direct naar inhoud van Regels
Plan: Reparatie inpassingsplan N244
Status: vastgesteld
Plantype: inpassingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.9927.BP16115-VA01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 Plan

Het inpassingsplan 'Reparatie inpassingsplan N244' van de provincie Noord-Holland, bestaande uit de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.9927.BP16115-VA01 met bijbehorende regels.

1.2 Inpassingsplan N244

Het inpassingsplan 'N244' van de de provincie Noord-Holland zoals vastgesteld op 3 februari 2014.

1.3 Gebiedsontsluiting

Verkeersvoorzieningen ten behoeve van de aansluiting van horeca-, parkeer- openbaarvervoersvoorzieningen en verkooppunten voor motorbrandstoffen met LPG op aangrenzende wegen.

Artikel 2 Toepassingsbereik

  • a. De regels zoals opgenomen in de hoofdstukken 2 en 3, zijn uitsluitend van toepassing op de bestemmingen en aanduidingen op de verbeelding van het plan 'Reparatie inpassingsplan N244' als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.9927.BP16115-VA01;
  • b. Voor het overige blijven de regels van het inpassingsplan N244 onverminderd van toepassing.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Gemengd 1

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. verkeer in de vorm van een P+R-voorziening en gebiedsontsluitingen;
  • b. openbaar vervoersvoorzieningen;
  • c. openbare nutsvoorzieningen;
  • d. voorzieningen voor waterbeheer;
  • e. water;
  • f. bijbehorende voorzieningen, zoals parkeer- en groenvoorzieningen.
3.2 Bouwregels
  • a. Op of in deze gronden zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan die ten dienste staan van deze bestemming.
  • b. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
    • 1. de bouwhoogte van lichtmasten mag niet meer dan 8 meter bedragen;
    • 2. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer dan 1,5 meter bedragen.
3.3 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:

  • a. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • b. het ruimtelijk beeld;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de woonsituatie;
  • e. de milieusituatie;
  • f. de sociale veiligheid;

nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van bouwwerken.

3.4 Afwijken van de bouwregels
3.4.1 Afwijken maximale bouwhoogte overige bouwwerken geen gebouwen zijnde

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2 sub b onder en toestaan dat de bouwhoogte van overige bouwwerken geen gebouwen zijnde maximaal 8 meter mag bedragen.

3.4.2 Voorwaarden

Van de afwijkingsbevoegdheid als bedoeld in lid 3.4.1 mag alleen gebruik worden gemaakt indien gelijktijdig of eerder toepassing wordt gegeven aan de wijzigingsbevoegdheid en voorwaarden als bedoeld in lid 6.2.

Artikel 4 Groen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen;
  • b. voet- en fietspaden;
  • c. openbare nutsvoorzieningen;
  • d. voorzieningen voor waterbeheer;
  • e. water;
  • f. erf- en terreinafscheidingen.
4.2 Bouwregels
  • a. Op of in deze gronden zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan die ten dienste staan van deze bestemming.
  • b. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
    • 1. de bouwhoogte van erf- of terreinafscheidingen mag niet meer dan 1,5 meter bedragen;
    • 2. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer dan 1,5 meter bedragen.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 5 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 6 Algemene wijzigingsregels

6.1 Bedrijf - verkooppunt motorbrandstoffen met LPG
6.1.1 Wro-zone - wijzigingsgebied 1

Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland zijn bevoegd de bestemmingen ter plaatse van de aanduiding ‘Wro-zone - wijzigingsgebied 1' te wijzigen in de bestemming 'Bedrijf - verkooppunt motorbrandstoffen met LPG', met dien verstande dat:

  • a. toepassing van de wijziging ertoe moet leiden dat ten minste de regels van de (model-)bestemming 'Verkooppunt motorbrandstoffen met LPG' zoals opgenomen in bijlage 1 van toepassing zijn;
  • b. van deze wijzigingsbevoegdheid uitsluitend gebruik mag worden gemaakt indien voldaan wordt aan de voorwaarden zoals opgenomen in lid 6.1.3.
6.1.2 Wro-zone - wijzigingsgebied 2

Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland zijn bevoegd de bestemmingen ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone - wijzigingsgebied 2' te wijzigen door aan deze bestemmingen een aanduiding 'veiligheidszone - lpg' te verbinden, met dien verstande dat van deze wijzigingsbevoegdheid uitsluitend gebruik mag worden gemaakt indien voldaan wordt aan de voorwaarden zoals opgenomen in artikel 6.1.3 en aan de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' de volgende bepalingen worden verbonden:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' is het verboden kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten te bouwen;
  • b. het bevoegd gezag bevoegd is het plan te wijzen door de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' te verwijderen, indien uit onderzoek is gebleken dat de betreffende risicovolle inrichting buiten werking is gesteld;
  • c. het bevoegd gezag is bevoegd het plan te wijzigen door de omvang en situering van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' te wijzigen, indien uit onderzoek is gebleken dat door een wijziging van de bedrijfsvoering in de betreffende risicovolle inrichting de plaatsgebonden risicocontour kleiner is geworden of dat door aangepaste wet- en regelgeving, nieuwe inzichten, dan wel nieuwe rekenmethoden een kleinere plaatsgebonden risicocontour geldt of aanvaardbaar is.
6.1.3 Voorwaarden

Van de wijzigingsbevoegdheden als bedoeld in lid 6.1.1 en 6.1.2 mag alleen gebruik worden gemaakt, indien:

  • a. gelijktijdig toepassing wordt gegeven aan de wijzigingsbevoegdheden als bedoeld in lid 6.1.1 en 6.1.2;
  • b. Provinciale Staten de begrenzing van het weidevogelleefgebied zoals opgenomen in de Provinciale ruimtelijke verordening structuurvisie, vastgesteld op 3 februari 2014, zodanig hebben gewijzigd dat er geen weidevogelleefgebied is gelegen binnen de verstoringsafstand van de in lid 6.1.1 toegestane activiteiten waarover compensatie dient plaats te vinden op de wijze zoals nader uitgewerkt in de Uitvoeringsregeling natuurcompensatie Noord-Holland en vastgesteld op 2 december 2014;
  • c. uit onderzoek blijkt dat wordt voldaan aan de normen uit het Besluit externe veiligheid inrichtingen en de Regeling externe veiligheid inrichtingen;
  • d. de wijziging niet leidt tot verwijdering van het vulpunt zoals dat is aangeduid ter plaatse van de aanduiding 'vulpunt-LPG';
  • e. het vulpunt van het LPG-reservoir wordt gesitueerd ter plaatse van de aanduiding 'vulpunt-LPG';
  • f. de LPG-doorzet maximaal 1.500 m³ LPG per jaar bedraagt;
  • g. er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid.
6.2 Gemengd 2
6.2.1 Wro-zone - wijzigingsgebied 3

Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland zijn bevoegd ter plaatse van de aanduiding ‘Wro-zone - wijzigingsgebied 3' de bestemming 'Groen' te wijzigen in de bestemming 'Gemengd 2', met dien verstande dat:

  • a. toepassing van de wijziging ertoe moet leiden dat ten minste de regels van de (model-)bestemming 'Gemengd 2' zoals opgenomen in bijlage 2 van toepassing zijn;
  • b. van deze wijzigingsbevoegdheid uitsluitend gebruik mag worden gemaakt indien voldaan wordt aan de voorwaarden zoals opgenomen in lid 6.2.2.
6.2.2 Voorwaarden

Van de wijzigingsbevoegdheid als bedoeld in lid 6.2.1 mag alleen gebruik worden gemaakt, indien Provinciale Staten de begrenzing van het weidevogelleefgebied zoals opgenomen in de Provinciale ruimtelijke verordening structuurvisie, vastgesteld op 3 februari 2014, zodanig hebben gewijzigd dat er geen weidevogelleefgebied is gelegen binnen de verstoringsafstand van de in lid 6.2.1 toegestane activiteiten waarover compensatie dient plaats te vinden op de wijze zoals nader uitgewerkt in de Uitvoeringsregeling natuurcompensatie Noord-Holland en vastgesteld op 2 december 2014.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 7 Overgangsrecht

7.1 Overgansrecht bouwwerken
  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het inpassingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van lid 7.1 sub a. een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
  • c. Lid 7.1 sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
7.2 overgangsrecht gebruik
  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het inpassingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • b. Het is verboden het met het inpassingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 7.2 sub a., te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • c. Indien het gebruik, bedoeld in het lid 7.2 sub a., na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

Lid 7.2 sub a. is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende inpassingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 8 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het inpassingsplan 'Reparatie inpassingsplan N244'.