Koopmanweg 28-30

2.5 Watertoets

In het kader van het MER is overleg gevoerd met het Wetterskip Fryslân. Het hemelwater dat afkomstig is van daken en van het terrein wordt afgevoerd naar de sloot die aan de westkant van het bedrijf loopt. Het hemelwater dat op de daken van de stallen terecht komt, wordt afgevoerd naar sloten. Een gedeelte van de sloot aan de westkant van de huidige stallen wordt gedempt. Hierover is al overeenstemming bereikt met het waterschap. Over de lengte van de nieuw te bouwen stal worden onder de grond opvangbakken geplaatst. Deze bakken vormen een buffer voor de waterafvoer van het terrein. In deze bakken wordt het hemelwater eerst opgevangen. Vervolgens wordt het water naar het oppervlaktewater afgevoerd. Aan het eind van de opvangbakken is een bezinkput aanwezig. Verontreinigingen worden daarmee uit het water verwijderd.

Wetterskip Fryslân heeft in het kader van het vooroverleg gereageerd op het voorontwerpbestemmingsplan en de manier waarmee omgegaan wordt met het aspect water (zie paragraaf 4.2 Overleg). De brief van het Wetterskip Fryslân is als bijlage 11bij deze toelichting gevoegd. Hierna wordt de inhoud van de verschillende onderdelen van het wateradvies van Wetterskip Fryslân weergegeven.

Compensatie verharding

Wetterskip Fryslân hanteert als uitgangspunt dat een toename van verhard oppervlak gecompenseerd moet worden door waterberging aan te leggen. In het voorontwerpbestemmingsplan wordt aangegeven dat de compensatie wordt gerealiseerd door het plaatsen van opvangbakken onder de nieuw te bouwen stal. Het waterschap geeft aan dat deze opvangbakken zo moeten worden gedimensioneerd dat de grootste bui die gemiddeld 1 keer per 10 jaar voorkomt in de bakken kan worden opgevangen. Het waterschap rekent voor dat de bakken onder de nieuwe stal een inhoud van minimaal 142,6 m3 moeten hebben. De inhoud van de bakken moet vervolgens worden afgevoerd om de bergingscapaciteit zo snel mogelijk weer beschikbaar te krijgen. Dit mag met een maximale afvoer van 5,75 m3 per uur.

Drooglegging en waterpeilen

Bij de bouw van stallen moet rekening worden gehouden met voldoende drooglegging om bijvoorbeeld opdrijven van verharding te komen. De bouwlocatie ligt in een peilgebied met een vastpeil van -2,70 m. Het maaiveld van het perceel ligt tussen de -1,40 m NAP en -1,50 m NAP. Hiermee is voldoende drooglegging aanwezig.

Afvalwater- en regenwatersysteem

Om het aantal overstorten van rioolwater en de belasting van rioolwaterzuiveringen te beperken is het uitgangspunt om regenwater en rioolwater zoveel mogelijk gescheiden af te voeren. In geval van dit bouwplan kan het water van verhard oppervlak, onder bij "waterkwaliteit" genoemde voorwaarden, geloosd worden op het oppervlaktewater.

Waterkwaliteit

Om een goede kwaliteit van water te realiseren moet voorkomen worden dat milieubelastende stoffen in het oppervlaktewater terecht komen. De bouwwijze en onderhoudstechniek moeten emissievrij zijn. Tevens dient gebouwd te worden met milieuvriendelijk en duurzaam materiaal.

Waterwet

Voor alle ingrepen in de waterhuishouding moet tijdig een vergunning worden aangevraagd of een melding worden ingediend in het kader van de Waterwet. Onder ingrepen in het watersysteem worden ook het onttrekken van grondwater en het lozen daarvan op het oppervlaktewater verstaan.

Bij de uitvoering van het bouwplan zullen de adviezen van het Wetterskip Fryslân ten aanzien van "compensatie verharding", "afvalwater- en regenwatersystemen" en "waterkwaliteit", worden opgevolgd.