direct naar inhoud van 6.3 Toelichting op de planregels
Plan: Dorpsstraat 290
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0018.BP104Dorpsstraat-30va

6.3 Toelichting op de planregels

De inrichting van de planregels is deels voorgeschreven door de SVBP2008. De groepering van de planregels, de naamgeving van een aantal planregels en zelf de inrichting van bestemmingen is deels bepaald door de ministeriële regeling. Een aantal planregels is zelfs geheel voorgeschreven: het overgangsrecht, de anti-dubbeltelregel en de slotregel. De regels zijn standaard ingedeeld in vier hoofdstukken. Bij elke planregel (elk artikel) wordt hieronder een nadere toelichting gegeven.

6.3.1 Toelichting artikel 1

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Begrippen

In dit artikel staan de belangrijkste begrippen verklaard zoals die in de planregels en in deze plantoelichting worden gebruikt. De lijst bevat meer begrippen dan mogelijk in dit bestemmingsplan gebruikt worden.

Een aantal van deze begrippen is tegenwoordig voorgeschreven door "Bijlage 11: Begrippen" van de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen, SVBP2008. Zij kunnen daarom enigszins afwijken van dezelfde begrippen in voorgaande plannen.

Deze lijst met begrippen en verklaringen is een nadere verduidelijking van wat er in dit bestemmingsplan met belangrijke termen/woorden bedoeld wordt. Deze lijst is niet uitputtend, voor niet verklaarde begrippen moet aansluiting gezocht worden bij de uitleg die er in recente andere bestemmingsplannen van de gemeente, of het dagelijks spraakgebruik of de jurisprudentie aan gegeven wordt.

6.3.2 Toelichting artikel 2

Wijze van meten

In dit artikel staan de belangrijkste begrippen verklaard zoals die in de planregels en in deze plantoelichting worden gebruikt. De lijst bevat meer begrippen dan mogelijk in dit bestemmingsplan gebruikt worden.

De meeste van deze begrippen en wijzen van meten zijn tegenwoordig voorgeschreven door "Bijlage 11: Begrippen" van de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen, SVBP2008. Zij kunnen daarom enigszins afwijken van dezelfde begrippen in het voorgaande plannen.

Deze lijst is een nadere verduidelijking van wat er in dit bestemmingsplan met belangrijke termen/woorden bedoeld wordt. Deze lijst is niet uitputtend, voor niet verklaarde begrippen moet aansluiting gezocht worden bij de uitleg die er in recente andere bestemmingsplannen van de gemeente, of het dagelijks spraakgebruik of de jurisprudentie aan gegeven wordt.

6.3.3 Toelichting artikel 3

Artikel 3 Water

Vijver, (vaar)water en waterberging zijn de hoofdfuncties. Onder (vaar)water dient verstaan te worden een gebruik ten behoeve van de vaarfunctie; dit kan pleziervaart en beroepsvaart betreffen. De functies brug, gemaal, stuw, afsluitvoorziening, groen, groenvoorziening, nutsvoorziening, park en speel- en sportvoorziening alsmede kunstwerken zijn ondersteunend aan de hoofdfuncties. Een hoofdfunctie mag wel zonder de ondergeschikte functies voorkomen, maar de ondergeschikte functies zijn zonder een hoofdfunctie niet toegelaten.

6.3.4 Toelichting artikel 4

Bestemmingsregels

Wonen - bijzondere woonvormen

De Wonen - bijzondere woonvormen bestemming geeft regels voor de verschillende vormen van Bijzondere woonvorm.

Zoals uit de definitie blijkt, gaat het hier, naast het gewone 'wonen', mede om woonvormen van personen die een bepaalde mate van dagelijkse hulp nodig hebben. Het verschil met de bestemming Maatschappelijk (overigens niet voorkomend in dit bestemmingsplan) zit erin, dat bij laatstgenoemde bestemming geen woonfunctie mogelijk is, met uitzondering van bestaande bedrijfswoningen.

Volgens de standaard indeling van functies wordt een opsomming gegeven van de toegelaten functies. De opsomming is alfabetisch. De functies bedrijf of beroep aan huis, nutsvoorziening, parkeren, speelvoorziening, erf en tuin zijn ondersteunend aan de hoofdfunctie woning.

In artikel 3.2.2 is geregeld dat in totaal maximaal negen zelfstandige wooneenheden cq. appartementen zijn toegestaan.

Zie voor een toelichting op de regels ook paragrafen 4.2 en 4.3, waarin is aangegeven welke beleidsuitgangspunten in de herziening van het bestemmingsplan zijn opgenomen.

Bedrijf of beroep aan huis

De woonfunctie mag worden gecombineerd met een aan huis verbonden beroep of bedrijf. Het geeft mensen de kans thuis of bij huis te werken. Bijvoorbeeld om een startend bedrijf de kans te geven tot volwaardige onderneming te groeien, waarna vestiging in een daarvoor bestemde bedrijfsruimte (financieel) mogelijk wordt.

Het wonen moet de hoofdfunctie blijven, terwijl de bedrijfsactiviteiten moeten passen binnen de grenzen van jurisprudentie (de toepassing van recht of (het geheel van) uitspraken door rechters).

Het is niet altijd helder wat door jurisprudentie is toegestaan, er zijn nog onvoldoende eenduidige criteria voor toelaatbare beroepen. Het gaat vrijwel altijd om dienstverlenende beroepen. Ook de meer traditionele vrije beroepen zijn vaak passend. Die beroepen hebben amper of geen ruimtelijke uitwerking of uitstraling. Als aan huis verbonden beroepen worden in ieder geval aangemerkt het beroep van:

accountant
administratieconsultant
advocaat
architect
assurantiebemiddelaar
belastingconsultant
dierenarts  
fysiotherapeut
gerechtsdeurwaarder
huisarts
logopedist
makelaar onroerend goed
medisch specialist
notaris  
oefentherapeut
organisatie-adviseur
adviseur ruimtelijke plannen
raadgevend ingenieur
tandarts
verloskundige  

Ter verbreding zijn ook ambachtelijke activiteiten toegelaten. Hierbij staat het met de hand vervaardigen of herstellen van producten centraal. Van een aantal van deze bedrijfjes vinden de bedrijfsactiviteiten grotendeels of geheel op locatie en niet bij de woning plaats. Als ambachtelijk bedrijf worden in ieder geval aangemerkt:

Productieambacht: Fijnkeramischbedrijf, Maatoverhemdenbedrijf, Maatschoenmakerbedrijf, Modisterijbedrijf, Muziekinstrumentmakerbedrijf Natuursteenbedrijf.

Voedingsambacht: Banketbakkersbedrijf, Consumptie-ijsbereidingbedrijfSlagersbedrijf.

Gebouwverzorgend ambacht: Glazenwasserbedrijf, Schoorsteenvegerbedrijf.  
Reparatieambacht consumptiegoederen: Fietsherstellerbedrijf,
Goud- en zilversmidbedrijf, Kledingreparatiebedrijf, Lederwarenambacht, Naaimachinebedrijf, Schoenherstellerbedrijf, Textielreinigingbedrijf, Uurwerkmakerbedrijf, Zadelmakerbedrijf.

Uiterlijke verzorgingsambacht: Grimeurs- en toneelkappersbedrijf, Schoonheidsverzorgingbedrijf, Voetverzorgingbedrijf,
Kappersbedrijf.  
Bouwambacht: Bestratingbedrijf, Dakdekkerbedrijf, Glasbewerkingbedrijf, Glazenierbedrijf, Natuursteenbedrijf, Parketvloerenleggerbedrijf, Rietdekkerbedrijf, Schilderbedrijf,
Voegbedrijf, Zonweringbedrijf.

Medische hulpmiddelentechniek: Optiekbedrijf,
Orthopedisch schoentechnisch bedrijf, Tandtechnisch laboratoriumbedrijf.  

Omdat niet elk beroep of bedrijf aan huis zich goed mengt met de woonfunctie is een aantal regels opgenomen:

  • a. De woonfunctie blijft de hoofdfunctie, zowel in omvang als in uitstraling, vooral aan de naar de weg gekeerde zijde(n) van het perceel;
  • b. de activiteit wordt uitgeoefend door de bewoner(s);
  • c. de activiteit mag geen onevenredige afbreuk doen aan het woonkarakter van de woning en omgeving, en mag geen noemenswaardige hinder veroorzaken of afbreuk doen aan de gebruiksmogelijkheden en privacy van omliggende gronden en bouwwerken;
  • d. de activiteit mag niet meer ruimte gebruiken dan 40% van het vloeroppervlak van de gebouwen, en niet meer dan 50 m2;
  • e. alleen productiegebonden detailhandel is toegelaten, met uitzondering van webwinkels mits er geen sprake is van uitstalling van de goederen;
  • f. de activiteit is alleen toegelaten als zij milieuhygiënisch passend is;
  • g. de activiteit is alleen toegelaten als in de parkeerbehoefte voorzien wordt op het eigen erf;
  • h. reclame-uitingen en etalages zijn niet toegelaten.

Het standpunt is helder: zodra aan deze regels wordt voldaan is het bedrijf of beroep aan huis voor de gemeente toelaatbaar.

4.2 Bouwregels

In de bouwregels is een maximale oppervlakte aangegeven voor de woning- bijzondere woonvorm met de bijbehorende aan- en uitbouwen en bijgebouwen. Het gezamenlijke grondoppervlakte van de bebouwing mag niet meer bedragen dan 300 m2 waarbij de aanbouwen en aangebouwde bijgebouwen niet meer mogen bedragen dan het hoofdgebouw.

Deze regels worden opgelegd door de omgevingsverordening van de provincie Groningen.

Omdat in dit bestemmingsplan de aanwezige historische woonboerderij reeds veel groter is dan de toegestane maximale bebouwing van 300 m2, geldt hier artikel 4.2.1 lid a. Dit artikel geef aan dat waar de plaats en de afmetingen van bestaande bouwwerken de minimale en/of maximale maten bepaald in deze bouwregels overschrijden, de bestaande maten het minimum respectievelijk het maximum vormen.

6.3.5 Toelichting artikel 5

Artikel 5 Waarde - Beschermd dorpsgezicht

De bestemming heeft, voor zover van toepassing, mede tot doel het beschermen van de waarden van het beschermde dorpsgezicht van Kiel-Windeweer, zoals deze in paragraaf 3.3 van de toelichting zijn beschreven. In de verbeelding is het gebied van het beschermde dorpsgezicht aangeduid. In de regels is specifiek geregeld, dat de nokrichting van de woningen langs het Kieldiep in Kiel-Windeweer loodrecht op genoemd diep dient te zijn gesitueerd. Afwijking van deze bepaling is in bestaande situaties mogelijk na een afzonderlijke beoordeling, waarbij moet worden vastgesteld dat de kenmerkende waarden van het dorpsgezicht niet worden aangetast. Steigers, buiten deze die in het kader van de vaarverbinding voor de Veenkoloniën zijn aangelegd, worden beschouwd als een verstoring van het lineaire karakter van het hoofddiep. Deze worden dan ook in de regels niet toegestaan.

6.3.6 Toelichting artikel 6

Artikel 6 Waarde - Karakteristieke bebouwing

De bebouwingslinten, anders dan het beschermd dorpsgezicht, in de gemeente geven goed zichtbaar en herkenbaar de veenkoloniale ontstaansgeschiedenis van het landschap weer. De linten hebben elk hun karakteristiek voor wat betreft de afwisseling van open en gesloten ruimten, de kavelstructuur, de richting van de kavels ten opzichte van de ontginningsas, de omvang van de bouwvolumes etc.

Door sloop kunnen deze karakteristieken aangetast worden en verloren gaan. Met name in het geval bestaande gebouwen worden gesloopt en niet worden vervangen.

Ter bescherming van de karakteristiek van de linten, moet worden voorkomen dat open gaten ontstaan in de bestaande bebouwingsstructuur. Dit gebeurt door het slopen van gebouwen vergunningplichtig te stellen voor zover die sloop de karakteristiek van het lint kan aantasten. Voorheen was deze bescherming niet mogelijk, maar met de komst van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening is dat veranderd. Om deze bescherming mogelijk én herkenbaar te maken, zijn alle karakteristieke linten in de gemeente als 'Waarde - Karakteristieke bebouwing' bestemd.

6.3.7 Toelichting artikel 7

Artikel 7 Waterstaat - Waterkering

De in verband met de waterhuishoudkundige noodzaak van bescherming van de boezemkades wordt met deze dubbelbestemming vastgelegd.

6.3.8 Toelichting artikel 8

Algemene regels

Anti-dubbeltelregel

Deze regel is geheel voorgeschreven door het Besluit ruimtelijke ordening (in artikel 3.2.4 Bro). Deze standaardbepaling strekt ertoe te voorkomen dat van ruimte die in een bestemmingsplan voor de realisering van een bepaald gebruik of functie mogelijk is gemaakt, na realisering daarvan, ten gevolge van feitelijke functie- of gebruiksverandering van het gerealiseerde, nogmaals zou kunnen worden gebruik gemaakt.

Een bekend voorbeeld van een dergelijke regeling is de zogenaamde 'rustende-boerregeling'. Veel bestemmingsplannen voor agrarische gebieden plegen een voorziening te bevatten dat op een agrarisch bouwperceel, waarop de bouw van burgerwoningen op zichzelf genomen niet is toegestaan, een woonhuis mag worden bijgebouwd voor de voormalige bedrijfsleider, die van zijn oude dag zal gaan genieten. Het is voorgekomen dat, nadat de rustende boer het woonhuis had verlaten, en deze woning door een ander in gebruik was genomen, er opnieuw behoefte ontstond aan een vergelijkbare voorziening. Een vergelijkbaar geval is de gebouwde tweede bedrijfswoning die vervolgens niet meer als bedrijfswoning wordt gebruikt. De anti-dubbeltelbepaling maakt de bouw van een nieuwe 'rustende boer'-woning c.q. tweede (derde) bedrijfswoning onmogelijk.

6.3.9 Toelichting artikel 9 en 10

Overgangs- en slotregels

Overgangsregels

Deze regels zijn geheel voorgeschreven door het Besluit ruimtelijke ordening (artikelen 3.2.1 en 3.2.2 Bro). Omdat een bestemmingsplan elke tien jaar moet worden herzien, betreffen de meeste bestemmingsplannen gebieden die reeds in gebruik en ingericht zijn. Een bestemmingsplan kan ruimte bieden voor ontwikkelingen en daarom soms ander gebruik en/of bebouwing toelaten dan er in werkelijkheid in het gebied aanwezig is. Bestaande rechten worden beschermd met overgangsrecht. Er is overgangsrecht voor bouwwerken en overgangsrecht voor gebruik van de gronden en bouwwerken.

Slotregel

Deze regel is geheel voorgeschreven door de Ministeriële regeling Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen (in paragraaf 5.7 van de SVBP2008).

Deze regel geeft aan hoe de planregels van dit plan kunnen worden aangehaald. Hiermee wordt de naam van het bestemmingsplan vastgelegd. Voor de digitale uitwisseling van plannen krijgt elk plan ook een unieke code van letters en cijfers.