Plan: | Buitengebied Westerveld 2018 |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1701.0000BP000000000579-0002 |
Aanleiding
De gemeente Westerveld wil, voor een meer heldere raadpleegbaarheid, de geldende bestemmingsplannen, wijzigingsplannen en partiële herzieningen voor het buitengebied integreren in één bestemmingsplan.
Het gaat daarbij om de volgende (grote) bestemmingsplannen die in het buitengebied gelden:
De volgende plannen zijn de kleinere plannen in het buitengebied die in dit bestemmingsplan zijn meegenomen:
Andere plannen dan de hiervoor genoemde, worden meegenomen in het nog op te stellen veegplan (eigen procedure) en daarom buiten dit bestemmingsplan gehouden.
Door de integratie van bestemmingsplannen ontstaat een zogenoemd geconsolideerde regeling van de genoemde bestemmingsplannen; het bestemmingsplan "Buitengebied Westerveld 2018".
De geldende toelichtingen
In dit plan worden de toelichtingen van de eerder genoemde geldende plannen bijeen gevoegd. Dit is mogelijk, omdat de feitelijke planologische situatie van de geldende bestemmingsplannen met dit plan niet wijzigt, maar slechts wordt samengevoegd. De toelichtingen bieden dan ook nog voldoende motivering voor de bestaande en met dit plan samengevoegde planologische regelingen.
De toelichtingen (en bijbehorende bijlagen) van de genoemde plannen zijn te vinden via de volgende hyperlinks:
http://www.ruimtelijkeplannen.nl/documents/NL.IMRO.1701.509PHZROosteinde10-00 03/t_NL.IMRO.1701.509PHZROosteinde10-0003.html;
Integratie van de planregels
Bij het opstellen van dit bestemmingsplan zijn alle vigerende regelingen van de genoemde plannen naast elkaar gelegd en met elkaar geïntegreerd. Voor het overgrote deel was het mogelijk de plannen ongewijzigd in te voegen. In een aantal gevallen was het echter niet mogelijk, of niet wenselijk, om de bestaande planregels één op één over te nemen zonder de overzichtelijkheid van het totale plan te verliezen en te verzanden in een reeks uitzonderingen.
Daar waar het gaat om slechts een schrijfwijze (zoals "cq" of "c.q." en "hetzij" of "of/en") is gekozen voor de meest recente of best leesbare variant; juridisch wijzigt daarmee niets aan de situatie. Ook lijkt de regeling in sommige gevallen gewijzigd, maar betreft het slechts een aanvulling in het aantal aanduidingen waar naar wordt verwezen; niet alle aanduidingen komen in de afzonderlijke plannen voor.
Er zijn ook gevallen waar sprake is van een (iets) grotere afwijking; deze afwijkingen worden hieronder genoemd. Het uitgangspunt dat hierbij is gehanteerd, is dat de meest recente regeling is aangehouden. Hieronder een opsomming van de grootste verschillen:
De Raad van State heeft bij uitspraak van 17 juli 2019 het bestemmingsplan 'Buitengebied Agrarische gronden van de gemeente Westerveld' vernietigd. In de uitspraak was de Afdeling van oordeel dat de raad het bestemmingsplan heeft vastgesteld in strijd met artikel 2.8, derde lid, van de Wet natuurbescherming, aangezien hij daarbij heeft verwezen naar de passende beoordeling die ten grondslag ligt aan het PAS. Dit is hersteld in dit bestemmingsplan.
Het voorkeursalternatief 'Aanvulling MER' voor dit plan wordt gewijzigd: Een bestemmingsplan dat niet voorziet in een ruimtelijke ontwikkeling die ten opzichte van de feitelijk aanwezige, planologisch legale situatie ten tijde van de vaststelling van het plan leidt tot een toename van stikstofdepositie op overbelaste stikstofgevoelige natuurwaarden in een Natura 2000-gebied.
Een passende beoordeling is in dit geval niet vereist, maar er wordt wel deskundig beoordeeld of dit voorkeursalternatief correct in het ontwerpbestemmingsplan is verwerkt. Als mocht blijken dat niet het geval is, dan zullen bij de vaststelling van het bestemmingsplan de nodige wijzigingen in het plan worden aangebracht, dan wel wordt alsnog een passende beoordeling als bedoeld in artikel 2.8 Wet natuurbescherming uitgevoerd.
Maatschappelijke uitvoerbaarheid
De gemeente heeft aangegeven dit plan opnieuw vast te willen stellen als één nieuw integraal bestemmingsplan. Dit komt de praktische toepasbaarheid en raadpleegbaarheid sterk ten goede.
Om te komen tot een maatschappelijk uitvoerbaar plan, wordt de bestemmingsplanprocedure doorlopen. Daarbij legt de gemeente het plan voor aan de provincie ten behoeve van het overleg 3.1.1. Bro. Het ontwerpbestemmingsplan wordt vervolgens ter inzage gelegd voor zienswijzen, waarna het wordt vastgesteld door de gemeenteraad. Tegen het vastgestelde plan is uiteindelijk beroep mogelijk bij de Raad van State.
Een aandachtspunt bij de procedure is nog wel dat tegen het bestemmingsplan Buitengebied Agrarische gronden een beroepzaak bij de Raad van State loopt. De gemeente stelt daarbij de Raad van State in kennis van dit plan en de vaststelling daarvan.