direct naar inhoud van Artikel 19 Water
Plan: Westpolder/Bolwerk 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1621.BP0104-VAST

Artikel 19 Water

19.1 Bestemmingsomschrijving
19.1.1 Algemeen

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. water;
  • b. de waterhuishouding (waterberging, -aanvoer en -afvoer, (hoofd)watergangen, e.d.);
  • c. oevers en landtongen;
  • d. groenvoorzieningen;
  • e. taluds;
  • f. bruggen.
19.1.2 Specifiek

Ter plaatse van de aanduiding:

  • a. 'oever' zijn de gronden uitsluitend bestemd voor oevers en taluds;
  • b. 'specifieke vorm van water - landtong/steiger' zijn de gronden mede bestemd voor de aanleg van openbare dagrecreatieve voorzieningen in de vorm van een dam, steigers of vlonders; deze voorzieningen zullen worden ontsloten vanaf de aangrenzende openbare ruimten.
19.2 Bouwregels
19.2.1 Algemeen

Op de in lid 19.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend andere bouwwerken ten dienste van de genoemde bestemming en kunstwerken, zoals bruggen en dammen (al dan niet met duikers) ten behoeve van de ontsluiting van aangrenzende verkeers- en/of woonbestemmingen worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 1 m.

19.3 Afwijken van de bouwregels
19.3.1 Afwijken

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor:

  • a. de bouw van vlonders, aanlegplaatsen en/of kaden, indien de waterstaatkundige belangen dit gedogen. Alvorens toepassing te geven aan deze bepaling dient advies te worden ingewonnen bij de waterbeheerder;
  • b. de bouw van andere bouwwerken tot een bouwhoogte van maximaal 5 m, indien de waterstaatkundige belangen dit gedogen. Alvorens toepassing te geven aan deze bepaling dient advies te worden ingewonnen bij de waterbeheerder;
  • c. de bouw van vlonders op de gronden als bedoeld in lid 19.1.2 onder a, waarbij de bouwhoogte van borstweringen, hekwerken en daarmee gelijk te stellen constructies niet meer dan 1 m mag bedragen.
19.4 Specifieke gebruiksregels
19.4.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 33 'Algemene gebruiksregels' lid 1, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van water als ligplaats en/of opslag van boten en overige zaken.

19.4.2 Vergunning

Voor werkzaamheden aan of in deze bestemming, niet behorende tot het normale onderhoud, dient een (Keur)vergunning te worden aangevraagd bij de waterbeheerder.

19.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
19.5.1 Verbod

Het is verboden op of boven de in 19.1.2 onder a genoemde gronden (oever) zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning grondbewerkingen, zoals afgraven en/of ophogen van het talud uit te voeren.

19.5.2 Uitzonderingen

Het verbod als bedoeld in 19.5.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;
  • b. mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende omgevingsvergunning.
19.5.3 Toelaatbaarheid

De in 19.5.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien door de werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct of indirect te verwachten gevolgen:

  • a. geen onevenredige afbreuk zal worden gedaan aan waterstaatkundige belangen;
  • b. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
    • 1. de kwaliteit van de openbare ruimte, zoals een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
    • 2. de verkeersveiligheid;
    • 3. de sociale veiligheid;
    • 4. de functionele en ruimtelijke structuur, zoals aansluiting op (structurele) groenelementen en waterelementen;
  • c. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de waterbeheerder.