Bij het ontwikkelen van een ruimtelijk plan is het van belang rekening te houden met geluidbronnen en de mogelijke hinder of overlast daarvan voor mensen. De beoordeling van het aspect geluid vindt zijn grondslag vooral in de Wet geluidhinder maar daarnaast ook in de Wet ruimtelijke ordening wanneer het gaat om de beoordeling of er sprake is van een goed woon- en leefklimaat.
Het aspect geluid kent voor een aantal bestemmingen (zoals wonen) in combinatie met een aantal typen geluidbronnen een wettelijk kader dat van belang is bij het opstellen van ruimtelijke plannen. Zo zijn in de Wet geluidhinder voor woningen en andere geluidsgevoelige bestemmingen grenswaarden opgenomen voor industrielawaai, wegverkeerlawaai en spoorweglawaai. Voor andere geluidsbronnen bestaan geen wettelijke kaders. Andere geluidsbronnen kunnen wel noodzaken tot een aanvullende beoordeling van het aspect geluid in het kader van een goede ‘ruimtelijke ordening’.
Omdat een tuincentrum niet kan worden aangemerkt als geluidsgevoelige bestemming is een toetsing aan de grenswaarden voor industrielawaai, wegverkeerlawaai en spoorweglawaai in onderhavig geval niet aan de orde. Het uitvoeren van een akoestisch onderzoek is dan ook niet aan de orde.
Goede ruimtelijke ordening
Geluid voor verkeer van en naar het tuincentrum
Los van het wettelijk kader volgend uit de Wet geluidhinder stelt de Wet ruimtelijke ordening dat er sprake moet zijn van een goede ruimtelijke ordening. Dit betekent dat beoordeeld moet worden of de beoogde functie een onevenredig negatieve invloed kan hebben op de leefomgeving. In onderhavige situatie is sprake van een locatie waar op basis van het vigerende bestemmingsplan bedrijfsbebouwing kan worden opgericht. Het rechtstreeks oprichten van een tuincentrum is evenwel niet mogelijk. In zijn algemeenheid zal een tuincentrum een grotere verkeersaantrekkende werking hebben dan een reguliere bedrijfsbestemming. In onderhavig geval is de realisatie van een tuincentrum evenwel gekoppeld aan de (gelijktijdige) beëindiging van een reeds op het bedrijventerrein gevestigd tuincentrum. Per saldo zal dan ook enkel de vergroting van het nieuwe tuincentrum (ten opzichten van het bestaande en te beëindigen tuincentrum) kunnen zorgen voor een toename van geluid. Deze vergroting is evenwel niet van dien aard dat een toename van geluidsoverlast gerelateerd aan wegverkeer wordt verwacht. Van een onevenredige negatieve invloed op de leefomgeving zal dan ook geen sprake zijn.
Onderbouwing: de vloeroppervlakte van het nieuwe tuincentrum (inclusief buitenruimte) bedraagt 12.680 m², de vloeroppervlakte van het oude tuincentrum (inclusief buitenruimte) bedraagt 10.107 m². Dit leidt tot een toename van het vloeroppervlak van 2.573 m². Uitgaande van een maximale parkeernorm van 2.7 pp per 100 m² bvo en uitgaande van 8 verkeersbewegingen per parkeerplaats leidt dit tot een verkeerstoename van 555 verkeersbewegingen. Dit betekent 277 bewegingen in noordelijke richting extra en 277 in zuidelijke richting extra. Deze toename leidt niet tot een relevante toename van de geluidbelasting op omringende geluidgevoelige bestemmingen.
Geluid van het tuincentrum zelf
In het vigerende bestemmingsplan is een inwaartse zonering opgenomen. Het nieuwe tuincentrum is gepland in zone I. In deze zone zijn bedrijven van milieucategorie 2 toegestaan. Een tuincentrum valt onder de SBI-code 5246/9 met een afstand van 30 meter voor geluid en 10 meter voor gevaar. Dit valt onder milieucategorie 2 en voldoet hiermee aan het geldende bestemmingsplan.
Het bedrijf ligt op ruim 60 meter van de nabijgelegen woonwagenlocatie en de nabijgelegen (woon)bebouwing van Stichting Koraal Groep. Het plan voldoet daarmee aan de betreffende afstand. Vooruitlopend op het nieuwe bestemmingsplan is een zonering op basis van dB(A)/vierkante meter opgesteld. Alhoewel deze zonering nog niet van toepassing is, is ook gekeken of het nieuwe tuincentrum hieraan kan voldoen. De geluidsafstand volgens de SBI-code is 30 meter en de kaveloppervlakte is ruim 21.000 m². Dit houdt in dat het tuincentrum valt onder de categorie 50-55 dB(A)/m² en ook past binnen de toekomstige akoestische indeling van het industrieterrein.
Resumerend kan worden aangegeven dat het aspect geluid geen belemmering vormt voor onderhavig plan.