direct naar inhoud van 4.8 Milieueffectrapportage
Plan: Wijzigingsplan A. de Graaflaan 31
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1884.WPADEGRAAFLAAN31-VAS1

4.8 Milieueffectrapportage

De milieueffectrapportage (m.e.r.) is een hulpmiddel om bij diverse procedures het milieubelang een volwaardige plaats in de besluitvorming te geven. Een m.e.r. is verplicht bij de voorbereiding van plannen en besluiten van de overheid over initiatieven en activiteiten van publieke en private partijen die belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu kunnen hebben. De m.e.r. is wettelijk verankerd in hoofdstuk 7 van de Wet milieubeheer. Naast de Wet milieubeheer is het Besluit m.e.r. belangrijk om te kunnen bepalen of bij de voorbereiding van een plan of een besluit de m.e.r.-procedure moet worden doorlopen. Bij toetsing aan het Besluit m.e.r. zijn er vier mogelijkheden:

  • a. het plan of besluit is direct m.e.r.-plichtig;
  • b. het plan of besluit bevat activiteiten uit kolom 1 van onderdeel D, en ligt boven de (indicatieve) drempelwaarden, zoals beschreven in kolom 2 'gevallen', van onderdeel D. Het besluit moet eerst worden beoordeeld om na te gaan of er sprake is van m.e.r.-plicht: het besluit is dan m.e.r.-beoordelingsplichtig. Voor een plan in kolom 3 'plannen' geldt geen m.e.r-beoordelingsplicht, maar direct een (plan-)m.e.r.-plicht;
  • c. het plan of besluit bevat wel de activiteiten uit kolom 1, maar ligt beneden de drempelwaarden, zoals beschreven in kolom 2 'gevallen', van onderdeel D: er dient in overleg met de aanvrager van het bijbehorende plan of besluit beoordeeld te worden of er aanleiding is voor het uitvoeren van een m.e.r.-beoordeling (als sprake is van een besluit) of het direct uitvoeren van een m.e.r. (als sprake is van een plan). Deze keuze wordt uiteindelijk in het bijbehorende plan of besluit gemotiveerd;
  • d. de activiteit(en) of het betreffende plan en/of besluit worden niet genoemd in het Besluit m.e.r.: er geldt geen m.e.r.-(beoordelings)plicht.

Planspecifiek

De oprichting, wijziging of uitbreiding van een installatie voor het fokken, mesten of houden van meer dan 200 melkkoeien is opgenomen in de D-lijst bij het Besluit m.e.r. Dit betekent dat in het kader van de milieuvergunning sprake is van een m.e.r.-beoordelingsplicht. Een ruimtelijk plan dat het kader vormt voor een toekomstig besluit over een m.e.r.-(beoordelings)plichtige activiteit is planm.e.r.-plichtig. In dit geval is reeds een m.e.r.-beoordeling uitgevoerd (Besluit 6 juni 2011, Milieudienst West-Holland namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Kaag en Braassem). Op basis daarvan is het besluit genomen dat geen milieu-effectrapportage hoeft te worden opgesteld. In het kader van het voorliggende wijzigingsplan gelden dan ook verder geen verplichtingen op basis van het Besluit m.e.r.