direct naar inhoud van 4.7 Cultuurhistorische waarden
Plan: Aanpassingen Kromslootpark
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0034.BP1Q02-vg01

4.7 Cultuurhistorische waarden

Normstelling en beleid

De gewijzigde Monumentenwet regelt de bescherming van archeologische waarden in de ondergrond. Grondgedachte is dat er wordt gestreefd naar het behoud van archeologische waarden ter plaatse (in situ). Indien dat niet mogelijk is, geldt een onderzoeksverplichting en waar nodig, opgraving van archeologische artefacten. Gemeenten mogen deze wettelijke verplichting uitwerken in een eigen archeologisch beleid. Volgens artikel 3.1.6 Bro moeten naast archeologische waarden nu ook bovengrondse cultuurhistorische waarden bij de vaststelling van het bestemmingsplan worden meegewogen.

Historische-Geografische en (Steden)bouwkundige waarden

In het plangebied 'Aanpassing Kromslootpark' zijn geen beschermde monumenten of stads- of dorpsgezichten aangewezen. Er zijn bovendien geen waardevolle historisch-geografische of stedenbouwkundige structuren onderscheiden die in de toekomst een waardevolle rol zouden kunnen spelen als elementen in de bebouwde omgeving. Ook zijn er geen potentiƫle gebouwde of groene monumenten bekend.

Archeologische waarden

In de bodem van het plangebied kunnen zich archeologische resten uit de steentijd bevinden, specifiek de periode vanaf het einde van de Oude Steentijd tot en met de Midden Steentijd (10.000 - 4.900 v. Chr.). Ook zouden er scheepswrakken uit de Zuiderzeetijd aangetroffen kunnen worden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0034.BP1Q02-vg01_0005.jpg"

Figuur 6: Uitsnede uit de Archeologische Beleidskaart Almere (ABA) van het plangebied

Op de Archeologische Beleidskaart Almere staat in het plangebied een vergunningplichtig gebied (een zgn. Selectiegebied). Bij grondroering moet hiervoor een omgevingsvergunning worden aangevraagd (behoudens enkele uitzonderingen).

Omgangsregels en verandering in inrichting

De archeologische waarden worden planologisch beschermd in dit bestemmingsplan. Uitgangspunt hierbij zijn de bestemmingsplanregels voor bestemming Archeologie (Artikel 5 en Bijlage 1). Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen Waarde - Archeologie 1 (ter plaatse van te verwachten archeologische waarden), Waarde - Archeologie 2 (extra beschermingszone ter bescherming van de archeologische waarden die in Waarde Archeologie 3 gelegen zijn) en Waarde-Archeologie 3 (ter plaatse van aanwezige archeologische waarden). Totdat dit nieuwe bestemmingsplan is vastgesteld, geldt de archeologieverordening (2009).

Behalve resten uit de steentijd bevinden zich in Almere ook scheeps- en vliegtuigwrakken. Hoewel er geen enkel scheepswrak in het plangebied bekend is, moet in het geval van een toevalsvondst gehandeld worden conform de bepalingen van de Monumentenwet 1988, artikel 53 lid 1, en Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek, artikel 5 jo. artikel 13. De vondst moet onmiddellijk bij de stadsarcheoloog worden gemeld. De stadsarcheoloog doet dan melding bij de minister van OCW.