direct naar inhoud van Artikel 22 zone ten behoeve van de hoogspanningsleiding
Plan: Buitendijks gebied 2005
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1705.97-OH01

Artikel 22 zone ten behoeve van de hoogspanningsleiding

22.1 doeleinden

De gronden binnen een afstand van 36 m ter weerszijden op de plankaart aangegeven "hoogspanningsleiding 380 kV", alsmede de gronden binnen een afstand van 25 m ter weerszijden op de plankaart aangegeven "hoogspanningsleiding 150 kV" zijn mede bestemd voor:

  • a. hoogspanningsleiding;
  • b. het beheer van de hoogspanningsleiding;
  • c. de bescherming van het aangrenzende woon- en leefklimaat;

met bijbehorende bouwwerken, voorzieningen en (on)bebouwde gronden.

22.2 bouwen

In afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 2 van deze voorschriften, is bouwen uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 22.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen zijn niet toegestaan;
  • b. de hoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, bedraagt maximaal:
    - voor hoogspanningsmasten 67 m;
    - voor overige bouwwerken, geen gebouw zijnde 2 m.
22.3 vrijstelling
22.3.1

Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in artikel 22.2 voor het bouwen in overeenstemming met het bepaalde in hoofdstuk 2 van deze voorschriften.

22.3.2

Een vrijstelling als bedoeld in artikel 22.3.1 wordt niet verleend dan nadat burgemeester en wethouders daarover een advies hebben ingewonnen van de beheerder van de hoogspanningsleiding.

22.4 aanlegvergunning
22.4.1

Het is verboden op de in artikel 22.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een aanlegvergunning van burgemeester en wethouders de volgende andere-werken uit te voeren:

  • het vergraven, egaliseren en ophogen van gronden;
  • het diepploegen van gronden;
  • het aanbrengen van diepwortelende beplantingen;
  • het aanleggen en verharden van wegen, paden en parkeergelegenheden en het aanleggen van andere oppervlakteverhardingen;
  • het aanleggen van ondergrondse leidingen, constructies, installaties en apparatuur.
22.4.2

Een aanlegvergunning mag alleen en moet worden geweigerd, indien door de uitvoering van het ander-werk, dan wel de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de (bescherming van de) leiding en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.

22.4.3

Alvorens te besluiten omtrent de verlening van een aanlegvergunning winnen burgemeester en wethouders advies in van de beheerder van de hoogspanningsleiding.

22.4.4

Een aanlegvergunning is niet vereist voor:

  • a. andere-werken, behorende bij het normale onderhoud, gebruik en beheer;
  • b. andere-werken, die op het tijdstip van het van kracht worden van het plan in uitvoering waren of konden worden uitgevoerd krachtens een vóór dat tijdstip geldende dan wel aangevraagde vergunning.