Plan: | Provinciaal Inpassingsplan N279 's-Hertogenbosch - Veghel |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | inpassingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.9930.ipN279-va01 |
In het kader van het I(mpuls)l(okaal)B(odembeheer)-project en de regionale duurzaamheidsagenda 2010-2014 hebben de Noordoostbrabantse gemeenten Bernheze, Boxmeer, Boxtel, Landerd, Maasdonk, Mill&Sint Hubert, Schijndel, Sint Anthonis, Sint Michielsgestel, Uden en Veghel een gezamelijke Nota bodembeleid opgesteld met bijbehorende regionale bodemkwaliteitskaart).
Bodemkwaliteitskaart
De volgende gebieden binnen het projectgebied vallen buiten de bodemkwaliteitskaart:
Uit de kaart blijkt dat de grond die vrijkomt buiten de hierboven beschreven gebieden (niet gezoneerde gebieden) uit zowel de boven- als de ondergrond, voldoet aan de eisen voor schone grond. Uitzondering vormen: de wegbermen (bovengrond) van de doorgaande gemeentelijke wegen in het buitengebied. Deze valt in de kwaliteitsklasse 'industrie'.
Op de bodemfunctieklassenkaart is het projectgebied op basis van het huidige en bekende toekomstige grondgebruik ingedeeld in de klassen:
Niet-gezoneerde gebieden ('witte vlekken') binnen het projectgebied
Omdat er sprake is van niet-gezoneerde gebieden ('witte vlekken') mag bodemkwaliteitskaart niet worden gebruikt. In dat geval dient de milieuhygiënische kwaliteit op een andere wijze te worden aangetoond. Hiervoor kan gebruik worden gemaakt van één van de andere toegestane wettelijke bewijsmiddelen.
Overig deel projectgebied
Vooronderzoek (Bodemtoets)
Uit de bestaande bodeminformatie blijkt dat de lokaties zoals beschreven in de onderstaande tabel ontoereikend is om met voldoende zekerheid te zeggen of sprake is van een verdachte locatie (met een mogelijk geval van ernstige verontreiniging). Er wordt sterk aanbevolen om op de lokaties bodemonderzoek uit voeren indien er werkzaamheden worden uitgevoerd.
Als het bevoegd gezag geen vrijstelling voor onderzoeksverplichting verleent, moeten in het kader van de vergunningaanvragen actuele (niet ouder dan 5 jaar) bodemonderzoeken overlegd worden. Het onderzoek moet volgens de NEN 5740 uitgevoerd zijn. Indien de initiatiefnemer beschikt over een bodemonderzoek van meer dan 5 jaar maar maximaal 10 jaar oud, kan mogelijk worden volstaan met een beperkt aanvullend bodemonderzoek. Dit dient vooraf overlegd te worden met het bevoegd gezag (gemeente).
Het aanvullende onderzoek hoeft niet in het kader van dit PIP uitgevoerd te worden, maar kan uitgevoerd worden alvorens het uitvoeren van de werkzaamheden gaat starten. Er wordt vanuit gegaan dat de bodemkwaliteit voldoende is voor de aanleg van de weg. Indien er uit nader onderzoek naar voren komt dat delen van de grond gesaneerd dienen te worden, zal hier een budget voor gereserveerd worden.