direct naar inhoud van Artikel 8 Verkeer
Plan: BP Industrieterrein Haven Cuijk 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1684.13BPindhaven-VA01

Artikel 8 Verkeer

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen, straten, paden, in- en uitritten en bermen;
  • b. fiets- en voetpaden;
  • c. parkeervoorzieningen;
  • d. groenvoorzieningen;
  • e. watergangen;
  • f. nutsvoorzieningen;
8.2 Bouwregels
8.2.1 Gebouwen

Op de voor 'Verkeer' aangewezen gronden mogen geen gebouwen worden opgericht.

8.2.2 Bouwwerken geen gebouw zijnde

Op de voor 'Verkeer' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, geen gebouwen zijnde,

  • a. noodzakelijk met het oog op de regeling van de veiligheid van het verkeer;
  • b. ten behoeve van de verlichting van wegen, rijwiel- en voetpaden;
  • c. in de vorm van informatieborden en kleinschalige uitzicht- en rustpunten;
  • d. behorende tot het straatmeubilair;
  • e. ten behoeve van onder- en of bovengrondse voorzieningen voor de opvang en buffering van water.
8.2.3 Overige regels

De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 6 meter.

8.3 Nadere eisen
8.3.1 Het stellen van nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van:

  • a. de situering en afmeting van bouwwerken;
  • b. de aanleg en omvang van parkeergelegenheid;

indien zulks noodzakelijk is:

  • 1. ter voorkoming van onevenredige nadelige gevolgen voor de milieusituatie, brandveiligheid, verkeersveiligheid, sociale veiligheid en gebruiksmogelijkheden en/ of privacy van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • 2. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • 3. voor een verantwoorde en evenwichtige stedenbouwkundige inpassing en ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit.
8.3.2 Procedure

Bij het toepassen van de bevoegdheid tot het stellen van nadere eisen dient te worden voldaan aan de in artikel 21 genoemde procedure.

8.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, zoals bedoeld in de Wet ruimtelijke ordening wordt in elk geval gerekend het gebruik:

  • a. als opslag-, stort-, lozings- of bergplaats van bruikbare en/of onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerken, stoffen of producten, waaronder in elk geval moet worden verstaan onderdelen van motorvoertuigen of aanhangwagens, oude metalen, vuilnis en afvalstoffen, behoudens voorzover dat noodzakelijk is in verband met het oog op de bestemming gericht gebruik van de grond;
  • b. stalling van caravans, boten en andere grote obstakels;
  • c. de uitoefening van enige tak van (detail)handel en/of bedrijf
8.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzingsgebied 1' de bestemming 'Verkeer' wijzigen in de bestemming 'Bedrijf - 2', mits,

  • a. de gronden grenzen aan de bestemming 'Bedrijf - 2';
  • b. gebruikers van de aangrenzende percelen, vooraf schriftelijk verklaren tegen de wijziging geen bezwaar te hebben;
  • c. de toegestane activiteiten ter plaatse zijn beĆ«indigd;
  • d. aangrenzende landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarden en belangen, dan wel functies niet onevenredig worden aangetast of in hun mogelijkheden beperkt;
  • e. uit de noodzakelijke (milieu)onderzoeken blijkt dat de gronden geschikt zijn voor het beoogde gebruik;
  • f. de effecten op de waterhuishouding in beeld zijn gebracht (watertoets);
  • g. voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 4.2.