direct naar inhoud van 5.2 Functionele ontwikkelingen
Plan: Poldervlak 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0034.BP3E02-vg01

5.2 Functionele ontwikkelingen

Het bedrijfsterrein Poldervlak is een regulier gemengd bedrijfsterrein, gelegen tussen de Buitenring, de Polderdreef en grenzen aan de woonwijk Molenbuurt. Het gedeelte ten zuiden van de Splijtbakweg en de woonwijk Molenbuurt is een ruimtelijke en functionele overgang tussen het woongebied en het bedrijfsterrein. De huidige structuur wordt in de komende jaren voortgezet.

Voor het gedeelte van het bedrijventerrein ten zuiden van de Splijtbakweg en evenwijdig aan de Polderdreef, is in het huidge bestemmingsplan Poldervlak 1994 dienstverlening toegestaan. Dit wordt voortgezet in het nieuwe bestemmingsplan.

Nieuw is dat in dit gedeelte de toegelaten milieucategorie wordt verlaagd van 3 naar 2. Dit is wenselijk wegens de ligging van dit gedeelte van het bedrijventerrein grenzend aan de woonwijk, en door de aanwezige diversiteit aan functies in dit gedeelte (zoals daar zijn gezondheidsinstellingen, dierenarts, kinderdagverblijven, maar ook sportcentra en danscholen, bedrijfswoningen en woonwagens). Dergelijke functies zijn vanuit een goede ruimtelijke ordening moeilijk verenigbaar met bedrijven in milieucategorie 3. Met een specifieke aanduiding op de plankaart worden de bestaande milieucategorie 3 bedrijven in dit gedeelte van het bedrijventerrein toegestaan (functie-aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2', danwel de functieaanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1' ). Hierbij is de bevoegdheid aan het college gegeven om de specifieke aanduiding te verwijderen als het betreffende gebruik tenminste drie jaar is beëindigd (uitsterfconstructie). Dit betekent dat deze bedrijven hun bedrijfsvoering kunnen voortzetten, gebruik kan worden gemaakt van de bestaande bebouwingsmogelijkheden en de bedrijfsvoering ook mogen overdragen. Pas indien de bedrijfsvoering ten minste drie jaar is beeindigd bestaat de mogelijkheid voor het college om via een wijzigingsplan de mogelijkheid om hier categorie 3.2 danwel 3.1 bedrijven toe te laten te beëindigen. Een 3.1 bedrijf is dan ook mogelijk mits deze onderneming naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot een categorie 2 bedrijf.

Hieronder wordt nader ingegaan op de aangebrachte milieuzonering in dit plan.

Milieuzonering

De in dit bestemmingsplan aangebrachte milieuzonering is gebaseerd op de publicatie ''Bedrijven en milieuzonering'' van de VNG [Bedrijven en milieuzonering, handreiking voor maatwerk in de gemeentelijke ruimtelijke ordeningspraktijk, VNG, editie 2009] (hierna: publicatie). Voor een algemene toelichting op de milieuzonering in het plangebied aan de hand van deze publicatie wordt verwezen naar bijlage 7 Algemene toelichting milieuzonering.

Milieuzonering richt zich normaliter uitsluitend op het sturen van nieuwe ontwikkelingen en niet op het beoordelen van bestaande situaties.

In dit geval is sprake van de actualisatie van een bestemmingsplan van een vooral bestaand gebied, waarin slechts in beperkte mate nieuwe ontwikkelingen worden toegestaan. Bovendien zijn op dit bedrijventerrein bewust een cluster van bedrijfswoningen, individuele bedrijfswoningen, kinderdagverblijven en een 'cluster' burgerwoningen (woonwagenterrein) gelegen. Er zijn ook 'overig milieubelastende functies' aanwezig die niet onder de gebruikelijke definitie van de 'bestemming 'bedrijvigheid' passen, zoals dierenarts, gezondheidscentra, dansscholen, sportcentra en prostitutiebedrijf. Dit komt mede omdat dienstverlening op grond van het huidige bestemmingsplan gedeeltelijk is toegestaan in het plangebied. Daarnaast wordt in het nieuwe bestemmingsplan een nieuwe 'overige milieubelastende functie' toegelaten, namelijk een coffeeshop. Deze 'overige milieubelastende functies' zijn naast milieubelastend ook milieugevoelig. Hieronder staat de in dit bestemmingsplan gemotiveerde toepassing van eerder genoemde publicatie.

Uitgangspunten:

Bevi-bedrijven, vuurwerkbedrijven en bedrijven met ontplofbare stoffen voor civiel gebruik (bedrijven waarbij volgens de publicatie gevaar maatgevend is waarvoor aparte regelgeving voor het beoordelen van gevaar geldt: het besluit externe veiligheid inrichtingen, Vuurwerkbesluit en de circulaire Opslag ontplofbare stoffen voor civiel gebruik) zijn specifiek beoordeeld op het aspect gevaar volgens de hiervoor geldende regelgeving. Zie paragraaf 3.9.2 en 5.9.2

Toegestane Milieucategorieën

Zoals hierboven is aangegeven wordt voor een gedeelte van het bedrijventerrein de toegelaten milieucategorie verlaagd. Het bedrijventerrein valt op te delen in twee gebieden. De Splijtbakweg vormt de grens tussen deze twee gebieden. Het gebied ten noorden van de Splijtbakweg heeft een het karakter van een regulier bedrijventerrein, zonder menging met gevoelige functies en in beperkte mate 'overig milieubelastende functies'. Voor dit gedeelte van het bedrijventerein geldt een toegestane milieucategorie tot en met categorie 3.2. In het gebied ten zuiden van de Splijtbakweg, evenwijdig aan de Polderdreef wordt de toegelaten milieucategorie verlaagd van categorie 3(.2) naar categorie 2. Dit gedeelte grenst aan de woonwijk Molenbuurt en hier vindt vermenging plaats met gevoelige functies en 'overig milieubelastende functies'. Dit is een historisch gegroeide situatie, mede omdat in het huidige bestemmingsplan in dit gedeelte grotendeels dienstverlening is toegestaan. In de onderstaande afbeelding (afbeelding 18) is met rode stippen aangegeven het gedeelte van het bedrijventerrein waarin de milieucategorie wordt verlaagd van milieucategorie 3(.2) naar categorie 2.

afbeelding "i_NL.IMRO.0034.BP3E02-vg01_0024.jpg"

Afbeelding 18: gedeelte van het bedrijventerrein waar de milieucategorie wordt verlaagd van 3(.2) naar 2.

Bedrijfswoningen:

Voor dit type woningen worden minder hoge eisen aan het woon- en leefklimaat gesteld door de aanwezigheid van het (vaak eigen) bedrijf en de hinder die dit veroorzaakt. Voor nieuwe bedrijventerreinen wordt als uitgangspunt gehanteerd dat naast bedrijfswoningen, bedrijven uit maximaal categorie 2 toelaatbaar zijn.

Omdat het in dit geval gaat om een bestaande situatie, wordt daar flexibeler mee omgegaan. Direct aangrenzend aan bedrijfswoningen, zijn bedrijven uit maximaal categorie 3.1 van de Standaard toegestaan. Bedrijven uit categorie 3.2 zijn op een afstand van 30 mtoegestaan. Dit betekent dat bij de milieuzonering voor bedrijfswoningen met 2 afstandsstappen wordt afgeweken van de richtafstanden uit de Standaard Staat van Bedrijfsactiviteiten. Dit wordt hier aanvaardbaar geacht, omdat de aanwezigheid van bedrijfswoningen binnen het plangebied in de regel een historisch gegroeide situatie betreft.

Voor een overzicht van de afstandsstappen wordt verwezen naar bijlage 7 Algemene toelichting milieuzonering. De hierin opgenomen tabel richtafstanden (overgenomen uit de Standaard Staat van Bedrijfsactiviteiten) staat een richtafstand van 10 meter. Voor de specifieke invulling van de standaard milieuzonering wordt in dit bestemmingsplan de richtafstand 0 tot 10 meter gelijk gesteld met 0 meter, omdat een zone van 10 meter in dit bestemmingsplan voor dit bedrijventerrein te gering is en niet doelmatig wordt geacht om als algemene regel op te nemen.

Kinderdagverblijf:

Een kinderdagverblijf zowel een milieubelastende als een milieugevoelige functie. Het is qua milieubelasting categorie 2 bedrijf.

Een kinderdagverblijf betreft een specifiek type milieugevoelige functie waar minder hoge eisen aan het woon- en leefklimaat kunnen worden gesteld dan bij een rustige woonwijk. Dit komt erop neer dat:

  • in nieuwe situaties in de directe omgeving van het kinderdagverblijf bedrijven uit categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn toegestaan. Een categorie 3.1 bedrijf is toelaatbaar op 30 meter en een categorie 3.2 is toelaatbaar op een afstand van 50 meter.
  • in bestaande situaties daar flexibeler mee omgegaan en dat direct aangrenzend aan kinderdagverblijven, bedrijven uit maximaal categorie 3.1 van de Standaard Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn toegestaan. Op een afstand van ca 30 meter is een categorie 3.2 toegestaan.

Woningen op het woonwagenterrein:

Aan de Diepzuigerstraat is een woonwagenterrein op het bedrijventerrein gelegen. Het betreft hier een gemengd gebied, zodat in ieder geval met 1 afstandsstap van de richtafstanden mag worden afgeweken. In algemene zin dient aan burgerwoningen een hoger beschermingsniveau geboden te worden dan aan bedrijfswoningen. Categorie 2 bedrijven zijn en mogen direct naast de burgerwoningen (in dit geval het woonwagenterrein) worden gelegen. Categorie 3.1 bedrijven zijn toelaatbaar op een afstand van 30 meter, en categorie 3.2 bedrijven op een afstand van 50 meter.

Coffeeshop, prostitutiebedrijf:

Een coffeeshop en een prostitutiebedrijf zijn zowel milieubelastende als milieugevoelige functies.

Voor deze functies op een bedrijventerrein geldt dat dit specifiek typen milieugevoelige functies betreffen, waar minder hoge eisen aan het woon- en leefklimaat kunnen worden gesteld dan bij een rustige woonwijk en gemengd gebied. Een coffeeshop is, net als een prostitutiebedrijf, wel minder gevoelig dan een (bedrijfs)woning, omdat hier niet langdurig door één en dezelfde persoon wordt verbleven. De aan deze functies verbonden beschermingsniveau van personen is om deze reden ook minder dan, en niet gelijk te stellen met, het beschermingsniveau op een Kinderdagverblijf.

De komst van de coffeeshop en het prostitutiebedrijf gelden als nieuwe situaties, waarbij - gezien het specifieke beschermingsniveau van de personen die verblijven in de desbetreffende functies - aangrenzend aan deze functies bedrijven uit categorie 3.1 toelaatbaar zijn. Bedrijven uit categorie 3.2 zijn toelaatbaar op een afstand van 30 meter.

Uitwerking milieuzonering:

Op grond van de eerdergenoemde uitgangspunten is de milieuzonering in dit bestemmingsplan opgenomen. Hierbij is uitgegaan van de richtafstanden zoals genoemd in Bijlage 1 van de publicatie en de afwijkingen hiervan zoals hierboven beschreven. De milieuzonering is op de verbeelding van dit bestemmingsplan aangegeven.

Afhankelijk van de locatie op het bedrijventerrein zijn bedrijven uit maximaal categorie 1 tot en met 3.2 algemeen toelaatbaar. Bij de milieuzonering zijn de direct afleesbare afstandslijnen zoveel mogelijk in overeenstemming gebracht met de bestaande terreingrenzen van de aanwezige bedrijven en kavels. Slechts op enkele locaties is gekozen voor een opsplitsing van bestaande bedrijven/kavels in verschillende categorieën. Indien een bedrijf op basis van de aard van de activiteiten valt binnen twee of meerdere categorieën, is aangesloten bij de hoogste milieucategorie van het betreffende bedrijf. Bedrijven die ten tijde van het opstellen van dit plan aanwezig zijn, maar niet passen binnen de algemene toelaatbaarheid, krijgen een maatbestemming. Op basis hiervan kunnen bedrijven de activiteiten voortzetten die vallen onder deze maatbestemming. Omschakeling van het bedrijf naar een andere activiteit dan in de bestemming is vermeld, kan alleen plaatsvinden wanneer deze activiteit past binnen de algemeen toelaatbare categorieën van bedrijfsactiviteiten. Bij bedrijfs-beëindiging of -verplaatsing kan zich dan alleen nog een gelijksoortig bedrijf vestigen, of een bedrijf dat past binnen de algemene toelaatbaarheid.

Inrichtingen die in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken - zoals bedoeld in de Wet geluidhinder – en vestiging van nieuwe inrichtingen die vallen onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen worden in het plangebied uitgesloten.

Afwijken van de gebruiksregels

De toelaatbaarheid zoals deze hierboven is beschreven, betekent niet dat de uitoefening van activiteiten uit een hogere categorie in alle gevallen onaanvaardbaar is. De Standaard Staat van Bedrijfsactiviteiten geeft namelijk een vrij grove indeling van de hinderlijkheid van bedrijven. De situatie bij een specifiek bedrijf kan daarvan afwijken. Vooral komt het voor dat een bedrijf als gevolg van de geringe omvang van hinderlijke (deel)activiteiten of door een milieuvriendelijke werkwijze, minder hinder veroorzaakt dan in de Standaard Staat van Bedrijfsactiviteiten is verondersteld. In dat geval kan bij omgevingsvergunning worden afgeweken van de algemene toelaatbaarheid. Op die manier kan een dergelijk bedrijf voor de desbetreffende activiteit toe worden gelaten. Dit geldt alleen voor bedrijven uit maximaal één categorie hoger dan de in het bestemmingsplan toegestane categorie.

Bedrijfswoningen:

Onder het vigerende bestemmingsplan zijn bedrijfswoningen toegelaten. Onder het nieuwe bestemmingsplan worden geen nieuwe bedrijfswoningen toegelaten.

In deelgebied 1 is ten noorden van de Splijtbakweg een bedrijfswoning gelegen (aan het perceel Splijtbakweg 23). Het gaat hier om een historisch gegroeide situatie, waarvan het op termijn wenselijk is dat in dit gedeelte van het bedrijventerrein - waar categorie 3.2 wordt toegelaten - de gevoelige functie van de bedrijfswoning komt te vervallen. Wegbestemmen van deze bedrijfswoning is financieel niet haalbaar noch direct noodzakelijk.

Het tijdelijk laten voortbestaan van deze situatie in combinatie met de toelaatbaarheid van categorie 3.2 bedrijven in de omgeving, maakt een milieuzonering op kaart noodzakelijk. Direct grenzend aan het perceel van de bedrijfswoning aan de Splijtbakweg nr. 23, is op een afstand van minimaal 30 m ten noorden en westen van het perceel, een zone aangebracht waar alleen categorie 3.1 is toegestaan.

In het voorliggend bestemmingsplan is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen met een bevoegdheid voor het college om de aanduiding 'bedrijfswoning' (bw) te verwijderen, indien de bedrijfswoning voor een termijn van drie jaren niet wordt gebruikt. Op dat moment kan ook de op de plankaart opgenomen zonebeperking tot categorie 3.1 komen te vervallen, teneinde de bedrijven tot en met categorie 3.2 toe te laten.

De afstand tot het categorie 3.2 bedrijf (LPG-tankstation) ten westen van de woon/werkcluster aan de Hopperzuigerstraat (Hopperzuigerstraat 11 t/m 25) is ongeveer 60 m en daarmee meer dan de benodigde 30 m. Geen nadere ruimtelijke maatregelen noodzakelijk.

Bedrijf Splijtbakweg 16 in relatie tot de aanwezigheid van een bedrijfswoning aan de Hopperzuigerstraat 11 en het kinderdagverblijf/bedrijfswoning aan de Hopperzuigerstraat 13:

Een vorm van milieuzonering is noodzakelijk indien direct naast een bedrijfswoning (of kinderdagverblijf vanwege hetzelfde toegekende beschermingsniveau zoals genoemd in de uitgangspunten), een categorie 3.2 bedrijf is gevestigd. Hiervan is sprake bij de onderneming gelegen aan de Splijtbakweg 16 ten opzichte van de bedrijfswoning aan de Hopperzuigerstraat 11 en de bedrijfswoning/kinderdagverblijf vaan de Hopperzuigerstraat 13.

Aan het adres Splijtbakweg 16 is op dit moment een categorie 3.2 bedrijf gevestigd {autoplaatwerkerij (categorie 3.2, geluid bepalend) inclusief spuitinrichting (categorie 3.1, geur bepalend)}. Voor de bestaande situatie wordt voldaan aan een afstand van 20 m tot de kavelgrens en 30 m tot KDV/bedrijfswoning. Dit is voldoende voor een adequaat woon- en leefmilieu dus een goede ruimtelijke ordening. Het zuidelijk gedeelte van het perceel Splijtbakweg 16 is op dit moment nog onbebouwd. Voor dit onbebouwde gedeelte is sprake van een nieuwe situatie, en wordt dit terreindeel gezoneerd tot maximaal categorie 2. Hierbij geldt uiteraard de algemeen geldende flexibiliteit, dat in dit gedeelte dan ook een bedrijfsvoering tot en met categorie 3.1 kan worden toegestaan, mits deze naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot milieucategorie 2.

Bedrijf Hopperzuigerstraat 18 in relatie tot bedrijfswoning aan de Hopperzuigerstraat 14-16:

Hier is op dit moment een categorie 3.2 bedrijf gevestigd: smederij, lasinrichting, bankwerkerij e.d. Hier wordt niet voldaan aan een richtafstand van 30 m. Hiertoe is de specifieke milieusituatie van het bedrijf beoordeeld:

  • productieoppervlakte ˜ 300 m2 , benadert dicht de grens van 200 m2 waarbij categorie 3.1 geldt;
  • uit het dossier van dit bedrijf blijkt dat het vergunde geluidniveau ter plaatse van de bedrijfswoning lager is dan het achtergrondniveau; m.a.w. de huidige fysieke afstand tot de bedrijfswoning is voldoende, want geluid is bepalend;
  • Het bedrijf voldoet aan de eisen van de Wet milieubeheer(Barim/Rarim): afzuiging van lasdampen in combinatie met filterunit volgens de stand der techniek;
  • Er zijn geen klachten bekend.

Deze combinatie van deze specifieke omstandigheden, leiden er toe dat er sprake is van een goed woon- en leefmilieu in combinatie met voldoende ondernemingsruimte, en dus van een goede ruimtelijke ordening. Er zijn geen nadere ruimtelijke maatregelen noodzakelijk.

Bedrijf Poortmolenstraat 26 in relatie tot bedrijfswoning aan de Hopperzuigerstraat 14-16 en de bedrijfswoning aan de Splijtbakweg 26:

Op de Poortmolenstraat 26 is een bedrijf gevestigd voor uitvaartbenodigdheden. Er worden hier lijkkisten gefabriceerd, onderdelen gelast, en koelingen gemaakt. Voor deze bedrijfsvoering geldt categorie 3.1. Er is voldoende afstand tussen het bedrijf en de bedrijfswoning aan de Hopperzuigerstaat 14-16 (meer dan 20 meter) en de bedrijfswoning aan de Splijtbakweg 23 (meer dan 40 meter). Het betreft hier een bestaande situatie en er is voldoende afstand tussen de bedrijfsvoering en de nabijgelegen bedrijfswoningen. Er is sprake van een goed woon- leefmilieu, en voldoende ondernemingsruimte, en dus van een goede ruimtelijke ordening. Er zijn geen nadere ruimtelijke maatregelen noodzakelijk.

Bedrijf Bakkenzuigerstraat 21 in relatie tot bedrijfswoning Bakkenzuigerstraat 17:

Hier is op dit moment een categorie 3.2 bedrijf gevestigd: een autoplaatwerkerij (categorie 3.2, geluid bepalend) inclusief spuitinrichting (categorie 3.1, geur bepalend). Hier wordt niet voldaan aan een richtafstand van 30 m. Hiertoe is de specifieke milieusituatie van het bedrijf beoordeeld:

  • emissiepunt spuiterij ligt op een grotere afstand dan 30 m van de bedrijfswoning;
  • geluid is de bepalende afstand, ventilatie-units op dak allemaal op meer dan 30 m van bedrijfswoning;
  • Het bedrijf voldoet aan de eisen van de Wet milieubeheer (Barim/Rarim): (afzuiging van oplosmiddelen in combinatie met filterunit volgens de stand der techniek);
  • Er zijn geen klachten bekend.

Deze combinatie van deze specifieke omstandigheden, leiden er toe dat er sprake is van een goed woon- en leefmilieu in combinatie met voldoende ondernemingsruimte, en dus van een goede ruimtelijke ordening. Er zijn geen nadere ruimtelijke maatregelen noodzakelijk.

Het college heeft in het nieuwe bestemmingsplan de bevoegdheid om door middel van een wijzigingsplan de aanwezige bedrijven met milieucategorie 3.2 (ook bedrijf aan Splijtbakweg 60) ten zuiden van de Splijtbakweg en evenwijdig aan de Polderdreef te verlagen naar maximaal milieucategorie 2, indien het betreffende gebruik ten minste drie jaar is beëindigd.

Burgerwoningen:

In de directe omgeving van het woonwagenterrein liggen bestaande categorie 3.1 of 3.2 bedrijven op voldoende afstand. Er zijn geen nadere ruimtelijke maatregelen noodzakelijk.

Coffeeshop:

Ten opzichte van het rioolgemaal (categorie 2 bedrijf), maar ook het categorie 3.2 bedrijf (qua milieubelasting vergelijkbaar met categorie 3.1) aan de Hopperzuigerstraat 18 en het categorie 3.1 bedrijf aan de Poortmolenstraat 26, is sprake van een adequaat woon- en leefmilieu dus een goede ruimtelijke ordening. Er zijn geen nadere ruimtelijke maatregelen noodzakelijk.

Prostitutiebedrijf:

Ten opzichte van de direct omliggende bedrijven (categorie 2 bedrijven), maar ook de categorie 3.2 bedrijven (Splijtbakweg 100. Het bedrijf aan de Bakkenzuigerstraat 21 is ook een categorie 3.2 maar deze is qua milieubelasting vergelijkbaar met categorie 3.1.) en de overige gebieden waar bedrijven met milieucategorie 3.2 zijn toegelaten, is sprake van een adequaat woon- en leefmilieu en dus van een goede ruimtelijke ordening.

Tennisvelden:

De tennisvelden bevinden zich op een afstand van ca. 60 m van de dichtstbijgelegen woningen aan de Dwangmolenstraat. De publicatie geeft tussen een tennisveld (met verlichting) en gevoelige functies een, richtafstand van 50 m voor het bepalende milieuaspect geluid. Er zijn geen nadere ruimtelijke maatregelen noodzakelijk.

Conclusie milieuzonering

In dit bestemmingsplan wordt door beperkte toepassing van milieuzonering zorg gedragen voor een goed woon- en leefklimaat ter plaatse van bestaande (bedrijfs)woningen en Kinderdagverblijven (KDV), coffeeshop en prostitutiebedrijf op het bedrijventerrein en worden de ''bedrijven'' niet onaanvaardbaar in hun functioneren belemmerd.

Perifere detailhandelsvestigingen (PDV)

Op het bedrijventerrein Poldervlak heeft zich in de afgelopen periode perifere detailhandel gevestigd. De perifere detailhandel in deze branches is vooral gevestigd in het gebied tussen Polderdreef en busbaan (deelgebieden 1) en tussen de Polderdreef en de woonwijk Molenbuurt (deelgebied 3).

Om uitvoering te geven aan de Detailhandelsvisie worden de deelgebieden 1 en 3 aangewezen als zones waar perifere detailhandel is toegestaan. In deelgebied 1 is op dit moment al perifere detailhandel gevestigd en dit gedeelte is gelegen aan de toegang van het bedrijventerrein en heeft een goede ontsluiting. Voor deelgebied 3 speelt mee dat gezien de ruimtelijke structuur van deelgebied 3 (smalle strook tussen de woonwijk Molenbuurt en de Polderdreef en ontsluiting voor de woonwijk) de kans op overlast met de naastgelegen woonbuurt het grootst is. Om deze reden wordt in het nieuwe bestemmingsplan Poldervlak de bestaande perifere detailhandelsbedrijven in dit gedeelte van het bedrijventerrein met een aanduiding 'detailhandel perifeer' (dhp) aangegeven. Er zijn in dit gedeelte van het bedrijventerrein geen nieuwe perifere detailhandelsbedrijven toegestaan. Perifere detailhandel in deelgebied 2 is ongewenst omdat dit gedeelte diep op het bedrijventerrein is gelegen, en een relatief slechte ontsluiting heeft. Daarbij speelt mee dat tot op heden geen perifere detailhandel aanwezig is in deelgebied 2.

Nieuwvestigingen van perifere detailhandel in deelgebied 3, en deelgebied 2 zijn op basis van dit bestemmingsplan niet toegestaan, evenals detailhandel in gevaarlijke, brandgevaarlijke en milieuverstorende stoffen. Een uitgangspunt voor bestaande en te vestigingen perifere detailhandel is, dat er dient te worden voorzien in voldoende parkeerruimte op eigen terrein.

Detailhandel

Op bedrijventerrein Poldervlak wordt geen reguliere detailhandel toegestaan. In de Detailhandelsvisie 2012 staat beschreven dat het toestaan van detailhandelsvestigingen op bedrijventerreinen afbreuk zal doen aan het functioneren van (geplande) winkelgebieden. Reguliere detailhandel blijft uitgesloten op het bedrijventerrein. De detailhandel is voornamelijk voorzien in het centrum van Almere Buiten. Aanwezige detailhandelsvestigingen worden met een aanduiding aangegeven op de plankaart. Hieraan is de uitstefconstructie gekoppeld inhoudende dat het college bevoegd is via een wijzigingsplan de specifieke aanduiding te verwijderen, teneinde de met de aanduiding bedoelde functie onmogelijk te maken indien het betreffende gebruik tenminste één jaar is beëindigd. De termijn van deze uitsterfconstructie is gesteld op één jaar, en niet op drie jaar zoals bij de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2' en 'bedrijfswoning', omdat het gebruik onder het huidige bestemmingsplan uit 1994- anders dan bedrijfswoningen en bedrijfsvoering tot en met categorie 3.2 - als strijdig is aan te merken, en er geen aanknopingspunten in het beleid aanwezig zijn om reguliere detailhandel op het bedrijventerrein toe te laten staan.[noot: De uitsterfconstructie bij de aanduidingen 'bedrijf tot en met categorie 3.2' en 'bedrijfs tot en met categorie 3.1' zijn bij amendement van VVD en D66 bij vaststelling van dit plan op 12 juli 2012 komen te vervallen.]

Prostitutiebedrijf

Het Almeerse beleid maakt de vestiging van één prostitutiebedrijf op bedrijventerrein Poldervlak mogelijk. Aan de Bakkenzuigerstraat is een aanvraag ingediend voor het vestigen van een erotische massagesalon annex privéhuis. Deze is op de plankaart met de functieaanduiding 'seksinrichting'(si) aangegeven. In het bestemmingsplan is een wijzigingsbevoegdheid op grond van artikel 3.6, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wet ruimtelijke ordening opgenomen, teneinde de functieaanduiding te verwijderen, indien de functie tenminste drie jaar is beeindigd. Dit betekent dat nadat de bedrijfsvoering drie jaar is beëindigd het college de bevoegdheid heeft om het gebruik niet meer toe te laten op deze locatie. Tevens is de bevoegdheid opgenomen om een nieuwe aanduiding 'seksinrichting' elders in het plangebied op te nemen, mits voldaan wordt aan de vereisten van het prostitutiebeleid. Op grond van dit beleid is het niet mogelijk om meer dan één seksinrichting in het plangebied toe te staan.

Bedrijfswoningen

Onder het vigerende bestemmingsplan zijn bedrijfswoningen toegelaten. Onder het nieuwe bestemmingsplan wordt overeenkomstig het beleid geen nieuwe bedrijfswoningen toegelaten op een regulier bedrijventerrein. De bestaande bedrijfswoningen worden met een functieaanduiding bedrijfswoning (bw) aangegeven. De meeste bedrijfswoningen zijn gelegen in het gedeelte dat in het nieuwe plan wordt omgevormd naar milieucategorie 2. Dit is anders voor de bedrijfswoning gelegen aan de Splijtbakweg 23 die gelegen is in het gedeelte waar categorie 3.2 van de bedrijfsactiviteiten is toegestaan. De aanwezigheid van de bedrijfswoning belemmert de bedrijfsactiviteiten in de omgeving (waarover hierboven meer onder de kop 'milieuzonering'). Om deze reden is voor deze bedrijfswoning een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om de aanduiding 'bedrijfswoning (bw)' te verwijderen indien de woonfunctie gedurende drie jaar is beëindigd.

Wonen

Aan de Diepzuigerstraat is een woonwagenterrein gesitueerd. Omdat de woonwagens te dicht op elkaar stonden is met een artikel 19 WRO (oud) vrijstellingsprocedure medewerking verleend aan het herinrichten van het woonwagenkamp, en zijn twaalf woonwagenstandplaatsen toegestaan. De gevoerde vrijstelling wordt nu in het bestemmingsplan opgenomen. Naast bedrijfswoningen is dit de enige plek op het bedrijventerrein waar wonen is toegestaan.

Coffeeshop

De locatie aan de Poortmolenweg is in beeld voor de vestiging van een coffeeshop. De locatie heeft onder het huidige bestemmingsplan uit 1994 een groenbestemming, en krijgt in het onderliggende bestemmingsplan de bestemming Bedrijventerrein -1 met functieaanduiding horeca (h), waarmee dan lichte horeca tot en met categorie 1c van de Staat van Horeca-activiteiten is toegestaan.

Met het toestaan van lichte horeca is de vestiging van een coffeeshop op deze locatie binnen de kaders van het Coffeeshopbeleid 2010 mogelijk.

Het beoogde gebruik van de coffeeshop is vergelijkbaar met horeca in categorie 1c van de Staat van Horeca-activiteiten. Het betreft hier overige lichte horeca met afhaalservice tot 250m2 b.v.o, en er is geen verbondenheid met aanwezige detailhandel. Er worden niet-alcoholische dranken aangeboden die ter plaatse kunnen worden geconsumeerd en er kunnen softdrugs worden verkocht en gebruikt. De beoogde openingstijden zijn van maandag tot en met vrijdag van 16.00-22.00 uur en in het weekend (zaterdag en zondag) van 12.00-24.00 uur. Openingstijden van maandag tot en met vrijdag van 16.00-24.00 uur zijn op grond van het coffeeshopbeleid eveneens toegestaan. Het gebouw is circa 200m2 b.v.o. en er werken circa vijf personeelsleden (fulltime). Er wordt uitgegaan van circa 500 bezoekers per etmaal.

Voor de nadere ruimtelijke onderbouwing voor de komst van een coffeeshop op deze locatie wordt verwezen naar bijlage 1 Locatierapport Coffeeshop 2010, en bijlage 13 Reactienota Voorontwerp bestemmingsplan Poldervlak 2011.Uit deze bijlagen blijkt dat bij de locatie aan de Poortmolenweg wordt voldaan aan het afstandscriterium van minimaal 250 meter loopafstand tot scholen. De locatie ligt op een zichtlocatie die voor de politie goed handhaafbaar is, en er is controle mogelijk. De mogelijke overlast lijkt op deze locatie goed beheersbaar aangezien het parkeren op eigen terrein is op te lossen, er redelijke maatschappelijke controle mogelijk is en de politie snel ter plaatse kan zijn. Deze locatie voldoet goed aan de vestigingscriteria uit het coffeeshopbeleid.

In het voorliggend bestemmingsplan wordt de groenbestemming van deze locatie herzien in een bedrijvenbesteming. Dit om bebouwing binnen het aangegeven bouwvlak op dit terrein mogelijk te maken en in de toekomst de mogelijkheid te hebben om het perceel - los van de coffeeshopfunctie - voor bedrijfsdoeleinden te kunnen uitgeven. In het bestemmingsplan is immers een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om de aanduiding Horeca te verwijderen teneinde dit niet meer mogelijk te maken indien het gebruik als horeca (waarbij gedacht moet worden aan het gebruik als coffeeshop) langer dan een jaar niet wordt gebruikt. In dat geval vervalt de aanduiding 'horeca(h)', en daarmee de mogelijkheid om een coffeeshop te exploiteren. De bedrijfsbestemming Bedrijventerren 1 (BT-1) blijft dan gelden.

Voor het herzien van de groenbestemming van deze locatie (de locatie maakt overigens geen deel uit van de groenstructuur van Almere) in de bestemming Bedrijventerrein 1 wordt voor gebruik- en bebouwingsmogelijkheden aangesloten bij de omliggende bedrijfspercelen op dit gedeelte van het bedrijventerrein (met name de bedrijfspercelen aan de Hopperzuigerstraat 12 tot en met 22, Splijtbakweg 44 en Poortmolenstraat 26). Er zijn geen planologische dan wel andere bezwaren tegen het herzien voor deze locatie van de groenbestemming in een bedrijfsbestemming.