direct naar inhoud van 6.1 Dynamisch uitvoeringsprogramma
Plan: Structuurvisie ''Moerdijk 2030''
Status: vastgesteld
Plantype: gemeentelijke structuurvisie
IMRO-idn: NL.IMRO.1709.SVMoerdijk2030-0401

6.1 Dynamisch uitvoeringsprogramma

Kompas

De structuurvisie fungeert als een kompas voor het toekomstige beleid en de toekomstige ontwikkelingen in Moerdijk. De visie geeft hoofdlijnen aan waarbinnen ruimte wordt gelaten aan voorziene en nog niet te voorziene ontwikkelingen. Tevens wordt conform de Wro ingegaan op de wijze waarop dit beleid gerealiseerd dient te worden. De structuurvisie krijgt 'handen en voeten' door deze te vertalen naar acties en (strategische) projecten. De visie wordt daarmee meer dan alleen een papieren document; er gaat ook een initiërende en stimulerende werking van uit. De kernvraag "In wat voor dorpen en landschappen willen onze kinderen straks leven?" wordt dan gekoppeld aan de vraag "Hoe kunnen we dat bereiken?".

'Grondexploitatiewet'

Door de invoering van de nieuwe Wro (met de grondexploitatieparagraaf) op 1 juli 2008 is het gemeentelijk kostenverhaal bij ruimtelijke ontwikkelingen veranderd. De oude wet op de ruimtelijk ordening bood, indien de gemeente niet zelf eigenaar was van de te ontwikkelen gronden, geen of slechts beperkte mogelijkheden voor kostenverhaal. De wetgever heeft met de nieuwe Wro inzake grondexploitatie hiervoor een oplossing willen bieden. De 'grondexploitatiewet' (afd. 6.4 nieuwe Wro) schept een publiekrechtelijk kader om kosten te verhalen, kosten te verevenen en locatie-eisen bij particuliere grondexploitatie te stellen. Ook de regiefunctie van gemeenten tegenover particuliere grondexploitanten is versterkt. Als publiekrechtelijke stok achter de deur kan de gemeente de kosten van bijvoorbeeld openbare voorzieningen verhalen op grond van een exploitatieplan. Overigens zal naar verwachting het overgrote deel van de gemeenten nog steeds via de privaatrechtelijke manier proberen anterieure overeenkomsten te sluiten. Privaatrechtelijk (anterieur) kunnen gemeente en particuliere grondeigenaar namelijk meer zaken regelen dan publiekrechtelijk.

Toepassing Gemeente Moerdijk

Ter uitvoering van het programma zet de gemeente Moerdijk (onder meer) in op fondsvorming, concreet:

  • Fonds Bovenwijks;
  • Fonds Ruimtelijke Ontwikkelingen.

Het Fonds Bovenwijks heeft specifiek tot doel (in financiële zin) bij te dragen aan de dekking van voorzieningen met een bovenwijks karakter. Concreet gaat het om de volgende voorzieningen:

  • herinrichting centrum Zevenbergen;
  • parkeergarage centrum Zevenbergen;
  • tunnelbak spoor Bosselaar Zuid / Verbinding Zuidrand - Oostrand;
  • infrastructurele maatregelen, afschalen N285;
  • evenementenparkeerterrein Willemstad.

Het Fonds Ruimtelijke Ontwikkelingen heeft tot doel een
algemene verbetering van de woon-, werk- en leefkwaliteit. Concreet wordt dit fonds ingezet voor de volgende zaken:

  • realisatie landschapsbeleidsplan;
  • realisatie fiets- en wandelpadenplan;
  • ondersteunende infra buitengebied, vooral gekoppeld aan waterbeheer;
  • gemeentelijk investeringsprogramma Moerdijk MeerMogelijk (zie onderstaande toelichting);
  • herstructurering (revitaliseringsopgave) woningbouw en bedrijfslocaties.

Deze fondsen (zie ook bijlage 1)worden gevoed door bijdragen uit nieuwe ontwikkelingen (zie bijlage 2) zoals woningbouw, ontwikkeling van bedrijventerreinen en andere functies. Dit kan bijvoorbeeld door een vaste bijdrage per equivalent te storten in een fonds. De nadere juridische uitwerking heeft plaats in de Nota Kostenverhaal.

Naast fondsvorming zet de gemeente, ter realisatie van het uitvoeringsprogramma, actief haar publiekrechtelijk instrumentarium in (exploitatieplan, strategische verwerving, WVG, onteigening). In de Nota Grondbeleid zal invulling worden gegeven aan de gemeentelijke grondstrategie ter realisatie van deze structuurvisie en het bijbehorende programma.

Ten behoeve van de bijdragen vanuit het LPM aan de Ontwikkeling Noordrand Zevenbergen en de Herstructurering Waterfront Moerdijk (zie paragraaf 2.3 onder "Moerdijk MeerMogelijk") zal de Provincie Noord-Brabant een fonds vormen, omdat het LPM door de Provincie zal worden ontwikkeld.

Ad: landschapsbeleidsplan

Het landschapsbeleidsplan heeft vooral als doel te zorgen voor de versterking van de groenblauwe dooradering van het buitengebied: een integrale ontwikkeling van de kreken en waterlopen en de directe omgeving ten behoeve van een duurzaam waterbeheer, natuur, landschap en recreatie.

Ad: fiets- en wandelpadenplan

Het fiets- en wandelpadenplan wordt verder uitgebreid, waarbij themaroutes worden ontwikkeld en ontbrekende schakels worden aangepakt.

Ad: ondersteunende infra buitengebied

Er wordt ondersteunende infra ontwikkeld, vooral ten behoeve van waterbeheer, zoals bijvoorbeeld bij retentiezones en baggerdepots.

Ad: Moerdijk MeerMogelijk: 'economie en leefbaarheid gaan hand in hand'

De investering in de leefbaarheid waar het gemeentelijk programma zich op richt, dient gedekt te worden door de afdrachten van de realisatie van woningen en de ontwikkeling van het Stationsgebied Lage Zwaluwe. In de bestuursovereenkomst Moerdijk MeerMogelijk (zie paragrafen 1.1 en 2.3) en de bijbehorende bijlagen, zijn afspraken gemaakt over de relatie tussen de verschillende plannen die onder Moerdijk MeerMogelijk vallen. Op basis van deze overeenkomst dienen afdrachten gegenereerd te worden ter realisatie van het voornoemde gemeentelijke programma.

Ad: herstructurering- en revitaliseringsopgave woningbouw en bedrijventerreinen

Naast nieuwbouw van woningen ligt er voor de komende jaren een grootschalige herstructureringsopgave. Veel van de bestaande woningvoorraad bestaat uit jaren 50-, 60- en 70-woningen en is eenzijdig van opbouw. Een groot deel zal de komende jaren moeten worden opgeknapt, dan wel worden vervangen door nieuwe. Deze herstructureringsopgave zal gepaard gaan met een verdunning van de woningdichtheid. Herstructurering en inbreiding zijn gekoppeld aan uitbreiding. Uitbreiding zal nodig zijn om de woningen terug te bouwen die door de verdunning verdwijnen. Woningbouw op uitbreidingslocaties zal financieel bij moeten dragen aan de herstructureringsopgave. Een zelfde opgave en systematiek ligt er voor (nieuwe en bestaande) bedrijventerreinen.

Dynamisch uitvoeringsprogramma

Het uitvoeringsprogramma moet worden opgevat als een dynamisch programma dat in beginsel elke twee jaar - gekoppeld aan de monitoring van de woningbouw-/bedrijvigheidsopgave - kan worden geactualiseerd en kan worden vastgesteld, min of meer los van de inhoud van de structuurvisie.

In de Nota Kostenverhaal worden de verhaalsmogelijkheden en verbanden nader uitgewerkt. Ook deze nota zal - eventueel gekoppeld aan de herziening van de uitvoeringsparagraaf van de structuurvisie - periodiek worden herzien. In het dynamisch uitvoeringsprogramma is een onderscheid gemaakt in de periode tot 2020 (concreet in het programma opgenomen) en de periode 2020 tot 2030 (indicatief opgenomen). Het kostenverhaal wordt zoals gezegd verder uitgewerkt en vastgelegd in een separate Nota Kostenverhaal. In zijn algemeenheid kan worden gesteld dat het aanbeveling verdient het gewenste kostenverhaal zo objectief en transparant mogelijk uit te werken. Voor de periode tot 2020 is op basis van de bestaande financieel-economische gegevens aangegeven welke projecten verlies- en welke winstgevend kunnen zijn. De komende tien jaar (tot 2020) is ook de periode waarover het woningbouwprogramma loopt en waarover kostenverhaal kan worden gepleegd. Het uitvoeringsprogramma geldt dus niet voor de gehele looptijd van de structuurvisie. Niet alles hoeft en kan echter vóór 2020 gerealiseerd (te) zijn. De structuurvisie en deels ook de uitvoeringsparagraaf geven dan ook een wensbeeld voor 2030. Zo wordt optimaal invulling gegeven aan de koppeling met de grondexploitatie op basis van de nieuwe Wro.

Het dynamische uitvoeringsprogramma bestaat uit de twee bijlagen die na deel A van deze structuurvisie zijn opgenomen. Het is gebaseerd op de opgaven - per thema - zoals omschreven in de voorgaande hoofdstukken. In de eerste bijlage is de uitvoeringskaart weergegeven met daarop alle onttrekkingen (bovenwijkse voorzieningen en ruimtelijke ontwikkelingen). In de tweede bijlage is het uitvoeringsprogramma opgenomen met daarin alle projecten die deze ontwikkelingen moeten gaan voeden.