direct naar inhoud van Artikel 60 Algemene wijzigingsregels
Plan: Steenwijk en Tuk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1708.SteenwijkenTukBP-VA01

Artikel 60 Algemene wijzigingsregels

60.1 Wijziging in de bestemming 'Natuur'

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemmingen van het plan wijzigen in de bestemming 'Natuur' ten behoeve van het realiseren van de ecologische (hoofd)structuur (EHS-POG), mits:

  • a. de financiĆ«le middelen voor de aanleg van natuurgebied zeker zijn gesteld;
  • b. uit de noodzakelijke (milieu)onderzoeken blijkt dat de gronden geschikt zijn voor het beoogde gebruik;
  • c. de effecten op de waterhuishouding in beeld zijn gebracht (watertoets);
  • d. de bodem, blijkens bodemonderzoek vooraf, niet zodanig verontreinigd is, dat bezwaren bestaan tegen het voorgestane gebruik;
  • e. aangrenzende waarden en belangen, waaronder het agrarische belang, niet onevenredig worden geschaad;
  • f. bij de wijziging in de bestemming 'Natuur' voldaan wordt aan het bepaalde in Bijlage 4 bij deze regels.
60.2 wro-zone - wijzigingsgebied

Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied' de bestemming 'Wonen - Gestapeld' wijzigen in de bestemming 'Wonen - 1' en/of 'Wonen - 2', mits:

  • a. de toevoeging van extra woningen past binnen het gemeentelijk beleid ten aanzien van de woningvoorraad;
  • b. de ontwikkeling plaatsvindt op een stedenbouwkundig verantwoorde wijze en aansluit op de bestaande stedenbouwkundige structuur;
  • c. in het wijzigingsplan de aanduidingen 'bouwvlak' en 'bijgebouwen' worden aangegeven;
  • d. de afstand van een bijgebouw tot de voorgevel van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan minimaal 3,00 meter bedraagt, met dien verstande dat de afstand van een carport tot de voorgevel van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan minimaal 1,00 meter bedraagt;
  • e. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
    • 1. bestaande cultuurhistorische waarden;
    • 2. de verkeersveiligheid;
    • 3. de milieusituatie;
    • 4. het woon- en leefklimaat;
    • 5. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • f. uit de noodzakelijke (milieu)onderzoeken blijkt dat de gronden geschikt zijn voor het beoogde gebruik;
  • g. de effecten op de waterhuishouding in beeld zijn gebracht (watertoets), waarbij geldt dat de bestaande waterhuishouding niet mag verslechteren als gevolg van de ontwikkeling;
  • h. in voldoende mate wordt voorzien in de parkeerbehoefte;
  • i. omliggende functies niet worden gehinderd;
  • j. bij de wijziging voldaan wordt aan het bepaalde in respectievelijk artikel 32 en/of artikel 33 van deze regels, waarbij artikel 32.2.2 sub c. en/of artikel 33.2.2 sub c. niet van toepassing is.