direct naar inhoud van Artikel 28 Tuin
Plan: Steenwijk en Tuk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1708.SteenwijkenTukBP-VA01

Artikel 28 Tuin

28.1 Bestemmingsomschrijving
28.1.1 Algemeen

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. tuinen behorende bij op de aangrenzende gronden gelegen gebouwen;
  • b. parkeren;
  • c. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

met de daarbij behorende voorzieningen.

28.1.2 Dubbelbestemmingen en aanduidingen

Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 62.1.

28.2 Bouwregels
28.2.1 Algemeen

Op de voor 'Tuin' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. erfafscheidingen, waarvan de bouwhoogte voor de naar de weg gekeerde bouwgrens maximaal 1,00 meter en achter de naar de weg gekeerde bouwgrens maximaal 2,00 meter bedraagt, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - erfafscheiding' de bouwhoogte van erfafscheidingen maximaal 2,00 meter bedraagt;
  • b. steigers, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'steiger', met dien verstande dat:
    • 1. de breedte van een steiger niet meer dan 5,00 meter bedraagt;
    • 2. de lengte van een steiger niet meer dan 3,00 meter bedraagt;
  • c. vlaggenmasten, waarvan de bouwhoogte maximaal 6,00 meter bedraagt;
  • d. erkers, luifels, balkons en dergelijke, met dien verstande dat:
    • 1. de diepte gemeten vanaf de bouwvlakgrens binnen de bestemming 'Wonen - 1', 'Wonen - 2', of 'Wonen - 3' niet meer dan 1,00 meter bedraagt;
    • 2. de breedte niet meer bedraagt dan 50% van de breedte van de woning;
    • 3. de goothoogte maximaal gelijk is aan de hoogte van de eerste verdiepingsvloer + 0,30 meter.
28.3 Specifieke gebruiksregels
28.3.1 Strijdig gebruik

Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:

  • a. het plaatsen van onderkomens en/of kampeermiddelen, van al dan niet afgedankte voer- en vaartuigen en van wagens, anders dan bedoeld in artikel 28.1;
  • b. buitenopslag, behalve als dit noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte tijdelijke gebruik.