Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Molensingel Tuincentrum
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0935.bpMolensingelTcen-vg01

5.3 Bodem

 
Bij het opstellen van een bestemmingsplan dient te worden nagegaan of de aanwezige bodemkwaliteit past bij het huidige of toekomstige gebruik. Het belangrijkste uitgangspunt hierbij is dat aanwezige bodemverontreinigingen geen onaanvaardbaar risico oplevert voor de gebruikers van de bodem en dat de bodemkwaliteit niet verslechtert door grondverzet.  
In onderhavig geval is niet zozeer sprake van een functiewijziging maar van een functieaanpassing waarbij de huidige bedrijfsbestemming wordt omgebouwd in een specifieke bedrijfsbestemming ten behoeve van de oprichting van een tuincentrum (nieuwe locatie) alsmede de omvorming van een bedrijfsbestemming met een specifieke functieaanduiding 'Tuincentrum' in een reguliere bedrijfsbestemming (bestaande locatie). In milieuhygiënisch opzicht is daarbij geen sprake van de omvorming van het plangebied in een meer of minder milieugevoelige functie dan thans reeds het geval is. Het uitvoeren van een (verkennend) bodemonderzoek kan daarmee achterwege blijven. Ten behoeve van het vigerend bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Eijsden-Maastricht' is de bodemkwaliteit op het bedrijventerrein in afdoende mate in beeld gebracht om te kunnen constateren dat het aspect bodem geen belemmering vormt voor onderhavig plan en bijbehorende functies.