Plan: | Mosaïque-N271 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0893.BP12MOSAN271NBG-VA01 |
Watertoets en waterbeheer
Doel van de watertoets is om te voorkomen dat ruimtelijke ontwikkelingen in strijd zijn met duurzaam waterbeheer. Hiervoor dient de initiatiefnemer in een vroeg stadium overleg te voeren met de waterbeheerder over het ruimtelijke planvoornemen. Het plangebied ligt binnen het beheersgebied van waterschap Peel en Maasvallei, verantwoordelijk voor het waterkwantiteits- en waterkwaliteitsbeheer. Omdat delen van het tracé zijn gesitueerd op een waterkering van het winterbed van de Maasoever is ook Directoraat Generaal Water (DGW) van Rijkswaterstaat als waterbeheerder betrokken. Vergunningen en ontheffingen worden centraal via het watertoetsloket van het waterschap behandeld.
Bij het tot stand komen van dit bestemmingsplan is overleg gevoerd met de waterbeheerders over het planvoornemen. Op 21 september 2011 heeft het waterschap schriftelijk haar wateradvies uitgebracht (kenmerk 2011.12993). De opmerkingen van de waterbeheerder zijn verwerkt in deze waterparagraaf en hadden betrekking op:
Beleid waterbeheer
Algemeen
Op verschillende bestuursniveaus zijn de afgelopen jaren beleidsnota's verschenen aangaande de waterhuishouding, allen met als doel een duurzaam waterbeheer (kwalitatief en kwantitatief) te realiseren en in stand te houden. Het gaat om:
Gebiedspecifiek
Van belang voor onderhavig ruimtelijk planvoornemen zijn:
Beleidslijn Grote Rivieren – directoraat generaal water (DGW)
Door de ligging van het tracé en de bijbehorende werken, ter plaatse van een waterkering langs het winterbed van de maasoever, is normaliter de Beleidslijn Grote Rivieren van toepassing. Echter: een deel van de werkzaamheden die binnen het werkingsgebied van de Beleidslijn Grote Rivieren zijn gesitueerd zijn aangewezen als Wbr artikel 2a-gebied. Het gaat om het gebied gelegen tussen de N271 en de meest westelijke contouren van de Lindenlaan. In de toelichting op de Beleidslijn is verwoord dat in 2a-gebieden het vergunningenregime van de Wbr is uitgeschakeld. Dit betekent dat het gebied vanuit het rivier- en stroombelang minder van belang wordt geacht. Bescherming van dat belang door middel van een vergunningstelsel wordt niet nodig geacht. Er is geconcludeerd dat in deze gebieden nieuwe ingrepen niet leiden tot een waterstandverhoging in de huidige situatie en/of tot een feitelijke belemmering voor toekomstige vergroting van de afvoercapaciteit. Om die reden zijn de artikel 2a-gebieden uitgezonderd van het toepassingsgebied van de Beleidslijn.
Voor een aantal werkzaamheden die zijn gelegen binnen de beschermingszone van de waterkering, maar buiten het Wbr artikel 2a-gebied, is wel een vergunning in het kader van de Waterwet nodig.
Zowel de ligging en begrenzing van het stroomvoerend rivierbed uit de Beleidslijn Grote Rivieren als de beschermingszone van de waterkering zijn opgenomen op de verbeelding van het bestemmingsplan. In artikel 5 van de Regels zijn bestemmingregels opgenomen voor genoemd Stroomvoerend rivierbed.
Waterschapsbeleid
Op 21 oktober 2009 is het Waterbeheerplan 'Orde in Water, Water in Orde' vastgesteld. Het waterbeheerplan beschrijft op hoofdlijnen hoe het Waterschap Peel en Maasvallei van 2010 tot en met 2015 zorgt voor veilige dijken, droge voeten, voldoende en schoon water. In het waterbeheerplan staat hoe het waterschap de waterkeringen en het regionale watersysteem op orde wil brengen en houden. In het plan staan hiervoor de ambities en doelstellingen omschreven, en het pakket aan maatregelen dat het waterschap de komende zes jaren uitvoert. Van belang voor onderhavige ontwikkeling is het toetsingskader, specifiek:
- Hydrologisch neutraal ontwikkelen
Nieuwe ontwikkelingen dienen te voldoen aan het principe van hydrologisch neutraal ontwikkelen, waarbij de hydrologische situatie minimaal gelijk moet blijven aan de uitgangssituatie. Hierbij mag de natuurlijke GHG (Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand)
niet verlaagd worden en mag bij transformatie van landelijk naar bebouwd gebied de oorspronkelijke landelijke afvoer (aangegeven als zijnde 1 l/s/ha) in de normale situatie niet overschreden worden. Uitgangspunt bij nieuwe verharding is dat een bui met een herhalingstijd van T=10 (50 mm in 24 uur) in het 'worst-case' scenario kan worden geborgen, met daarboven 50 cm waking. Tevens moet inzichtelijk gemaakt worden wat de gevolgen zijn van een bui met een herhalingstijd van T=100 (84 mm in 48 uur). Deze mag geen overlast opleveren voor derden.
- Gescheiden houden van vuil water en schoon hemelwater
Het streefbeeld is het afvoeren van het vuile water via de riolering en het binnen het plangebied verwerken van het schone hemelwater. Indien dit niet haalbaar is, kan naar een compromis worden gezocht.
- Doorlopen van de afwegingsstappen: 'hergebruik – infiltratie – buffering –afvoer'
Dit is een afgeleide van de trits vasthouden – bergen – afvoeren (vierde Nota Waterhuishouding en Waterbeheer van de 21ste Eeuw).
Beleid gemeente
De Gemeente Bergen heeft ten aanzien van water dezelfde doelstellingen als het waterschap. De gemeente heeft de volgende beleidsuitgangspunten, waar plannen aan worden getoetst:
Voor bovenstaande gevallen geldt dat alle kosten voor aanleg van de voorzieningen (inclusief planvorming, vergunningen etc.) voor de afvoer van vuil- en hemelwater voor rekening van de initiatiefnemer zijn.
Bij nieuwbouwplannen zal de gemeente bekijken of er mogelijkheden zijn voor het extra afkoppelen/infiltreren van vuil- of hemelwater van aangrenzende bestaande gebieden. Als hiervoor mogelijkheden aanwezig zijn, dan verwacht de gemeente medewerking van de initiatiefnemer om deze mogelijkheden mee te nemen bij de planontwikkelingen.
Huidige situatie
Algemeen
Het plangebied is gelegen in het westen van de kern Nieuw Bergen, gemeente Bergen en heeft betrekking op een tracé van de bestaande provinciale weg N271 inclusief bermen.
Bodem en grondwater
Volgens de Bodemkaart van Nederland bestaat de bodem ter plaatse uit enkeerdgronden. Er is langs het tracé sprake van grondwater trap VI en VII. Dat wil zeggen dat de gemiddeld hoogste grondwaterstand tussen de 40 en 80 cm respectievelijk 80 en 140 cm beneden maaiveld ligt.
De maaiveldhoogte varieert tussen NAP +14,5 m tot NAP +15,9 m. Aan de hand van recent uitgevoerde grondboringen (december 2011, rapportage infiltratieproeven centrumplan Bergen, 2 januari 2012, Tauw) blijkt dat de bodem tot een diepte van minimaal 3 meter beneden maaiveld als hoofdcomponent bestaat uit matig grof zand. Ten tijde van genoemd onderzoek is ter plaatse van het plangebied geen grondwater aangetroffen. Uit roestvlekken in het bodemprofiel blijkt dat de grondwaterstand in het verleden op een niveau van circa 1,5 meter beneden maaiveld heeft gestaan.
Jaarrondmetingen van de grondwaterstand ter plaatse van het Raadhuisplein en het gemeentehuis in de periode oktober 2008 tot en met juli 2010 tonen een grondwaterstand die fluctueerde tussen 2,7 en 3,1 m beneden maaiveld.
Watersysteem
Binnen het plangebied is geen oppervlaktewater aanwezig. Overtollig hemelwater afkomstig van de weg watert af op de berm en via straatkolken die onderdeel zijn van het gemeentelijk gemengd rioleringsstelsel.
Veiligheid en waterkeringen
Het tracé ligt op hoogwaterkerende gronden. Delen van het plan zijn gesitueerd ter plaatse van zogenaamd 'Wbr artikel 2a-gebied'. De Beleidslijn Grote Rivieren is hier niet van toepassing. Een aantal delen van het plan (en werkzaamheden) zijn gelegen buiten het Wbr artikel 2a-gebied maar binnen de beschermingszone van de waterkering.
Toekomstige situatie
Algemeen
Het bestemmingsplan maakt de herstructurering van de N271 mogelijk. Hierbij wordt een deel van de infrastructuur gewijzigd in die zin dat er een ovonde en rotonde (ter hoogte van Den Asseldonk) worden aangelegd.
Watersysteem
In de huidige situatie is circa 10.000 m² verhard. In de nieuwe situatie is dit vergelijkbaar. Overtollig hemelwater afkomstig van de ovonde, nabij de kern Nieuw Bergen, zal worden afgevoerd naar een Wadi die direct ten westen van de ovonde en ten oosten van de Lindenlaan is gesitueerd. Op deze wijze wordt circa 5.200 m² verhard oppervlak afgekoppeld van het gemengde riool. Middels de wadi worden buien van T=10 geborgen. In dit geval gaat het om circa 260 m³. Ook zal getracht worden buien van T=100 te bergen. Hierbij dient circa 440 m³ geborgen te worden. Veldonderzoek (infiltratiemetingen Tauw) heeft aangetoond dat de bodem voldoende waterdoorlatend is om op deze wijze water in de bodem te infiltreren. De wadi wordt voorzien van een noodoverloop die afvoert naar de uiterwaard.
Voor het overige tracé geldt dat hemelwater naar de bermen wordt afgevoerd, zoals dat in de huidige situatie ook gebeurd.
Veiligheid en waterkeringen
Voor een aantal werkzaamheden die zijn gelegen binnen de beschermingszone van de waterkering, maar buiten het Wbr artikel 2a-gebied, is een vergunning nodig in het kader van de Waterwet.
Waterstaat in het bestemmingsplan
De ligging en begrenzing van het stroomvoerend rivierbed uit de Beleidslijn Grote Rivieren heeft de bestemming 'Waterstaat - Stroomvoerend rivierbed' toebedeeld gekregen. Deze is als zodanig opgenomen op de verbeelding van het bestemmingsplan. In artikel 5 van de Regels zijn voor deze aanduiding bestemmingsregels opgenomen.
Voor waterkeringen (kernzone) inclusief de beschermingszones geldt een zogenaamde dubbelbestemming, deze hebben de bestemming 'Waterstaat-Waterkering' toebedeeld gekregen, hetgeen ook op de verbeelding van het bestemmingsplan is verwerkt.
Conclusie
De ontwikkeling levert een positieve bijdrage aan het bestaande waterhuishoudkundige systeem ter plaatse. Door het afkoppelen van nieuw verhard oppervlak wordt minder schoon water afgevoerd op het vuilwaterriool. Hierdoor wordt onnodige belasting van de rioolwaterzuiveringsinstallatie voorkomen.