direct naar inhoud van Regels
Plan: Beheersverordening Oirschot
Status: vastgesteld
Plantype: beheersverordening
IMRO-idn: NL.IMRO.0823.BEHEERSVERORD2018-VAST

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Toepassing

1.1 Algemeen

Op de onderhavige 'Beheersverordening Oirschot' zijn de voorschriften/regels en bijbehorende plankaarten/verbeeldingen van de in tabel 1 genoemde en in de bijlage bij deze regels opgenomen bestemmingsplannen/wijzigingsplannen, alsmede de verleende vrijstellingen/ontheffingen/afwijkingen als bedoeld in bijlage 1 bij deze regels van overeenkomstige toepassing, met inachtneming van het bepaalde in deze beheersverordening.

Tabel 1: Bestemmingsplannen en wijzigingsplannen

Naam van het instrument   Vastgesteld   Onherroepelijk   IMRO-nummer   IMRO-versie  
Bestemmingsplan Kanaalzone   26-04-2005   07-03-2007   NL.IMRO.08230000BPOIKANAALZONE   PRPCP2008  
Woonwijken Kern Oirschot   27-06-2006     NL.IMRO.08230000KernOirschot   IMRO2006  
Kom Spoordonk   27-11-2007     NL.IMRO.08230000KomSpoordonk   IMRO2006  
Kom Oostelbeers   27-11-2007     NL.IMRO.08230000KomOostelbeers   IMRO2006  
Kom Middelbeers   23-06-2008     NL.IMRO.08230000KomMiddelbeers   IMRO2006  
Centrum Oirschot   30-09-2008     NL.IMRO.08230000CentrumOirschot   IMRO-2006  
Lubberstraat   01-03-2011     NL.IMRO.0823.BPSPLUBBERST201000-VAST   IMRO2008  
Ruimte voor Ruimte Kuikseind   12-05-2009   02-11-2009   NL.IMRO.08230000BPMBKUIKSEIND-   PRPCP2008  
Woonwijken kern Oirschot Wijziging ex artikel 11 WRO Woondoeleinden IV   21-04-2009   02-11-2009   NL.IMRO.08230000WPOITamboer   PRPCP2008  
Centrum Oirschot, herziening 2010-01 (uitbreiding Sint Joris)   18-05-2010     NL.IMRO.0823,BPOICENTRUM201001-VAST   IMRO2008  
Bestemmingsplan 'Regeling inzake vestiging en uitoefening van seksinrichtingen'   07-04-2009     NL.IMRO.08230000BPOISEKSINRICHT-   PRPCP2008  
Partiele herziening Sportpark De Klep   21-12-2010     NL.IMRO.0823.BPMBKlep201000-VAST   IMRO2008  
Vestdijk 47a Middelbeers   24-05-2011     NL.IMRO.0823.WPMBvestdijk201101-VAST   IMRO2008  
De Notel   17-05-2011     NL.IMRO.0823.WPOINOTEL201001-VAST   IMRO2008  
1.2 Bestemmingsplan Kanaalzone

Onder bestemmingsplan Kanaalzone wordt verstaan: Bestemmingsplan Kanaalzone vastgesteld bij besluiten van 26 april 2005, onherroepelijk op 07 maart 2007, NL.IMRO.08230000BPOIKANAALZONE- IMRO-versie: PRPCP2008.

1.3 Bestemmingsplan Woonwijken Kern Oirschot

Onder bestemmingsplan Woonwijken Kern Oirschot wordt verstaan: Bestemmingsplan Woonwijken Kern Oirschot vastgesteld op 27 juni 2006 NL.IMRO.08230000KernOirschot-, IMRO-VERSIE: IMRO2006.

1.4 Bestemmingsplan Kom Spoordonk

Onder bestemmingsplan Kom Spoordonk wordt verstaan: Bestemmingsplan Kom Spoordonk vastgesteld op 27 november 2007, NL.IMRO.08230000KomSpoordonk-, IMRO-versie: IMRO2006.

1.5 Bestemmingsplan Kom Oostelbeers

Onder bestemmingsplan kom Oostelbeers wordt verstaan: Bestemmingsplan Kom Oostelbeers vastgesteld op 27 november 2007, NL.IMRO.08230000KomOostelbeers-, IMRO-versie: IMRO2006.

1.6 Bestemmingsplan Kom Middelbeers

Onder bestemmingsplan Kom Middelbeers wordt verstaan: Bestemmingsplan Kom Middelbeers vastgesteld op 23 juni 2008, NL.IMRO.08230000KomMiddelbeers-, IMRO-versie: IMRO2006.

1.7 Bestemmingsplan Centrum Oirschot

Onder bestemmingsplan Centrum Oirschot wordt verstaan: Bestemmingsplan Centrum Oirschot vastgesteld op 30 september 2008, NL.IMRO.08230000CentrumOirschot-, IMRO-versie: IMRO-2006.

1.8 Bestemmingsplan Regeling inzake de vestiging en uitoefening van seksinrichtingen

Onder Regeling inzake de vestiging en uitoefening van seksinrichitingen wordt verstaan: bestemmingsplan Regeling inzake de vestiging en uitoefening van seksinrichten onherroepelijk op 7 april 2009, NL.IMRO.08230000BPOISEKSINRICHT-, IMRO-versie: PRPCP2008

1.9 Bestemmingsplan Lubberstraat

Onder bestemmingsplan Lubberstraat wordt verstaan:Bestemmingsplan Lubberstraat vastgesteld op 01 maart 2011, NL.IMRO.0823.BPSPLUBBERST201000-VAST, IMRO-versie: IMRO2008.

1.10 Bestemmingsplan Ruimte voor Ruimte Kuikseind

Onder bestemmingsplan Ruimte voor Ruimte Kuikseind wordt verstaan: Bestemmingsplan Ruimte voor Ruimte Kuikseind vastgesteld op 12 mei 2009, onherroepelijk 02 november 2009, NL.IMRO.08230000BPMBKUIKSEIND-, IMRO-versie: PRPCP2008.

1.11 Bestemmingsplan Woonwijken kern Oirschot Wijziging ex artikel 11 WRO Woondoeleinden IV

Onder bestemmingsplan Woonwijken kern Oirschot Wijziging ex artikel 11 WRO Woondoeleinden IV wordt verstaan: Bestemmingsplan Woonwijken kern Oirschot Wijziging ex artikel 11 WRO Woondoeleinden IV vastgesteld op 21 april 2009, onherroepelijk op 02 november 2009, NL.IMRO.08230000WPOITamboer-, IMRO-versie: PRPCP2008.

1.12 Bestemmingsplan Centrum Oirschot, herziening 2010-01 (uitbreiding Sint Joris)

Onder bestemmingsplan Uitbreiding Sint Joris wordt verstaan: Bestemmingsplan Centrum Oirschot, herziening 2010-01 (uitbreiding Sint Joris) vastgesteld op 18 mei 2010, L.IMRO.0823,BPOICENTRUM201001-VAST, IMRO-versie:IMRO2008.

1.13 Bestemmingsplan Partiele herziening Sportpark de Klep

Onder bestemmingsplan Partiele herziening Sportpark de Klep wordt verstaan: bestemmingsplan Partiele herziening Sportpark de Klep vastgesteld op 21 december 2010, NL.IMRO.0823.BPMBKlep201000-VAST, IMRO-versie: IMRO2008.

1.14 Wijzigingsplan Vestdijk 47a Middelbeers

Onder wijzigingsplan Vestdijk 47a Middelbeers wordt verstaan: wijzigingsplan Vestdijk 47 vastgesteld op 24 mei 2011, NL.IMRO.0823.WPMBvestdijk201101-VAST, IMRO-versie: IMRO2008.

1.15 Wijzigingsplan De Notel

Onder wijzigingsplan De Notel wordt verstaan: wijzigingsplan De Notel vastgesteld op 17 mei 2011, NL.IMRO.0823.WPOINOTEL201001-VAST, IMRO-versie:IMRO2008.

Artikel 2 Algemene bepalingen

De begrippen uit de bestemmingsplannen worden als volgt gewijzigd:

  • 'voorschriften' wordt vervangen door 'regels';
  • 'het plan' (resp. 'dit plan') wordt vervangen door 'de beheersverordening' (resp. 'deze beheersverordening');
  • 'bepaling(en)' wordt vervangen door 'regel(s)'
  • 'ontheffing' wordt vervangen door 'omgevingsvergunning voor het afwijken'
  • '(plan)kaart' wordt vervangen door 'verbeelding'
  • 'doeleindenomschrijving' wordt vervangen door 'bestemmingsomschrijving'
  • 'bebouwing' in de titel wordt vervangen door 'bouwregels'
  • 'bouwvoorschriften' wordt vervangen door 'bouwregels'
  • 'ontheffingsregel' wordt vervangen door 'afwijkingsregels'
  • 'vrijstellingsbevoegdheid' wordt vervangen door 'afwijkingsregels'
  • 'vrijstellingsbepaling' wordt vervangen door 'afwijkingsregels'
  • 'aanlegvergunningstelsel' wordt vervangen door 'omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden'.
  • 'algemene ontheffingsregels' wordt vervangen door 'algemene afwijkingsregels'
  • 'algemene vrijstellingsbevoegdheid' wordt vervangen in 'algemene afwijkingsregels'
  • 'algemene vrijstellingsbepaling' wordt vervangen in 'algemene afwijkingsregels'
  • 'algemene gebruiksbepalingen' wordt vervangen in 'algemene gebruiksregels'
  • 'gebruiksregel' wordt vervangen door 'algemene gebruiksregels'
  • 'gebruiksvoorschriften' wordt vervangen door 'specifieke gebruiksregels'
  • 'specifieke gebruiksvoorschriften' wordt vervangen door 'specifieke gebruiksregels'
  • 'ontheffing van de gebruiksregels' wordt vervangen door 'afwijken van de gebruiksregels'
  • 'vrijstelling van de gebruiksvoorschriften' wordt vervangen door 'afwijken van de gebruiksregels'
  • 'ontheffing van de bouwregels' wordt vervangen door 'afwijken van de bouwregels'
  • 'vrijstelling van de bouwvoorschriften' wordt vervangen door 'afwijken van de bouwregels'
  • 'overgangsbepalingen' wordt vervangen door 'overgangsrecht'
  • Onder 'overgangsbepalingen' wordt de titel 'bebouwing' vervangen door 'overgangsrecht bouwwerken'
  • Onder 'overgangsbepalingen' wordt de titel 'ander gebruik van de grond en gebruik van de opstallen' vervangen door 'overgangsrecht bouwwerken'
  • 'overgangsbepaling ten aanzien van bouwwerken' wordt vervangen door 'overgangsrecht bouwwerken'
  • 'overgangsbepalling ten aanzien van het gebruik' wordt vervangen door 'overgangsrecht gebruik'
  • 'dubbeltelbepaling' wordt vervangen door 'anti-dubbeltelregel'
  • 'anti-dubbeltelbepaling' wordt vervangen door 'anti-dubbeltelregel'
  • 'sloopregeling beeldbepalende panden en gemeentelijke monumenten' wordt vervangen door 'algemene sloopregels'
  • 'aanlegvergunning beeldbepalende hagen en beeldbepalende muren' wordt vervangen door 'omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden'
  • 'titel' wordt vervangen door 'slotregel'
  • 'slotbepaling' wordt vervangen door 'slotregel'

Artikel 3 Begrippen

3.1 Plan:

de beheersverordening Beheersverordening Oirschot met identificatienummer NL.IMRO.0823.BEHEERSVERORD2018- van de gemeente Oirschot;

3.2 Bestemmingsgrens:

De grens van een bestemmingsvlak;

3.3 Bestemmingsvlak:

Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

3.4 Bebouwingspercentage:

Een opgenomen getal dat het percentage van een bouw- of bestemmingsvlak aangeeft dat ten hoogste mag worden bebouwd;

3.5 Bouwgrens:

De grens van een bouwvlak;

3.6 Bouwlaag:

Een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van kelder, onderbouw en zolder;

3.7 Bouwvlak:

Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;

3.8 Bijbehorend bouwwerk:

Uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;

Artikel 4 Wijze van meten

De meetvoorschriften uit de bestemmingsplannen worden gewijzigd met de volgende artikelen:

4.1 De dakhelling

Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

4.2 De goothoogte van een bouwwerk

Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen contructiedeel.

4.3 De inhoud van een bouwwerk

Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

4.4 De bouwhoogte van een bouwwerk

Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

4.5 De lengte, breedte en diepte van een gebouw

Tussen de buitenwerkse gevelvlakken of de harten van scheidsmuren

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Op de onderhavige beheersverordening 'Beheersverordening Oirschot' zijn de voorschriften/regels van de in tabel 1 genoemde bestemmingsplannen van overeenkomstige toepassing, met inachtneming van het bepaalde in deze beheersverordening.

Artikel 5 Bestemmingsbepalingen

De plannen als bedoeld onder artikel 1 worden als volgt aangepast:

5.1 Bestemmingsplan Kanaalzone
  • Artikel 6.5 vervalt
  • Artikel 7.5 vervalt
  • Artikel 8.3 vervalt
  • Artikel 12.2 vervalt
5.2 Bestemmingsplan Woonwijken kern Oirschot
  • Artikel 21 vervalt
  • Artikel 22.2 vervalt
5.3 Bestemmingsplan Kom Spoordonk
  • Artikel 5.6 vervalt
  • Artikel 21 vervalt
  • Artikel 22.2 vervalt
5.4 Bestemmingsplan Kom Oostelbeers
  • Artikel 3.5 vervalt
  • Artikel 18 vervalt
  • Artikel 19.2 vervalt
5.5 Bestemmingsplan Kom Middelbeers
  • Artikel 4.5 vervalt
  • Artikel 6.5 vervalt
  • Artikel 8.5 vervalt
  • Artikel 9.5 vervalt
  • Artikel 10.5 vervalt
  • Artikel 15.6 vervalt
  • Artikel 20 vervalt
  • Artikel 21.2 vervalt
5.6 Bestemmingsplan Centrum Oirschot
  • Artikel 19 vervalt
  • Artikel 20.2 vervalt
5.7 Bestemmingsplan Lubberstraat
  • Artikel 8 vervalt
  • Artikel 13 vervalt
5.8 Bestemmingsplan Ruimte voor Ruimte Kuikseind
  • Artikel 12 vervalt
  • Artikel 13.2 vervalt
5.9 Bestemmingsplan Centrum Oirschot, herziening 2010-01 (uitbreiding Sint Joris)
  • Artikel 10 vervalt
5.10 Wijzigingsplan Vestdijk 47a Middelbeers
  • Artikel 15.6 vervalt
  • Artikel 20 vervalt
  • Artikel 21.2 vervalt
5.11 Wijzigingsplan De Notel
  • Artikel 8 vervalt

Artikel 6 Waarde - Archeologie

6.1 Bestemmingsomschrijving

Voor zover de gronden zijn gelegen binnen de categorieën 1, 2,3, 4 en 5 volgens de verbeelding, geldt dat de gronden behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd zijn voor 'Waarde - Archeologie' en daarmee het behoud en de bescherming van de (te verwachten archeologische) waarden van de gronden.

6.2 Bouwregels
  • a. Voor het bouwen overeenkomstig de regels voor de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen dient de aanvrager van een omgevingsvergunning voor het bouwen, voor bouwwerken, indien de gronden zijn gelegen binnen categorieën 2, 3, 4 en 5 volgens de verbeelding, een rapport te overleggen waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord, naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld. Voor de onderzoeksverplichting gelden de volgende onderzoeksgrenzen:

Categorie   Verwachtingswaarde   Onderzoeksverplichting  
Categorie 1   Gebieden met monumentale waarden   Niet van toepassing  
Categorie 2   Gebieden met archeologische waarden   Onderzoeksplicht bij een verstoringsdiepte van meer dan 0,3 m en een verstoringsoppervlakte van meer dan 100 m²
 
Categorie 3   Gebieden met zeer hoge archeologische verwachtingswaarde   Onderzoeksplicht bij een verstoringsdiepte van meer dan 0,3 m en een verstoringsoppervlakte van meer dan 250 m²
 
Categorie 4   Gebieden met hoge archeologische verwachtingswaarden   Onderzoeksplicht bij een verstoringsdiepte van meer dan 0,5 m en een verstoringsoppervlakte van meer dan 500 m².
 
Categorie 5   Gebieden met middelhoge archeologische verwachtingswaarden   Onderzoeksplicht bij een verstoringsdiepte van meer dan 0,5 cm en een verstoringsoppervlakte van meer dan 2.500 m²  

  • b. Overlegging van een in sub a genoemd rapport is niet nodig, indien het gronden betreft die als verstoord zijn aangemerkt op deBeleids- en Verwachtingenkaarten uit de gemeentelijke Erfgoedkaart dan wel waarvan verstoring blijkt uit een eerder verleende omgevingsvergunning of uit andere formele bescheiden.
  • c. Indien uit het in sub a genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
    • 1. De verplichting tot het treffen van technische maatregelen;
    • 2. De verplichting tot het doen van opgravingen;
    • 3. De verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van archeologische monumentenzorg die voldoet aan door het bevoegd gezag bij de omgevingsvergunning te stellen kwalificaties.
  • d. Indien uit het rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen worden verstoord zonder dat het mogelijk is om deze door de onder b genoemde voorwaarden veilig te stellen, dan wordt de omgevingsvergunning geweigerd.
  • e. Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld onder a kan het schriftelijk advies inwinnen bij een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg omtrent de vraag of door het verlenen van een omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en of en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
6.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden
6.3.1 Werken en werkzaamheden

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren over een oppervlakte van:

    • 1. 100 m² voor zover gelegen binnen categorie 2;
    • 2. 250 m² voor zover gelegen binnen categorie 3
    • 3. 500 m² voor zover gelegen binnen categorie 4;
    • 4. 2.500 m² voor zover gelegen binnen categorie 5;
  • a. het uitvoeren van graafwerkzaamheden en/of grondbewerkingen, het roeren en omwoelen van gronden, waaronder begrepen het aanleggen van drainage:
    • 1. dieper dan 0,3 m onder maaiveld, voor zover gelegen binnen categorie 2 en 3;
    • 2. dieper dan 0,3 m onder maaiveld of 0,5 m onder maaiveld bij esdek en agrarisch bestemde gronden dieper dan 0,5 m onder maaiveld, voor zover gelegen binnen categorie 4 en 5;
  • b. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en het rooien van diepwortelende beplantingen, waarbij de stobben worden verwijderd (voor zover gelegen binnen categorie 3 indien dieper dan 0,3 m);
  • c. het ophogen en egaliseren van gronden;
  • d. het verlagen van het waterpeil;
  • e. het uitvoeren van heiwerkzaamheden of het op andere wijze indrijven van objecten in de bodem.
  • f. het graven, verbreden en verdiepen van sloten, vijvers en andere wateren;
  • g. het aanbrengen van ondergrondse transportleidingen en de daarmee verband houdende constructies.
6.3.2 Uitzonderingen

Het in artikel 6.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

  • a. het normale onderhoud en/of gebruik betreffen, dan wel van ondergeschikte betekenis zijn;
  • b. reeds in uitvoering zijn dan wel krachtens een verleende omgevingsvergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit plan.
  • c. in het kader van archeologisch onderzoek worden uitgevoerd inclusief het doen van opgravingen, mits verricht door een ter zake deskundige.
6.3.3 Toelaatbaarheid
  • a. De in artikel 6.3.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien op basis van (archeologisch) onderzoek is aangetoond, dat er geen of nauwelijks waarden aanwezig zijn dan wel dat de archeologische waarden door de werken en werkzaamheden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad. Teneinde dit te bereiken kunnen aan een omgevingsvergunning in ieder geval de volgende voorwaarden worden verbonden:
    • 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor (ondanks de uitvoering van een bouw- of aanlegplan) monumenten in de bodem worden behouden zoals alternatieven voor heiwerk, het al dan niet bouwen van kelders, het aanbrengen van een beschermende bodemlaag of andere voorzieningen die op dit doel zijn gericht;
    • 2. de verplichting tot het doen van opgravingen;
    • 3. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door het bevoegd gezag bij de omgevingsvergunning te stellen kwalificaties.
  • b. Indien uit het rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen worden verstoord zonder dat het mogelijk is om deze door de onder a genoemde voorwaarden veilig te stellen, dan wordt de omgevingsvergunning geweigerd.
  • c. Een rapport is niet noodzakelijk indien naar het oordeel van het bevoegd gezag de archeologische waarde van het terrein in andere beschikbare informatie afdoende is vastgesteld. Deze informatie wordt dan als een rapport beschouwd.
  • d. Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 6.3.1 kan het schriftelijk advies inwinnen bij een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg omtrent de vraag of door het verlenen van een omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en of en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld.

Artikel 7 Concentratiegebied seksinrichtingen

Binnen het besluitsubvlak 'concentratiegebied seksinrichtingen' is de regeling als bedoeld in 1.8 van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 8 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 9 Parkeernormen

Bij het verwezenlijken van respectievelijk het gebruiken van gronden in overeenstemming met de functies die op de voor deze bestemming aangewezen gronden zijn toegestaan, dient binnen het plangebied te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid conform het geldende gemeentelijke parkeerbeleid.

Artikel 10 Projectbesluiten

De projectbesluiten zoals opgenomen in bijlage 1 bij deze regels, blijven onverminderd van kracht.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 11 Overgangsrecht

11.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
  • c. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
11.2 Overgangsrecht gebruik
  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • b. Het is verboden het met de beheersverordening strijdige gebruik, bedoeld in het bepaalde in sub a te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • c. Indien het gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik, dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 12 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van de Beheersverordening Oirschot.