Plan: | Hoeven-Zuid |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1655.BP2017-B001 |
Bijlage 5 Akoestisch onderzoek
Bijlage 6 Archeologisch bureauonderzoek
Bijlage 7 Beschouwing externe veiligheid
Bijlage 8 Natuurtoets
Bijlage 9 Onderzoek stikstofdepositie
Bijlage 10 Watertoets
Bijlage 11 Memo doorlatendheid
Bijlage 12 Verkeerskundig onderzoek
Regels
Hoofdstuk 1 Inleidende regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan:
het bestemmingsplan "Hoeven-Zuid" met identificatienummer NL.IMRO.1655.BP2017-B001 van de gemeente Halderberge;
1.2 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
1.3 aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolgde deze regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.4 aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.5 aangebouwd bijbehorend bouwwerk:
een bijbehorend bouwwerk:bij een hoofdgebouw dat tegen het hoofdgebouw aangebouwd is en bedoeld is voor de uitbreiding van de functie van het hoofdgebouw, of een ondergeschikte functie van het hoofdgebouw.
1.6 aan-huis-verbonden beroep of bedrijf:
1.7 achtergevel:
een van de weg afgekeerde gevel van een hoofdgebouw die parallel of nagenoeg parallel loopt aan de voorgevel;
1.8 archeologisch onderzoek:
onderzoek verricht door of namens de gemeente, door een dienst, bedrijf of instelling erkend door het Centraal College van Deskundigen (CCvD) en werkend volgens de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie (KNA);
1.9 archeologische verwachtingswaarden:
gronden met verwachtingswaarden, die kunnen bestaan uit de aanwezigheid van een bodemarchief met sporen van vroegere menselijke bewoning en/of grondgebruik daarin, en als zodanig van wetenschappelijk belang kunnen zijn en het cultuurhistorisch erfgoed kunnen vertegenwoordigen;
1.10 archeologische waarden:
de aan gebieden toegekende waarden in verband met de kennis en studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteiten uit het verleden;
1.11 bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
1.12 bed and breakfast
een aan de woonfunctie ondergeschikte recreatieve verblijfsvoorziening gericht op het
bieden van de mogelijkheid tot overnachting en het serveren van ontbijt. Onder een bed and
breakfast-voorziening wordt niet verstaan overnachting, noodzakelijk in verband met het
verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid of permanente
kamerverhuur;
1.13 beroeps- c.q. bedrijfsvloeroppervlak
het totale vloeroppervlak van de ruimte binnen een bouwwerk en/of op een terrein dat wordt gebruikt voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep c.q. een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;
1.14 bestaand:
1.15 bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak;
1.16 bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.17 bevoegd gezag:
het bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
1.18 bijbehorend bouwwerk:
de uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
1.19 bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
1.20 bouwgrens:
de grens van een bouwvlak;
1.21 bouwlaag:
een gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd. Bij de bepaling van het aantal bouwlagen worden de ruimten in de kap (zolder) en de bouwlagen die onder de begane grond zijn gelegen (kelder e.d.) niet meegerekend;
1.22 bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
1.23 bouwperceelgrens:
een grens van een bouwperceel;
1.24 bouwterrein:
onbebouwd terrein waarop gebouwd kan worden;
1.25 bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
1.26 bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
1.27 bouwwijze:
de wijze van bouwen van een hoofdgebouw, te weten vrijstaand, twee-aaneen, aaneengebouwd, patio of gestapeld, waarbij:
1.28 bruto vloeroppervlak:
de som van de oppervlaktes van alle bouwlagen van een gebouw, gemeten op de vloer van
de bouwlaag, tussen de binnenzijde van de gevelmuren, met uitzondering van:
1.29 dak:
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
1.30 dakkapel:
een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst;
1.31 deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg:
een door het college van Burgemeester en wethouders aan te wijzen persoon of organisatie die beschikt over de in de beroepsgroep geldende kwalificaties;
1.32 detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan degenen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
1.33 dienstverlening:
dienstverlening door een bedrijf met uitsluitend of in hoofdzaak een verzorgende taak met een publieksaantrekkende functie zoals wasserette, kapsalon, schoonheidssalon, autorijschool, videotheek, uitzendbureau, reisbureau, bank, hypotheekverstrekker, postkantoor, telefoon-/telegraaf-/ telexdienst, internetdiensten, makelaarskantoor, fotoatelier (inclusief ontwikkelen), kopieerservicebedrijf, schoenreparatiebedrijf, alsmede door naar aard en uitstraling overeenkomstige bedrijven;
1.34 duurzaam gemeenschappelijke huishouding:
een vaste groep van personen tussen wie een band bestaat die het enkel gezamenlijk bewonen van bepaalde woonruimte te boven gaat en die de bedoeling heeft om bestendig voor onbepaalde tijd een huishouden te vormen. Er is sprake van een economisch-consumptieve eenheid en bloedverwantschap, huwelijksbinding of een daaraan in intensiteit en continuïteit gelijk te stellen mate van binding tussen de bewoners;
1.35 erfafscheiding:
een bouwwerk dat dient ter gehele of gedeeltelijke omheining van een bouwperceel, bouwvlak of ander stuk grond;
1.36 erker:
een ondergeschikte uitbouw van het hoofdgebouw met een beperkte omvang (breedte, bouwhoogte, diepte) en transparante verschijningsvorm;
1.37 erotisch getint bedrijf c.q. inrichting:
een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig is, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Hieronder worden mede begrepen:
al dan niet in combinatie met elkaar.
1.38 extensief recreatief medegebruik:
een vorm van recreatief medegebruik die gericht is op natuur- en landschapsbeleving, en die nauwelijks of geen invloed heeft op de in de bestemmingsomschrijving van de bestemmingen gegeven functies zoals wandelen, fietsen, skaten, paardrijden, vissen, zwemmen en natuurobservatie.
1.39 gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.40 hoofdgebouw:
1.41 hoofdontsluitingsweg:
een weg die is bedoeld om een woongebied te ontsluiten en aan te laten sluiten op de omliggende bestaande wegenstructuur;
1.42 huishouden:
een alleenstaande of twee of meer personen die een duurzaam gemeenschappelijke huishouding:(willen) voeren;
1.43 kamerverhuur:
het bedrijfsmatig (nacht)verblijf aanbieden, waarbij het kenmerk is dat de kamerhuurder ter plaatse het hoofdverblijf heeft;
1.44 kap:
een geheel of gedeeltelijke niet horizontale dakconstructie gevormd door ten minste twee schuin hellende dakschilden met een nader in de regels bepaalde helling. De dakschilden dienen tenminste 60% van het dak te bedekken;
1.45 klimaatadaptatie:
bouwwerken, maatregelen, voorzieningen die de kwetsbaarheid voor klimaatverandering verminderen;
1.46 kunstwerken:
bouwwerken, geen gebouwen zijnde van weg- en waterbouwkundige aard, zoals bruggen, viaducten, duikers, keerwanden, beschoeiingen, kademuren en dergelijke;
1.47 laadpaal:
voorziening met een of meer oplaadpunten, inclusief alle daarbij behorende en achterliggende installaties, en waarmee een elektrisch voertuig van stroom kan worden voorzien;
1.48 maatschappelijke voorzieningen:
voorzieningen ten behoeve van medische, sociale, culturele of religieuze activiteiten, voorzieningen ten dienste van onderwijs, sport- en gymnastieklokalen, kinderopvang, alsmede overheidsdiensten met een overwegend openbaar karakter;
1.49 nutsvoorzieningen:
gebouwde voorzieningen van openbaar nut ten behoeve van water, elektriciteit, gas e.d.;
1.50 ondergeschikte bouwonderdelen:
ondergeschikte delen aan een gebouw zoals trappen, bordessen, funderingen, kelderingangen, overstekende daken, dakranden, goten, luifels, balkons, balkonhekken, schoorstenen, antennes, liftopbouwen en andere ondergeschikte (dak)opbouwen en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
1.51 onzelfstandige wooneenheid:
woonruimte die niet is voorzien van een eigen toegang, van een eigen keuken en van een eigen toilet dan wel een woonruimte waar deze voorzieningen met één of meerdere bewoners gedeeld worden, waaronder worden verstaan kamers in studentenhuizen, kamers in het huis van een hoofdbewoner in de vorm van hospitakamers en hiermee vergelijkbare woonruimtes;
1.52 overig bouwwerk:
bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
1.53 overkapping:
bouwwerken, met één dakvlak en maximaal één gesloten wand, eventueel gedeeltelijk omsloten door wanden die niet tot de constructie behoren;
1.54 perceelsgrens:
de grens van een perceel;
1.55 prostitutie:
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele diensten ten behoeve van een ander tegen vergoeding;
1.56 rijwoning:
bebouwing bestaande uit meer dan twee aaneengebouwde grondgebonden woningen;
1.57 omgevingsvergunning:
vergunning als bedoeld in artikel 2.1 van de Wabo;
1.58 omgevingsvergunning voor het bouwen:
omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk, op grond van artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo;
1.59 seksinrichting:
een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij
bedrijfsmatig is, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van
erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in elk geval
verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een
sekstheater, een parenclub of een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met
elkaar;
1.60 supervisor:
een door het college van burgemeester en wethouders aangewezen regievoerder of (hoofd)ontwerper om stedenbouwkundige en/of architectonisch hoogstaande kwaliteit en samenhang tussen veschillende gebouwen, complexen of deelgebieden in een plangebied te bereiken. Een supervisor stuurt op de inrichting van de openbare ruimte en/of stedenbouw en/of architectuur en is gebonden aan door de gemeenteraad vastgestelde criteria, zoals vastgelegd in het beeldkwaliteitsplan Hoeve Zuid (Bijlage 1);
1.61 verdiepingen:
de bouwlagen van een gebouw gelegen boven de begane grondlaag;
1.62 voorgevel:
een naar de openbare weg en/of fiets- en voetpad toegekeerde gevel van een hoofdgebouw;
1.63 voorgevel(rooi)lijn:
de lijn waarin de voorgevel van een gebouw is gelegen, alsmede het verlengde daarvan;
1.64 vrijstaand bijbehorend bouwwerk:
een vrijstaand van het hoofdgebouw gebouwd bijbehorend bouwwerk: dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw. Onder een functioneel ondergeschikte functie wordt ook verstaan: een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf: of huisvesting voor mantelzorg.
1.65 warmte-koude-opslag:
een open bodemenergiesysteem, waarbij grondwater wordt onttrokken en opgewarmd grondwater na gebruik terug in de bodem geïnfiltreerd wordt;
1.66 waterhuishoudkundige voorzieningen:
voorzieningen, die het waterhuishoudkundige belang dienen, waaronder voorzieningen voor waterberging, -aanvoer en -afvoer, zoals watergangen, waterlopen en waterpartijen, kunstwerken, onderhoudsstroken ten behoeve van het beheer en onderhoud van een watergang of waterloop;
1.67 wonen:
het gehuisvest zijn in een woning, conform het begrip woning:
1.68 woning:
een complex van ruimten bestemd voor de huisvesting van één huishouden.
Artikel 2 Wijze van meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 De afstand van een gebouw tot de perceelsgrens
de afstand van een gebouw tot de perceelsgrens wordt bepaald door het buitenwerks meten van de kortste afstand van een gevel van het gebouw tot de perceelsgrens;
2.2 De dakhelling
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
2.3 De diepte van aan- of uitbouw of aangebouwd bijgebouw
de diepte van een aan- of uitbouw of aangebouwd bijgebouw wordt loodrecht vanaf de gevel van het hoofdgebouw, waaraan de aan- of uitbouw wordt gebouwd, of het verlengde hiervan, gemeten tot het uiterste punt van de achtergevel van de aan- of uitbouw of aangebouwd bijgebouw;
2.4 De goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeiboord of daarbij gelijk te stellen constructiedeel;
2.5 De inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
2.6 De bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen:.
2.7 De oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
2.8 De verticale bouwdiepte van een ondergronds bouwwerk
vanaf het peil tot de afgewerkte vloer van het ondergrondse (deel van het) bouwwerk;
2.9 Meten op de verbeelding
op de verbeelding dient hart-op-hart van de grenzen dan wel de aanduidingen te worden gemeten;
2.10 Peil
Het peil is bepaald conform het in opgenomen peilenplan.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
<Leiding - Water opnemen?, Marc Willemse checkt of het een hoofdleiding is>
Artikel 3 Agrarisch
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
3.2 Bouwregels
3.2.1 Algemeen
Uitsluitend de volgende bouwwerken zijn toegestaan, die ten dienste staan van deze bestemming:
3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
3.2.3 Tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen
3.3 Specifieke gebruiksregels
Naast de algemene gebruiksregels, zoals genoemd in Artikel 10 gelden met betrekking tot het gebruik ook de volgende regels:
3.3.1 Strijdig gebruik
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Artikel 4 Tuin
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
4.2 Bouwregels
Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken geen gebouwen zijnde die ten dienste staan van deze bestemming en van de bijbehorende bestemming 'Wonen' waarbij tevens wordt voldaan aan de volgende bepalingen:
Artikel 5 Wonen
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
5.2 Bouwregels
5.2.1 Algemeen
5.2.2 Hoofdgebouwen
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
5.2.3 Bijbehorende bouwwerken
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
5.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
5.3 Nadere eisen
5.4 Afwijken van de bouwregels
5.4.1 Afwijken algemene bouwregels
Het college van burgemeester en wethouders kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in:
5.4.2 Afwijken bouwregels woningen en bijbehorende bouwwerken
Het college van burgemeester en wethouders kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in:
5.4.3 Afwijken bouwregels bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Het college van burgemeester en wethouderskan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in:
5.6 Wijzigingsbevoegdheid
5.6.1 Woningsplitsing
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd toe te staan dat een woning wordt gesplitst, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
Artikel 6 Woongebied
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
één en ander met de bijbehorende voorzieningen, zoals:
6.2 Bouwregels
6.2.1 Algemeen
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
woningtype | goothoogte (m) | bouwhoogte (m) | |
vrijstaand | 7 | 11 | |
twee-aaneen | 7 | 11 | |
geschakeld | 7 | 11 | |
patio | 4 | 9 | |
aaneengebouwd | 7 | 11 | |
gestapeld | - | 17 |
6.2.3 Erkers aan de voorgevel van hoofdgebouwen
Een erker aan de voorgevel dient aan de volgende eisen te voldoen:
6.2.4 Aangebouwde bijbehorende bouwwerken
Voor aangebouwde bijbehorende bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
6.2.5 Vrijstaande bijbehorende bouwwerken
Voor vrijstaande bijbehorende bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
6.2.6 Bebouwd oppervlakte bijbehorende bouwwerken
6.2.7 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde bij hoofdgebouwen
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:
6.2.8 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in openbaar gebied
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in het openbaar gebied gelden de volgende bepalingen:
6.2.9 Voorwaardelijke verplichting waterbergende voorziening
Het bouwen van gebouwen is uitsluitend toegestaan, indien bij het bouwrijp maken van de gronden is voorzien in de aanleg en instandhouding van een waterbergende voorziening van in totaal minimaal 4.180 m3.
6.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bebouwing indien dit noodzakelijk is:
6.4 Specifieke gebruiksregels
Naast de algemene gebruiksregels, zoals genoemd in Artikel 10 gelden met betrekking tot het gebruik ook de volgende regels:
6.4.1 Strijdig gebruik
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
6.4.3 Uitgeefbare gronden
Maximaal 55% van de oppervlakte van de gronden met de bestemming 'Woongebied' mogen worden uitgegeven ten behoeve van wonen.
6.4.4 Ontsluiting
De (inrit van de) hoofdontsluiting van de gronden met de bestemming 'Woongebied' mag uitsluitend plaatsvinden ter plaatse van de functieaanduiding 'ontsluiting'.
6.4.5 Water
Ter plaatse van de functieaanduiding 'water' is uitsluitend een watergang en bijbehorende beschermings- en onderhoudsstroken toegestaan.
6.5 Afwijken van de gebruiksregels
6.5.1 Afwijken
Middels een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 6.4.4 voor het toestaan van andere in artikel 6.1 genoemde vormen van toegelaten gebruik.
6.5.2 Afwegingskader
De omgevingsvergunning, zoals bedoeld in wordt slechts verleend, indien:
6.6 Wijzigingsbevoegdheid watergang
Het college van burgemeester en wethouders kan het bestemmingsplan wijzigen door de verwijdering van de functieaanduiding 'water' en toevoeging van deze aanduiding elders binnen deze bestemming ten behoeve van de verlegging van de A-watergang en de bescherming daarvan, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Artikel 7 Waarde - Archeologie 2
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor de bescherming van de ter plaatse aanwezige hoge archeologische verwachtingswaarden.
7.2 Bouwregels
Op de gronden is het niet toegestaan te bouwen, met uitzondering van:
7.3 Afwijken van de bouwregels
7.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
7.4.1 Verbod
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uitte voeren of te laten uitvoeren:
7.4.2 Uitzonderingen
Het in lid 7.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
7.4.3 Toelaatbaarheid
Voor zover mede op basis van onderzoek bepaalde is dat de in lid 7.4.1 genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden kunnen leiden tot verstoring van archeologisch materiaal, kan de omgevingsvergunning worden verleend, indien aan de omgevingsvergunning de volgende voorwaarden worden verbonden:
7.5 Wijzigingsbevoegdheid
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd het plan te wijzigen door de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2' geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van onderzoek is aangetoond dat:
Hoofdstuk 3 Algemene regels
Artikel 8 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 9 Algemene bouwregels
9.1 Afwijken bouwregels bestaande situatie
In afwijking van het bepaalde in de bouwregels van dit bestemmingsplan geldt voor bestaande gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gebouwd in overeenstemming met de Woningwet of de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, het volgende:
9.2 Ondergronds bouwen
Voor het bouwen van (half)ondergrondse bouwwerken gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, de volgende regels:
9.3 Afwijken ondergronds bouwen
Het college van burgemeester en wethouders kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 9.2 voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken op andere locaties dan onder het hoofdgebouw of bijgebouw, mits hierdoor de in het gebied aanwezige waarden niet onevenredig worden aangetast.
9.4 Nadere eisen
Het college van burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen met betrekking tot de situering, afmeting en vormgeving van gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde en erfafscheidingen, indien dit naar hun oordeel noodzakelijk is in verband met:
Artikel 10 Algemene gebruiksregels
10.1 Strijdig gebruik
Onder gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval begrepen het gebruik van de in de bestemming aangegeven gronden en de daarop voorkomende bouwwerken c.q. gebouwen of delen daarvan ten behoeve van:
10.2 Niet-publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteit
Het gebruik van een deel van de woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen ten behoeve van de uitoefening van een niet-publieksgerichte aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit is toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
10.3 Afwijken publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteit
Het college van burgemeester en wethouders kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 10.1 sub b ten behoeve van het gebruik van ruimten binnen de woning en/ of uit- en aanbouwen en bijgebouwen voor een publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteiten aan huis, voorzover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
10.4 Afwijken kamergewijze verhuur
Het college van burgemeester en wethouders, kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.1 sub c., mits aangetoond is dat de huisvesting in overeenstemming is met het vastgestelde beleid, stedenbouwkundig toelaatbaar is, er een goed woon- en leefklimaat kan worden gegarandeerd en er geen onevenredige nadelige effecten ontstaan voor de gebruiksmogelijkheden van de aangelegen gronden en bouwwerken.
Artikel 11 Algemene aanduidingsregels
11.1 Wetgevingszone - wijzigingsgebied
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd om op grond van het bepaalde in artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening met toepassing van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied' de aldaar voorkomende bestemming(en) (deels) te wijzigen in de bestemming 'Woongebied' ten behoeve van de realisatie van een woongebied (woningen met bijbehorend openbaar gebied met daarbinnen groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen, waterlopen/patijen, waterberging/waterhuishoudkundige voorzieningen, woonstraten en paden e.d.), indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
11.2 Luchtvaartverkeerzone - 5
Al dan niet in afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 2 geldt ter plaatse van de aanduiding 'Luchtvaartverkeerzone - 5' dat ten behoeve van het obstakelvrije (start- en landings)vlak met zijkanten de bouwhoogte van een bouwwerk niet meer mag bedragen dan de bouwhoogte die wordt verkregen door lineaire interpolatie van 49.14 m en 54.14 m boven NAP.
11.3 Milieuzone - boringsvrije zone
11.3.1 Omschrijving
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - boringvrije zone' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor de bescherming van de kwaliteit van het grondwater in verband met de drinkwatervoorziening.
11.3.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijde, of van werkzaamheden
a Verbod
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het college van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
b Uitzonderingen
Het in lid 11.3.2 onder a vervatte verbod geldt niet voor werken en/of werkzaamheden die:
c Toelaatbaarheid
Een omgevingsvergunning voor werken en/of werkzaamheden als bedoeld in 11.3.2 onder a wordt niet eerder verleend nadat schriftelijk advies is verkregen van het waterwinbedrijf.
11.4 Milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied
11.4.1 Omschrijving
De voor 'Milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' aangewezen gronden zijn mede bestemd voor de bescherming van de grondwaterkwaliteit ten behoeve van de openbare drinkvoorziening.
11.4.2 Bouwregels
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mag de verticale diepte van een bouwwerk niet meer dan 3 m onder maaiveld bedragen.
11.4.3 Afwijken van de bouwregels
Het college van burgemeester en wethouders kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.4.2 onder a voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, met dien verstande dat advies is verkregen van het waterleidingbedrijf.
11.4.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
a Verbod
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het college van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
b Uitzonderingen
Het in lid 11.4.4 onder a vervatte verbod geldt niet voor werken en/of werkzaamheden die:
c Toelaatbaarheid
Een omgevingsvergunning voor werken en/of werkzaamheden als bedoeld in 11.4.4 onder a wordt niet eerder verleend nadat schriftelijk advies is verkregen van het waterwinbedrijf.
11.5 Milieuzone - sportvelden
Op de gronden met de aanduiding Milieuzone - sportvelden mogen woningen worden gebouwd, mits:
11.6 Veiligheidszone - propaantank
11.6.1 Aanduiding veiligheidszone
11.6.2 Afwijken
Het college van burgemeester en wethouders kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in 11.6.1 onder b, mits:
11.6.3 Wijzigingsbevoegdheid
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd om het bestemmingsplan te wijzigen en de ligging van de aanduiding 'Veiligheidszone - propaantank' te verkleinen óf de aanduiding te verwijderen voor zover er geen invloedsgebied vanwege de propaantank meer aanwezig is.
Artikel 12 Algemene afwijkingsregels
12.1 Afwijken van de regels algemeen
Artikel 13 Overige regels
13.1 Duurzame ontwikkeling
13.1.1 Laadpalen openbaar
De realisatie en gebruik van laadpalen en het gebruik van laadkabels in de openbare ruimte is toegestaan, met dien verstande dat:
13.1.2 Laadpalen eigen terrein
De realisatie en het gebruik van laadpalen op eigen terrein en het gebruik van laadkabels (in de openbare ruimte) is toegestaan, met dien verstande dat:
13.1.3 Opwekking en levering van duurzame energie
In de bestemmingen zijn de bouw en het gebruik van installaties voor de opwekking en levering van duurzame energie waaronder warmte-koude-opslag als ondergeschikte functie begrepen, onder de voorwaarde dat deze niet zichtbaar zijn vanaf de openbare weg. Met ondergeschikte functie wordt bedoeld dat de duurzame energieopwekking zowel wat betreft het gebruik van de percelen en gebouwen als wat betreft ruimtelijke uitstraling niet de boventoon mag gaan voeren en het karakter van de hoofdbestemming niet mag gaan bepalen.
Voor de realisatie van installaties voor de opwekking en levering van duurzame energie, dient bij het college van burgemeester en wethouders een melding te worden ingediend.
Voor de realisatie gelden de volgende regels:
13.1.4 Innovaties duurzaamheid en klimaat
Bij omgevingsvergunning zijn in afwijking van de bouwregels in Hoofdstuk 2, bouwwerken toegestaan die innovatieve duurzaamheid en klimaatadaptatie bevorderen, met dien verstande dat:
13.2 Parkeren
13.2.1 Strijdig gebruik
Tot een strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden of bouwwerken waarbij niet op eigen terrein wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de normering zoals deze hiervoor is opgenomen in de kadernota parkeren, zoals vastgesteld door de gemeenteraad van de gemeente Halderberge.
13.2.2 Voorwaardelijke verplichting
Een omgevingsvergunning voor het bouwen, het uitbreiden en het wijzigen van de functie van gebouwen en gronden wordt slechts verleend, indien bij de aanvraag wordt aangetoond dat wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de normering zoals deze hiervoor is opgenomen in de kadernota parkeren, geldend op het moment van ontvangst van de ontvankelijke aanvraag.
13.2.3 Afwijken
Het colege van burgemeester en wethouders kan afwijken van het bepaalde in de leden 13.2.1 en 13.2.2 toestaan dat:
13.2.4 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat bij herziening van de kadernota parkeren de verwijzing in artikel 1 en lid13.2.1, 13.2.2 en 13.2.3 naar de normering in de kadernota parkeren wordt gewijzigd naar de normering in de vastgestelde herziene kadernota parkeren of diens wettelijke opvolger daarvan.
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels
Artikel 14 Overgangsrecht
14.1 Overgangsrecht bouwwerken
14.1.1 Algemeen
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, danwel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
14.1.2 Afwijken bij omgevingsvergunning
Het college van burgemeester en wethouders kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in 14.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in 14.1 met maximaal 10 %.
14.1.3 Uitzondering
Het bepaalde in 14.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
14.2 Overgangsrecht gebruik
14.2.1 Algemeen
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
14.2.2 Strijdig gebruik
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in 14.2.1 te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
14.2.3 Onderbroken gebruik
Indien het gebruik, bedoeld in 14.2.1, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
14.2.4 Uitzondering
Het bepaalde in 14.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 15 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan "Hoeven-Zuid".
Bijlagen bij regels
Bijlage 1 Peilenplan Hoeven Zuid
Bijlage 2 Beeldkwaliteitsplan Hoeven Zuid
Bijlage 3 Staat van bedrijfsactiviteiten