Plan: | Zitterd 61 Soerendonk en Heistraat 15 Gastel |
---|---|
Status: | concept |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1706.BPBG3004-ONT1 |
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
De bouwwerken dienen te voldoen aan de volgende maatvoeringseisen. Hierbij geldt dat:
hoofdgebouw van de woning | minimaal | maximaal |
goothoogte | niet van toepassing | 4,5 meter |
bouwhoogte | niet van toepassing | 9 meter |
inhoud | niet van toepassing | 600 m³ |
dakhelling | 12° | 45° |
bijgebouwen en aan- en uit bouwen bij woning | minimaal | maximaal |
afstand tot de zijdelingse, voorste en achterste perceelsgrens | 3 meter; de afstand tot de zijdelingse bouwperceelsgrens mag aan maximaal één zijde minder dan 3 meter mag bedragen. | niet van toepassing |
gezamenlijke oppervlakte per woning | niet van toepassing | 90 m² waarbij de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen, aanbouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde tezamen, maximaal 90 m² mag bedragen; |
goothoogte | niet van toepassing | 3 meter |
bouwhoogte | niet van toepassing | 5,5 meter |
afstand bijgebouwen tot voorgevel woning of verlengde daarvan | minimaal 3 meter achter voorgevel woning of verlengde daarvan | niet van toepassing |
afstand vrijstaande bijgebouwen tot achtergevel woning of verlengde daarvan | niet van toepassing | 15 meter |
dakhelling | 12° | 45° |
bouwwerken geen gebouwen zijnde | maximaal |
hoogte erfafscheidingen | vóór voorgevel woning: 1 meter; overige: 2 meter |
bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 2,5 meter |
gezamenlijke oppervlakte per woning | 30 m², waarbij de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen, aanbouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde tezamen, maximaal 90 m² mag bedragen. |
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.2.1 voor het bouwen van een vrijstaand bijgebouw op een afstand van meer dan 15 meter van het hoofdgebouw indien dit stedenbouwkundig aanvaardbaar is.
Onder strijdig gebruik in de zin van artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of laten gebruiken van:
De uitoefening van een aan huis verbonden beroep en lichte bedrijvigheid is toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.4.1 onder e ten behoeve van het gebruik van een (vrijstaand) bijgebouw bij een woning als afhankelijke woonruimte, mits:
Het bevoegd gezag trekt de omgevingsvergunning in, indien de bij het verlenen van de omgevingsvergunning bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is.