direct naar inhoud van Artikel 25 Water - 1
Plan: Bolsward Binnenstad
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.19000000040703VA01

Artikel 25 Water - 1

 

1.    Bestemmingsomschrijving

De voor Water - 1 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.    sloten, vaarten, kanalen, meren en plassen en daarmee gelijk te stellen waterlopen en waterpartijen, al dan niet voor verkeer en vervoer te water;

b.    kaden en oevers;

c.    de waterhuishouding;

 

met daaraan ondergeschikt:

d.    periodieke evenementen;

e.    incidentele evenementen;

f.     bijzondere recreatieve voorzieningen;

g.    infrastructurele voorzieningen;

h.    het recreatief medegebruik;

i.      aanleggelegenheid;

j.      groenvoorzieningen;

k.    openbare nutsvoorzieningen.

2.    Bouwregels

2. 1. Op en in de gronden als bedoeld in lid 1, mogen uitsluitend worden gebouwd:

-       andere bouwwerken, zoals kunstwerken, palen en masten, waaronder bruggen, ter plaatse van de aanduiding “brug”.

2. 2. Voor het bouwen van de in lid 2.1. genoemde andere bouwwerken gelden de volgende regels:

a.    bruggen mogen uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding “brug”;

b.    de hoogte van palen en masten zal ten hoogste 10 m bedragen;

c.    de hoogte van kunstwerken zal ten hoogste 15 m bedragen;

d.    de hoogte van aanleggelegenheden, anders dan aan- en afmeersteigers, zal ten hoogste 1 m bedragen;

e.    de oppervlakte van een aanleggelegenheid, anders dan een aan- en afmeersteiger, zal ten hoogste 10 m² bedragen;

f.     de hoogte van overige andere bouwwerken zal ten hoogste 5 m bedragen.

3.    Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 7.10 Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

a.    het gebruik van de gronden als ligplaats voor woonschepen;

b.    het gebruik van de gronden als permanente liggelegenheid voor (recreatie)vaartuigen;

c.    het gebruik van (recreatie)vaartuigen voor permanente bewoning.

 


4.    Aanlegvergunning

4. 1. Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

a.    het afgraven, ophogen en/of egaliseren van gronden;

b.    het aanleggen van voorzieningen ten behoeve van het recreatief medegebruik;

c.    het graven en/of dempen van watergangen.

4. 2. Het bepaalde in lid 4.1. is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, die:

a.    het normale onderhoud betreffen;

b.    reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan.

4. 3. De in lid 4.1. genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waarde van de gronden voor het verkeer en vervoer te water en/of de waterhuishouding.

5.    Wijzigingsbevoegdheid

5. 1. Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen in die zin dat:

a.    de gronden worden voorzien van de aanduiding “aan- en afmeersteigers", "liggelegenheid (recreatie)vaartuigen";

b.    de aanduiding “brug” wordt aangegeven;

c.    de aanduiding “aan- en afmeersteigers", "liggelegenheid (recreatie) vaartuigen" wordt verwijderd;

d.    de aanduiding “brug” wordt verwijderd.

5. 2. Burgemeester en wethouders kunnen toepassing geven aan de in lid 5.1. bedoelde wijzigingsbevoegdheden indien hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de milieusituatie, de woonsituatie, de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermd stadsgezicht, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.