direct naar inhoud van Artikel 9 Water - Vaarweg
Plan: BP Industrieterrein Haven Cuijk 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1684.13BPindhaven-VA01

Artikel 9 Water - Vaarweg

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water - Vaarweg' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. vaarwater;

met de daarbij behorende:

    • 1. voorzieningen zoals aanlegsteigers, los- en laadplaatsen, los- en laadinstallaties en eenvoudige waterbouwkundige bouwwerken.

9.2 Bouwregels
9.2.1 Gebouwen

Op de voor 'Water - Vaarweg' aangewezen gronden mogen geen gebouwen worden opgericht.

9.2.2 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Op de voor 'Water - Vaarweg' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Deze bouwwerken mogen het functioneren van de vaarroute niet belemmeren.

9.2.3 Overige regels

De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 20 meter.

9.3 Nadere eisen
9.3.1 Het stellen van nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van:

  • a. de situering en afmeting van bouwwerken;

indien zulks noodzakelijk is:

    • 1. ter voorkoming van onevenredige nadelige gevolgen voor de milieusituatie, brandveiligheid, verkeersveiligheid, sociale veiligheid en gebruiksmogelijkheden en/ of privacy van aangrenzende gronden en bouwwerken;
    • 2. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
    • 3. voor een verantwoorde en evenwichtige stedenbouwkundige inpassing en ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit.

9.3.2 Procedure

Bij het toepassen van de bevoegdheid tot het stellen van nadere eisen dient te worden voldaan aan de in artikel 21 genoemde procedure.

9.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, zoals bedoeld in de Wet ruimtelijke ordening wordt in elk geval gerekend het gebruik:

  • a. als opslag-, stort-, lozings- of bergplaats van bruikbare en./of onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerken, stoffen of producten, waaronder in elk geval moet worden verstaan onderdelen van motorvoertuigen of aanhangwagens, oude metalen, vuilnis en afvalstoffen, behoudens voorzover dat noodzakelijk is in verband met het oog op de bestemming gericht gebruik van de grond;
  • b. recreatie of woondoeleinden;
  • c. de uitoefening van enige tak van (detail)handel en/of bedrijf, behoudens bedrijfsactiviteiten die samenhangen met het gebruik van de aan de bestemming 'Water - Vaarweg' grenzende gronden met de bestemming 'Bedrijf - 1' , ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 4.2' en die noodzakelijk zijn vanwege het benutten van de ligging aan (vaar)water.
9.5 Aanlegvergunning
9.5.1 Uit te voeren werken en werkzaamheden

Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning), de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het beplanten van de gronden met bomen, heesters en struiken, welke ten tijde van de inwerkingtreding van dit plan niet als zodanig beplant waren;
  • b. het aanbrengen van boven- en ondergrondse transport-, energie- of communicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
  • c. het verlagen of afgraven van de bodem.
9.5.2 Uitsluiting werken of werkzaamheden

Het in artikel 9.5.1 genoemde verbod geldt niet voor werken of werkzaamheden die het normale onderhoud en beheer van de watergang en rivier betreffen.

9.5.3 Voorwaarden

De in 9.5.1 genoemde aanlegvergunning wordt slechts verleend indien door de werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvoor hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de waterstaatkundige functies niet in gevaar wordt of kan worden gebracht. Hiertoe wordt schriftelijk advies ingewonnen bij de beheerders van de watergang en rivier.

9.6 Wijzingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van de aanduiding 'wro zone - wijzigingsgebied 2' de gronden wijzigen in de bestemming 'Bedrijf - 2', mits:

  • a. de toegestane activiteiten ter plaatse zijn beĆ«indigd;
  • b. minimaal 5 meter vanaf de havenarm gevrijwaard blijft van bebouwing;
  • c. de vaarweg een minimale breedte blijft houden van 50,5 meter;
  • d. de totstandkoming van een aanvaardbaar leefmilieu gegarandeerd kan worden;
  • e. aangrenzende landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarden en belangen, dan wel functies niet onevenredig worden aangetast of in hun mogelijkheden beperkt
  • f. uit de noodzakelijke (milieu)onderzoeken blijkt dat de gronden geschikt zijn voor het beoogde gebruik;
  • g. de effecten op de waterhuishouding in beeld zijn gebracht (watertoets);
  • h. voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 4.2.