direct naar inhoud van 3.7 Industrielawaai
Plan: Bloemenveiling
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1783.abp00000004-vast

3.7 Industrielawaai

3.7.1 Beleid en normstelling

Op het bedrijventerrein van FloraHolland is de vestiging van artikel 2.4 inrichtingen, de zogenaamde grote lawaaimakers, niet toegestaan. Voor het bedrijventerrein is dan ook geen industriële geluidszone van kracht op grond van de Wet geluidhinder. In lijn met de handreiking industrielawaai en vergunningverlening heeft de gemeente Westland wel geluidsbeleid ontwikkeld voor het FloraHolland-terrein. Voor het bedrijventerrein van FloraHolland is een tweetal geluidsnota's opgesteld waarin grenswaarden zijn vastgesteld voor de beoordeling van de cumulatieve geluidsbelasting van bedrijven op het deel van het terrein waarvoor de nota is vastgesteld. Hiermee wordt bereikt dat, naar het voorbeeld van een geluidszone op basis van de Wet geluidhinder, de geluidsruimte op het bedrijventerrein actief kan worden beheerd en dat de geluidsbelasting in de omgeving wordt gereguleerd door middel van grenswaarden voor de gecumuleerde geluidsbelasting.

3.7.2 Onderzoek

Het gemeentelijk geluidsbeleid voor het FloraHolland-terrein bestaat uit een tweetal geluidsnota's, te weten:

  • Geluidsnota bedrijventerrein 'Over de Middel Broekweg' (maart 2001). Deze geluidsnota is opgesteld voor het deel van het terrein dat wordt aangeduid als Trade Parc Westland 1 en Trade Parc Westland 2;
  • Geluidsnota en geluidsbeheerplan 'Trade Parc Westland Mars' (maart 2009). Deze nota is van toepassing het deel van het bedrijventerrein dat wordt aangeduid als Trade Parc Westland Mars of Trade Parc Westland 3. Voor dit gebied is in juni 2008 een apart bestemmingsplan vastgesteld getiteld bestemmingsplan TPW mars.

In onderstaande figuur is een overzicht weergegeven van de deelgebieden met bijbehorende geluidsnota's.

 afbeelding "i_NL.IMRO.1783.abp00000004-vast_0014.jpg"In de beide nota's is het beheer van de geluidsruimte geregeld en zijn grenswaarden opgenomen voor de (cumulatieve) geluidsbelasting van huidige en toekomstige bedrijven ter plaatse van geluidsgevoelige objecten in de omgeving. Bij ruimtelijke ontwikkelingen op het bedrijventerrein of ingeval van meldingen/vergunningaanvragen in het kader van de Wet milieubeheer, zullen de voorgenomen ontwikkelingen worden getoetst aan de voorkeurswaarden en maximale grenswaarden voor geluid. Daarbij wordt gekeken naar de volgende geluidsbronnen: stationaire installaties, verkeer van en naar de inrichting, manoeuvrerende vrachtwagens en koelende vrachtwagens. In de huidige situatie vindt op enkele punten een overschrijding van de voorkeurswaarde voor geluid plaats. In de geluidsnota's wordt daarop ingegaan en wordt aangegeven in hoeverre maatregelen noodzakelijk zijn.

Daarnaast is voor de bedrijfslocatie Bloemenveiling FloraHolland, het grootste bedrijf op het bedrijventerrein, in 2007 een milieuvergunning verleend waarin grenswaarden ten aanzien van geluid zijn opgenomen. De beide geluidsnota's zijn niet op de bedrijfslocatie van FloraHolland van toepassing. Aan de milieuvergunning van FloraHolland ligt een uitgebreid akoestisch onderzoek ten grondslag. Op basis van het geluidsonderzoek dienen in het kader van de milieuvergunning enkele maatregelen te worden gerealiseerd. Een voorbeeld is het realiseren van centrale elektrische aansluitingen voor koelaggregaten, waardoor de geluidsbelasting van koelende vrachtwagens (dieselaggregaten) zal afnemen. Tevens dient op grond van de milieuvergunning een drietal geluidschermen te worden geplaatst om ter hoogte van de nabijgelegen woningen aan de grenswaarden voor geluid, zoals gesteld in de milieuvergunning, te voldoen. Het betreft de verlenging en verhoging van een bestaand scherm ter plaatse van de Hertenlaan en de realisatie van twee nieuwe geluidschermen langs de Burgemeester Elsenweg. Het geluidscherm dat binnen het plangebied is gelegen wordt met het voorliggende plan ruimtelijk mogelijk gemaakt. In figuur 3.5 zijn de locaties van de bestaande en nieuwe geluidschermen weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.abp00000004-vast_0015.jpg"

Voor de overige aanwezige bedrijven op het bedrijventerrein van FloraHolland, ten noorden van de Middel Broekweg, geldt dat deze onder de algemene regels uit het Activiteitenbesluit vallen. Deze bedrijven worden individueel getoetst aan het toetsingskader voor geluid dat is opgenomen in het Activiteitenbesluit.

Ten behoeve van het voorliggende bestemmingsplan is een notitie8 opgesteld waarin het geluidsbeleid voor het bedrijventerrein van FloraHolland, dat bestaat uit de beide geluidsnota's en de milieuvergunning voor FloraHolland, wordt samengevat. Deze notitie is opgenomen in Bijlage 3.

3.7.3 Conclusie

Het voorliggende bestemmingsplan is grotendeels consoliderend van aard. Er is geen sprake van ontwikkelingen waarbij toetsing aan de beide geluidsnota's aan de orde is. Indien zich wijzigingen in het milieuspoor voordoen zullen deze worden getoetst aan het gemeentelijk geluidsbeleid. De relatie tussen het voorliggende bestemmingsplan en het bestaande gemeentelijke geluidsbeleid, wordt beschreven in de notitie 'Gemeentelijk geluidsbeleid en het bestemmingsplan Bloemenveiling FloraHolland'. Als gevolg van het gemeentelijk geluidsbeleid is in de omgeving van het plangebied sprake van een aanvaardbare situatie ten aanzien van industrielawaai. Het aspect geluid, onderdeel industrielawaai, staat de consolidatie van het plan niet in de weg.