direct naar inhoud van 4.1 Milieuaspecten
Plan: Lelystad - Luchthaven
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0995.BP00030-VG02

4.1 Milieuaspecten

4.1.1 Hinder door bedrijven

Bij de indeling van bedrijven in milieucategorieën wordt de VNG-uitgave "Bedrijven en milieuzonering" (2009) toegepast. Daarin worden op basis van de SBI-code indicatieve afstanden bepaald voor allerlei vormen van bedrijfsactiviteiten. De afstandscriteria hebben betrekking op de milieuaspecten geluid, stank, stof en gevaar.

Vanuit de Gemeentelijke Visie Vestigingsbeleid is aangegeven dat bedrijven in de categorieën 1 tot en met 4 wenselijk zijn in het plangebied. Gerelateerd aan de nieuwe VNG-zonering is uitgegaan van een gewenste categorie van maximaal 4.2. Op de luchthaven moet het gaan om luchtvaartgebonden bedrijven. Bij de genoemde maximale categorie hoort een afstandscriterium van maximaal 300 meter tot de woning van derden. In dit geval zijn de dichtstbijzijnde woningen van derden aanwezig bij de agrarische bedrijven ten zuiden van de Eendenweg.

De categorieën zijn bepaald voor een rustige woonwijk of een rustig buitengebied. Ook door de ligging van de omgeving in de geluidcontour van de luchthaven en de bedrijvigheid daarbij is in dit geval sprake van gemengd gebied. Bovendien ligt het plangebied langs hoofdinfrastructuur (Larserweg). Hierdoor mag de categorie met één stap naar beneden aangepast worden. Dit houdt voor de luchthaven een afstandscriterium van 200 meter tot de woningen van derden in, in plaats van de eerder genoemde 300 meter. Voor de bedrijven met een categorie 4.1 geldt dat het afstandscriterium van 200 meter gereduceerd mag worden naar 100 meter. Met de gereduceerde afstanden is in dit bestemmingsplan rekening gehouden.

In de huidige situatie gaat het bij de aanwezige bedrijven in de meeste gevallen om hangars en lesruimten. De hangars worden gebruikt voor zowel opslag van vliegtuigen en materiaal als voor herstelwerkzaamheden. De hangars hebben een lichte categorie. De lesruimten zitten in categorie 1. De afstand van de bedrijvigheid tot de dichtstbijzijnde woningen bij de agrarische bedrijven is groter dan 100 meter, eventuele hinder van de bestaande bedrijvigheid op de omgeving is daarom te verwaarlozen. Binnen de hinderzone van het vliegveld liggen echter wel de bedrijfswoningen bij de politieacademie. Deze woningen hebben in het bestemmingsplan voor Larserknoop een passende bestemming gekregen. Naast de bestaande bedrijvigheid, moet ook de nieuwe luchtvaartgebonden bedrijvigheid passen binnen de genoemde categorieën.

4.1.2 Bodem

Op grond van het Besluit ruimtelijke ordening is, wanneer sprake is van een nieuwe ontwikkeling, een beoordeling van de haalbaarheid verplicht. Het bodemonderzoek, en dan vooral onderzoek naar de bodemkwaliteit, maakt deel uit van deze afweging.

Bepaald is dat een vergunningplichtig bouwwerk niet mag worden gebouwd op een zodanig verontreinigd terrein, dat schade of gevaar is te verwachten voor de gezondheid van de gebruikers of het milieu.

Bij de verkenning van de mogelijkheden om nieuwe functies in een gebied te realiseren moet de bodemkwaliteit worden betrokken. Inzicht in eventuele beperkingen aan het bodemgebruik (i.v.m. milieuhygiënische risico's voor mens, plant en dier) is noodzakelijk. Ook moeten de mogelijkheden en kosten, om deze beperkingen door middel van actief bodembeheer weg te nemen, worden aangegeven.

Voor een eventuele omgevingsvergunning moet onderzoek gedaan worden naar de kwaliteit van de bodem. Daarbij is het van belang in beeld te krijgen of de bodem geschikt is voor de gewenste nieuwe functie.

4.1.3 Luchtvaartgeluid

De randvoorwaarden die in de PKB Maastricht en Lelystad zijn vastgesteld gelden als voorwaarde voor de gewenste ontwikkeling van Lelystad Airport. De daarin aangegeven kaders zijn bepalend voor het verzoek om een luchthavenbesluit. Daarbij wordt bovendien zoveel mogelijk tegemoet gekomen aan de wensen vanuit de omgeving en is gevolg gegeven aan eerdere uitspraken van de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Zoals in 3.1.1 aangegeven zijn de geluidcontouren rond kleine luchthavens gerelateerd aan de Regelgeving Burgerluchthavens en Militaire Luchthavens (RBML). De geluidsproductie voor grote luchtvaart wordt weergegeven in geluidmaten Kosteneenheden (Ke), Laeq-nacht, Lden en Lnight (uitgedrukt in dB(A)). Voor de kleine luchtvaart is ook de Lden van toepassing. De geluidmaat Lden wordt ook gebruikt voor de cumulatie van het geluid (totale geluidbelasting) van de verschillende geluidsbronnen, zoals het weg-, rail- en vliegverkeer en het industriegeluid.

Ke-contouren

Voor het aantal vliegtuigbewegingen in de gewenste situatie (baanlengte 2.100 meter uit het aanwijzingsbesluit 2009) wordt in dit bestemmingsplan de aantallen uit het meest milieuvriendelijke alternatief (mma) aangehouden. Deze zijn geringer dan de aantallen die bij de vaststelling van de PKB zijn gehanteerd. Bij de berekening van de Kosteneenhedencontour (Ke-contour) is rekening gehouden met een in overleg met het (toenmalige) Ministerie van VenW gewijzigde vloot en gewijzigde aantallen bewegingen.

Van belang is de ligging van de 35 Ke-contour, omdat dit het gebied is waar na de baanverlenging geen nieuwbouw en nieuwe geluidgevoelige objecten zijn toegestaan. In de nieuwe situatie (mma) neemt het oppervlak van de 35 Ke-contour toe, ten opzichte van het referentiealternatief van 2001 (bestaande situatie). Het aantal woningen binnen deze contour neemt toe van 0 naar 14. Deze toename blijft binnen de PKB.

Door de optimalisering van de uitvliegroutes vanaf de luchthaven, worden veel woongebieden beter ontzien dan in het referentiealternatief of de PKB.

Bkl-contouren

In het kader van de Bkl-contouren moet rekening gehouden worden met de 47 Bkl-contour. Het oppervlak van de 47 Bkl-contour neemt na de baanverlenging toe ten opzichte van de bestaande situatie. In de gewenste situatie worden de grenzen van de PKB nergens overschreden.

Nachtgeluid

Na de uitbreiding van de luchthaven vinden de vluchten op de luchthaven plaats van 6.00 tot 23.00 uur. Wanneer een vliegtuig vertraagd is, mogen deze bij uitzondering landen van 23.00 tot 24.00 uur. Nachtvluchten vinden niet plaats op Lelystad Airport. De van belang zijnde contour in de nacht is de 26 dB(A)-contour Laeq-nacht. Na realisatie van de nieuwe situatie staan geen woningen binnen deze contour. Bovendien zijn de contouren kleiner qua oppervlakte dan de PKB en wordt hieraan voldaan.

4.1.4 Overige geluidsaspecten

Naast luchtvaartlawaai zijn ook wegverkeerslawaai en industrielawaai van belang voor de omgeving.

Wegverkeerslawaai

Op grond van de Wet geluidhinder worden langs wegen geluidzones vastgesteld, waarbinnen bepaalde geluidsgevoelige bestemmingen, zoals woningen, niet kunnen worden gerealiseerd. De breedte van de zone is afhankelijk van de ligging van de weg in (buiten)stedelijk gebied en van het aantal rijstroken. Wegen waarvoor een maximum snelheid van 30 km per uur geldt, hebben geen zone.

Rondom het plangebied zijn verschillende typen wegen aanwezig. Omdat op de luchthaven geen geluidgevoelige objecten mogelijk gemaakt worden, is het wegverkeerslawaai van de omliggende wegen niet van belang voor dit bestemmingsplan. De gewenste nieuwe terminal trekt meer verkeer aan, dit verkeer kan vrij snel vanaf de Larserweg op het luchthaventerrein komen. Direct langs deze route liggen geen woningen die hinder kunnen ondervinden van de toename van het verkeer en het daarbij horende wegverkeergeluid. Aangenomen wordt dat de bestaande woningen rondom het plangebied geen hinder ervaren van extra verkeersbewegingen van en naar de luchthaven, omdat het luchtvaartgeluid het wegverkeergeluid overstemt.

Industrielawaai

De luchthaven en bijbehorende bedrijvigheid betreffen een gezoneerd bedrijventerrein. Voor het industrielawaai gelden de contouren zoals deze eerder weergegeven zijn in paragraaf 2.7 van deze toelichting. Deze contouren hebben vooral gevolgen voor de om het plangebied gelegen gebieden (waaronder Larserknoop). In de bestemmingsplannen voor deze gebieden is en/of moet een geluidcontour worden opgenomen.

Daarnaast is sprake van mogelijk proefdraaien van motoren. Hierop is in paragraaf 2.7 van deze toelichting ingegaan. De geluidcontouren zijn vastgelegd in de bestemmingsplannen "Landelijk gebied Lelystad, gedeelte Oostelijk Flevoland", en "Larserknoop".

Ook de bestaande luchthaven- en platformgebonden bedrijven hebben een geluidcontour. De geluidcontouren rond deze bedrijven liggen binnen het gezoneerde terrein. De zone is ook gebaseerd op de geluidcontouren rond deze bedrijven.

4.1.5 Emissies en luchtkwaliteit

Een onderdeel van de Wet milieubeheer betreft de luchtkwaliteit. De wet is enerzijds bedoeld om de negatieve effecten op de volksgezondheid aan te pakken, als gevolg van te hoge niveaus van luchtverontreiniging. Anderzijds heeft de wet tot doel mogelijkheden te creëren voor ruimtelijke ontwikkeling, ondanks overschrijdingen van de Europese grenswaarden voor luchtkwaliteit.

De Wet milieubeheer voorziet onder meer in een gebiedsgerichte aanpak van de luchtkwaliteit via het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). De programma-aanpak zorgt voor een flexibele koppeling tussen ruimtelijke activiteiten en milieugevolgen. Luchtkwaliteitseisen vormen onder de Wet milieubeheer geen belemmering voor ruimtelijke ontwikkeling als:

  • er geen sprake is van een feitelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarde of;
  • een project, al dan niet per saldo, niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit leidt of;
  • een project "niet in betekenende mate" bijdraagt aan de luchtverontreiniging.

Bij een dergelijke ontwikkeling, zoals gewenst in het plangebied, is sprake van een project dat kan bijdragen aan een verslechtering van de luchtkwaliteit. Voor de gewenste ontwikkeling is een onderzoek gedaan naar emissies en luchtkwaliteit. De resultaten van dit onderzoek staan hierna beschreven.

Emissies

Met de gewenste ontwikkeling op de luchthaven, neemt het aantal vliegbewegingen toe. Door de toename van het aantal vliegbewegingen en de gewijzigde samenstelling van de vloot is de emissie van iedere beschouwde stof in de nieuwe situatie hoger dan in de bestaande situatie. Hoewel beperkt, stijgt de uitstoot van stikstofoxiden in de nieuwe situatie. De oorzaak is een toename in gebruik van vliegtuigen met turbinemotoren. Turbinemotoren hebben de eigenschap dat ze een relatief hoge stikstofemissie hebben ten opzichte van zuigermotoren. De gevolgen van deze stijging in emissies door de luchtvaart zijn beperkt terug te vinden in de totale emissies (luchtverkeer en wegverkeer), omdat het luchtverkeer slechts een klein deel van de totale emissies veroorzaakt. De bijdrage van het luchtverkeer aan deze totale emissies neemt wel toe.

Luchtkwaliteit

De resultaten van de luchtkwaliteitsberekeningen laten voor de gewenste situatie een acceptabel niveau zien. De totale concentratiewaarden van de beschouwde stoffen nemen in de toekomst af als gevolg van lagere achtergrondconcentraties en lagere bijdragen van het wegverkeer. Het veranderende luchthavengebruik veroorzaakt een zeer beperkte toename in de bijdrage van de luchthaven aan deze concentratiewaarden. Deze toename wordt veroorzaakt door de aanwezigheid van meer groot verkeer bij de wijziging van de start- en landingsbaan. Dit is vooral te zien aan de hogere jaargemiddelde concentratie stikstof (NO2) bij vergelijking van de alternatieven binnen gelijke jaren. De gewenste situatie van de luchthaven heeft geen hogere luchthavenbijdrage en stijging van de toekomstige jaargemiddelde concentraties tot gevolg.