer ontstaat een gebied met kruidig grasland dat ruimte biedt voor meervoudig ruimtegebruik.

1.2.3 Conclusie en leeswijzer

Bovenstaande en hoofdstuk 2 vormt een inleiding op de ruimtelijke onderbouwing voor het zonnepark aan de Kerkweg ten zuiden van Pesse. In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op het rijks, provinciaal en gemeentelijk beleid voor de ontwikkeling van zonneparken en de gekoppelde voorwaarden voor het voorliggende projectvoorstel. Hoofdstuk 4 en 6 behandelen een gedetailleerd overzicht van het beoogde project. De relevante omgevings- en sectorale aspecten worden in hoofdstuk 5 uiteengezet, waarna in hoofdstuk 7 wordt ingegaan op de uitvoerbaarheid van het project.

Hoofdstuk 2 Huidige Situatie

2.1 Plangebied

De beoogde locatie voor het zonnepark ligt ten zuidoosten van Pesse in de gemeente Hoogeveen. De beoogde percelen zijn gelegen langs de Kerkweg en op kleine afstand van de A28. Kadastraal gaat het om gemeente Hoogeveen, Sectie V, Nummer 727 en 729.

afbeelding "i_NL.IMRO.0118.2021PB9006006-VG01_0002.jpg"

afbeelding 2: ligging van het plangebied

2.2 Vigerend bestemmingsplan

Op dit moment geldt voor het noordelijke gebied in de gemeente Hoogeveen het de beheers verordening Hoogeveen Noord 2017 (vastgesteld op 28-06-2018).

afbeelding "i_NL.IMRO.0118.2021PB9006006-VG01_0003.jpg"

Afbeelding 3: uitsnede ruimtelijkeplannen.nl, plangebied in geel

Op de locatie ligt de enkelbestemming "Agrarisch-1" en de planlocatie valt onder een hydrologisch aandachtsgebied. De uit het bestemmingplan Hoogeveen Noord 2017 voortvloeiende aandachtspunten bij ontwikkeling van het zonnepark project zijn:

Aangezien een zonnepark strijdig is met de geldende bestemmingen, is het aldus verboden op de beoogde locatie een zonnepark te realiseren. De volgende uit het bestemmingsplan voortvloeiende aandachtspunten zijn van kracht:

  • De gronden zijn mede bestemd voor het behoud en herstel van de aldaar voorkomende landschapswaarden. Deze gronden zijn ook bestemd voor het behoud, de bescherming, de ontwikkeling en/of het herstel van de desbetreffende cultuurhistorische, landschappelijke en natuurlijke waarden. Deze aspecten zullen nader worden toegelicht in hoofdstuk 2, paragraaf
  • Het is verboden om op de gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders bepaalde werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, geen normale onderhoudswerkzaamheden, uit te voeren.
  • ter plaatse van eventuele leidingen of tracés gelden er beperkingen t.a.v. bouwen en gebruik.

Cultuurhistorische status

Binnen de projectlocatie ligt geen rijksmonument of gemeentelijk monument. De locatie heeft wel een archeologische waarde. In hoofdstuk 5.3 wordt nader op dit punt ingegaan.

Eventueel eerder verleende omgevingsvergunningen voor bouwwerken zijn met de aanleg van het zonnepark niet in het geding.

2.3 Ruimtelijke structuur plangebied

De voorliggende projectlocatie kenmerkt zich als een locatie in het agrarisch gebied noordelijk van de kern Hoogeveen, nabij Pesse. Het is gelegen achter een bos blok welke parallel aan de verderop gelegen A28 doorloopt. De noordgrens van het plangebied wordt natuurlijk begrenst door de Kerkweg, westelijk door het bos blok en oostelijk door een kadastergrens. Ten noorden van het plangebied is het woon-werk terrein van betreffend grondeigenaar gelegen. Verderop rondom het plangebied verspreid zijn enkele woon- en werkboerderijen gelegen.

Aan de noord- en oostgrens van de beoogde projectpercelen opent zich een halfopen bos- en akkerlandschap opgebouwd uit een rechtlijnig kavelpatroon en afgewisseld met bosblokken, houtwallen en kleinere landschapselementen. Over het algemeen betreft het een grootschaliger, lineair landschap.

2.4 Functionele structuur plangebied

Momenteel wordt de projectlocatie, grotendeels gesitueerd op zandgronden, gebruikt als landbouwgrond. In het afgelopen jaar werden hier aardappels verbouwd. De omringende landen worden eveneens grotendeels voor landbouwdoeleinden gebruikt, maar worden nadrukkelijk door de A28 doorkruist. Verderop ten oosten van het plangebied is een groter natuurgebied Zwartewater gelegen welke wordt beheerd door het Stichting Drents Landschap. Ook het kleinere bos blok ten westen van de planlocatie is in beheer van het Stichting Drents Landschap.

Hoofdstuk 3 Beleidskader

3.1 Inleiding

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het relevante rijks, provinciaal, regionaal en gemeentelijk beleid dat van toepassing is op de beoogde activiteit aan de Kerkweg. In sectie 3.6 volgt de conclusie.

3.2 Rijksbeleid

3.2.1 Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte

De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) is op 13 maart 2012 vastgesteld en vervangt verschillende nota's, waaronder de Nota Ruimte. In de SVIR staan de plannen voor ruimte en mobiliteit. Het kabinet beschrijft hierin, in welke infrastructuurprojecten het de komende jaren wil investeren. Provincies en gemeenten krijgen meer bevoegdheden bij ruimtelijke ordening. De Rijksoverheid richt zich op nationale belangen. De voorgenomen uitbreiding is niet in strijd met de SVIR.

Toetsing van de ontwikkeling

Het zonnepark is een lokale ontwikkeling waarbij geen nationale belangen uit de SVIR in het geding zijn. Aan de algemene voorwaarden van zorgvuldige afweging en transparante besluitvorming wordt net als bij alle andere ruimtelijke plannen voldaan door te voldoen aan de wettelijke vereisten.

3.2.2 Besluit algemene regels ruimtelijke ordening

De juridische borging van de realisatie van de nationale belangen ligt in het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro). Het Barro is in werking sinds 2011 en bevat onderwerpen die van rijks belang zijn, zoals defensie, de ecologische hoofdstructuur, ruimte voor de rivier, kustverdediging, de elektriciteitsvoorziening en toekomstige uitbreiding van het hoofd(spoor)wegennet. Per onderwerp bevat het Barro regels waaraan bestemmingsplannen moeten voldoen. In het plangebied zijn geen belangen aanwezig die op basis van het Barro geborgd moeten worden.

Toetsing van de ontwikkeling

In het plangebied zijn geen nationale belangen aanwezig die op basis van het Barro geborgd moeten worden.

Ladder duurzame verstedelijking

De Ladder voor Duurzame Verstedelijking is vastgelegd in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro, artikel 3.1.6 lid 2). Doel hiervan is dat er een goede ruimtelijke ordening plaatsvindt door optimale benutting van ruimte in stedelijk gebied en dat er een zorgvuldige afweging plaatsheeft in een transparant proces voor nieuwe stedelijke ontwikkelingen. Hiernaast heeft de provincie Drenthe haar eigen Ladder opgenomen in de Provinciale Omgevingsverordening Drenthe (POV).

Toetsing van de ontwikkeling

Trede 0: Voorafgaand aan de laddertoets dient te worden bepaald of er sprake is van een nieuwe stedelijke ontwikkeling. Een stedelijke ontwikkeling wordt gedefinieerd als een 'ruimtelijke ontwikkeling van een bedrijventerrein of zeehaventerrein, of van kantoren, detailhandel, woningbouwlocaties of andere stedelijke voorzieningen' (artikel 1.1.1 onder i, Bro).

Het aanleggen van een zonnepark op de huidige agrarische percelen wordt niet als nieuwe stedelijke ontwikkeling beschouwd. Op basis van eerdere uitspraken van de Raad van State blijkt dat soortgelijke projecten die niet tot leegstand van bestaande bebouwing leiden, niet als een nieuwe stedelijke ontwikkeling in de zin van het Bro worden aangemerkt. Voorbeelden hiervan zijn de aanleg van een weg, windpark of een hoogspanningsleiding.

Een toets aan de Ladder voor deze ontwikkeling is daarom niet van toepassing is. Echter wordt voor de volledigheid toch kort de laddertoets doorlopen.

Trede 1: Is er een regionale behoefte?

De behoefte moet worden bepaald binnen het ruimtelijk verzorgingsgebied van de ontwikkeling. In het geval van het zonnepark voorziet het in een behoefte waar circa 2.500 huishoudens van groene energie worden voorzien. Daarnaast wordt in de wijdere omgeving van het zonnepark meegeprofiteerd d.m.v. financiële participatie (toegelicht in hoofdstuk 7.3). Ook voorziet het in de duurzaamheidsbehoefte binnen de gemeente Hoogeveen, en daaruit voortvloeiend binnen de provincie Drenthe. Deze behoefte bestaat in de vorm van klimaatdoelstellingen gesteld door gemeente en provincie en uiteindelijk op nationaal niveau vanuit het Rijk. Hoogeveen huist daarbij het regionaal bedrijventerrein De Wieken, een 400ha bedrijventerrein dat de op één na grootste werkplek van Noord-Nederland vormt. Dit gebied heeft een extra grote behoefte aan een gedegen energievoorziening.

Bovendien levert een zonnepark van de beoogde omvang schaalvoordelen op waardoor de kosten per eenheid geleverde stroom dalen. Dit geeft de mogelijkheid om met minder subsidie het zonnepark te bouwen, wat de haalbaarheid vergroot. Inzetten op grootschaligheid geeft daarnaast meer ruimte om iets terug te doen voor de omgeving, bijvoorbeeld door meervoudig ruimtegebruik (natuurontwikkeling, schapen en inzet imker) of door duurzame initiatieven te steunen. Tegelijkertijd geeft de tijdelijke aard van het project ruimte om de percelen na ontmanteling van de percelen mogelijkheden terug te stappen op traditioneler, agrarisch landgebruik met een mogelijkheid tot biologisch-ecologische landbouw.

Trede 2: Is (een deel van) de regionale behoefte op te vangen binnen bestaand stedelijk gebied?

Bestaand stedelijk gebied wordt in artikel 1.1.1 lid 1 sub h Bro gedefinieerd als 'bestaand stedenbouwkundig samenstel van bebouwing ten behoeve van wonen, dienstverlening, bedrijvigheid, detailhandel of horeca, alsmede de daarbij behorende openbare of sociaal culturele voorzieningen, stedelijk groen en infrastructuur.' In de Omgevingsverordening Drenthe wordt dezelfde definitie gehanteerd. Daarnaast blijkt uit jurisprudentie dat gronden waarop een agrarische bestemming rust, en die overeenkomstig die bestemming worden gebruikt, geen onderdeel vormen van bestaand stedelijk gebied (ABRvS 29 april 2015; ECLI:NL:RVS:2015:1340).

De Provincie Drenthe wil in 2025 volledig energieneutraal zijn (Energieagenda Drenthe 2016-2020). Om deze ambitie te halen is niet alleen besparing van energie een noodzaak, ook zijn veel nieuwe voorzieningen nodig. De beoogde provinciale strategie om allereerst zoveel mogelijk daken van zonnepanelen te voorzien vormt een stap in die richting, maar is allerminst voldoende om aan de ambitieuze doelstellingen te voldoen. Hiervoor zijn grootschaligere energie-opwek projecten nodig (bijv. windmolens, zonneparken). Veel van deze projecten kunnen vanwege hun omvang niet binnen de bestaande bebouwing opgelost worden en zullen dus in het buitengebied van de Drentse gemeenten moeten worden ingepast. Hiermee is duidelijk dat er geen mogelijkheid bestaat deze behoefte op te vangen binnen bestaand stedelijk gebied. Het feit dat de Gemeente Hoogeveen specifiek voor zonneparken extra beleidsregels opgenomen heeft (Afwegingskader zonne-energie), onderschrijft het feit dat de gemeente de potentie van grootschalige opwek met behulp van zonneparken inziet, ook op plekken buiten het bestaand stedelijk gebied.

Trede 3: Is er sprake van multimodale ontsluiting?

Het idee achter de vraag om multimodale ontsluiting is, dat de ontwikkeling via meerdere toegangswegen bereikbaar is. In het geval van een zonnepark is de toegang vooral van belang gedurende de constructiefase. Hierna wordt het park slechts eenmaal per maand bezocht voor beheer en onderhoud. Om die reden is ervoor gekozen aan te sluiten op bestaande infrastructuur. Het park wordt ontsloten met behulp van een eenvoudige, rechtstreeks te bereiken weg direct aangesloten op de bestaande infrastructuur via de Kerkweg. De ontsluiting past qua schaal bij de beoogde ontwikkeling.

Conclusie: Uit bovenstaande redenatie wordt hiermee duidelijk dat het beoogde project aan de Ladder voor Duurzame Verstedelijking voldoet.

3.2.3 Energieakkoord 2013

Het energieakkoord voor duurzame groei bevat afspraken over energiebesparing, meer duurzame energie en extra werkgelegenheid. Het kabinet heeft deze afspraken gemaakt met onder meer werkgevers, vakbonden en milieuorganisaties. Het kabinet beschouwt het akkoord als een belangrijke stap op weg naar een 100% duurzame energievoorziening.

Toetsing van de ontwikkeling

De beoogde ontwikkeling sluit aan bij de doelstellingen rondom duurzame energieopwekking.

3.2.4 Subsidie Duurzame Energie (SDE+)

Bedrijven en (non-profit) instellingen die hernieuwbare energie (gaan) produceren, kunnen gebruik maken van de subsidieregeling SDE+. De subsidieregeling is bedoeld voor hernieuwbare energietechnieken en is onderverdeeld in de categorieën Biomassa, Geothermie, Water, Wind (land, meer en dijk) en Zon. Met de SDE+ stimuleert het ministerie van Economische Zaken de ontwikkeling van een duurzame energievoorziening in Nederland. Duurzame energie is beter voor het milieu, maakt Nederland minder afhankelijk van fossiele brandstoffen en is goed voor de economie.

Toetsing van de ontwikkeling

Doel van dit project is om voor het najaar van 2020 een aanvraag in te dienen voor een SDE++ subsidie. Streven is dat er voor die tijd een omgevingsvergunning verleend is.

3.2.5 Klimaatakkoord 2019

Het Klimaatakkoord is een onderdeel van het Nederlandse klimaatbeleid. Het is een overeenkomst tussen veel organisaties en bedrijven in Nederland om de uitstoot van broeikasgassen tegen te gaan. Daarmee wordt de opwarming van de aarde beperkt. Het kabinet beschouwt het akkoord als een belangrijke stap om de CO2-uitstoot in 2030 met 49% te verminderen.

Toetsing van de ontwikkeling

De beoogde ontwikkeling sluit aan bij de doelstellingen rondom duurzame energieopwekking.

3.3 Provinciaal beleid

3.3.1 Omgevingsvisie en Omgevingsverordening Provincie Drenthe

In 2018 heeft de Provincie Drenthe een geactualiseerde Omgevingsvisie opgesteld, waarin enkele richtlijnen voor de ontwikkeling van zonneparken zijn aangegeven. Hierin neemt zij onder andere een zonneladder op, waarin gesteld wordt dat dak-installaties prioriteit verkrijgen boven de ontwikkeling van grondgebonden zonneparken. Grondgebonden zonneparken worden, volgens de tweede lat van de zonneladder, toegestaan in bestaand stedelijk gebied. Grondgebonden zonneparken buiten het bestaand stedelijk gebied worden als derde optie mogelijk beschouwd, maar kunnen wel op positieve steun van de Provincie Drenthe rekenen zodra het bestaan van een breed maatschappelijk draagvlak en betrokkenheid vanuit de directe omgeving aangetoond wordt. Ook wordt opgemerkt dat er sprake moet zijn van een combinatiemodel, waarin bedoeld wordt dat er bij gebruik van agrarische gronden een tweede functie of een integrale meerwaarde op de planlocatie aantoonbaar moet zijn. Zoals verderop wordt aangegeven vormt het huidige initiatief daar een voorbeeld van. Er wordt dus in het algemeen uitgegaan van een ja-mits benadering voor zonnepanelen in veldopstellingen.

Met name het behoud van cultuurhistorische, landschappelijke en natuurlijke waarden spelen een rol bij de ontwikkeling van zonneparken. Hierdoor kan juist ook bij zonneparken nagedacht worden over ecologische verbeteringrepen, of combinaties met wateropgaven van het waterschap. Tenslotte zal middels participatie de mogelijkheid gegeven moeten worden aan omwonenden om te kunnen meeprofiteren van de opwek van het zonnepark.

Voor de ontwikkeling van zonne-energie is binnen de omgevingsvisie dan ook een aantal aandachtspunten opgenomen in de vorm van een zonneladder. Op de eerste trede van deze zogenaamde zonneladder staat, in het kader van duurzaam en meervoudig ruimtegebruik, de plaatsing van zonnepanelen op bebouwing (dak-installaties). In tweede instantie komen gronden op industriegebied of braakliggende gronden in stedelijk gebied in aanmerking. Hier stelt de provincie voor dat terreinen die op de middellange termijn onbenut blijven met name voor tijdelijke ontwikkeling tot zonnepark interessant zouden zijn. Aangezien de provincie zelf inziet dat met deze twee mogelijkheden het behalen van duurzaamheidsdoelstellingen nog allerminst eenvoudig is, en tevens door de aantrek van de economie ook woningbouw en industrieontwikkeling weer volop onder de aandacht is, staat de provincie Drenthe ook zonnevelden in het buitengebied toe. Hierbij gaat het om projecten die breed gedragen zijn door de Drentse maatschappij, en tevens een lokaal belang leveren aan omwonenden en betrokkenen.

Voorwaarde hiervoor is dat wordt aangetoond dat er met het project sprake is van maatschappelijke meerwaarde. Bijvoorbeeld door meervoudig ruimtegebruik, maatregelen die getroffen worden om de impact van het project te beperken of te verkleinen, aansluiting op karakteristieken van de omgeving en de bijdrage aan maatschappelijke doelen of instellingen middels het project. In de omgevingsverordening is opgenomen op welke manier ruimtelijke ontwikkelingen uitgevoerd en ingepast mogen worden. Door de complexiteit van de ruimtelijke ontwikkeling van een zonnepark, is een extra beleidsdocument opgesteld. In dit document zijn ruimtelijke voorwaarden en inpassingsmogelijkheden opgenomen die de ontwikkeling van zonneparken structureren. In de omgevingsvisie wordt naar dit beleidsdocument, het beleidskader zonne-akkers, verwezen.

Voor de verdere uitwerking, uitvoering en sturing van de strategie van het beleid als voorgesteld in de omgevingsvisie wordt verwezen naar de Omgevingsverordening Drenthe (2014). In de omgevingsverordening Drenthe worden de ideeën en kaders van de omgevingsvisie op een praktische manier benaderbaar gemaakt. Voor de ontwikkeling van zonneparken geldt, dat hierbij aan drie belangrijke aspecten gedacht moet worden. Zonneparken kunnen ontwikkeld worden indien:

  • dit gebeurt op een wijze die passend is binnen het landschap, en;
  • er sprake is van een combinatie met andere functies, en/of er sprake is van een meerwaarde voor andere provinciale doelen en belangen.
  • geborgd is dat op de gebruikte locatie de installatie(s) na uit gebruik name worden verwijderd.

Toetsing van de ontwikkeling

Het huidige initiatief past binnen de doelstellingen van de Provincie Drenthe in 2020 en 2023 om een aanzienlijke bijdrage te leveren aan de opwek van duurzame energie. Qua participatie wordt er kort gezegd meerdere zonnepanelen geschonken aan direct omwonenden, daarnaast zijn verschillende participatie mogelijkheden als optie. Door omwonenden is nog geen directe voorkeur aangegeven. In een volgende bijeenkomst zal een participatievorm gekozen worden. Dat 50% beschikbaar wordt voor participatie is echter de afspraak en vastgelegd in overeenkomsten.

3.3.2 Ruimtelijke verkenning zonne-akkers in de Provincie Drenthe

Het ruimtelijk kader voor de visie en verordening is in datzelfde jaar (2014) opgesteld. Hierin wordt duidelijk dat de provincie strenge, doch haalbare eisen stelt aan het ontwikkelen van een zonnepark. Het speelt vooral in op de ruimtelijke impact van een zonneveld en de daaraan verbonden impact op leefomgeving. Met voorbeelden wordt duidelijk gemaakt op welke manier zonneparken in verschillende landschappelijke situaties ingepast en vormgegeven zouden kunnen worden. Zo vormt multifunctioneel ruimtegebruik één van de aandachtspunten bij de ontwikkeling van een zonnepark in het buitengebied, maar ook de landschappelijke inpassing en technische aspecten van een zonnepark worden uitgediept. Afgeleid van deze aspecten wordt met behulp van verschillende (ruimtelijke) kernkwaliteiten vervolgens aangegeven waar wél (en op welke manier), en waar geen ontwikkeling van zonnevelden mogelijk is.

Leidend bij de vormgeving en ontwikkeling van zonneparken zijn vervolgens de ruimtelijke kernkwaliteiten, als opgenomen in de provinciale omgevingsvisie. Vanuit Landschappelijk oogpunt, wordt voorkeur gegeven aan coulisselandschappen of landschappen ingebed in de randen van open gebieden, in plaats van open landschappen waar met behulp van groenstroken of houtwallen gedeeltelijke afscherming plaats moet vinden. Gebieden met een kernkwaliteit Natuur lijken op voorhand voor de ontwikkeling van zonneparken uitgesloten. Gebieden waar de kernkwaliteit Rust (Stilte en Duisternis) op rust, zijn voor zonneparken niet direct van invloed op de realisatie ervan. Voor de laatste drie kernwaarden, Archeologie, Aardkundige Waarden en Cultuurhistorie geldt integraal dat aldaar gelegen waarden gerespecteerd moeten worden. Voor gebieden met een hoge verwachting heeft de provincie daarom in eerste instantie geen voorkeur.

Deze provinciale aanpak leidt uiteindelijk tot een ´ja, mits´ benadering voor zonneparken buiten het stedelijk gebied in combinatie met infrastructuur en urbane karakters. Een ´nee, tenzij´ benadering geldt voor de agrarische gebieden en natuurgebieden. Als laatste wordt benadrukt dat participatie in de vorm van bijvoorbeeld een energiecoöperatie een uitstekende insteek zou kunnen zijn voor het creëren van een groot maatschappelijk draagvlak. Hieruit is uiteindelijk op te maken dat de provincie Drenthe, mits aan de voorwaarden wordt voldaan, de ontwikkeling van zonneparken buiten het bestaand stedelijk gebied toestaat. Omdat momenteel de vraag naar duurzame energie stijgende is, zal dan ook via deze insteek gehoor gegeven moeten worden aan deze vraag.

Toetsing van de ontwikkeling

Het beleidskader als hierboven voorgesteld is een kader stellend, doch advies gevend beleidsdocument. Er worden geen harde eisen en regels gesteld, en met name de voorbeeld-georiënteerde benadering schept veel ruimte voor een individuele aanpak en uitvoering.

Concreet wordt er wel getoetst op de locatievoorwaarden van het huidige initiatief aan de kernwaarden van de Omgevingsvisie Drenthe:

Landschap – de locatie bevindt zich in het esdorpenlandschap, specifiek in een jong heideontginningsgebied. Het esdorpenlandschap is cultuurhistorisch gezien opgebouwd uit essen, ontginningsgebieden, het beekdal en het dorp. Deze samen vormen een agrarisch cultuurlandschap, waarin elk onderdeel van het landschap zijn eigen agrarische functie heeft. De systematische ontginning van het heidegebied tot ver in de 20e eeuw maakt dat het oorspronkelijk karakter van het landschap grotendeels verloren is gegaan. Deze ruimte werd veelal gebruikt om schapen te laten weiden. Concreet stelt de Provincie Drenthe voor locaties in een esdorpenlandschap dat open ruimte behouden behoort te blijven. Daarnaast dient het behoud en de versterking van landschappelijke waarden middels karakteristieke beekdal(rand)beplanting gewaarborgd te worden.

Natuur – de locatie bevindt zich niet in een door de provincie aangemerkte natuurzone als opgenomen in de kernkwaliteit natuur (natuurgebieden en vennen, beekdalen, sloten en wijken, bosjes en houtwallen, geleidelijke overgangen en vogelgebieden). Het betreft een locatie die in een puur agrarisch gedomineerd gebied gelegen is en heeft binnen dat karakter geen hoge natuurlijke waarden. De locatie vormt daarnaast geen onderdeel van een NNN (voorheen EHS) of Natura 2000 gebied.

Rust – de locatie bevindt zich niet in een zone bedoeld voor stilte of duisternis. Tevens vormt het huidige initiatief geen bedreiging voor dergelijke zones.

Archeologie – op basis van de in de omgevingsverordening opgenomen beleidskaarten wordt opgemaakt dat de locatie zich op gronden bevindt met een archeologische verwachting (beekdal). In hoofdstuk 5.3 wordt nader worden ingegaan op het gemeentelijk archeologisch beleid en het hiervoor uitgevoerde archeologisch onderzoek.

Aardkundige waarden – de locatie bevindt zich niet op een grond met een hoge aardkundige waarde.

Cultuurhistorie – de locatie bevindt zich niet op een grond met een hoge cultuurhistorische waarde. Op de locatie heerst de waarde respecteren, wat inzet op het waarborgen van cultuurhistorische samenhang voor de toekomst.

Daar het zonnepark voor een periode van 25 jaar de beoogde percelen "vast zet", en er voorts niet tot nauwelijks grondroering plaatsvindt, is deze waarde gewaarborgd.

De toetsing aan de verschillende kernwaardes van de Provinciale Omgevingsvisie laat zien dat er geen bezwaarlijke belemmeringen op het planperceel liggen die de ontwikkeling van een zonnepark tegen gaan. Op het gebied van archeologie blijkt dat met de kleine ingreep van een zonnepark geen nader onderzoek nodig is, toelichting in hoofdstuk 5.3.

3.3.3 Brochure Ruimte voor zonne-energie in Drenthe

Zowel de ideeën van de omgevingsvisie, alsmede de concrete aanpak voor zonne-parken in het ruimtelijk kader, zijn vervolgens in januari 2017 opnieuw samengevoegd in de brochure ´Ruimte voor zonne-energie in Drenthe´, die het voor initiatiefnemers overzichtelijk maakt hoe en op welke manier zonneparken mogelijk zijn in de Provincie Drenthe.

Kernpunten uit deze brochure zijn de aansluiting op bestaande stedelijke gebieden of infrastructuur (in het kader van meervoudig ruimtegebruik, iconische uitstraling of koppeling aan eindgebruikers) en de omvang en de ruimtelijke inpassing.

Toetsing van de ontwikkeling

Het huidig initiatief voldoet aan het beleidskader voor de ontwikkelingsmogelijkheden van een zonnepark in de Provincie Drenthe. Het project voorziet circa 2.500 huishoudens van groene energie en draagt bij aan een uiteindelijk energie neutrale gemeente. De ruimtelijke inpassing van het project wordt aan de hand van onderstaand gemeentelijk beleid nader toegelicht.

3.4 Gemeentelijk beleid

3.4.1 Doelstellingen gemeente ten aanzien van energie en klimaat

De gemeente Hoogeveen wil een bijdrage leveren aan het overgangsproces naar een duurzame energiehuishouding. Daartoe is ten aanzien van energie en duurzaamheid door de gemeente de doelstelling gesteld energieneutraal te zijn in 2040. Om deze doelstelling te behalen is naast energiebesparing ook duurzame energieopwekking nodig. Daartoe heeft de Gemeente Hoogeveen een energieloket waar initiatiefnemers voor duurzame energieprojecten en bewoners van Hoogeveen hun initiatief kunnen toetsen en uitwerken. Omdat de gemeente echter ook veel concretere vragen ontvangt over de ontwikkeling van grondgebonden zonneparken in haar gemeente, heeft zij in 2017 besloten tot het opstellen van een afwegingskader voor zonne-energie in Hoogeveen (vastgesteld december 2017). Dit afwegingskader baseert zich grotendeels op de provinciale zonneladder en geeft daarom prioriteit aan zonnepanelen op dakoppervlakken en industriële gronden alvorens over te gaan op gronden in het buitengebied. Hier wordt echter duidelijk aangegeven dat om uiteindelijk energieneutraliteit te behalen, gronden in het buitengebied wel degelijk gebruikt zullen moeten worden voor de ontwikkeling van zonneparken. Het afwegingskader laat zien op welke plekken en op welke manieren een zonnepark in de gemeente Hoogeveen ontwikkeld kan worden. Zo zijn essen, beekdalen, natuurgebieden en komgebieden van de dorpen op voorhand uitgesloten van ontwikkeling. Voor andere gebieden in het buitengebied geldt dat aan kerncriteria zoals meervoudig ruimtegebruik, landschappelijke inpassing en het creëren van een breed maatschappelijk draagvlak voldaan moet worden.

In aanvulling op dit afwegingskader is een herziende versie van het beleidsdocument vastgesteld in het voorjaar van 2019 (maart 2019). Dit document is vooral bedoeld als evaluatiedocument op de projecten die voortgevloeid zijn uit het afwegingskader van 2017 en eventueel noodzakelijke aanscherping en stimulans voor nieuwe projecten. Specifieke randvoorwaarden voor het ontwikkelen van een zonnepark in het buitengebied zullen hieronder in sectie 3.4.2 besproken worden.

Toetsing van de ontwikkeling

Het initiatief past binnen de doelstellingen van de gemeente om energieneutraal te zijn in 2040 en geeft gehoor aan de vraag, binnen de gestelde beleidskaders, de opwek van zonne-energie binnen Hoogeveen op te wekken.

3.4.2 Aangepast afwegingskader zonne-energie

In december 2017 heeft de gemeente Hoogeveen een Afwegingskader zonne-energie vastgesteld, in maart 2019 is deze aangepast. Op basis daarvan zijn diverse initiatieven voor zonneparken bij de gemeente ingediend en vergund. De bouwvoorbereidingen voor deze zonne-parken op dit moment in volle gang. Tegelijkertijd wordt er continue nagedacht over zonne-energie projecten. De lessen en ervaringen die met de eerste vergunde projecten opgedaan zijn, zijn daarom gebruikt en opgenomen in een actualisatie van het oorspronkelijk afwegingskader. Het aangepaste Afwegingskader is momenteel het vigerend beleid van de gemeente Hoogeveen, en is op 14 maart 2019 door de gemeenteraad van Hoogeveen vastgesteld.

Het Afwegingskader Zonneparken gaat in op diverse locatiemogelijkheden binnen het gemeentelijk gebied voor zonneparken. Er komen volgens het afwegingskader diverse opties en landschapstypen in aanmerking.

De gemeente Hoogeveen hanteert - in lijn met de provincie Drenthe - een driesporenbeleid.

  • Spoor 1 komen daken in aanmerking voor zonnepanelen.
  • Spoor 2 biedt ruimte voor zonne-projecten binnen bebouwd gebied.
  • Spoor 3 biedt tenslotte de mogelijkheid om zonne-projecten in het buitengebied te realiseren.

Voorliggend initiatief wordt in Spoor 3 gerealiseerd. Ondanks de voorkeur voor sporen 1 en 2, gezien de urgentie van de energietransitie, wordt Spoor 3 door de gemeente gestimuleerd. Het is immers onvermijdelijk dat ook grootschaliger projecten in het buitengebied geplaatst moeten worden. Dat kan op verschillende manieren:

  • Gekoppeld aan infrastructuur
  • Gekoppeld worden aan dorpen
  • Zonneparken vrij liggend in het buitengebied

Het voorliggend initiatief is vrij liggend in het buitengebied

Voor zonneparken in het buitengebied wordt op individueel niveau bekeken of er koppelkansen zijn met andere opgaven in het gebied (combinatiemodel). Daarbij komt dat met name in deze gebieden de landschappelijke inpassing, het aanbieden van participatiemogelijkheden en het creëren van draagvlak voor het project in de omgeving van groot belang zijn. Alle drie de aspecten hangen met elkaar samen, de betrokkenheid van buurtbewoners bij het project staat dan ook centraal.

Om de omvang en aantallen van projecten aan de voorkant in te kaderen, is voor elk landschapstype in het buitengebied berekend hoeveel hectares maximaal voor de opwek van zonne-energie gebruikt mogen worden.

Daarnaast verplicht de initiatiefnemer zich tot het doen van aanzienlijke inspanningen om het maximale resultaat te bereiken in het betrekken van de directe omgeving in de fase van planvorming. Het is aan de initiatiefnemer om de omgeving te betrekken bij het ontwerp van het zonnepark en de landschappelijke inpassing. De gemeente toetst of de dialoog tussen initiatiefnemer en zijn omgeving goed verloopt. Om dat te borgen worden voorwaarden gesteld waaraan de initiatiefnemer minimaal moet voldoen.

Toetsing van de ontwikkeling

Maat en schaal

Te zien in afbeelding 4 is dat het voorliggend initiatief is gelegen in "zand, jonge veldontginningen". Deze gronden beslaan in totaal 1820 hectare in de gemeente Hoogeveen, maximaal 20% van dit totaal mag voor zonneparken gebruikt worden. De hoogte van de panelen mag niet meer dan 1,80 meter bedragen. Het beoogde zonnepark is 10 ha en valt daarmee binnen het totale maximum gebied van 364 ha wat voor zonneparken gebruikt mag worden en voldoet aan de minimale grootte van een zonnepark in het buitengebied wat door de gemeente Hoogeveen gehanteerd wordt.

afbeelding "i_NL.IMRO.0118.2021PB9006006-VG01_0004.jpg"

Afbeelding 4: uitsnede beleidskaart afwegingskader zonne-energie gemeente Hoogeveen

Aanzicht en inpassing

Analyse van bestaande kavelstructuur

Het gebied was altijd in gebruik als onontwikkeld gebied. Vanaf de jaren '50 is het in gebruik genomen als agrarisch gebied en is de bebouwing in de omgeving veelal met agrarische bestemming steeds verder ontwikkeld. De percelen ter plaatse van de projectlocatie zijn momenteel nog steeds in gebruik als agrarisch perceel.

Leidend bij de keuze voor de landschappelijke inpassing zijn de Visie Landelijk Gebied en de algemene aanduiding regels uit het bestemmingsplan. Er wordt uitgegaan van behoud, bescherming, ontwikkeling en herstel van cultuurhistorische, landschappelijke en natuurlijke waarden. Zoals besproken in voorgaande hoofdstukken is de projectlocatie onderdeel van een groter heideontginningsgebied (afb. 5) ten noorden van Hoogeveen (esdorpenlandschap).

afbeelding "i_NL.IMRO.0118.2021PB9006006-VG01_0005.jpg"

Afbeelding 5: Lanschappenkaart Geoportaal Drenthe

Het oorspronkelijke heideontginningsgebied waarin het esdorpenlandschap gelegen is, is cultuurhistorisch gezien opgebouwd uit essen, ontginningsgebieden, het beekdal en het dorp. De projectlocatie zelf vormt een integraal onderdeel van het ontginningsgebied op een zandige bodem. Het oorspronkelijke heidegebied is door recente ontginningsactiviteit grotendeels verloren gegaan. Hierdoor hebben rechtlijnigheid en openheid, afgewisseld met bomenclusters en kleine bosjes, de overhand gekregen. Het verkavelingspatroon is in en rondom de projectlocatie hierdoor eveneens lineair en wordt hier en daar afgeschermd door bosgebieden. De A28 loopt als een grote verkeersader dwars door dit oorspronkelijke, normaalgesproken rustige landbouwgebied.

Opzet en inrichting

De panelen worden reliëfvolgend geplaats zodat de structuur van het oorspronkelijke maaiveld intact blijft. Ook de watergang die door het perceel loopt blijft in zijn huidige vorm behouden. Het oorspronkelijke maaiveldniveau van de projectlocatie is iets lager gelegen dan de omringende gebieden. Dit berust vooral op het gegeven dat wegen en bewoning op de wat hoger gelegen delen van het landschap liggen. Daarnaast is het behoorlijk aan het zicht onttrokken, in ieder geval aan de kant van het bos blok westelijk van het plangebied. De hoogte van het zonnepark is zoveel mogelijk in het landschap ingepast door gebruik te maken van zorgvuldig gekozen struweelbeplanting die soorteigen is.

afbeelding "i_NL.IMRO.0118.2021PB9006006-VG01_0006.jpg"

Afbeelding 6: Hoogtekaart van het plangebied, groen-geel-rood, waarbij rood=hoog en groen=laag

Landschappelijke inpassing

Voor de landschappelijke inpassing van het zonnepark is een voorzet gegeven in de vorm van een inpassingsplan door Ton Thus Landschapsarchitectuur & Stedenbouw. Dit plan maakt onderdeel uit van de aanvraag. Omwonenden en belanghebbenden hebben hierop hun suggesties en wensen aan gegeven tijdens een bijeenkomst op 15 januari jl. Bij de uitwerking van het inpassingsplan wordt gehoor gegeven aan bijvoorbeeld de wens van de plaatselijke vogelvereniging door ecologische ruimte en meerwaarde te creëren ten behoeve van de verbetering van leefgebied voor (weide)vogels. Uitgangspunten bij de uitwerking van het landschappelijk inpassingsplan vormen enkele principes, die in het kort beschreven worden:

  • 1. Landschappelijke inpassingsmaatregelen en groenstroken zijn erop gericht ecologische meerwaarde voor omgeving te creëren, onderdeel hiervan is de bosrand ten westen van het zonnepark met een brede natuurlijke wateroever;
  • 2. Er is een gedegen afweging gemaakt te worden tussen het zien en niet-zien van het zonnepark. In het ontwerp is zicht vanaf de Kerkweg op het zonnepark gesloten, evenals zicht vanaf het zuiden op het zonnepark middels meidoornbeplanting van 3 meter breed. Aan de oostzijde van het park wordt het zicht onttrokken middels gemengd struweel van 10 meter breed. De westzijde sluit aan op de bestaande bosrand.
  • 3. Bestaande bosblokken en landschapselementen blijven behouden;
  • 4. Tussen de panelenopstelling en het hekwerk wordt een minimaal 5 meter brede kruidenrijke zone aangelegd;
  • 5. Het hekwerk wordt begroeid met kamperfoelie en braam.
  • 6. Er wordt ingezet op extensief beheer middels schapenbegrazing voor de grond onder de panelen;
  • 7. Beplanting en soortenkeuze is afgestemd op het soortenbeeld van de omgeving en beschreven in het landschapsplan;
  • 8. Recreatieve natuurpad wordt weer aangesloten en uitgebreid.

afbeelding "i_NL.IMRO.0118.2021PB9006006-VG01_0007.jpg"

Afbeelding 7: karakter plangebied

Het zonnepark sluit door haar semi-industrieel karakter aan bij de (bij)gebouwen van grootschaligere agrarische bedrijven die in het gebied gelegen zijn. Het volgt de bestaande perceelgrenzen. Het lineaire karakter is in de bijgevoegde lay-out te onderscheiden, en is één van de belangrijkste dragers van de blijvende landschappelijke impuls van het zonnepark.

Tegelijkertijd wordt een onderbroken wandel/recreatieroute (natuurpad) die in het gebied aanwezig is opnieuw verbonden. Deze is direct aan de westzijde van het zonnepark gelegen, tussen het boscomplex van Stichting het Drents Landschap en het zonnepark. In combinatie met de natuurlijke water oever is dit tevens een blijvende inpassing.

Rondom het zonnepark, in een 5 meter zone tussen de panelenopstelling en het hekwerk, wordt een kruiden/bloemenmengsel ingezaaid. Deze zone fungeert als voedingsrijke habitat voor verschillende kleine insecten en wilde bijen en doen een bijdrage aan het herstel van de biodiversiteit in en rondom de projectlocatie.

afbeelding "i_NL.IMRO.0118.2021PB9006006-VG01_0008.jpg"

Afbeelding 8: Voorbeeld hekwerk, trafostation, wilde natuurlijke haag en kruidenbeplanting

De nieuw aan te leggen poel dient enerzijds als drinkwaterplek voor schapen, anderzijds is dit ook een attractieve plek voor amfibieën om zich te vestigen. Daarmee wordt de algemene ecologische meerwaarde rondom deze poel aanzienlijk vergroot. De poel wordt niet aangesloten op de bestaande waterstroom.

afbeelding "i_NL.IMRO.0118.2021PB9006006-VG01_0009.jpg"

Afbeelding 9: Ree-vriendelijk hekwerk

Duurzame energie maakt een integraal onderdeel uit van het Nederlandse landschap en de Nederlandse samenleving, en dit wordt in de toekomst alleen maar groter. Zichtbaarheid vergroot de acceptatie van dit nieuwe landschappelijke element. Er wordt ingezet op meervoudig ruimtegebruik met vooral ecologische meerwaarde. Door extensief beheer met behulp van schapen ontstaat een gebied met kruidig grasland en de randen worden ingezaaid met een kruidenrijk mengsel wat een aantrekkingskracht heeft voor bijen en vlinders.

Vormgeving Hekwerken zijn vanwege de veiligheid noodzakelijk. Er wordt gekozen om een hoogwaardig hekwerk, opgebouwd uit een combinatie van ruwe houten palen en gaas toe te plaatsen. Deze hekwerken voorkomen tevens afschrikking van reeën. Het gebruik van hout in het hekwerk vindt aansluiting bij de vele bossen, houtwallen en singels die in de directe omgeving te vinden zijn. Het gaas is open en transparant. Het hekwerk wordt niet pal op de erfgrens geplaats maar op enkele meters ervandaan.

De noodzakelijke installaties (netwerkstation, omvormers e.d.) worden uitgevoerd in gedekte kleuren met als hoofdtoon Dennengroen (RAL6009) en staan in een strak grid tussen de panelen en zo ver mogelijk van bestaande bewoning af. Hierdoor gaan ze op in de structuur van de rest van het zonnepark.

De landschappelijke inpassing berust op een aantal basisprincipes. In het volgend hoofdstuk 4 wordt hier nader op ingegaan. In relatie tot het gemeentelijk afwegingskader wordt gesteld dat de maximumhoogte van 1,80 meter gehanteerd wordt en de hoofdvorm van het zonnepark eenvoudig en rechtlijnig in opzet is. De landschappelijke inpassing rondom bestaat uit een voortzetting, versterking en overloop van het bosgebied ten westen van de planlocatie. Door het aanplanten van berk en eik, alsmede het bieden van ruimte voor over- en uitloop van het bosgebied en natuurvegetatie ten westen van het park.

In hoofdstuk 7 wordt ingegaan op maatschappelijk draagvlak en participatie. Samenvattend wordt gesteld dat in samenspraak met de buurtbewoners gezocht is, om samen met hen tot een breed gedragen plan te komen. De grondeigenaar zelf heeft daarin ook een rol gespeeld, door in een vroeg stadium reeds omwonenden op individuele basis te informeren over het initiatief. Tenslotte is er ook contact geweest met de Stichting het Drentse Landschap, eigenaar en beheerder van het bos blok ten westen van de planlocatie. Dit met als doel de koppelkansen van landschappelijke inpassing en eventuele recreatiemogelijkheden van het zonnepark in combinatie met het bos blok in te vullen. De stichting geeft aan zich te kunnen vinden in de opzet en het extensieve karakter maar niet actief mee te willen werken.

Beheerparagraaf

De bloei van de bloemenrijke ruigte (de kruidenzones rondom het park tussen panelen en hekwerk) start in mei en loopt door tot het eind van de zomer. Kenmerkende soorten die in deze stroken opgenomen worden zijn zowel bosrandplanten zoals look-zonder-look alsmede planten van droge tot vochtige ruigte, waaronder boerenwormkruid en engelwortel. De ruigte is van groot belang voor dagvlinders, libellen en andere insectengroepen, maar ook voor kleine zoogdieren.

Het beheer van de ruigte wordt gevormd door een extensief beheer waarbij wordt ingezet op een zo natuurlijk mogelijke groei. Het maaien wordt afgestemd op de vegetatie. Bij een (matig) rijke bodem wordt in de herfst gemaaid (okt-nov), dit wordt later bij een schrale bodem aangepast naar de winter (feb-mrt).

Het eindbeeld van het grasland (onder de panelen) bestaat uit kort gras met lokaal wat hoger, kruidenrijk gras. Er vindt voorafgaand aan de begrazing, bijvoorbeeld gedurende de bouwperiode van het zonnepark, geen wijziging van de bodemopbouw plaats en evenmin grondverzet (enkel minimaal lokaal i.v.m. het aanleggen van kabelstroken). Het grasland en behorend eindbeeld wordt op natuurlijke wijze in stand gehouden door een in eerste instantie vrij intensieve begrazing, die op termijn extensiveert. De schapenbegrazing wordt beheerd door de grondeigenaar welke zelf schapenhouder is.

Rondom het zonnepark wordt een houtwal aangeplant, die wordt aangezet en bijgemengd met struweel. Voor het struweel rondom het zonnepark wordt het snoeibeheer gestart in jaar 6, gefaseerd in cycli van 6 jaar. In jaar 10 en 20 wordt de noodzaak van eventueel dunnen gecontroleerd. Vanaf jaar 10 wordt gekeken naar het afzetten van hakhout in verband met verjonging van de struiklaag, dit gebeurt selectief en gefaseerd.

Inspanningsverplichting

In een vroeg stadium is contact geweest met de gemeente over het initiatief van dit zonnepark. Daarna zijn omwonenden en de gemeenteraad persoonlijk uitgenodigd en is middels een bijeenkomst contact geweest met omwonenden. Verslaglegging hiervan is toegevoegd als separaat document. Hoe de belanghebbenden betrokken blijven bij de ontwikkeling van het zonnepark en de participatie mogelijkheden wordt beschreven in hoofdstuk 7.3.

3.5 Conclusie

De ontwikkeling van het zonnepark op de beoogde locatie is niet in strijd met de beleidskaders van de verschillende overheden. Ten aanzien van de aanleg van zonneparken worden initiatieven met name getoetst op de bijdrage aan de duurzaamheidsdoelstellingen en de ruimtelijke inpassing, welke hierboven beschreven en toegelicht zijn. Een groot onderdeel hiervan vormt uiteraard de landschappelijke inpassing van het zonnepark waarmee rekening is gehouden in het plan ontwerp. Participatie mogelijkheden zijn er en worden toegelicht in hoofdstuk 7.3

Hoofdstuk 4 Gewenste ontwikkeling

4.1 Inleiding

In dit hoofdstuk worden zowel het gebied waar de ontwikkeling plaats gaat vinden als het project zelf beschreven. Daarnaast wordt ingegaan op de landschappelijke inpassing van het plan.

4.2 Ruimtelijke structuur

Het landbouwgebied tussen Hoogeveen en Pesse, ten oosten van de A28, is onderdeel van een ontginningslandschap gelegen op zandgronden. Door de aanwezigheid van bomengroepen, bomenlanen en bosjes, laat het zich als halfopen kenmerken. De specifieke locatie markeert daarnaast een overgang van een verdicht stuk bosgebied naar een opener karakter. Het zonnepark ondersteund dit halfopen overgangsgebied, door bij de landschappelijke inpassing gebruik te maken van het bestaande landschap en deze mogelijk te versterken.

Het plangebied voor het beoogde zonnepark is, zoals reeds beschreven, momenteel in gebruik als landbouwgrond. Dit gebruik is door de realisatie van het zonnepark uitgesloten, maar door het tijdelijke karakter van de ontwikkeling is volledig landbouwgebruik na afloop van het project weer mogelijk. Tevens heeft het voorliggende initiatief geen invloed op de landbouwactiviteit op aangelegen percelen.

De beoogde gestructureerde rijopstelling van de zonnepanelen past daarbij in het bestaande rechtlijnige karakter van het landschap. De toegangsweg wordt aangesloten op een bestaande wegenstructuur (Kerkweg ten noorden van de planlocatie) waardoor enkel binnen het plangebied nieuwe (half verharde) wegen aangelegd worden. Het project blijft kortom binnen de grenzen van de eigen percelen, en na afloop van de projectduur zullen de percelen weer teruggebracht worden naar de oorspronkelijke staat.

4.3 Functionele structuur

Het projectgebied is 10,0 hectare groot (afbeelding 10) waarbij uit een eerste studie blijkt dat er de volgende technische mogelijkheden zijn:

  • Constructiegebied: 10,000 m2
  • Aantal modules: 17.580
  • Aantal transformatorstations: 3

In afbeelding 10 is in een impressie opgenomen hoe dit gesitueerd wordt binnen het plangebied. Voor meer detailinformatie zie Bijlage 2 Inrichtingsplan.

Door de gangbare landbouwpraktijken (sterke bemesting gecombineerd met periodiek doodspuiten van de grasmat en opnieuw inzaaien met hoog productieve grasvariëteiten) is het areaal de laatste veertig jaar enorm afgenomen. De meeste overgebleven kruidenrijke graslanden liggen in overhoekjes van het agrarische gebied of komen voor in natuurgebieden. Daar kan kruidenrijk grasland een tijdelijk fase zijn als de benodigde abiotische omstandigheden voor schraallanden niet of nog niet gerealiseerd kan worden. De graslanden in dit plangebied worden niet bemest of doodgespoten en versterken daarmee het natuurbeheer.

afbeelding "i_NL.IMRO.0118.2021PB9006006-VG01_0010.jpg"

Afbeelding 10: Inrichtingstekening van het zonnepark

Zoals te zien wordt circa 8 ha benut door zonnepanelen, de overige 2 ha in het zuiden wordt ingezet als kruiden- en faunarijk grasland waar ruimte is voor een schapenweide. Tijdens de bijeenkomst met omwonenden werd aangeven graag het zichtveld open te houden vanuit woonkern Santbrincke en er met de komst van een zonnepark geen stank overlast van bemesting is. Daarnaast is er meer ruimte voor biodiversiteit / ecologie en wordt de grond onttrokken aan intensieve landbouw omdat er geen bemesting plaatsvindt voor 25 jaar. D.m.v. deze inpassing worden dus meerdere doelen bereikt. Verder zorgt het opnemen van dit kruidenrijk grasland in de vergunning ervoor dat er zekerheid wordt geboden dat er geen toekomstige uitbreiding plaats zal vinden.

Voor een beter inzicht in (de ontwikkeling van) de natuur- en landschapskwaliteit is de Index Natuur en Landschap ontwikkeld. Hierbij wordt natuurtype N12.02 Rijke graslanden en akkers als doelstelling genomen voor de 2 hectare zuidelijk. Onderdeel hiervan zijn:

  • a. Zorgen voor een kruidenrijke vegetaties en tegengaan van strooiselophoping, verruiging en verbossing;
  • b. Zorgen voor kleinschalige structuurvariatie, om ruimte te bieden aan allerlei diergroepen (dagvlinders en andere insecten, reptielen, vogels e.d.);
  • c. In gebieden die belangrijk zijn voor weidevogels zorgen voor een gunstige vegetatiestructuur en voldoende voedselaanbod voor deze groep.

Voor de ruimtelijke inpasbaarheid is de constructie van de zonnepanelen van belang, welke is weergegeven in afbeelding 11. De tussenafstand tussen de panelen is 1,51m. Hierdoor wordt maar 80% van de normale bedekkingsgraad aangehouden. Dit om de ondergrond en de beoogde biodiversiteit meer op de voorgrond te zetten.

afbeelding "i_NL.IMRO.0118.2021PB9006006-VG01_0011.jpg"

Afbeelding 11: doorsnedes van de basisconstructie

Blijvende landschappelijke impuls

De nieuw aan te leggen wandel/recreatieroute (natuurpad) die in het gebied wordt aangebracht zal samen met de nieuwe waterpartij permanent blijven. Deze is direct aan de westzijde van het zonnepark gelegen, tussen het boscomplex van Stichting het Drents Landschap en het zonnepark.

4.4 Conclusie

De inpassing van het zonnepark sluit aan op de locatiekenmerken van het jong ontginningslandschap. Het plaatsen dan wel versterken van de erfbeplanting zorgt ervoor dat de karakteristieke landschapskenmerken behouden blijven. De landschappelijke inpassing is in een inpassingsplan bijgevoegd als Bijlage 3 Landschappelijke inpassing. Tevens worden er landelijke natuur en landschappelijke doelen behaald en wordt er geluisterd naar input van omwonenden.

Hoofdstuk 5 Omgevingsaspecten

5.1 Inleiding

Om te beoordelen of de aanleg van het zonnepark in overeenstemming is met alle wet- en regelgeving wordt hier ingegaan op de verschillende onderwerpen die daarbij van belang zijn.

5.2 Bodem

Bij de toetsing of een project uitvoerbaar is moet worden nagegaan of er mogelijk sprake is van bodemverontreiniging. Bij functiewijzigingen en nieuwe ontwikkelingen dient daarom te worden bekeken of de bodemkwaliteit past binnen het toekomstige gebruik van de bodem en of deze optimaal op elkaar worden afgestemd.

Er is ter plaatse van een naastgelegen perceel een bodemonderzoek uitgevoerd door Eco Reest (kenmerk: 020123, 18 februari 2002) waaruit blijkt dat de grond licht verontreinigd was met koper en EOX. Het grondwater was licht verontreinigd met chroom en zink. Dit geeft geen actueel beeld, enkel een historisch inzicht over de mogelijke historische verontreinigingen.

Toetsing van de ontwikkeling

Het gebied ligt in een ontginningslandschap gelegen op zandgronden, geologisch onderdeel van een historisch gevormde grondmorene. Gezien de beperkte bodemroering (alleen de basisconstructies voor de zonnepalen en de stations) en het huidige agrarische gebruik is de kans zeer gering dat er bodemverontreinigingen aanwezig zijn en dat ze door de aanleg van het zonnepark verstoord worden. Ook in de bodemfunctiekaart van de Gemeente Hoogeveen is te zien dat voor de huidige projectlocatie de kans op bodemverontreiniging zeer gering is – de projectlocatie valt onder de categorie 'overig' en is daarmee niet gelegen in gevoeligere zones zoals stedelijk of industrieel gebied.

Zonnepanelen worden niet als bodembedreigend beschouwd. Transformator huisjes worden wel als bodembedreigende activiteiten gezien. Ter plaatse van de drie geplande transformatorhuisjes wordt er een nul situatie onderzoek uitgevoerd. Tevens kunnen de eerdere slootdempingen en (puin)weggetjes mogelijk een negatieve invloed hebben gehad op de milieu hygiënische kwaliteit van de bodem. Er wordt derhalve door RUD Drenthe geadviseerd een milieu hygiënisch bodemonderzoek volgens NEN 5740 en eventueel de NEN 5707/5897 (asbest in bodem/puin) uit te laten voeren op de locatie. Dit onderzoek wordt uitgevoerd voor de bouw van start gaat. Dit is eveneens noodzakelijk voor de werkzaamheden van de netbeheerder.

afbeelding "i_NL.IMRO.0118.2021PB9006006-VG01_0012.jpg"

Afbeelding 12: bodemfunctiekaart Gemeente Hoogeveen

5.3 Archeologie en cultuurhistorie

Op grond van het Verdrag van Malta en de daaruit voortvloeiende Wet op de archeologische monumentenzorg, dient te worden gekeken naar de archeologische waarden in het plangebied.

De archeologische beleidskaart van Hoogeveen telt 5 legenda-eenheden: waarde archeologie 1 t/m 5. De gehanteerde beschermingsregimes variëren van 'geen archeologisch onderzoek nodig' (reeds onderzochte terreinen en gebieden met een lage archeologische verwachting of waarvan de bodem reeds verstoord is) tot 'streven naar behoud in situ' (bekende, behoudens waardige vindplaatsen). Op basis van deze kaart zou iedere burger of andere partij zelf in hoofdlijnen moeten kunnen bepalen of voor een geplande ingreep op een bepaalde locatie een archeologisch onderzoek nodig is. De exacte vorm van het onderzoek dient door het uitvoerende archeologische onderzoeksbureau bepaald te worden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0118.2021PB9006006-VG01_0013.jpg"

Afbeelding 13: Archeologische beleidskaart gemeente Hoogeveen

Toetsing van de ontwikkeling

Archeologie

Voor de projectlocatie gelden twee archeologische verwachtingswaarden. Een klein deel van de planlocatie heeft de 'waarde - archeologie 2' en het overige gebied 'waarde - archeologie 3'.

Omdat de ingreep groter is dan 100 m2, moet voorafgegaan worden d.m.v. een archeologisch onderzoek de bodemopbouw en de aanwezige resten in kaart gebracht en gewaardeerd worden. In september 2019 is archeologisch onderzoek uitgevoerd door Laagland Archeologie. Uit het archeologisch bureau onderzoek blijkt dat met de te verwachten kleine ingreep/impact geen vervolgonderzoek noodzakelijk is. Het complete onderzoek is toegevoegd in Bijlage 4 Archeologisch onderzoek.

Bij de bouw van het zonnepark blijft de totale oppervlakte aan bodemverstoring zeer gering. De grootste bodemverstoring wordt veroorzaakt door de kabelgeulen, deze zijn 0,6 meter breed en hebben een diepte van 1 meter. De overige bodemverstoring bestaat uit het plaatsen van de transformatorstations, het hekwerk en de onderconstructie die met palen in de grond staat. Voor de palen van de onderconstructie is gekozen voor een U-profiel waardoor het oppervlakte aan bodemverstoring zeer minimaal is (0,0007935m² per paal).

Werkzaamheid   Aantal   Bodemverstoring m2   Totaal m2  
Onderconstructie   8929   0,0007935   7,08  
Kabelgeulen   2682   0,6   1609,30  
CCTV   10   0,0625   0,63  
Hekwerk (palen)   550   0,01   5,50  
Center station   1   18   18,00  
Totaal       1640,51  


Naast bovenstaande werkzaamheden worden er ook nog een drietal transformatorhuisje geplaatst. Deze hebben een oppervlakte van 64,3m2 per stuk en worden gefundeerd op een basis van maximaal 0,3m diep, en zijn daardoor vanuit het oogpunt archeologie/impact bodemingrepen niet relevant.

Cultuurhistorie

Op de locatie heerst de waarde 'respecteren' (zie afbeelding 14), hiermee wordt aangeduid dat voor dit gebied lage cultuurhistorische waarden zijn. Deze basiswaarde draagt mede bij aan het beeld van de ontwikkelingsgeschiedenis van de gemeente in landschap en stedenbouw. De waarde van deze cultuurhistorische objecten en gebieden is echter minder hoog, bijvoorbeeld omdat er onderdelen zijn verdwenen in de loop van de jaren.

afbeelding "i_NL.IMRO.0118.2021PB9006006-VG01_0014.jpg"

Afbeelding 14: Cultuurhistorische kernkwaliteitenkaart provincie Drenthe

Landschap

De ontginning, zorgde ervoor dat vrijwel het gehele gebied in zo'n honderd jaar werd omgezet in landbouwgebieden, civieltechnisch ondersteund middels het graven van sloten, de aanleg van de spoorweg. De heidevelden werden omgezet, deels in productiebos. Een stimulans was de uitvinding van kunstmest, enorme arealen konden snel in productie genomen worden. Om de waterhuishouding geregeld te krijgen, want het water werd niet meer vastgehouden, werden beken rechtgetrokken/ genormaliseerd.

Cultuurhistorisch zijn van belang voor Pesse en omgeving, de lange rechte wegen in de jonge ontginningen, veelal beplant met eiken, maar veel randen van (zand)paden zijn bezet met zaailingen van berk, eik en lijsterbes.

Door structuurmatig aan te haken op bestaande ecologische verbindingen met het boscomplex zal er geen afbreuk worden gedaan op het cultuurhistorische landschap. Het plangebied is vrij toegankelijk voor fauna en de bodem komt tot rust doordat er niet meer bemest wordt. Lijnvormig worden de randen van het zonepark aangezet met beplanting en haakt daarmee aan met het bos.

Daar het zonnepark voor een periode van 25 jaar de beoogde percelen "vast zet", en er voorts niet tot nauwelijks grondroering plaatsvindt, is deze waarde gewaarborgd en wordt er geen afbreuk gedaan op de aanwezige waarden. Afbeelding 15 laat tevens zien dat het plangebied niet in een cultuurhistorisch geografische waarde ligt.

afbeelding "i_NL.IMRO.0118.2021PB9006006-VG01_0015.jpg"

Afbeelding 15: Cultuurhistorische beleidskaart gemeente Hoogeveen

5.4 Water

In het kader van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) is het verplicht ruimtelijke plannen te 'toetsen op water', de zogenaamde watertoets. De watertoets is een waarborg voor water in ruimtelijke plannen en besluiten. De digitale watertoets is uitgevoerd op 26-11-2019. Uit de watertoets is gebleken dat de normale procedure van toepassing is. Zodra WDO Delta zijn beoordeling en eventuele maatregelen kenbaar heeft gemaakt zullen deze verwerkt worden in het plan.

Er worden echter geen grootschalige ingrepen in de waterhuishouding in en rondom de planlocatie gedaan tijdens de bouw en gebruiksperiode van het zonnepark. Zo wordt de waterstand niet verlaagd en wordt er ook geen water geloosd. Verwachting is dat er geen problemen ontstaan op het gebied van waterhuishouding.

In het voorliggende plan grenst een secundaire watergang nabij het zonnepark. Zolang deze watergang intact blijft heeft waterschap WDO Delta geen bezwaar en is er geen watervergunning nodig. In voorliggend plan blijft de watergang intact en is dus geen watervergunning nodig.

5.5 Natuur en ecologie

Sinds 1 januari 2017 is de Wet natuurbescherming van kracht geworden met de provincie als bevoegd gezag. Deze wet omvat zowel de soortenbescherming als bescherming van (Europese) natuurgebieden, waarbij met het voorliggende project rekening gehouden dient te worden.

Toetsing van de ontwikkeling

Op de planlocatie is een ecologische quickscan uitgevoerd (veldbezoek door EcoNatura op 19-09-2019, bijgevoegd als Bijlage 5 Ecologische Quickscan). Er wordt o.a. geconcludeerd dat het plangebied geen onderdeel vormt van een Natura 2000 of NNN (voorheen EHS) gebied.

Uit de quickscan is de volgende eindconclusie gekomen:

"Met betrekking van de ecologische effecten die bij de aanleg en werking van een zonnepark komen kijken valt in de huidige setting geen conflicten te constateren tussen de ontwikkeling van het onderhavige zonnepark met het behoud van beschermde natuurwaarden die nabij het plangebied zijn aangetoond of aannemelijk voorkomen. Belangwekkende of beschermde planten- en diersoorten ontbreken in het intensief gebruikte en bemeste landbouwperceel waarin het zonnepark wordt aangelegd. Het zonnepark in werking zal geen negatieve of slechts een zeer beperkte uitstraling uitoefenen op het dierenleven in het naastliggende bos met heideveldje als de meest noordelijke transformator tegen het bos aan naar een andere locatie in het plangebied wordt geplaatst in verband met dassenactiviteit in dat deel van het bos."

Daarnaast wordt ter bevordering van zowel flora- als faunasoorten enkele aanbevelingen gedaan die worden toegepast in het zonnepark:

  • Het weglaten van nacht- en kunstverlichting;
  • Het hekwerk wordt integraal op 10cm hoogte van het maaiveld geplaatst;
  • Aanlegwerkzaamheden vinden plaats buiten het broedseizoen van broedvogels, in dit geval alleen in de late herfst- en winterperiode.

Er is een Aerius berekening gemaakt welke is bijgevoegd in Bijlage 6 Aerius berekening. Hieruit blijkt dat er geen depositieresultaten zijn boven 0,00 mol/ha/jaar.

5.6 Geluid

In de Wet geluidhinder, en de daarbij behorende Besluiten en Regelingen, is bepaald dat bij de beslissing op een aanvraag voor een omgevingsvergunning waarbij wordt afgeweken van het bestemmingsplan op binnen de onderzoekzones van industrieterreinen, wegen en spoorwegen te realiseren geluidsgevoelige gebouwen of terreinen de waarden uit de Wet geluidhinder in acht dienen te worden genomen.

Toetsing van de ontwikkeling

Omdat een zonnepark geen geluidgevoelig gebouw of terrein is, blijft verdere toetsing aan de Wet geluidhinder achterwege. De geluidsproductie van een zonnepark is enkel terug te leiden tot het koelen van de transformatoren (omvormers).

De geluidsproductie die hierdoor ontstaat valt echter in een zeer lage categorie, vergelijkbaar met het geluidsniveau dat 's nachts in een landelijk gebied heerst en de transformatoren worden zo ver mogelijk van (bewoonde) bebouwing geplaatst. Het geluidseffect van het zonnepark op de omgeving wordt in paragraaf 5.8 (milieuzonering) meegenomen.

Kronos Solar maakt voor het zonnepark gebruik van Power Electronics Inverters. Een specificatieblad waar de geluidsproductie van deze transformatoren en vergelijkbare transformatoren te zien is, is bij deze ruimtelijke onderbouwing bijgevoegd. Hieruit wordt opgemaakt dat van geluidshinder boven het gangbare geluidsniveau geen sprake is. Daarnaast wordt eventuele geluidshinder door middel van extra filtervoorzieningen weggenomen. Het aspect geluid is daarom geen belemmering voor de uitvoerbaarheid.

5.7 Geur

Nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen dienen te worden getoetst aan de normen uit de Wet geurhinder en Veehouderij. Als gevolg van deze wet worden normen gesteld voor de bouw van nieuwe geurgevoelige objecten (zoals woningen). Er dient voor deze objecten sprake te zijn van een goed woon- en leefklimaat. Daarnaast mag geen inbreuk ontstaan op de milieuruimte van omliggende veehouderijen.

Toetsing van de ontwikkeling

Een zonnepark is geen geurgevoelig object. Daarmee blijft verdere toetsing aan de Wet geurhinder en Veehouderij achterwege en vormt het aspect geur geen belemmering voor de uitvoerbaarheid van het project.

5.8 Bedrijven en milieuzonering

Zowel de ruimtelijke ordening als het milieubeleid stellen zich ten doel een goede kwaliteit van het leefmilieu te handhaven en te bevorderen. Dit gebeurt onder andere door milieuzonering. Onder milieuzonering verstaan we het aanbrengen van een voldoende ruimtelijke scheiding tussen milieubelastende bedrijven of inrichtingen enerzijds en milieugevoelige functies als wonen en recreëren anderzijds. De ruimtelijke scheiding bestaat doorgaans uit het aanhouden van een bepaalde afstand tussen milieubelastende en milieugevoelige functies.

Die onderlinge afstand moet groter zijn naarmate de milieubelastende functie het milieu sterker belast. Milieuzonering heeft twee doelen:

  • 1. het voorkomen of zoveel mogelijk beperken van hinder en gevaar bij woningen en andere gevoelige functies;
  • 2. het bieden van voldoende zekerheid aan bedrijven dat zij hun activiteiten duurzaam en onder aanvaardbare voorwaarden kunnen uitoefenen.

Voor het bepalen van de aan te houden afstanden wordt in eerste instantie doorgaans de VNG-uitgave 'Bedrijven en Milieuzonering' uit 2009 gehanteerd, waarin richtafstanden voor de ruimtelijk relevante milieuaspecten geur, stof, geluid en gevaar zijn opgenomen.

Toetsing van de ontwikkeling

De voorgenomen inrichting van de betrokken gronden als zonnepark levert geen hinder of gevaar op voor omliggende gevoelige functies. Wel worden transformators en omvormers geplaatst. Deze worden echter niet aan de randen van het plangebied gesitueerd. In de VNG-uitgave 'Bedrijven en milieuzonering' valt dit onder de activiteit 'elektriciteitsdistributiebedrijven met transformatorvermogen tussen de 10 en 100 MVA'. De grootste richtafstand is die van geluid en bedraagt 50 meter.

Voor de drie omvormers is de vergelijking gemaakt met de activiteit 'elektriciteitsdistributiebedrijven met transformatorvermogen tot 10 MVA'. Voor deze activiteit staat in de richtafstanden tabel voor het aspect geluid 30 meter.

In het voorliggende plan liggen de dichtstbijzijnde woningen op een afstand van meer dan 200 meter van de transformatoren (zie afbeelding 16). Omdat het zonnepark de meeste tijd gedurende de operationele fase niet bevolkt is, is er geen sprake van een omgekeerde werking welke in acht dient te worden genomen. Hiermee wordt voldaan aan de richtafstanden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0118.2021PB9006006-VG01_0016.jpg"

Afbeelding 16: plattegrond afstand tranformatoren t.o.v. woningen

5.9 MER

Op 1 april 2011 is het gewijzigde Besluit milieueffectrapportage in werking getreden. Een belangrijke wijziging betreft het indicatief maken van de drempelwaarden in onderdeel D (betreft de m.e.r.- beoordeling) van de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage.

Concreet betekent dit dat het bevoegd gezag zich er nog steeds van moet vergewissen of activiteiten geen aanzienlijke milieugevolgen kunnen hebben (ook wel genoemd de 'vergewisplicht'). Het komt er op neer dat voor elk besluit of plan dat betrekking heeft op activiteiten die voorkomen op de D-lijst er moet worden nagegaan of er voor activiteiten en projecten beoordeeld moet worden of er een m.e.r. gemaakt moet worden. Voor projecten of activiteiten die beneden de drempelwaarden vallen moet een toets worden uitgevoerd om te zien of belangrijke nadelige milieugevolgen kunnen worden uitgesloten. Voor deze toets wordt de term 'vormvrije m.e.r.-beoordeling' gehanteerd.

Deze vormvrije m.e.r.-beoordeling leidt tot één of twee conclusies:

  • belangrijke nadelige milieugevolgen zijn uitgesloten: er is geen m.e.r. beoordeling noodzakelijk;
  • belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu zijn niet uitgesloten: er moet een m.e.r.-beoordeling plaatsvinden of er wordt direct gekozen voor m.e.r.

De toetsing in het kader van de vormvrije m.e.r.-beoordeling dient te geschieden aan de hand van de selectiecriteria in bijlage III van de EEG-richtlijn milieueffectbeoordeling. In deze bijlage staan drie hoofdcriteria centraal:

  • de kenmerken van het project;
  • de plaats van het project;
  • de kenmerken van de potentiële effecten.

Voor het initiatief zal de digitale module van het Activiteitenbesluit doorlopen moeten worden via www.aimonline.nl. Als blijkt dat het om een 'type A inrichting' gaat hoeft er niet gemeld te worden. Als het een 'type B inrichting' is dient de melding wel te worden ingediend bij de gemeente.

Toetsing van de ontwikkeling

De ontwikkeling betreft de realisatie van een zonnepark op agrarische gronden. De realisatie van zonneparken wordt niet in het Besluit milieueffectrapportage genoemd. Een grondgebonden zonnepark leidt wel tot herinrichting van een stuk landelijk gebied en kan vallen onder categorie D9 of D22.1. Ten aanzien van categorie D9 wordt echter gesteld, dat dit plan met een omvang van 10 ha ver onder de drempelwaarde van 125 ha voor landinrichtingsprojecten uit het besluit m.e.r. valt. Onder categorie D22.1 vallen projecten of installaties voor de productie van elektriciteit, stoom én warm water. Aangezien een zonnepark slechts één van deze drie opwekt, elektriciteit, voldoet het project daarmee ook niet aan categorie D22.1. Een vormvrije m.e.r. beoordeling is daarmee niet aan de orde.

5.10 Luchtkwaliteit

Het wettelijk stelsel voor luchtkwaliteitseisen is geregeld in hoofdstuk 5, titel 5.2 van de Wet milieubeheer en onderliggende algemene maatregelen van bestuur en ministeriële regelingen. Luchtkwaliteitseisen vormen geen belemmering voor ruimtelijke ontwikkelingen indien:

  • er geen sprake is van feitelijke of dreigende overschrijding van de grenswaarde;
  • een project, al dan niet per saldo, niet leidt tot een verslechtering van de luchtkwaliteit;
  • een project 'niet in betekenende mate' bijdraagt aan de luchtverontreiniging;
  • een project is opgenomen in een regionaal programma van maatregelen of in het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL).30.

Toetsing van de ontwikkeling

De beoogde ontwikkeling leidt vanwege de zeer geringe uitstoot niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit. Gedurende de aanlegfase (circa 12 weken) is er een beperkte toename in verkeersbewegingen en in de gebruiksfase zal er zeer incidenteel verkeer zijn in verband met beheer en onderhoud. In vergelijking met het huidige grondgebruik, waar met regelmaat tractoren over het perceel rijden, is de impact van verkeer nihil. Daarnaast is een Aerius berekening gemaakt, waaruit blijkt dat er geen depositieresultaten zijn boven 0,00 mol/ha/jaar. Luchtkwaliteit is daarmee geen belemmering voor de uitvoerbaarheid van het project.

5.11 Externe veiligheid

De externe veiligheid doelt op het beheersen van de veiligheid van personen in de omgeving van activiteiten met gevaarlijke stoffen. Het externe veiligheidsbeleid richt zich daarom op het voorkomen en beheersen van risicovolle bedrijfsactiviteiten en van risicovol transport (onder andere van gevaarlijke stoffen). Het gaat daarbij om de bescherming van individuele burgers en groepen tegen ongevallen met gevaarlijke stoffen of omstandigheden. Risicobronnen zijn onderverdeeld in risicovolle inrichtingen (onder andere lpg-tankstations), vervoer van gevaarlijke stoffen (via wegen, spoorwegen, waterwegen) en leidingen (onder andere aardgas, vloeibare brandstof en elektriciteit). Om voldoende ruimte te scheppen tussen risicobron en de personen of objecten die risico lopen (kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten), moeten vaak afstanden in acht worden genomen.

Toetsing van de ontwikkeling

De beoogde ontwikkeling omvat een kwetsbaar object in de vorm van een hogedruk aardgasleiding. In overleg met de Gasunie is deze zone vrij van panelen gelaten en zullen ten tijde van de bouw de nodige aanvullende maatregelen en metingen verricht worden.

Op enige afstand westelijk van de projectlocatie loopt de A28. Het gevaar in deze situatie is een kans op kettingbotsingen en de daarmee gepaard gaande eventuele chaos, paniek, brand en de mogelijkheid tot het vrijkomen van gevaarlijke stoffen. De kleinste afstand van het zonnepark tot de A28 bedraagt ruim 630m. Doordat het zonnepark na afloop van de constructieperiode slechts sporadisch wordt bezocht voor onderhoud en beheer, is de veiligheid van personen in het park in relatie tot de risico's van de A28 voldoende gewaarborgd.

Het park wordt doelmatig geaard en elektriciteitskabels worden op voldoende ondergrondse diepte aangelegd. Daarnaast blijkt uit de Risicokaart Nederland (afbeelding 17) dat er zich in de directe omgeving van de projectlocatie geen risicovolle objecten bevinden waarvan de contouren over het plangebied liggen. Het plangebied ligt buiten de belemmeringenstroken van de drie in noordelijke richting liggende hoge druk aardgastransportleidingen. Externe veiligheid is dan ook geen belemmering voor de uitvoerbaarheid van het project.

 afbeelding "i_NL.IMRO.0118.2021PB9006006-VG01_0017.jpg"

Afbeelding 17: Uitsnede Risicokaart Nederland

5.12 Verkeer en Parkeren

In de Milieuvisie van de gemeente Hoogeveen wordt gesproken over verkeer waar het gaat om geluidsoverlast en uitstoot. In paragraaf 5.7 is op het onderwerp geluid in meer detail ingegaan. In paragraaf 5.10 wordt verder gesproken over het onderwerp van uitstoot. Op beide punten worden geen problemen verwacht omdat de invloed die het zonnepark in zowel de aanleg- als operationele fase heeft op deze aspecten zeer klein is. Tijdens de bouw wordt de projectlocatie frequenter aangereden, na ingebruikname wordt het zonnepark incidenteel bezocht in het kader van beheer en onderhoud. Voor zover er al sprake is van verkeersaantrekking, is deze beperkt. Het zonnepark wordt ontsloten via de Kerkweg.

Zowel de emissiewaarden als de geluidsoverlast kunnen gedurende de bouwperiode tijdelijk hoger uitvallen dan in de normale uitgangssituatie waarbij het akkerland regelmatig door tractoren bereden wordt. Deze zullen echter drastisch afnemen bij ingebruikname van het park, waarbij de incidentele onderhoudsbezoeken in sterk contrast staan tot het intensieve landbouwprogramma dat voorheen op de gronden werd uitgevoerd. Over de gehele projectduur genomen, zullen emissiewaarden en geluidsoverlast door het zonnepark afnemen t.o.v. de huidige situatie.

Het uitgangspunt is dat een ontwikkeling voorziet in de eigen parkeerbehoefte. Op het park is voldoende parkeergelegenheid aanwezig voor het eerdergenoemde incidentele bezoek. Daarnaast is een Aerius berekening gemaakt, waaruit blijkt dat er geen depositieresultaten zijn boven 0,00 mol/ha/jaar.

5.13 Kabels en leidingen

Voor het voorliggende projectinitiatief is een KLIC-verzoek ingediend. Op basis hiervan zijn enkele relevante leiding- en kabeltracées aangetroffen. Deze leidingen zijn veelal in bezit en beheer van het Waterschap WDO Delta. Hiervoor is middels de watertoets overleg en beoordeling aangevraagd.

5.14 Duurzaamheid

Met de aanleg van het zonnepark wordt invulling gegeven aan de ambitie om te komen tot 14% duurzaam opgewekte energie in 2020. Gedurende een periode van 25 jaar kan het aflaten van mestgebruik ervoor zorgen dat de projectlocatie kan herstellen en er een ecologisch uitgebalanceerd gebied ontstaat. De transformatie van een intensief gebruikt landbouwgebied naar een zonnepark met ontwikkeling van inheemse bloem] of kruidenrijke graslanden met verschralingsbeheer kan in zekere mate ecologische winst opleveren ten aanzien van de huidige landbouwkundige situatie.

Ontmanteling

Afgeschreven zonnepanelen vallen onder de EU-wetgeving voor elektronisch afval, zoals die geldig is voor bijvoorbeeld televisietoestellen en magnetrons. De wet schrijft voor dat leveranciers verantwoordelijk zijn voor de afvoer en verwerking van afgeschreven panelen. Bij de ontmanteling van het zonnepark zal gebruik maken van de afval-verwerkingsdiensten van PV Cycle, een non-profit organisatie dat volledig voor en door de zonnepanelen energie sector opgericht is. PV Cycle is een Europese non-profitorganisatie die zich volledig richt op het duurzaam ontmantelen en recyclen van (gebruikte) zonnepanelen. Met vertegenwoordigers en vestigingen in en buiten Europa, vormt PV Cycle één van de grootste organisaties die zich bezig houdt met het recyclen van afvalmaterialen van specifiek zonnepanelen. Mocht ten tijde van de ontmanteling van het zonnepark PV Cycle niet meer actief zijn, dan committeert Kronos Solar zich te verbinden aan een vergelijkbaar recyclingbedrijf.

5.15 Lichtreflectie

Bij de plaatsing van een zonnepark is de lichtreflectie richting de omgeving vaak een punt van aandacht dat door omwonenden wordt genoemd. Van enige lichtreflectie richting de omgeving is echter geen sprake. De schittering en reflectie van een PV-systeem zijn aanzienlijk lager dan de schittering en reflectie die wordt gegenereerd door standaard glas en andere veelvoorkomende reflecterende oppervlakken in de directe omgeving van een PV-systeem.

Een efficiënte productie van zonne-energie hangt direct samen met het absorberen van zoveel mogelijk licht en tegelijkertijd het minimaliseren van reflectie. Daardoor leveren standaard zonnepanelen veel minder schittering en reflectie dan het glas van een doorsnee raam.

De schittering en reflectie van zonnepanelen is te vergelijken met dat van vlak water. In de onderstaande grafiek zijn de percentages aan gereflecteerde energie van de zon te zien ten opzichte van oppervlakken die veel voorkomen in woon/werkgebieden. De legenda aan de rechterkant laat de verschillende oppervlakken zien, waarbij de bovenste het meest reflecteert.

afbeelding "i_NL.IMRO.0118.2021PB9006006-VG01_0018.jpg"

Grafiek 1: Vergelijking in reflectie voor veel voorkomende oppervlakken.

Bron: SunPower Corporation: "PV Systems: Low Levels of Glare and Reflectance vs. Surrounding Environment" provided with information e.g.by the University of Minnesota.

Door de beperkte schittering en reflectie zijn zonneparken vaak terug te vinden in de directe omgeving van vliegvelden en snelwegen, zoals zichtbaar is in de onderstaande voorbeelden. Een eventuele overlast door schittering en/of reflectie wordt daarom niet verwacht.

afbeelding "i_NL.IMRO.0118.2021PB9006006-VG01_0019.jpg"

Afbeelding 18: Zonnepark op Airport Weeze, Duitsland

afbeelding "i_NL.IMRO.0118.2021PB9006006-VG01_0020.jpg"

Afbeelding 19: zonne installatie langs de 'Brennerautobahn' in Italië

afbeelding "i_NL.IMRO.0118.2021PB9006006-VG01_0021.jpg"

Afbeelding 20: Zonne installatie langs de a94 dicht bij Toging

5.16 Elektromagnetische straling

De uitzending van elektromagnetische velden door technische apparatuur heeft effect op mens en omgeving. Elektromagnetische velden worden door alle elektrische apparaten geproduceerd en zijn in elk huishouden aanwezig. Om de emissie hiervan zoveel mogelijk te beperken zijn tal van studies uitgevoerd en internationale en Europese richtlijnen opgelegd voor de productie van technische apparatuur. Binnen de context van elektromagnetische emissie is vooral de volgende richtlijn van belang:

"EN61000-6-4:2007 Electromagnetic compatibility (EMC) - Part 6-4: Generic standards - Emission standard for industrial environments (IEC 61000-6-4:2006 + A1:2010)"

Kronos Solar maakt bij de bouw van zonneparken enkel gebruik van zogenoemde 'industrial grade' componenten en elektronische apparaten die voldoen aan de Europese en internationale normen en richtlijnen, en zijn daardoor als veilig voor gebruik aangemerkt.

Het Fraunhofer Institute (Europa's grootste organisatie voor toegepast wetenschappelijk onderzoek) heeft de volgende tabellen gepubliceerd waarin de elektromagnetische emissie van PV-Systemen wordt geïllustreerd.

Fluxdichtheid van een fotovoltaïsch systeem

Bron van emissie   Afstand   Fluxdichtheid (uT)   Type  
Enkel aderige kabel, gelijkstroom, 3 Ampère   10 cm   6   Gelijkstroom magnetisch veld  
Enkel aderige kabel, gelijkstroom, 3 Ampère   1 m   0,6   Gelijkstroom magnetisch veld  
Enkel aderige kabel, wisselstroom 0,3A/0,03A   10 cm   0,6/0,06   Wisselstroom magnetisch veld  
Enkel aderige kabel, wisselstroom 0,3A/0,03A   1 m   0,06/0,006   Wisselstroom magnetisch veld  

Tabel 1: Fluxdichtheid van een PV systeem (vertaald naar NL) Bron: Fraunhofer Institute, Germany, Christian Märtel, www.Photovoltaik-Web.de

In Nederland is het advies dat de fluxdichtheid niet hoger dan 0.4 ìT mag liggen in gevoelige gebieden. Tabel 1 laat zien dat zodra de afstand groter wordt, de emissie zeer snel afneemt. Op 1 meter afstand zijn de waardes reeds zo laag dat ervan wordt uitgegaan dat de emissie buiten het park nihil is. Het dichtstbijzijnde emissiepunt ligt 5 meter binnen het hekwerk van het park.

Veldsterkte van een fotovoltaïsch systeem

Bron van emissie   Afstand   Veldsterkte (V/m)   Type  
Zonnepaneel oppervlak, tranformator loze omvormer   10 cm   350   Wisselstroom electrisch veld  
Zonnepaneel oppervlak, transformator loze omvormer   1 m   17   Wisselstroom electrisch veld  
Zonnemodule gebied, omvormer met transformator   10 cm   18   Wisselstroom electrisch veld  
Zonnemodule gebied, omvormer met transformator   1 m   0,8   Wisselstroom electrisch veld  

Tabel 2: elektrische velden van een PV-Systeem (vertaald naar NL) Bron: Fraunhofer Institute, Germany, Christian Märtel, www.Photovoltaik-Web.de

Voor elektrische velden bij wisselspanning is de toegestane kracht maximaal 10V/m gedurende de nacht in een slaapomgeving, en 20V/m gedurende de dag. Tabel 2 laat zien dat zelfs in de directe omgeving van de elektrische componenten deze waarden reeds zeer laag zijn (1 meter – 17V/m). Buiten het park zijn deze waardes nihil, doordat de afstand vanaf het dichtstbijzijnde elektronische component +/- 50 meter is.

De elektromagnetische straling van een zonnepark is enkel afkomstig van de inverters. De overige componenten in het park leveren geen significante straling. Marktleider SMA Solar Technology heeft een onderzoek laten uitvoeren om inzicht in het stralingsniveau van omvormers (de transformatorhuisjes die in een zonnepark worden geplaatst) te krijgen. De omvormers in een zonnepark zijn enkel gedurende de dag in gebruik en worden niet in de nabijheid van mensen 'gebruikt'. Over het algemeen gedragen PV-omvormers zich niet anders dan typische elektronische huishoudelijke apparaten (zie hiervoor ook onderstaande grafiek). De PV-omvormers die Kronos gebruikt voldoen daarnaast altijd aan de strengste eisen (EG richtlijn van 12 Juli, 1999 - betreffende de beperking van blootstelling van de bevolking aan elektromagnetische velden van 0 Hz - 300 GHz4).

afbeelding "i_NL.IMRO.0118.2021PB9006006-VG01_0022.jpg"

Diagram 1: stralingsbelasting van verschillende elektrische apparaten. Bron: SMA Solar Technology AG 'Electromagnetische (Umwelt-)Verträglichkeit'

In de bovenstaande grafiek zijn enkele elektrische apparaten met elkaar vergeleken op basis van de procentuele straling. De twee geteste inverters zijn aangegeven als Sunny Boy en Sunny Beam, twee omvormers die door marktleider SMA Solar Technology veelvuldig worden gebruikt voor zonneparken. Ook onafhankelijke studies hebben deze uitkomsten bevestigd.

5.17 Brandveiligheid

In het uiterst zeldzame geval van de uitbraak van een brand in het zonnepark, zal de brandhaard hoogstwaarschijnlijk in de transformatorstations gelegen zijn. Deze stations worden altijd individueel en geïsoleerd van de panelenconstructie van het zonnepark geplaatst, en staan tevens op een betonnen ondergrond.

Daarnaast is er op elke omvormer een noodschakelaar aanwezig en zijn de omvormers in brandwerend materiaal uitgevoerd. Daarom is het brandgevaar binnen een zonnepark veelal terug te dringen tot een individueel transformatorstation. De brandweer kan deze brandhaard blussen of alternatief de transformator gecontroleerd laten uitbranden. Het risico op brandgevaar is daarmee verhoudingsgewijs klein te houden, er bestaat een zeer kleine kans op verspreiding van de brand naar andere delen van het zonnepark of buiten de grenzen van het zonnepark.

Het park is via de normale onderhoudswegen toegankelijk voor de brandweer, daar de nieuwe aangelegde wegen in het zonnepark geschikt zijn voor motorvoertuigen met een massa van ten minste 14.600kg en 4,5m breed zijn. Deze wegen worden ook gebruikt voor de aanlevering van bouwmaterialen in de bouwfase, waarbij is uitgegaan van vrachtverkeer met een gewicht van 40.000kg. Daarmee kunnen de transformatoren in geval van brand direct bereikt worden.

Doordat gebruik kan worden gemaakt van de interne wegen is ook zeker gesteld dat de afstand tussen de transformator/omvormer stations en de opstelplaatsen niet groter dan 160m zullen zijn.

Hoofdstuk 6 Maatvoorschriften

6.1 Technische maatvoorschriften voor het zonnepark

Het zonnepark is vanuit technisch oogpunt op bepaalde punten aan bepaalde voorschriften gebonden. Deze voorschriften zijn in het tekstverloop van voorliggende ruimtelijke onderbouwing benoemd. Hieronder worden de belangrijkste technische aspecten opgesomd:

  • Constructiegebied: 10,000 m2
  • Aantal modules: 17.580
  • Aantal transformatorstations: 3

Met daarnaast de volgende constructievoorschriften:

  • maximale hoogte van het zonnepark bedraagt 1,80m;
  • maximale hoogte van de transformatorstations bedraagt 2,30m;
  • maximale hoogte van het klantstation van de netbeheerder bedraagt 3,51m;
  • hoogte van het hekwerk bedraagt 2,00m;
  • hoogte van de geplaatste veiligheidscamera's bedraagt maximaal 3,00m.

Bij voorliggende ruimtelijke onderbouwing zijn de technische tekeningen en doorsnedes met nadere informatie over de individuele onderdelen van het zonnepark ter inzage bijgevoegd.

6.2 Landschappelijke maatvoorschriften voor het zonnepark

Zoals in hoofdstuk 3.4 beschreven, wordt ervoor gezorgd dat het zonnepark op een passende manier wordt opgenomen in het landschap en deze in stand te houden gedurende de operationele fase van het zonnepark. Het inpassingsplan is gebaseerd op de volgende kernpunten:

  • afstand tot woning zuidelijk gelegen;
  • open zicht vanaf westelijk gelegen woonkern Santbrinck;
  • aanbreng van 3-10 meter struweelhaag aan noord-, oost- en zuidzijden van de projectlocatie;
  • aanbreng meerjarig wildmengsel in de 5 meter zone tussen het hekwerk en de opstelling van de modulen;
  • ree-vriendelijk hekwerkconstructie met houten palen en grofmazig raster;
  • gebruik van schutkleuren voor de transformatorstations en het centrale omvormstation;
  • behoud en versterking van bestaande landschappelijke waarden d.m.v. bovenstaande maatregelen;
  • toelaatbaarheid van het zonnepark voor kleine zoogdieren en marterachtigen iiddels een integraal gelicht hekwerk met open mazen (10cm).

Hoofdstuk 7 Uitvoerbaarheid

7.1 Economische en financiële haalbaarheid

Wanneer er sprake is van een bouwplan als bepaald in de ruimtelijke wetgeving dan moet hiervoor in beginsel een exploitatieplan worden vastgesteld. Hiermee worden de gemeentelijke kosten geborgd. Hiervan kan worden afgezien als het kostenverhaal op een andere manier verzekerd is.

De realisatie van een zonnepark is geen bouwplan als bepaald in de wet (het gaat om een bouwwerk, geen gebouw). De vaststelling van een exploitatieplan is bij de omgevingsvergunning dus niet vereist. Daarnaast wordt er een overeenkomst gesloten tussen gemeente en ontwikkelende partij waarin het kostenverhaal (waaronder planschade) is geregeld. De financiële haalbaarheid van het plan wordt daarmee gewaarborgd.

Kronos Solar werkt samen met gerenommeerde financiers. De middelen worden beschikbaar wanneer duidelijk is dat de benodigde vergunningen afgegeven zijn en de SDE+ subsidie verkregen is. Voor dat laatste is het eveneens noodzakelijk dat de gemeentelijke vergunningen zijn afgegeven. Om die reden wordt de gemeente verzocht de betaling van de bouwleges te verplaatsen naar het moment dat daadwerkelijk met de bouw van het project gestart wordt.

7.2 Handhaving

De Gemeente Hoogeveen voert haar handhavingstaak uit op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2016 De Gemeente Hoogeveen stelt in haar kadernota Toezicht & Handhaving (2010):

'Het collegeprogramma 2010-2014 van Hoogeveen is in sterke mate gericht op de gezamenlijke verantwoordelijkheid die overheid, burgers en bedrijven hebben voor een leefbare gemeente. Naast het "samen verantwoordelijk" zijn heeft de gemeente als taak handhavend op te treden daar waar wet- en regelgeving wordt overtreden. Daar waar noodzakelijk wordt door ons een passend regie gevoerd op individuele en/of groepen burgers.'

Voor deze taak stelt zij de volgende doelstellingen en uitgangspunten:

  • De gemeente Hoogeveen geeft het goede voorbeeld;
  • Handhaven dient altijd een doel;
  • Geen onnodige regels;
  • Regels zijn na te leven en handhaafbaar;
  • Door samenwerking het naleefgedrag verbeteren en problemen oplossen;
  • Proactief toezicht;
  • Repressief optreden daar waar het moet.

De gemeente Hoogeveen wil ook meer het accent leggen op eigen verantwoordelijkheid en ruimte voor eigen initiatief. Daarnaast richt het handhavingsbeleid zich ook op de kanteling van handhaving naar preventie, waarbij de gemeente door middel van voorlichting en informatievoorziening vroegtijdiger wil kunnen bijsturen in ontwikkelingen die voorzienbaar problematisch kunnen worden.

7.3 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Draagvlak & Procesparticipatie

Kronos Solar heeft veel ervaring met de activatie en communicatie voor een goede uitrol van de burgerparticipatie. Belangrijk is dat het project goed lokaal onder de aandacht komt.

Naast vormen van participatie werkt Kronos Solar in een vroeg projectstadium actief aan het creëren van draagvlak voor het zonnepark voor de directe omwonenden van het park. Kronos Solar zet in samenwerking met de grondeigenaar van de voorgestelde percelen een plan op om omwonenden zo vroeg mogelijk te informeren en te betrekken bij het initiatief. Voor de naastgelegen percelen is er tevens geen nadelig gevolg bij de komst van het zonnepark.

Om voldoende draagvlak te verkrijgen voor het zonnepark is het belangrijk dat er in een vroeg stadium overleg plaatsvindt met buurtbewoners. Hiervoor hanteren wij de volgende vier stappen, welke alle ook al in uitvoering zijn gebracht. Deze stappen sluiten natuurlijk niet uit dat er tussentijds nog, indien nodig/gewenst, overleg plaatsvindt.

Verslaglegging van het gehele participatietraject tot nu toe (stand juni 2021) is in een separaat participatieoverzicht bijgevoegd in Bijlage 7 Participatie overzicht. In wat volgt zal dit middels het stappenplan kort worden samengevat:

Voorafgaand aan het opstellen van een participatietraject worden de omwonenden rondom het plangebied geïdentificeerd. Op basis hiervan wordt het vervolgtraject verder ingevuld en samen met de betreffend grondeigenaar vormgegeven. In totaal zijn er 10 directe omwonenden geïdentificeerd.

1. Aanwonenden die directe impact van het zonnepark zouden ondervinden worden persoonlijk benaderd en uitgenodigd voor een overleg.

Op 15 januari 2020 is er in de kantine op Kerkweg 4 te Pesse reeds een inloop bijeenkomst georganiseerd voor omwonenden en belanghebbenden waarbij Kronos Solar zich kon voorstellen, het plan gepresenteerd is en er vragen gesteld konden worden. De aanwezigen zijn persoonlijk uitgenodigd door de betreffend grondeigenaar en per brief door Kronos Solar. Voornaamste vragen waren de gevolgen voor het milieu, hoe de afspraken geborgd worden, welke participatie mogelijkheden er zijn en welke inspraak omwonenden hebben. Er waren zowel kritische als positieve reacties op het plan, n.a.v. deze avond heeft de grondeigenaar de volgende dag persoonlijk met een aantal omwonenden gesproken voor verdere toelichting. Middels een persoonlijke brief zijn omwonenden en belanghebbenden hiervoor uitgenodigd, de gemeente was uiteraard ook aanwezig.

2. Informatie avond voor een breder publiek waaraan alle geïnteresseerden deel kunnen nemen.

In de periode dat bijeenkomsten vanwege het Covid-19 virus niet mogelijk was, is gezocht naar andere mogelijkheden om actief informatie en vragen over de status van ontwikkelingen uit te wisselen.

Via de website is de mogelijkheid gegeven het voorlopig ontwerp en inpassing van het park in te zien. Op de website worden veel gestelde vragen beantwoord, kunnen er overige vragen gesteld worden en wordt de gelegenheid gegeven om een persoonlijke afspraak met Kronos Solar te maken. Middels een persoonlijke brief zijn omwonenden geïnformeerd over de website en ontwikkelingen. In een later stadium zijn er met individuele buren gesprekken geweest over de inpassing en invulling van het park. Middels een enquete op de website is gevraagd naar de voorkeur qua participatie. Directe omwonenden zijn hier voor uitgenodigd middels een brief. Uiteindelijk zijn deze voorkeuren besproken met Pesse Neutraal. In juli is er eveneens nogmaals een advertentie in de Hoogeveensche Courant gezet waar in is aangegeven dat er participatie mogelijkheden zijn en dat er meer informatie op de website te vinden is. Hier is door enkele mensen op gereageerd met de vraag om meer informatie te ontvangen, of om op de interesse-lijst gezet te worden.

3. Mogelijke aanpassingen doorvoeren

In navolging van de persoonlijke gesprekken met de betrokkenen partijen, alsmede de informatiebijeenkomst, worden de mogelijke aanpassingen aan het plan doorgevoerd om zo het draagvlak te vergroten en gehoor te geven aan eventuele bezwaren vanuit de omgeving en/of gemeente.

Tot op heden heeft op het thema landschappelijke inpassing en/of landschap niemand van de omwonenden of inwoners van de gemeente Hoogeveen een terugkoppeling, wens of idee kenbaar gemaakt aan Kronos Solar. Wel hebben er in mei 2020 gesprekken plaatsgevonden over de participatie voor directe omwonenden. Hieruit is voortgekomen dat directe omwonenden zonnepanelen schenkt van in totaal 140 stuks.

Ook is er op de website een poll geplaatst waarin de voorkeur voor financiële participatie aangegeven kan worden. Daarop is tot heden 1 reactie gekomen, waaruit een voorkeur voor collectieve inkoop van zonnepanelen blijkt.

Verder hebben in juni en juli 2020 gesprekken plaatsgevonden over de financiële participatie, met name omdat de online poll te weinig output opleverde. De details en afspraken hiervan zijn in onderstaande paragraaf financiële participatie nader toegelicht.

Naar aanleiding daarvan is een uitnodiging tot participatie is vervolgens op 15 juli 2020 gepubliceerd in de Hoogeveensche Courant.

4. Eventuele aanpassingen worden ter goedkeuring voorgesteld aan de gemeente.

Planaanpassingen zijn in direct overleg met de gemeente tussentijds voorgelegd. Deze hebben uiteindelijk geleid tot voorliggend plan.

Drents Landschap

In het proces van de stappen 1 en 2 is tevens Het Drents Landschap benaderd. Er is, samen met de grondeigenaar van de planpercelen, diverse malen overleg geweest met het Drents Landschap over het project. Ook de directie is hierbij aangesloten. Het plan is op basis van de wensen en ideeën van het Drents Landschap nader aangepast, waarna het ter goedkeuring weer is voorgelegd. Daarnaast is door Kronos aangeboden om het Drents Landschap een actieve rol in de planontwikkeling te geven (co-creatie, vormgeving van de landschappelijke inpassing). Hier heeft het Drents Landschap zich echter niet in willen mengen.

Website

Deze website zal gedurende het gehele verdere proces in de lucht blijven en geactualiseerd worden, tot na de in bedrijfname van het zonnepark. Zo zal bijvoorbeeld ook de bouwagenda gepubliceerd worden en kan iedereen inzicht krijgen in het bouwproces. Meer info: www.zonnepark-pesse.nl.

SROI

Tijdens de aanleg van het park en tijdens het daarna volgende beheer, wordt de mogelijkheid geboden om lokale bedrijven, en waar mogelijk ook mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, via SROI (Social Return On Investment) te betrekken. Hiermee pleit Kronos Solar voor een positieve bijdrage aan de lokale samenleving en bieden wij persoonlijke gesprekken aan met de gemeente en lokale belanghebbende organisaties die eventueel eigen ideeën of projecten willen voorleggen ter discussie.

Tenslotte dient vermeld te worden dat Kronos Solar, in tegenstelling tot vele andere (Nederlandse) projectontwikkelaars, gedurende het gehele proces van projectontwikkeling nauw betrokken blijft bij haar individuele projecten. Doordat Kronos Solar haar projecten na de ontwikkeling in eigen beheer tracht te houden, blijft de projectontwikkelaar na de constructie van het park aanspreekpartner voor grondeigenaren en omwonenden, maar ook voor de gemeente en alle inwoners die participeren in het zonnepark, tot het zonnepark ontmanteld en het perceel in zijn oorspronkelijke staat opgeleverd wordt. Dit levert voor alle betrokken partijen transparantie en een heldere communicatievorm op en illustreert het grote engagement van Kronos Solar voor het welzijn van haar projecten en klanten.

Financiële participatie

Het belangrijkste uitgangspunt is dat er door belanghebbenden een manier wordt gekozen die het beste aansluit bij de wensen en behoeften. Kronos Solar staat open voor nieuwe initiatieven en denkt graag mee in nieuwe situaties in het belang van de gemeente en omwonenden om 50% van het zonnepark in eigendom te krijgen van omwonenden.

Om de lokale belangen goed inzichtelijk te krijgen, wordt bij Kronos Solar de voorkeur gegeven aan een samenwerking op lokaal niveau, mogelijk in de vorm van een energie coöperatie. Hierover zijn reeds diverse gesprekken met Pesse Neutraal geweest. Middels een energie coöperatie wordt op lokale schaal informatie over de wensen en voorkeuren van participatie gewonnen worden. Een tweede voordeel is dat de uiteindelijke uitrol van het participatieaanbod via de energie coöperatie efficiënt en met lokale partners op een transparante manier uitgevoerd wordt.

In totaal is 50% van het zonnepark beschikbaar voor financiële participatie. De initiatiefnemer is in een vergevorderd stadium van gesprek met de energiecoöperatie Pesse Energie Neutraal (PEN). PEN is in maart 2021 officieel opgericht als energiecoöperatie. De energiecoöperatie heeft voor het verwerven van het draagvlak voor de energietransitie en de participatie contact met de lokale belangenvereniging, de VVOP (ondernemers) en de omwonenden van het zonnepark. PEN heeft als doel om voor 45% lokaal eigenaar te worden van het zonnepark Kerkweg 4, Pesse. PEN heeft samen met de coöperatieve ontwikkelaar en de gemeente al enkele keren overleg gevoerd met de initiatiefnemer over de participatie en over de voortgang van het zonnepark. Het overleg verloopt in een constructieve sfeer met respect voor elkaars belangen bij de realisatie van het zonnepark. PEN en de initiatiefnemer zijn door deze gesprekken nader tot elkaar gekomen. Hierdoor is er door PEN een intentieovereenkomst getekend om te streven voor 45% te participeren in het zonnepark. PEN wil voordat zij een definitieve overeenkomst aangaan met de initiatiefnemer zich verdiepen in de business-case. De uitkomsten hiervan zullen de komende weken vorm krijgen. De initiatiefnemer gaat een terugvalscenario uitwerken op het moment dat er geen akkoord bereikt wordt tussen PEN en de initiatiefnemer. Echter streven beide partijen naar een akkoord.

Advertentie

Tegelijkertijd is op 15 juli 2020 een nieuwe advertentie gemeente breed in de Hoogeveensche Courant geplaatst met de uitnodiging tot participatie (afbeelding 21). Er zijn naar aanleiding daarvan 6 nieuwe reacties via de website bij Kronos binnengekomen waarop wordt ingegaan op de mogelijkheid tot participeren. De vragen via deze reacties variëren van vragen over de voorwaarden van de participatie, het rendement tot ook algemene informatie over de participatie en het aangeven van belangstelling voor financiële participatie. Kronos heeft hier vooralsnog een eenduidige reactie op terug gestuurd dat de belangstelling wordt meegenomen en meegewogen in de beslissing voor een uiteindelijk participatiemodel, al dan niet samen met een energie coöperatie georganiseerd.

afbeelding "i_NL.IMRO.0118.2021PB9006006-VG01_0023.jpg"

Afbeelding 21: advertentie hoogeveensche Courant 15 juli 2020

Zodra de vergunning en subsidieverlening afgegeven is en de cijfers m.b.t. voorwaarden en het rendement beschikbaar zijn, zal dit kenbaar gemaakt worden aan een ieder die belangstelling heeft getoond voor financiële participatie.

Wanneer er vanuit de lokale partijen via bovenstaande opties geen of onvoldoende animo bestaat tot financieel participeren, zijn er twee alternatieve opties die onderzocht kunnen worden:

Crowdfunding

kan als laatste optie via particuliere regelingen een crowdfundingsactie tot participeren opzetten. Middels crowdfunding investeert men als particulier direct mee in het project. Dit vindt plaats op basis van obligaties die over de looptijd van 15 jaar worden terug betaald. Elk jaar ontvangt men een rente percentage over het uitstaande bedrag. Dit rente percentage past zich aan o.b.v. de hoeveelheid opgewekte energie. Natuurlijk is ook sprake van zo genaamde floor en een cap, hierdoor beweegt het rente percentage zich altijd binnen deze marge. Maximaal bedrag €250.000.

Omgevingsfonds

Door omwonenden wordt vaak aangegeven dat er een behoefte is aan bijvoorbeeld bredere natuurontwikkeling in de omgeving. Kronos Solar biedt daarop aan een bedrag te doneren aan een bestaand of door de buurt opgericht omgevingsfonds voor de stimulering van natuurontwikkeling in de omgeving. Andere voorbeelden zijn het aanplanten van verbindingswegen en erven of op agrarische gronden van lokale grondbezitters, mits de grondbezitters hier voor open staan natuurlijk.

Naast bovengenoemde opties tot financiële participatie biedt Kronos standaard de volgende participatie opties aan. Op deze opties is vanuit de omgeving ook reeds gehoor aan gegeven:

Collectieve inkoop

Daarnaast wordt de mogelijkheid geboden tot collectieve inkoop, voor wie overweegt zonnepanelen op zijn eigen dak te leggen. Deze regeling geldt voor de inwoners van Pesse, woonachtig binnen een straal van 0,5 km rondom het zonnepark, waarbij de panelen zullen worden verkregen via een lokale energie coöperatie. Als Kronos de panelen voor het park besteld, zullen de inwoners meeliften op de bestelling en worden zonnepanelen tegen inkoop-kostprijs geleverd.

Donatie Uit gesprekken met omwonenden is gekomen dat Kronos in elk geval aan vijf huishoudens zonnepanelen schenkt van in totaal 140 stuks.

Educatie

Kronos Solar biedt de scholen in Pesse educatieve faciliteiten aan over duurzame energie. Gedurende de eerste tien jaar kan één dag per jaar worden besteed aan educatieve doeleinden zoals lessen op school, of voor het rondleiden van schoolklassen bij het zonnepark. Daarbij zal dan ook aandacht worden geschonken aan onderwerpen als de ecologische waarde en biodiversiteit van het zonnepark.

Hoofdstuk 8 Inspraak en vooroverleg

Bij de verlening van een omgevingsvergunning die strijdig is met het geldende bestemmingsplan is wettelijk vastgelegd welke stappen doorlopen moeten worden.

Vooroverleg

Een permanente vergunning wordt eerst ter vooroverleg verstuurd. De reacties van de vooroverlegpartners en de reactie van de gemeente zijn verwerkt in Bijlage 8 Vooroverleg reactienota.

Zienswijzen

De ontwerp omgevingsvergunning heeft vervolgens van 4 februari 2021 tot en met 18 maart 2021 terinzage gelegen. Een ieder is in die periode in de gelegenheid gesteld zienswijzen in te dienen. Op de ontwerp omgevingsvergunning zijn tien zienswijzen ingediend. De zienswijzen zijn van een gemeentelijke reactie voorzien in Bijlage 9 Reactienota zienswijzen zonnepark Kerkweg 4, Pesse.

Na het verlenen van de vergunning kan beroep worden ingesteld bij de rechtbank tegen de verleende vergunning. Tot slot kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Hoofdstuk 9 Afweging en eindconclusie

De aanleg van een zonnepark aan de Kerkweg nabij Pesse is strijdig met het geldende bestemmingsplan omdat het niet past binnen de huidige agrarische bestemming. In deze ruimtelijke onderbouwing is onderzocht of de gewenste ontwikkeling past binnen de wettelijke en beleidsmatige kaders. Met het initiatief wordt bijgedragen aan de doelstelling om in 2040 energieneutraal te kunnen zijn. Daarnaast past het binnen de aangegeven ruimtelijke kaders en sluit de inrichting van het terrein aan op de cultuurhistorische en landschappelijke waarden. Met betrekking tot het Afwegingskader Zonne-energie wordt het volgende gesteld:

1. Het beoogde zonnepark is niet gelegen in één van de uitzonderingsgebieden in de Gemeente Hoogeveen waar zonneparken niet toegestaan zijn.

2. De beoogde locatie is gelegen op jonge veldontginningen en bedraagt 10 hectare. Afstanden tot omliggende objecten zijn daarbij vrij. Middels een omvangrijk landschappelijk inpassingsplan wordt daarnaast gewerkt aan structureel behoud en herstel van bestaande landschapswaarden en elementen aanwezig in en rondom de planlocatie.

3. Het beoogde project is op behoorlijke afstand van de dorpskern Pesse gelegen. Directe omwonenden zijn vanaf een vroeg stadium bij het project betrokken. Eerste gesprekken met directe omwonenden rondom het park hebben reeds plaatsgevonden. Een informatieve informatieavond wordt na de indiening van een vergunningaanvraag georganiseerd. Daarnaast biedt Kronos diverse opties voor de invulling van participatie voor omwonenden en de inwoners van Pesse en/of Hoogeveen die voor draagvlak zorgen. Zo kan bijvoorbeeld op het dak van een verenigingsgebouw in Pesse zonnepanelen geplaatst worden om het gebouw van zonne-energie te voorzien. Er is dus reeds draagvlak voor het zonnepark verkregen en er wordt momenteel actief aan de nadere uitwerking van de participatiemogelijkheden gewerkt waardoor draagvlak vergroot wordt. Intentieverklaringen zijn reeds aanwezig.

4. Het zonnepark en het daar omliggende hoogwaardige hekwerk wordt grotendeels afgeschermd middels de aanplant van een bosstrook (aan zijde Drents Landschap) en struweel (aan de oost, zuid en noordzijde) die geleidelijk over gaat in de bestaande landschapselementen die reeds rondom de projectlocatie aanwezig zijn. Ook zal er middenin het zonnepark een waterpoel aangebracht worden, welke aan ecologische verbetering van de flora en faunastand bijdraagt. Tevens dient deze als drinkpoel voor schapen. De bestaande greppel aan de westzijde van het zonnepark blijft behouden en wordt middels een natuurlijke oever verder versterkt en ecologisch aantrekkelijker gemaakt.

5. Op de projectlocatie zelf wordt op meerdere manieren ingezet op meervoudig ruimtegebruik. Enerzijds door het laten grazen van schapen op het terrein, anderzijds door het plaatsen van bijenkasten bij het park. Ter bevordering daarvan wordt de zone tussen de panelen en het hekwerk ingezaaid met een kruidig bloemenmengsel. Het (tijdelijk) opgeven van intensieve landbouw en bemesting van de grond levert daarnaast ecologisch herstel op. Hierdoor zullen bestaande ecologische en landschappelijke waarden toenemen en ontstaat een aantrekkelijke habitat voor gebiedseigen flora- en faunasoorten.

Hiermee is duidelijk dat, op uitzondering van het verkrijgen van draagvlak op niveau van de direct omwonenden, op alle bovenstaande punten aan het Afwegingskader Zonne-energie voldaan wordt. Vanuit Kronos Solar is er alles aangedaan, ook op direct niveau van omwonenden, overeenstemming en daarmee draagvlak te verkrijgen. Ook op breed niveau is, en wordt continue, aan draagvlak gewerkt. Alle andere eisen en richtlijnen als opgenomen in het Afwegingskader worden middels het beoogde initiatief volledig nagevolgd.

Tenslotte hebben Pesse Energie Neutraal (PEN) en Kronos op 22 september 2021 een overeenkomst op hoofdlijnen getekend. PEN is in maart 2021 officieel opgericht als energiecoöperatie. De energiecoöperatie heeft voor het verwerven van het draagvlak voor de energietransitie en de participatie contact met de lokale belangenvereniging, de VVOP (ondernemers) en de omwonenden van het zonnepark. In de overeenkoms is gereleld dat PEN het recht krijgt om voor 50% medeeignaar te worden. Met de opbrengst worden lokale doelen ondersteund.

Voorts zijn vanuit andere ruimtelijke en/of milieutechnische aspecten bij de aanleg van het zonnepark ook geen bezwaren. De locatie is geschikt omdat de ontwikkeling niet wordt belemmerd door reeds aanwezige beperkende milieuaspecten en het geen hinder veroorzaakt voor de omgeving. Er zijn concrete opties om burgers mee te laten participeren en de wettelijke procedures worden doorlopen waardoor zienswijzen, bezwaar en beroep ingesteld kunnen worden.

Op basis van het bovenstaande is de conclusie dat met de aanleg van het zonnepark wordt voldaan aan de criteria voor een goede ruimtelijke ordening.