direct naar inhoud van Bijlagen bij de toelichting
Plan: Facilitaire voorzieningen aquacultuur Oost-Zeedijk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1695.BPVoorzAquacultuur-VA01

Bijlagen bij de toelichting

Bijlage 1 Toetsing omgevingsaspecten

  Aspect   Kader   Beoordelingsaspect   Nood-
zaak  
Aanv. onderzoek   Toelichting noodzaak/aandachtspunten  
1   bodem
kwaliteit  
Besluit bodem-
kwaliteit  
Bodemkwaliteit dient 
voldoende te zijn voor 
beoogde functie.
Functie mag geen be-
dreiging vormen voor 
bodemkwaliteit.   
ja   ja   Voor de aanvraag van een omgevingsvergunning zal een verkennend asbestonderzoek uitgevoerd worden.  
2   archeo-
logie  
archeo-
logische beleidskaart  
De ontwikkeling mag niet leiden tot aantasting van  archeologische waarden.    ja   ja   Volgens het gemeentelijk archeologiebeleid is het plangebied grotendeels aangemerkt met een lage verwachting (categorie 6). Als de oppervlakte van de bodemverstoring groter is dan 2.500 m² én wanneer een diepte bereikt wordt van tenminste 0,40 meter, een archeologisch onderzoek noodzakelijk is voorafgaand aan de ontwikkeling.  
3   water   watertoets
Provinciale milieuveror-
dening  
Heeft de ontwikkeling 
effect op de waterhuishouding?  
ja     Verwezen wordt naar de tabel voor water.  
4   relatie 
met om-
liggende 
(bedrijfs)
functies   
bedrijfs-/
milieu-
zonering  
Zijn er bedrijfsfuncties in de omgeving 
aanwezig/mogelijk? Zijn
in de nabijheid 
gevoelige bestemmingen gelegen?   
ja   nee   Er zijn geen bestaande bedrijven die in hinder ondervinden van de toe te voegen woning en vice versa.  
5   weg-
verkeer-
lawaai  
Wet geluid-
hinder   
Is geluidsbelasting 
minder dan 48 dB?   
ja   nee   Het geplande bezoekerscentrum evenals het pompgebouw zijn geen geluidgevoelig objecten in het kader van de Wet geluidhinder (Wgh). Een akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai is daarmee niet nodig. Er behoeft daarom geen nader onderzoek te worden gedaan.  
6   verkeer    CROW   De ontwikkeling mag niet leiden tot 
ontwrichting van het 
verkeerssysteem.   
nee   nee   Ten behoeve van de ontwikkeling nemen de verkeersintensiteiten slechts beperkt toe.  
7   parkeren    CROW/ 
gemeentelijke 
normen   
Er moet worden voorzien in voldoende 
parkeergelegenheid.  
nee   nee   Het plan moet voldoen aan de CROW normering voor parkeervoorzieningen. Deze worden op eigen terrein gerealiseerd.  
8   externe 
veiligheid  
Bevi-
inrichtingen  
Wordt voldaan aan normen plaatsgebonden 
risico en groepsrisico?   
ja   nee   Voldaan wordt aan de normen van plaatsgebonoden risico en groepsrisico vanwege de windturbine.  
9   lucht-
kwaliteit   
Wet lucht-
kwaliteit    
Wordt voldaan aan de 
genoemde grenswaarden in de Wet luchtkwaliteit?  
ja   nee   De ontwikkeling betreft de 
realisatie van een pompgebouw en bezoekerscentrum. De 
ontwikkeling draagt hierbij 
niet in betekenende mate bij 
aan de luchtkwaliteit en 
nader onderzoek is niet 
noodzakelijk.   
10   ecologie   Wet Natuurbe-
scherming  
Is er sprake van 
significant negatieve 
effecten?  
ja   ja   Voorafgaand aan de realisatie moet tijdig aanvullend onderzoek plaatsvinden en maatregelen getroffen worden.  
11   cultuur-
historie  
Omgevings-
plan Zeeland   
Zijn er 
cultuurhistorische 
waarden aan de orde?   
ja   nee   In het plangebied bevinden zich geen cultuurhistorisch waardevolle elementen.  
12   kabels en leidingen   Telecom-
municatiewet  
Zijn er planologisch rele-vante leidingen en 
hoogspanningslijnen in 
de directe omgeving 
aanwezig?   
nee   nee   Er zijn geen kabels en leidingen aanwezig die middels een toetsingsafstand of een zakelijk recht de voorgenomen bebouwing beperkt.  

Bijlage 2 Wateraspecten

Thema   Doelstelling   Realisatie  
Veiligheid/waterkering   Waarborgen veiligheidsniveau en daar voor benodigde ruimte.   In het plangebied ligt een primaire waterkering. Binnen de vrijwaringszone van de dijk komt geen bebouwing. Deze waterkering en de bijbehorende beschermingszones zijn op de verbeelding van het plan als dubbelbestemming en in de regels behorend bij dit plan opgenomen.  
Wateroverlast   Voldoende ruimte voor vasthouden/ bergen/afvoeren van water. Vergroten van de veerkracht van het watersysteem.   Het plangebied behoort tot de 10-25% hoogste delen van het afwateringsgebied. Deze hogere delen zijn geschikter voor retentie (vasthouden van water) dan voor waterberging. Bij een uitbreiding van verharding worden retentievoorzieningen aangelegd, die vertraagd afstromen naar de om het plangebied gelegen sloten.  
Riolering   Afkoppelen van (schone) verharde oppervlakken in verband met reductie hydraulische belasting RWZI en trans- portsysteem met beperken overstorten.
Rekening houden met (eventuele benodigde filter) ruimte daarvoor.  
Hemelwater wordt (via retentievoorzieningen) op oppervlaktewater geloosd. Het vuilwater wordt geloosd op een zuidelijk van het plangebied gelegen drukriool.  
Watervoorziening   Het voorzien van de bestaande functie van (grond- en/of oppervlakte-) water van de juiste kwaliteit water en de juiste hoeveelheid op het juiste moment. Het tegengaan van nadelige effecten van veranderingen in ruimtegebruik op de behoefte aan water.   Er vinden geen wijzigingen in het watersysteem plaats.
Voor de aquacultuur wordt middels reeds bestaande gesloten leidingen zeewater naar de bedrijfsbebouwing gebracht en weer teruggepompt. Er is ook geen sprake van de uitbreiding van de aquacultuur, maar om het realiseren van definitieve bebouwing (pompgebouw, ontvangstruimte).
Dit heeft geen invloed op het watersysteem in het plangebied.  
Volksgezondheid   Minimaliseren risico watergerelateerde ziekten en plagen. Voorkomen van verdrinkingsgevaar/-risico's via onder andere de daarvoor benodigde ruimte.   Voor extra verharding worden retentievoorzieningen gerealiseerd, die aansluiten op de omliggende sloten. De retentievoorzieningen worden als wadi uitgevoerd, dan wel staan aan beide zijden in verbinding met de sloten.  
Bodemdaling   Voorkómen van maatregelen die (extra) maaivelddalingen met name in zetting- gevoelige gebieden kunnen veroorzaken.   Er zullen geen veranderingen in het peilregime plaatsvinden die voor bodemdaling zorgen.  
Grondwateroverlast   Tegengaan/verhelpen van grondwateroverlast   Er vinden geen wijzigingen t.a.v. de huidige grondwaterbeheersing plaats.  
Oppervlaktewaterkwaliteit   Behoud/realisatie van goede waterkwaliteit voor mens en natuur   Het regenwater van daken en verhardingen is relatief schoon. Bouwmaterialen moeten voldoen aan het bouwbesluit.
Het hemelwater wordt afgekoppeld/aangesloten op retentievoorzieningen conform de door het waterschap gehanteerde afkoppelbeslisboom. Er zijn (daardoor) geen nadelige gevolgen voor de waterkwaliteit.  
Grondwaterkwaliteit   Behoud/realisatie van goede waterkwaliteit voor mens en natuur   Er zijn geen veranderingen t.a.v. het huidige grondwaterregime.  
Verdroging   Bescherming karakteristieke grondwaterafhankelijke ecologische waarden; m.n. van belang in/rond natuurgebieden (voor hydrologische beïnvloedingszone zie provinciaal Omgevingsplan)   Er is geen sprake van het onttrekken van grondwater of het specifiek infiltreren van grondwater met als doel het later weer op te pompen in het plangebied.  
Natte Natuur   Ontwikkeling/bescherming van een rijke gevarieerde en natuurlijk karakteristieke aquatische natuur.   Het plangebied grenst niet direct aan natte natuur gebieden.  
Onderhoud (mogelijkheden) waterlopen   Oppervlaktewater dient adequaat onderhouden te worden.
 
Rekening wordt gehouden met de regels van de Keur voor wat betreft de ruimte en bereikbaarheid voor onderhoudsstroken van de sloten gelegen in en grenzend aan het plangebied.  
Waterschapswegen   Binnen het plangebied komen waterschapswegen voor.   De waterschapswegen liggen buiten het plangebied.
Er vinden geen veranderingen plaats aan deze wegen.