direct naar inhoud van Artikel 23 zone ten behoeve van het grondwaterbeschermingsgebied
Plan: Buitendijks gebied 2005
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1705.97-OH01

Artikel 23 zone ten behoeve van het grondwaterbeschermingsgebied

23.1 doeleinden

De gronden op de plankaart aangegeven met de bestemming "zone ten behoeve van het grondwaterbeschermingsgebied" zijn mede bestemd voor de bescherming van de kwaliteit van het grondwater ten behoeve van de drinkwatervoorziening, met bijbehorende bouwwerken, voorzieningen en (on)bebouwde gronden.

23.2 bouwen

In afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 2 van deze voorschriften, is bouwen uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 23.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. de oppervlakte van bouwwerken bedraagt maximaal 25 m2;
  • b. de hoogte van bouwwerken bedraagt maximaal 2 m.
23.3 vrijstelling
23.3.1

Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in artikel 23.2 voor het bouwen in overeenstemming met het bepaalde in hoofdstuk 2 van deze voorschriften.

23.3.2

Een vrijstelling als bedoeld in artikel 23.3.1 wordt niet verleend dan nadat burgemeester en wethouders daarover een advies hebben ingewonnen van het waterleidingbedrijf.

23.4 aanlegvergunning
23.4.1

Het is verboden op de in artikel 23.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een aanlegvergunning van burgemeester en wethouders de volgende andere-werken uit te voeren:

  • het vergraven, afgraven en egaliseren van gronden;
  • het uitvoeren van diepe grondbewerkingen;
  • het verrichten van bodemonderzoek;
  • het uitvoeren van werken in het kader van ontwatering, bronnering of grondwaterwinning;
  • het aanbrengen van ondergrondse leidingen, constructies en apparatuur.
23.4.2

Een aanlegvergunning mag alleen en moet worden geweigerd, indien door de uitvoering van het ander-werk, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de kwaliteit van het grondwater voor de drinkwatervoorziening en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.

23.4.3

Een aanlegvergunning wordt niet verleend dan nadat burgemeester en wethouders daarover een advies hebben ingewonnen van het waterleidingbedrijf.

23.4.4

Een aanlegvergunning is niet vereist voor:

  • a. andere-werken, die behoren tot het normale onderhoud en beheer;
  • b. andere-werken, die op het tijdstip van het van kracht worden van het plan in uitvoering waren of konden worden uitgevoerd krachtens een vóór dat tijdstip geldende dan wel aangevraagde vergunning.