Plan: | Hoeven-Zuid |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1655.BP2017-B001 |
het bestemmingsplan "Hoeven-Zuid" met identificatienummer NL.IMRO.1655.BP2017-B001 van de gemeente Halderberge;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolgde deze regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een bijbehorend bouwwerk:bij een hoofdgebouw dat tegen het hoofdgebouw aangebouwd is en bedoeld is voor de uitbreiding van de functie van het hoofdgebouw, of een ondergeschikte functie van het hoofdgebouw.
een van de weg afgekeerde gevel van een hoofdgebouw die parallel of nagenoeg parallel loopt aan de voorgevel;
onderzoek verricht door of namens de gemeente, door een dienst, bedrijf of instelling erkend door het Centraal College van Deskundigen (CCvD) en werkend volgens de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie (KNA);
gronden met verwachtingswaarden, die kunnen bestaan uit de aanwezigheid van een bodemarchief met sporen van vroegere menselijke bewoning en/of grondgebruik daarin, en als zodanig van wetenschappelijk belang kunnen zijn en het cultuurhistorisch erfgoed kunnen vertegenwoordigen;
de aan gebieden toegekende waarden in verband met de kennis en studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteiten uit het verleden;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
het totale vloeroppervlak van de ruimte binnen een bouwwerk en/of op een terrein dat wordt gebruikt voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep c.q. een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
het bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
de uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
de grens van een bouwvlak;
een gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd. Bij de bepaling van het aantal bouwlagen worden de ruimten in de kap (zolder) en de bouwlagen die onder de begane grond zijn gelegen (kelder e.d.) niet meegerekend;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een grens van een bouwperceel;
onbebouwd terrein waarop gebouwd kan worden;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
de wijze van bouwen van een hoofdgebouw, te weten vrijstaand, twee-aaneen, aaneengebouwd, patio of gestapeld, waarbij:
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst;
een door het college van Burgemeester en wethouders aan te wijzen persoon of organisatie die beschikt over de in de beroepsgroep geldende kwalificaties;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan degenen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
dienstverlening door een bedrijf met uitsluitend of in hoofdzaak een verzorgende taak met een publieksaantrekkende functie zoals wasserette, kapsalon, schoonheidssalon, autorijschool, videotheek, uitzendbureau, reisbureau, bank, hypotheekverstrekker, postkantoor, telefoon-/telegraaf-/ telexdienst, internetdiensten, makelaarskantoor, fotoatelier (inclusief ontwikkelen), kopieerservicebedrijf, schoenreparatiebedrijf, alsmede door naar aard en uitstraling overeenkomstige bedrijven;
een vaste groep van personen tussen wie een band bestaat die het enkel gezamenlijk bewonen van bepaalde woonruimte te boven gaat en die de bedoeling heeft om bestendig voor onbepaalde tijd een huishouden te vormen. Er is sprake van een economisch-consumptieve eenheid en bloedverwantschap, huwelijksbinding of een daaraan in intensiteit en continuïteit gelijk te stellen mate van binding tussen de bewoners;
een bouwwerk dat dient ter gehele of gedeeltelijke omheining van een bouwperceel, bouwvlak of ander stuk grond;
een ondergeschikte uitbouw van het hoofdgebouw met een beperkte omvang (breedte, bouwhoogte, diepte) en transparante verschijningsvorm;
een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig is, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Hieronder worden mede begrepen:
al dan niet in combinatie met elkaar.
een vorm van recreatief medegebruik die gericht is op natuur- en landschapsbeleving, en die nauwelijks of geen invloed heeft op de in de bestemmingsomschrijving van de bestemmingen gegeven functies zoals wandelen, fietsen, skaten, paardrijden, vissen, zwemmen en natuurobservatie.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een weg die is bedoeld om een woongebied te ontsluiten en aan te laten sluiten op de omliggende bestaande wegenstructuur;
een alleenstaande of twee of meer personen die een duurzaam gemeenschappelijke huishouding:(willen) voeren;
het bedrijfsmatig (nacht)verblijf aanbieden, waarbij het kenmerk is dat de kamerhuurder ter plaatse het hoofdverblijf heeft;
een geheel of gedeeltelijke niet horizontale dakconstructie gevormd door ten minste twee schuin hellende dakschilden met een nader in de regels bepaalde helling. De dakschilden dienen tenminste 60% van het dak te bedekken;
bouwwerken, maatregelen, voorzieningen die de kwetsbaarheid voor klimaatverandering verminderen;
bouwwerken, geen gebouwen zijnde van weg- en waterbouwkundige aard, zoals bruggen, viaducten, duikers, keerwanden, beschoeiingen, kademuren en dergelijke;
voorziening met een of meer oplaadpunten, inclusief alle daarbij behorende en achterliggende installaties, en waarmee een elektrisch voertuig van stroom kan worden voorzien;
voorzieningen ten behoeve van medische, sociale, culturele of religieuze activiteiten, voorzieningen ten dienste van onderwijs, sport- en gymnastieklokalen, kinderopvang, alsmede overheidsdiensten met een overwegend openbaar karakter;
gebouwde voorzieningen van openbaar nut ten behoeve van water, elektriciteit, gas e.d.;
ondergeschikte delen aan een gebouw zoals trappen, bordessen, funderingen, kelderingangen, overstekende daken, dakranden, goten, luifels, balkons, balkonhekken, schoorstenen, antennes, liftopbouwen en andere ondergeschikte (dak)opbouwen en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
woonruimte die niet is voorzien van een eigen toegang, van een eigen keuken en van een eigen toilet dan wel een woonruimte waar deze voorzieningen met één of meerdere bewoners gedeeld worden, waaronder worden verstaan kamers in studentenhuizen, kamers in het huis van een hoofdbewoner in de vorm van hospitakamers en hiermee vergelijkbare woonruimtes;
bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
bouwwerken, met één dakvlak en maximaal één gesloten wand, eventueel gedeeltelijk omsloten door wanden die niet tot de constructie behoren;
de grens van een perceel;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele diensten ten behoeve van een ander tegen vergoeding;
bebouwing bestaande uit meer dan twee aaneengebouwde grondgebonden woningen;
vergunning als bedoeld in artikel 2.1 van de Wabo;
omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk, op grond van artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo;
een door het college van burgemeester en wethouders aangewezen regievoerder of (hoofd)ontwerper om stedenbouwkundige en/of architectonisch kwaliteit en samenhang tussen veschillende gebouwen, complexen of deelgebieden in een plangebied te bereiken. Een supervisor stuurt op de inrichting van de openbare ruimte en/of stedenbouw en/of architectuur en is gebonden aan door de gemeenteraad vastgestelde criteria, zoals vastgelegd in het beeldkwaliteitsplan Hoeve Zuid (Bijlage 1);
de bouwlagen van een gebouw gelegen boven de begane grondlaag;
een naar de openbare weg en/of fiets- en voetpad toegekeerde gevel van een hoofdgebouw;
de lijn waarin de voorgevel van een gebouw is gelegen, alsmede het verlengde daarvan;
een vrijstaand van het hoofdgebouw gebouwd bijbehorend bouwwerk: dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw. Onder een functioneel ondergeschikte functie wordt ook verstaan: een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf: of huisvesting voor mantelzorg.
een open bodemenergiesysteem, waarbij grondwater wordt onttrokken en opgewarmd grondwater na gebruik terug in de bodem geïnfiltreerd wordt;
voorzieningen, die het waterhuishoudkundige belang dienen, waaronder voorzieningen voor waterberging, -aanvoer en -afvoer, zoals watergangen, waterlopen en waterpartijen, kunstwerken, onderhoudsstroken ten behoeve van het beheer en onderhoud van een watergang of waterloop;
het gehuisvest zijn in een woning, conform het begrip woning:
een complex van ruimten bestemd voor de huisvesting van één huishouden.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de afstand van een gebouw tot de perceelsgrens wordt bepaald door het buitenwerks meten van de kortste afstand van een gevel van het gebouw tot de perceelsgrens;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
de diepte van een aan- of uitbouw of aangebouwd bijgebouw wordt loodrecht vanaf de gevel van het hoofdgebouw, waaraan de aan- of uitbouw wordt gebouwd, of het verlengde hiervan, gemeten tot het uiterste punt van de achtergevel van de aan- of uitbouw of aangebouwd bijgebouw;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeiboord of daarbij gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
vanaf het peil tot de afgewerkte vloer van het ondergrondse (deel van het) bouwwerk;
op de verbeelding dient hart-op-hart van de grenzen dan wel de aanduidingen te worden gemeten;
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Uitsluitend de volgende bouwwerken zijn toegestaan, die ten dienste staan van deze bestemming:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Naast de algemene gebruiksregels, zoals genoemd in Artikel 10 gelden met betrekking tot het gebruik ook de volgende regels:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken geen gebouwen zijnde die ten dienste staan van deze bestemming en van de bijbehorende bestemming 'Wonen' waarbij tevens wordt voldaan aan de volgende bepalingen:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Het college van burgemeester en wethouders kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in:
Het college van burgemeester en wethouders kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 5.2.3 onder e voor het bouwen van een bijbehorend bouwwerk op een afstand van minder dan 2 m achter de voorgevellijn van de woning indien dit noodzakelijk is in verband met een doelmatige inrichting van het perceel.
Het college van burgemeester en wethouderskan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in:
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd toe te staan dat een woning wordt gesplitst, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
één en ander met de bijbehorende voorzieningen, zoals:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
woningtype | goothoogte (m) | bouwhoogte (m) | |
vrijstaand | 7 | 11 | |
twee-aaneen | 7 | 11 | |
geschakeld | 7 | 11 | |
patio | 4 | 9 | |
aaneengebouwd | 7 | 11 | |
gestapeld | - | 17 |
Voor het bouwen van tiny houses gelden de volgende regels:
Een erker dient aan de volgende eisen te voldoen:
Voor aangebouwde bijbehorende bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
Voor vrijstaande bijbehorende bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in het openbaar gebied gelden de volgende bepalingen:
Het bouwen van gebouwen is uitsluitend toegestaan, indien bij het bouwrijp maken van de gronden is voorzien in de aanleg en instandhouding van een waterbergende voorziening van in totaal minimaal 4.180 m3.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bebouwing indien dit noodzakelijk is:
Naast de algemene gebruiksregels, zoals genoemd in Artikel 10 gelden met betrekking tot het gebruik ook de volgende regels:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Maximaal 55% van de oppervlakte van de gronden met de bestemming 'Woongebied' mogen worden uitgegeven ten behoeve van wonen.
De (inrit van de) hoofdontsluiting van de gronden met de bestemming 'Woongebied' mag uitsluitend plaatsvinden ter plaatse van de functieaanduiding 'ontsluiting'.
Ter plaatse van de functieaanduiding 'water' is uitsluitend een watergang en bijbehorende beschermings- en onderhoudsstroken toegestaan.
Het college van burgemeester en wethouders kan het bestemmingsplan wijzigen door de verwijdering van de functieaanduiding 'water' en toevoeging van deze aanduiding elders binnen deze bestemming ten behoeve van de verlegging van de A-watergang en de bescherming daarvan, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor de bescherming van de ter plaatse aanwezige hoge archeologische verwachtingswaarden.
Op de gronden is het niet toegestaan te bouwen, met uitzondering van:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uitte voeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 7.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
Voor zover mede op basis van onderzoek bepaalde is dat de in lid 7.4.1 genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden kunnen leiden tot verstoring van archeologisch materiaal, kan de omgevingsvergunning worden verleend, indien aan de omgevingsvergunning de volgende voorwaarden worden verbonden:
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd het plan te wijzigen door de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2' geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van onderzoek is aangetoond dat:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
In afwijking van het bepaalde in de bouwregels van dit bestemmingsplan geldt voor bestaande gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gebouwd in overeenstemming met de Woningwet of de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, het volgende:
Voor het bouwen van (half)ondergrondse bouwwerken gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, de volgende regels:
Het college van burgemeester en wethouders kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 9.2 voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken op andere locaties dan onder het hoofdgebouw of bijgebouw, mits hierdoor de in het gebied aanwezige waarden niet onevenredig worden aangetast.
Het college van burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen met betrekking tot de situering, afmeting en vormgeving van gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde en erfafscheidingen, indien dit naar hun oordeel noodzakelijk is in verband met:
Onder gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval begrepen het gebruik van de in de bestemming aangegeven gronden en de daarop voorkomende bouwwerken c.q. gebouwen of delen daarvan ten behoeve van:
Het gebruik van een deel van de woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen ten behoeve van de uitoefening van een niet-publieksgerichte aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit is toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Het college van burgemeester en wethouders kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 10.1 sub b ten behoeve van het gebruik van ruimten binnen de woning en/ of uit- en aanbouwen en bijgebouwen voor een publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteiten aan huis, voorzover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Het college van burgemeester en wethouders, kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.1 sub c., mits aangetoond is dat de huisvesting in overeenstemming is met het vastgestelde beleid, stedenbouwkundig toelaatbaar is, er een goed woon- en leefklimaat kan worden gegarandeerd en er geen onevenredige nadelige effecten ontstaan voor de gebruiksmogelijkheden van de aangelegen gronden en bouwwerken.
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd om op grond van het bepaalde in artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening met toepassing van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied' de aldaar voorkomende bestemming(en) (deels) te wijzigen in de bestemming 'Woongebied' ten behoeve van de realisatie van een woongebied (woningen met bijbehorend openbaar gebied met daarbinnen groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen, waterlopen/patijen, waterberging/waterhuishoudkundige voorzieningen, woonstraten en paden e.d.), indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Al dan niet in afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 2 geldt ter plaatse van de aanduiding 'Luchtvaartverkeerzone - 5' dat ten behoeve van het obstakelvrije (start- en landings)vlak met zijkanten de bouwhoogte van een bouwwerk niet meer mag bedragen dan de bouwhoogte die wordt verkregen door lineaire interpolatie van 49.14 m en 54.14 m boven NAP.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - boringvrije zone' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor de bescherming van de kwaliteit van het grondwater in verband met de drinkwatervoorziening.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het college van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 11.3.2 onder a vervatte verbod geldt niet voor werken en/of werkzaamheden die:
De voor 'Milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' aangewezen gronden zijn mede bestemd voor de bescherming van de grondwaterkwaliteit ten behoeve van de openbare drinkvoorziening.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mag de verticale diepte van een bouwwerk niet meer dan 3 m onder maaiveld bedragen.
Het college van burgemeester en wethouders kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.4.2 onder a voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, met dien verstande dat advies is verkregen van het waterleidingbedrijf.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het college van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 11.4.4 onder a vervatte verbod geldt niet voor werken en/of werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning voor werken en/of werkzaamheden als bedoeld in 11.4.4 onder a wordt niet eerder verleend nadat schriftelijk advies is verkregen van het waterwinbedrijf.
Op de gronden met de aanduiding Milieuzone - sportvelden mogen woningen worden gebouwd, mits:
Het college van burgemeester en wethouders kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in 11.6.1 onder b, mits:
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd om het bestemmingsplan te wijzigen en de ligging van de aanduiding 'Veiligheidszone - propaantank' te verkleinen óf de aanduiding te verwijderen voor zover er geen invloedsgebied vanwege de propaantank meer aanwezig is.
De realisatie en gebruik van laadpalen en het gebruik van laadkabels in de openbare ruimte is toegestaan, met dien verstande dat:
De realisatie en het gebruik van laadpalen op eigen terrein en het gebruik van laadkabels (in de openbare ruimte) is toegestaan, met dien verstande dat:
In de bestemmingen zijn de bouw en het gebruik van installaties voor de opwekking en levering van duurzame energie waaronder warmte-koude-opslag als ondergeschikte functie begrepen, onder de voorwaarde dat deze niet zichtbaar zijn vanaf de openbare weg. Met ondergeschikte functie wordt bedoeld dat de duurzame energieopwekking zowel wat betreft het gebruik van de percelen en gebouwen als wat betreft ruimtelijke uitstraling niet de boventoon mag gaan voeren en het karakter van de hoofdbestemming niet mag gaan bepalen.
Voor de realisatie van installaties voor de opwekking en levering van duurzame energie, dient bij het college van burgemeester en wethouders een melding te worden ingediend.
Voor de realisatie gelden de volgende regels:
Bij omgevingsvergunning zijn in afwijking van de bouwregels in Hoofdstuk 2, bouwwerken toegestaan die innovatieve duurzaamheid en klimaatadaptatie bevorderen, met dien verstande dat:
Tot een strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden of bouwwerken waarbij niet op eigen terrein wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de normering zoals deze hiervoor is opgenomen in de kadernota parkeren 2023-2027, zoals vastgesteld door de gemeenteraad van de gemeente Halderberge of een vervangend/herzien beleidsdocument dat in werking is getreden.
Een omgevingsvergunning voor het bouwen, het uitbreiden en het wijzigen van de functie van gebouwen en gronden wordt slechts verleend, indien bij de aanvraag wordt aangetoond dat wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de normering zoals deze hiervoor is opgenomen in de kadernota parkeren 2023-2027, zoals vastgesteld door de gemeenteraad van de gemeente Halderberge of een vervangend/herzien beleidsdocument dat in werking is getreden ten tijde van de ontvangst van de aanvraag.
Het colege van burgemeester en wethouders kan afwijken van het bepaalde in de leden 13.2.1 en 13.2.2 toestaan dat:
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, danwel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
Het college van burgemeester en wethouders kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in 14.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in 14.1 met maximaal 10 %.
Het bepaalde in 14.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in 14.2.1 te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in 14.2.1, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Het bepaalde in 14.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan "Hoeven-Zuid".