Plan: | N223 Westerlee-Maasdijk |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1783.OBP00000010-VAST |
Het transport, het gebruik, de opslag en productie van gevaarlijke stoffen brengen risico's met zich mee door de mogelijkheid dat bij een ongeval gevaarlijke lading kan vrijkomen. De discipline externe veiligheid houdt zich bezig met het management van de aan deze mogelijkheid verbonden risico's.
De voor de externe veiligheid relevante risicobronnen zijn in twee groepen te onderscheiden:
In het externe veiligheidsbeleid wordt onderscheid gemaakt tussen het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR).
Het PR is de kans per jaar dat een persoon dodelijk wordt getroffen door een ongeval, indien hij zich permanent en onbeschermd op een bepaalde plaats bevindt. Hoe dichter bij de bron, hoe groter het plaatsgebonden risico.
Het GR is de kans per jaar dat in één keer een groep van een bepaalde grootte dodelijk slachtoffer wordt van een ongeval met gevaarlijke stoffen. Hoe meer mensen nabij de bron, hoe groter het groepsrisico.
Beoogde ontwikkeling
In het plangebied bevinden zich mogelijk risicovolle inrichtingen of buisleidingen waarmee in dit bestemmingsplan rekening moet worden gehouden.
Toetsingskader
Voor risicovolle inrichtingen is de normstelling gebaseerd op het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi, 2004). Het Bevi is op enkele onderdelen na op 27 oktober 2004 in werking getreden. Het treedt gefaseerd in werking voor sanering van bestaande bedrijven. Het Bevi is per 13 februari 2009 gewijzigd. De Regeling externe veiligheid inrichtingen (Revi) werkt het besluit verder uit.
Het Bevi bevat veiligheidsnormen voor bedrijven met gevaarlijke stoffen die een risico vormen voor personen buiten het bedrijfsterrein. Het Bevi moet de risico's beperken. Dit betekent bijvoorbeeld dat bedrijven maatregelen moeten nemen of dat provincies of gemeenten bedrijven of woning moeten verplaatsen (saneren).
Het Bevi legt het PR vast. Daarmee worden de veiligheidsafstanden rond risicobedrijven bepaald. De grenswaarde voor het PR is 10-6 (kans van 1 op de miljoen per jaar).
Het gt een verantwoordingsplicht op voor het GR) Een gemeente of provincie moet een verantwoording van het groepsrisico afleggen bij veranderingen van het GR. Het GR moet verantwoord worden voor het gebied waarbinnen zich de gevolgen van een incident met gevaarlijke stoffen voordoen. Dit is de zogenaamde 1%-letaliteitsgrens, dat wil zeggen de afstand vanaf een risicobedrijf waarop nog slechts 1% van de blootgestelde mensen in de omgeving overlijdt bij een ongeval op het risicobedrijf.
Onderzoek
Om te beoordelen of in het plangebied sprake is van risicovolle inrichtingen of buisleidingen, is de risicokaart geraadpleegd op de website www.risicokaart.nl (zie onderstaande afbeelding).
Afbeelding 5.4 Risicokaart gemeente Westland
Uit de risicokaart blijkt dat er wel een aantal risicovolle inrichtingen (rode stippen) en kwetsbare objecten (groene figuurtjes) te vinden zijn in de omgeving van het plangebied, maar deze liggen niet binnen de plangrenzen van dit bestemmingsplan.
Conclusie
Aangezien de relevante inrichtingen en kwetsbare objecten niet binnen de bestemmingsplangrenzen liggen, hoeven hiervoor in dit bestemmingsplan geen bepalingen opgenomen te worden.
Beoogde ontwikkeling
In het plangebied bevinden zich wegen waarover mogelijk gevaarlijke stoffen worden vervoerd. Langs deze vervoersassen bestaat een grotere kans dat een ernstig ongeluk plaatsvindt dan elders. Langs deze wegen geldt een veiligheidszone van 200 m8.
Toetsingskader
Rijksbeleid
In augustus 2004 is de Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (RNVGS, 2004) in de Staatscourant gepubliceerd. In deze circulaire is het externe veiligheidsbeleid voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over water en wegen opgenomen.
De grenswaarde die gehanteerd wordt voor het plaatsgebonden risico (PR) is gesteld op:
Voor het GR zijn de oriënterende waarden voor situaties rondom transportassen:
Op basis van de circulaire geldt bij een overschrijding van de oriëntatiewaarde voor het GR of een toename van het GR een verantwoordingsplicht. Deze verantwoordingsplicht geldt zowel in bestaande als in nieuwe situaties. De circulaire vermeldt dat op een afstand van 200 m vanaf het tracé in principe geen beperkingen hoeven te worden gesteld aan het ruimtegebruik. Wel kan de verantwoordingsplicht voor het GR nog buiten deze 200 m strekken.
Recent is het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) in werking getreden. Daarmee is in aansluiting op het Bevi ook voor buisleidingen een systematiek met PR en GR geïntroduceerd.
Gemeentelijk beleid
In het Westlands Verkeer en Vervoersplan 2005 2015 is een kaart opgenomen welke de route gevaarlijke stoffen in de gemeente Westland weergeeft. De Oranjesluisweg is op deze kaart opgenomen als route gevaarlijke stoffen.
Onderzoek
Het PR ligt in de gemeente Westland op de weg. Met de realisatie van de nieuwe verbindingsweg N223 Westerlee-Maasdijk wordt de Oranjesluisweg losgekoppeld van de transportroute gevaarlijke stoffen. Feitelijk gezien zal de nieuwe weg deze functie overnemen. Het PR zal daarom onveranderd blijven. Wat betreft de gevolgen voor het GR wordt geconcludeerd dat het zal afnemen omdat het totaal aan (beperkt) kwetsbare objecten in de omgeving van de 'verplaatste' route gevaarlijke stoffen kleiner is. Hoofdzakelijk betreft het hier de woningen gelegen aan de Oranjesluisweg.
Binnen het plangebied ligt verder een leiding van de NAM met een diameter van 6 inch en een druk van 95 bar. Aangezien met het voorliggende bestemmingsplan geen nieuwe kwetsbare of beperkt-kwetsbare objecten worden mogelijk gemaakt in de zone langs de leiding, vormt deze leiding geen belemmering voor de uitvoering van het plan. De leiding is opgenomen op de plankaart en in de regels. Naast de NAM-leiding ligt binnen het plangebied ook een hoofdaardgastranportleiding. Omdat de betreffende gasleiding niet meer in gebruik is, is in deze leiding niet opgenomen in het bestemmingsplan (akkoord Gasunie).
In het westen van het plangebied is sprake van een verhoogde kans op munitie in de bodem. Deze plaatsen zijn opgenomen op de verbeelding door middel van een gebiedsaanduiding. In de regels zijn bepalingen opgenomen gericht op het beperken van veiligheidsrisico's.
Conclusie
Het bestemmingsplan heeft ten aanzien van het PR geen verandering ten opzichte van de bestaande situatie en een positief effect op het groepsrisico in verband met de transportroute gevaarlijke stoffen. In Bijlage 3 is een verantwoording van het groepsrisico opgenomen.