direct naar inhoud van 2.1 Bestemmingen
Plan: Aanpassingen Kromslootpark
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0034.BP1Q02-vg01

2.1 Bestemmingen

Het bestemmingsplan biedt een planologisch kader waarmee de beoogde ontwikkelingen worden mogelijk gemaakt. Deze worden in het kader van de weguitbreiding van de A6 uitgevoerd. In figuur 3 is de oude en nieuwe situatie ter hoogte van het plangebied weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0034.BP1Q02-vg01_0003.png"

Figuur 3. Oude en nieuwe situatie knooppunt Almere Centrum-west

In dit bestemmingsplan wordt gebruik gemaakt van de onderstaande bestemmingen.

Natuur

Functionele mogelijkheden

Voor het gehele plangebied is de bestemming 'Natuur' gehanteerd. Deze gronden maken namelijk deel uit van de Ecologische Hoofdstructuur. Op basis van het provinciale en gemeentelijke beleid (zie ook Hoofdstuk 3 Beleidskader) heeft het gebied daarom de bestemming Natuur. Dit omdat het gebied gebruikt en beheerd wordt met als primair doel de bestaande natuurlijk waarden te beschermen en, waar mogelijk, te versterken.

In het geldende bestemmingsplan heeft het gehele Kromslootpark een recreatieve bestemming. Omdat het recreatieve gebruik, bijvoorbeeld in de vorm van wegen een paden, nog steeds een belangrijke functie is in het Kromslootpark, is recreatief medegebruik toegestaan. Door het mogelijk maken van wegen en paden kan het fietspad, dat in het kader van de verbreding van de A6 verlegd moet worden, ook daadwerkelijk verlegd worden. Deze recreatie functie, bijvoorbeeld de voet- en fietspaden, zijn goed verenigbaar met de bestemming. Op die manier blijft de natuurfunctie van het Kromslootpark zo veel mogelijk behouden.

Bebouwing

Het bouwen van gebouwen is in principe niet toegestaan. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn wel overal mogelijk. In deze bestemming gaat het om erf- en terreinafscheidingen, palen en masten en overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Deze bouwwerken mogen maximaal 4,00 meter hoog zijn. Deze kunnen dienen voor de veiligheid van de gebruikers van de gronden.

Daarnaast geldt dat als bouwwerken, geen gebouwen zijnde, een oppervlakte van 1 m² of kleiner hebben, deze tot 10,00 meter hoog gebouwd mogen worden. Hierdoor is de natuurfunctie binnen deze bestemming zoveel mogelijk beschermd.

Naast de bovengenoemde zaken mogen er ook fietsbruggen gebouwd worden binnen de bestemming. Hiervoor geldt een maximale bouwhoogte van 5,00 meter. Er zijn voor een fietsbrug geen restricties ten aanzien van de maximale oppervlakte.

Achtergrondinformatie

Leiding - Gas

Functionele mogelijkheden

Ter bescherming van de aardgastransportleidingen in het plangebied is een dubbelbestemming 'Leiding - Gas' opgenomen. De dubbelbestemming ligt op 4 meter aan weerszijden van de leiding. De regeling voorziet in de aanwezigheid van deze functie en in de bescherming ervan door middel van een veiligheidszone op de kaart. Er is een vergunningenstelsel opgenomen dat de buisleidingen beschermt. Voor werkzaamheden die schadelijk kunnen zijn voor de leidingen, is een omgevingsvergunningenstelsel opgenomen. Voor aanleg- en graafwerkzaamheden dieper dan 30 cm moet een omgevingsvergunning worden aangevraagd. De aanleg van de leiding is vrijgesteld van een vergunningplicht.

Bebouwing

Om de leiding te beschermen tegen graafschade en het beheer van de leiding veilig te stellen, mogen ter plaatse van deze dubbelbestemming geen gebouwen uit de hoofdbestemmingen worden gebouwd. Alleen gebouwen ten behoeve van de leiding zijn toegestaan. Gebouwen zijn niet toegestaan. Hierdoor wordt enerzijds de buisleiding zelf beschermd en anderzijds voorkomt dit dat er mogelijk concentraties personen direct op een gasleiding kunnen voorkomen. Dit is in het kader van de externe veiligheid ongewenst.

Achtergrondinformatie

4.3 Externe veiligheid

Waarde - Archeologie 1

Functionele mogelijkheden

Ter plaatse van de gronden waar sprake is van een archeologische verwachtingswaarde is de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 1' opgenomen. Deze gronden bevatten dus mogelijk archeologische waarden. Hiernaast zijn natuurlijk ook de functies van de samenvallende enkelbestemming(en) van toepassing.

In de regeling zijn voorwaarden gesteld aan het bouwen van bouwwerken en het uitvoeren van werkzaamheden. Deze activiteiten kunnen namelijk schade toebrengen aan eventueel aanwezige archeologische resten in de grond. Voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden met een oppervlakte groter dan 100 m² en een diepte van meer dan 50 cm is een omgevingsvergunning vereist, die alleen verleend wordt indien door middel van een archeologisch onderzoeksrapport aangetoond is dat er geen sprake is van archeologische waarden in de betreffende gronden.

Bebouwing

Het is verboden op deze gronden bouwwerken op te richten, met uitzondering van bouwwerken met een oppervlakte van 100 m² of kleiner ten dienste van samenvallende bestemmingen, en onderheide, reeds bebouwde gronden. Wil men bouwwerken met een oppervlakte groter dan 100 m² bouwen dan kan afwijking verleend worden, mits door middel van een archeologisch onderzoeksrapport aangetoond wordt dat er geen sprake is van archeologische waarden in de betreffende gronden.

Achtergrondinformatie

4.7 Cultuurhistorische waarden