direct naar inhoud van Artikel 26 Water - 2
Plan: Bolsward Binnenstad
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.19000000040703VA01

Artikel 26 Water - 2

 

1.    Bestemmingsomschrijving

De voor Water - 2 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.    sloten, tochten, vaarten, vijvers en poelen en daarmee gelijk te stellen waterlopen en waterpartijen;

b.    kaden en oevers;

c.    de waterhuishouding;

 

met daaraan ondergeschikt:

d.    periodieke evenementen;

e.    incidentele evenementen;

f.     infrastructurele voorzieningen;

g.    het recreatief medegebruik;

h.    aanleggelegenheid;

i.      groenvoorzieningen;

j.      openbare nutsvoorzieningen.

2.    Bouwregels

2. 1. Op en in de gronden als bedoeld in lid 1, mogen uitsluitend worden gebouwd:

-       andere bouwwerken, zoals kunstwerken, waaronder:

1.    bruggen, ter plaatse van de aanduiding “brug”;

2.    aan- en afmeersteigers, ter plaatse van de aanduiding “aan- en afmeersteigers”.

2. 2. Voor het bouwen van de in lid 2.1. genoemde andere bouwwerken, gelden de volgende regels:

a.    bruggen mogen uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding “brug”;

b.    aan- en afmeersteigers mogen uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding “aan- en afmeersteigers”;

c.    de hoogte van kunstwerken zal ten hoogste 5 m bedragen;

d.    de hoogte van overige andere bouwwerken zal ten hoogste 3 m bedragen.

3.    Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 7.10 Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

a.    het gebruik van de gronden als ligplaats voor woonschepen;

b.    het gebruik van de gronden als liggelegenheid voor (recreatie)vaartuigen, tenzij de gronden zijn voorzien van de aanduiding “aan- en afmeersteigers”;

c.    het gebruik van (recreatie)vaartuigen voor permanente bewoning.


4.    Aanlegvergunning

4. 1. Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

a.    het afgraven, ophogen en/of egaliseren van gronden;

b.    het aanleggen van voorzieningen ten behoeve van het recreatief medegebruik;

c.    het graven en/of dempen van waterlopen en/of waterpartijen.

4. 2. Het bepaalde in lid 4.1. is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, die:

a.    het normale onderhoud betreffen;

b.    reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan.

4. 3. De in lid 4.1. genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waarde van de gronden voor de waterhuishouding.

5.    Wijzigingsbevoegdheid

5. 1. Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen in die zin dat:

a.    de gronden worden voorzien van de aanduiding “aan- en afmeersteigers";

b.    de aanduiding “brug” wordt aangegeven;

c.    de aanduiding “aan- en afmeersteigers" wordt verwijderd;

d.    de aanduiding “brug” wordt verwijderd.

5. 2. Burgemeester en wethouders kunnen toepassing geven aan de in lid 5.1. bedoelde wijzigingsbevoegdheden indien hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de milieusituatie, de woonsituatie, de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermd stadsgezicht, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.