direct naar inhoud van 5.3 Archeologie en cultuurhistorie
Plan: Provinciaal Inpassingsplan N279 's-Hertogenbosch - Veghel
Status: vastgesteld
Plantype: inpassingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.9930.ipN279-va01

5.3 Archeologie en cultuurhistorie

5.3.1 Archeologie

Op de Cultuurhistorische Waardenkaart van de provincie Noord-Brabant (CWK) ligt het traject van de N279 overwegend in een zone met een lage trefkans. In de breedte liggen de uiteinden van het plangebied deels in zones met een middelhoge tot hoge trefkans. Eerder onderzoek in deze delen heeft echter uitgewezen dat met verstoringen (hetzij door natuurlijke erosie, hetzij door verploeging) te rekenen is. Bovendien kunnen aanzienlijke delen op en langs het plantraject geëgaliseerd zijn.

Grote delen van het traject grenzen aan zones met een middelhoge of hoge trefkans. De middel(hoge) trefkansen zijn onder andere gerelateerd aan de aanwezigheid van esdekken. De verspreiding van archeologische waarden (waarnemingen en AMK-terreinen) komt tamelijk goed overeen met de trefkans op de CWK: in delen met een (middel)hoge kans op het aantreffen van archeologische waarden komen significant meer waarnemingen voor. Binnen het deel van het onderzoeksgebied in de zone met een lage trefkans zijn echter wel diverse waarnemingen bekend. Het gaat daarbij voornamelijk om waarden uit de prehistorie (paleolithicum tot en met de ijzertijd) en protohistorie (Romeinse tijd). Deze komen vooral voor in de nabijheid van de (voormalige) beekloop in de relatief hoger gelegen delen in het landschap. Met name voor wat betreft de aanwezigheid van vindplaatsen uit het mesolithicum is de combinatie van de nabijheid van water, een verhoging in het landschap (op te sporen via het AHN) en bodemtypen bij eerder archeologisch onderzoek elders op de Nederlandse zandgronden een goede indicator gebleken. De beschikbare bodemkaart is niet bijzonder gedetailleerd, maar volstaat voor dit onderzoek aangezien de bodem in het plangebied overwegend uit beekeerdgronden (noord) en podzolgronden (zuid) bestaat. De geomorfologische kaart biedt daarnaast aanvullende informatie, bijvoorbeeld waar het de aanwezigheid van dekzandopduikingen betreft.

Waarnemingen uit de vroege middeleeuwen zijn, overigens net als elders in de Nederlandse zandgronden, tamelijk schaars. Waarnemingen uit de (late) middeleeuwen en nieuwe tijd komen vooral voor in en nabij de huidige bewoningskernen. Ook deze zijn overwegend op de hogere delen van het landschap aangetroffen. Van veel waarnemingen is geen complextype bekend: het kan gaan om archeologische waarden uit een nederzettingscontext, maar veel van de archeologische waarden nabij het (voormalige) beekstelsel kunnen uit een ander complextype komen. Te denken valt daarbij aan votiefgiften, afvalkuilen en dergelijke. Zowel beekeerd- als podzolgronden zijn onder de juiste omstandigheden geschikt voor menselijke bewoning. Deze omstandigheden hangen in dit gebied vooral samen met veengroei en – daarmee verbonden – de afwateringssituatie.

afbeelding "i_NL.IMRO.9930.ipN279-va01_0018.jpg"

Afbeelding 5.10: Uitsnede cultuurhistorische waardenkaart

Op basis van de Cultuurhistorische waardenkaart zijn een aantal Cultuurhistorische vlakken aangemerkt. Indien bodemverstorende werkzaamheden plaatsvinden ter plaatsen van deze vlakken, wordt aanbevolen een verkennend booronderzoek (IVO-O) uit te voeren. Dit onderzoek richt zich primair op het vaststellen van de mate waarin het bodemprofiel intact is. Secundair kunnen archeologische indicatoren worden opgeboord. In zoverre bodemverstorende werkzaamheden plaatsvinden in zones (buiten de aangegeven vlakken van de cultuurhistorisch waardenkaart) waarbinnen door eerder booronderzoek reeds aanzienlijke bodemverstoringen zijn vastgesteld, wordt een extensieve vorm van booronderzoek geadviseerd, als aanvulling op de reeds bestaande onderzoeksresultaten. Mogelijk vinden bodemverstorende werkzaamheden plaats in het beekdal van de (voormalige loop van de) Aa, waar depotgiften en dergelijke kunnen voorkomen. Dergelijke waarden kunnen niet met een standaard booronderzoek opgespoord worden. Aanbevolen wordt eventuele bodemverstorende werkzaamheden in of in de onmiddellijke nabijheid van de Aa onder archeologische begeleiding uit te voeren.

In de planregels en de verbeelding is ter plaatsen van de Cultuurhistorische vlakken van de cultuur historische waardenkaart een archeologische dubbelbestemming opgenomen. In de

bestemming Waarde – Archeologie is opgenomen dat werkzaamheden die strekken over een

oppervlakte van 100 m2 of meer en dieper dan 30 cm beneden maaiveld omgevingsvergunningsplichtig zijn.

Het bevoegd gezag kan de omgevingsvergunning verlenen indien uit archeologisch vooronderzoek blijkt dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn dan wel indien daardoor geen onevenredige aantasting plaats vindt van de aanwezige archeologische waarden.

5.3.2 Cultuurhistorie

De informatie over cultuurhistorie is overgenomen uit de cultuurhistorische waardenkaart van Noord-Brabant, versie 2010. In afbeelding 5.10 is een uitsnede van de cultuurhistorische waardenkaart te zien.

In en in de nabijheid van het plangebied zijn verschillende cultuurhistorische waarden aanwezig. Om te beginnen ligt het plangebied in de Meierij. De bewoningsgeschiedenis en de inrichting van dit gebied zijn in hoge mate bepaald door de natuurlijke terreingesteldheid. De indeling in agrarische gebruikseenheden (akkers, graslanden en woeste gronden) is op veel plaatsen nog goed herkenbaar. In combinatie met de dorpen en buurtschappen en de plaatselijk aanwezige kleinschaligheid verleent dit het gebied een grote landschappelijke en cultuurhistorische waarde. Twee andere aspecten die het landschap van de Meierij kenmerken zijn de landgoederen en buitenplaatsen en de populierenteelt. De dragende structuren van de Meierij zijn als volgt te bepalen:

  • De oude agrarische cultuurlandschappen met akkercomplexen, beemden, broekgebieden;
  • De dorpen en buurtschappen met langgevelboerderijen;
  • De woeste gronden met heidevelden, vennen en zandverstuivingen;
  • De kastelen, kloosters, landgoederen en buitenplaatsen;
  • De populieren;
  • De Zuid-Willemsvaart.

Het Groene Woud is onderdeel van de Meierij. Het is aangewezen als Nationaal Landschap. Kenmerkend is de opbouw van het gebied in beekdalen en dekzandplateaus en de inrichting die nauw gerelateerd is aan de terreingesteldheid. Kleinschalige middeleeuwse ontginningslandschappen worden afgewisseld met uitgestrekte bossen, heidevelden, zandverstuivingen en jonge ontginningen. Specifieke elementen zijn laanstructuren, kastelen en buitenplaatsen en watermolens.

In het Groene Woud bevindt zich ook het Bossche Broek. Dit onderdeel van het Groene Woud ligt ten zuiden van de Zuid-Willemsvaart, maar wel dicht op het plangebied van de N279. Het Bossche Broek is een laaggelegen gebied ten zuiden van 's Hertogenbosch. Het westelijke deel heeft zijn oorspronkelijke karakter als onbebouwd graslandgebied goed behouden, net als de zichtrelatie met de stad. Het oostelijke deel is na de Tweede Wereldoorlog opnieuw ingericht voor landbouw. Het Bossche Broek was onderdeel van het militaire landschap van 's-Hertogenbosch. Het kon onder water gezet worden als de stad verdedigd moest worden.

Ook het Wijboschbroek is onderdeel van het Groene Woud. Het is een uitgestrekt broekgebied dat in de 18e en 19e eeuw is ontgonnen. Het gebied bestaat uit landbouwgrond, boomgaarden en verschillende vormen van loofbos. Het patroon van wegen en dijken en de percelering weerspiegelen de verschillende momenten van ontginning. Het Wijboschbroek is van oorsprong een nat gebied, doorsneden door verschillende beekjes die water van de hogere gronden afvoerden naar de Aa. Grote delen hebben een kleinschalige strookvormige percelering; in het oostelijke deel komen grotere bospercelen voor en is de percelering rationeler. Het gebied laat een afwisseling zien van akkers, grasland, boomgaarden, broekbosjes, populierenbossen en hakhout.

Naast de bovengenoemde landschappen bevinden zich in de nabijheid van het plangebied ook twee landgoederen, namelijk Landgoed Seldensate en Landgoed kasteel Heeswijk.

Landgoed Seldensate bestaat uit de volgende waardevolle elementen:

  • De ruïne van kasteel Seldensate;
  • Het poortgebouw van Seldensate;
  • Het poortgebouw van Assendelft;
  • De oprijlaan naar het kasteel;
  • De dijkrestanten;
  • De afgesneden meanders;
  • De percelering;
  • De broekbosjes;
  • De Zuid-Willemsvaart.

afbeelding "i_NL.IMRO.9930.ipN279-va01_0019.jpg"

Seldensate is een fraai landschap met kasteelruïne, waarin de historische gelaagdheid goed afleesbaar is. Op het landgoed stonden vroeger een hoeve, een kasteeltje, een poortgebouw met duiventoren, een bierbrouwerij en een speelhuis genaamd Seldensate. Momenteel bestaan alleen het poortgebouw met oprijlaan, de duiventoren en een gedeelte van de brouwerij nog. De hoeve bestaat niet meer en van het kasteeltje rest slechts een ruïne omgeven door een gracht. Het ligt in het dal van de vroeger sterk meanderende Aa.

Landgoed kasteel Heeswijk bestaat uit de volgende waardevolle elementen:

  • De historische gebouwen: kasteel, dienstwoningen, oranjerie annex koetshuis, moestuin met kas;
  • De pachtboerderijen;
  • De laanstructuur;
  • De hakhoutbosjes;
  • De oude meander van de Aa;
  • De parkaanleg.

afbeelding "i_NL.IMRO.9930.ipN279-va01_0020.jpg"

Heeswijk is een middeleeuws kasteel dat in de 19e eeuw een geheel nieuw aanzien heeft gekregen, waarbij ook de aanleg van het park is gewijzigd. In de vernieuwde aanleg zijn oudere elementen opgenomen. De sobere inrichting is veranderd in een landschappelijke aanleg. De grachten werden vergraven tot vijvers, er kwam een nieuwe oprijlaan en de structuur van het park werd gewijzigd, waarbij oude lanen en zichtlijnen behouden bleven.

Monumenten

In het plangebied komen geen monumenten voor. In de nabijheid van het plangebied liggen verschillende gemeentelijke- en rijksmonumenten.