direct naar inhoud van Artikel 7 Gemengd - 1
Plan: Buitengebied Born - Geleen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1883.BPBuitgbBornGeleen-VA01

Artikel 7 Gemengd - 1

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Gemengd - 1 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. behoud en/of herstel van de aldaar voorkomende dan wel daaraan eigen cultuurhistorische, landschappelijke en/of natuurlijke waarden;
  • b. een doelmatig hergebruik van kasteel Wolfrath met vormen van wonen, kantoor, conferentie, expositie en ontvangst;
  • c. horeca ondergeschikt aan de hiervoor genoemde mogelijke hoofdgebruiksvorm(en), zoals in de vorm van een kantine, restaurant, terras en daarmee vergelijkbare voorzieningen. De omvang van de horecavoorziening is afgestemd op de behoefte voortkomend uit de gebruikers van de hoofdgebruiksvorm(en). Echter ook medegebruik door passanten is toegestaan. Het is niet toegestaan het horecagedeelte op enig moment af te splitsen en als zelfstandige vorm van horeca onafhankelijk van de hoofdgebruiksvorm(en) voort te zetten. Ook is het niet toegestaan de ondergeschikte horeca nog langer uit te oefenen op het moment dat de hoofdgebruiksvorm(en) zijn komen te vervallen of niet langer van toepassing zijn;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie', een industriĆ«le geluidzone. De regels in artikel 33.3 zijn van toepassing;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'POG', de provinciale ontwikkelingszone groen. De regels in artikel 33.4 zijn van toepassing,

met daarbij behorende:

  • f. groenvoorzieningen;
  • g. parkeervoorzieningen;
  • h. toegangs- en ontsluitingswegen.
7.2 Bouwregels
7.2.1 Algemeen

Gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde en parkeervoorzieningen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden opgericht, met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen.

7.2.2 Gebouwen binnen het bouwvlak
  • a. de maximale goothoogte van gebouwen bedraagt maximaal de bestaande goothoogte en de maximale bouwhoogte maximaal de bestaande bouwhoogte;
  • b. de kapvorm, nokrichting en dakhelling mogen uitsluitend overeenkomstig de bestaande situatie worden uitgevoerd.
7.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen uitsluitend worden gebouwd in het achtererfgebied, behoudens erf- en terreinafscheidingen;
  • b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 5 meter, met uitzondering van:
    • 1. erf- en terreinafscheidingen, waarvan de bouwhoogte in het achtererfgebied maximaal 2 meter bedraagt en waarvan de bouwhoogte in het voorerfgebied maximaal 1 meter bedraagt;
    • 2. vlaggen-, reclame- en lichtmasten, waarvan de bouwhoogte maximaal 12 meter bedraagt;
  • c. de afstand tot de perceelsgrens dient minimaal 3 meter te bedragen met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen.
7.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving, waaronder geconcentreerd bouwen;
  • c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  • d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  • e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
  • f. ter waarborging van een goede landschappelijke inpassing;
  • g. in het belang van een verantwoorde afvoer van hemelwater (infiltratie of retentie).
7.4 Specifieke gebruiksregels
7.4.1 Doelmatig hergebruik

Bij het doelmatig hergebruik van kasteel Wolfrath mag er geen sprake zijn van een zodanig gebruik dat:

  • a. de landschappelijke, cultuurhistorische en monumentale waarden worden aangetast; aangaande de monumentale bebouwing dient vooraf de monumentencommissie gehoord te worden over het voorgestane gebruik;
  • b. de omgevingseffecten per saldo onevenredig toenemen ten opzichte van de bestaande situatie;
  • c. verkeersoverlast ontstaat, waardoor het treffen van infrastructurele maatregelen noodzakelijk wordt;
  • d. de leefbaarheid in de vorm van de woon- en verblijfskwaliteit in de directe omgeving wordt aangetast.
7.4.2 Strijdig gebruik

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik:

  • a. het plaatsen van onderkomens en/of kampeermiddelen, van al dan niet afgedankte voer- en vaartuigen en van wagens, geschikt en bestemd voor de uitoefening van handel;
  • b. seksinrichtingen;
  • c. coffeeshops;
  • d. horeca, anders dan van ondergeschikte betekenis;
  • e. detailhandel, anders dan ondergeschikt en inherent aan het toegelaten gebruik, zoals aangegeven in 7.1;
  • f. als staanplaats of ligplaats voor onderkomens en/of kampeermiddelen;
  • g. als sport- en wedstrijdterrein, parkeerterrein, buitenmanege of lig- en speelweide;
  • h. voor het beproeven van voertuigen, de beoefening van de motorsport, het houden van wedstrijden met motorvoertuigen;
  • i. voor het racen of crossen met motorvoertuigen;
  • j. voor opslag van goederen en materialen buiten het bouwvlak, behoudens voor zover dit noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • k. voor opslag van brandgevaarlijke en giftige stoffen.