direct naar inhoud van Regels
Plan: Bedrijventerrein De Hurk-Croy 2017
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0772.80300-0301

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het bestemmingsplan Bedrijventerrein De Hurk-Croy 2017 met identificatienummer NL.IMRO.0772.80300-0301 van de gemeente Eindhoven.

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen).

1.3 aan-huis-verbonden-beroep

een vrij beroep, dat in of bij een woongebouw wordt uitgeoefend, waarbij het woongebouw in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is. Bijvoorbeeld gastouderopvang; detailhandel via internet zonder opslag en/of verkoop aan huis; of het enkel uitoefenen van een administratie ten behoeve van een bedrijf.

Onder vrije beroepen worden verstaan: (para)medische, juridische, therapeutische, ontwerp-technische, administratieve, sociaal-maatschappelijke, kunstzinnige en daarmee gelijk te stellen beroepen.

1.4 aanbouw

een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.

1.5 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.6 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft..

1.7 archeologisch onderzoek

onderzoek verricht door of namens een dienst of instelling dat voldoet aan de meest actuele versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA).

1.8 archeologische waarde

de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in het gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden.

1.9 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.

1.10 bed & breakfast

een accommodatie gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en veelal kortdurend nachtverblijf met het serveren van ontbijt. Het is gevestigd in een huis en wordt gerund door de eigenaren van het betreffende huis en heeft maximaal 2 verhuurde kamers.

1.11 bedrijfsgebouw

een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf.

1.12 bedrijfsvloeroppervlak

de totale oppervlakte van de voor bedrijfsuitoefening benodigde bedrijfsruimte, inclusief de verkoopvloeroppervlakte, opslag- en administratieruimten en dergelijke.

1.13 bedrijfswoning

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein wenselijk is.

1.14 belemmeringenstrook

een strook grond ten behoeve van het onderhoud van een buisleiding waarbinnen geen bebouwing mag worden opgericht en/of werken en werkzaamheden (niet zijnde bouwen) mogen worden uitgevoerd die van invloed kunnen zijn op de ongestoorde ligging van de buisleiding.

1.15 beperkt kwetsbaar object
  • a. verspreid liggende woningen, woonschepen en woonwagens, voor zover zij niet behoren tot een Bevi-inrichting en met een dichtheid van maximaal twee woningen, woonschepen of woonwagens per hectare;
  • b. bedrijfswoningen, voor zover zij niet behoren tot een Bevi-inrichting;
  • c. kantoorgebouwen, hotels en restaurants, winkels en bedrijfsgebouwen voor zover zij niet onder het begrip kwetsbaar object vallen en voor zover zij niet behoren tot een bevi- inrichting;
  • d. sporthallen, sportterreinen, zwembaden en speeltuinen;
  • e. kampeerterreinen en andere terreinen bestemd voor recreatieve doeleinden, voor zover zij niet onder het begrip kwetsbaar object vallen;
  • f. objecten die met het onder a. tot en met e. genoemde gelijkgesteld kunnen worden uit hoofde van de gemiddelde tijd per dag gedurende welke personen daar verblijven, het aantal personen dat daarin meestal aanwezig is en de mogelijkheden voor zelfredzaamheid bij een ongeval, voor zover die objecten geen kwetsbare objecten zijn;
  • g. objecten met hoge infrastructurele waarde, waaronder in ieder geval telefoon- en elektriciteitscentrale of een gebouw met vluchtleidingsapparatuur, voor zover die objecten wegens de aard van de gevaarlijke stoffen die bij een ongeval kunnen vrijkomen, bescherming verdienen tegen de gevolgen van dat ongeval.
1.16 Bevi (Besluit externe veiligheid inrichtingen)

Besluit van 27 mei 2004, Stb. 250, houdende regels inzake milieukwaliteitseisen op het gebied van de externe veiligheid zoals deze luidde op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van dit bestemmingsplan.

1.17 bestaande situatie

bij bouwwerken: legale bouwwerken die aanwezig of in uitvoering zijn op het tijdstip van ter visie legging van het ontwerp van het bestemmingsplan, dan wel bouwwerken zoals die mogen worden gebouwd krachtens een vergunning;

bij gebruik: legaal gebruik van grond en opstallen zoals aanwezig tijdens de inwerkingtreding van het bestemmingsplan.

1.18 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak.

1.19 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.20 bijgebouw

een op zichzelf staand al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.

1.21 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.

1.22 bouwgrens

de grens van een bouwvlak.

1.23 bouwlaag

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren (of horizontale balklagen) is begrensd en waarvan de lagen een nagenoeg gelijke omvang hebben, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw, dakopbouw en/of zolder.

1.24 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.25 bouwperceelgrens

een grens van een bouwperceel.

1.26 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.

1.27 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.28 café

horeca, niet zijnde een discotheek of bar/dancing, uitsluitend of overwegend gericht op het verstrekken van dranken voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren, al dan niet ter plaatse bereid.

1.29 cafetaria/snackbar/afhaalservice

een bedrijf gericht op het verstrekken van voor consumptie ter plaatse bereide kleine etenswaren, met als nevenactiviteit het verstrekken van zwak-alcoholische en niet-alcoholische dranken.

1.30 coffeeshop

een bedrijf gericht op het verstrekken van niet-alcoholische dranken voor consumptie ter plaatse, met eventueel als nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren, al dan niet ter plaatse bereid, en van verdovende en/of hallucinerende stoffen.

1.31 dak

iedere bovenbeëindiging van een gebouw.

1.32 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop), verkopen en leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit. Onder detailhandel wordt ook begrepen grootschalige detailhandel, volumineuze detailhandel, tuincentrum, internetwinkel/webwinkel, afhaalpunten en supermarkt.

1.33 detaillhandel in dagelijkse goederen

detailhandel in levensmiddelen, supermarkt, dit zijn voedingsmiddelen, (alcohol)drank en tabaksproducten. Ook worden de(banket-) bakkers en toko’s die hun assortiment aan particulieren verkopen gerekend tot winkels in dagelijkse goederen.

1.34 detailhandel in niet dagelijkse goederen

detailhandel in duurzame artikelen, dit zijn drogisterijartikelen, kleding en schoeisel, elektrische apparaten, huishoudelijke-, doe-het-zelf- en vrijetijdsartikelen, sieraden en uurwerken, rijwielen en bromfietsen, boeken en planten.

1.35 dienstverlenend bedrijf en/of dienstverlenende instelling

bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van diensten aan derden, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, waaronder zijn begrepen kapperszaken, belwinkels, internetcafé, schoonheidsinstituten, fotostudio´s en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en een seksinrichting.

1.36 dienstverlening

het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen.

1.37 discotheek of dancing

een bedrijf hoofdzakelijk gericht op het verstrekken van dranken voor consumptie ter plaatse, in combinatie met het doen beluisteren van overwegend mechanische muziek en het gelegenheid geven tot dansen, feesten en daarmee vergelijkbare evenementen.

1.38 erotisch getinte vermaaksfunctie

een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal.

1.39 evenementen

elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak met uitzondering van:

  • a. bioscoopvoorstellingen;
  • b. markten als bedoeld in artikel 160, eerste lid onder h, van de Gemeentewet;
  • c. kansspelen als bedoeld in de Wet op de kansspelen;
  • d. het in een inrichting in de zin van de Drank- en Horecawet gelegenheid geven tot dansen;
  • e. betogingen, samenkomsten en vergaderingen als bedoel in de Wet openbare manifestaties;
  • f. sportwedstrijden, georganiseerd door een bij de NOC/NSF aangesloten of voor het college erkende instelling, die volgens door die instelling vastgestelde regels worden gehouden of gespeeld en worden gespeeld of gehouden in of op accommodaties waarover de organisator permanent de beschikking heeft;
  • g. voetbalwedstrijden waarbij tenminste een betaald voetbalorganisatie is betrokken;
  • h. een optocht, niet zijnde een betoging;
  • i. op of aan de weg:
    • 1. een vertoning voor het publiek geven, niet zijnde een betoging;
    • 2. op enige wijze voor publiek muziek ten gehore te brengen;
    • 3. een feest of wedstrijd te geven of te houden;
  • j. ten behoeve van publiek optreden als straatartiest, straatfotograaf, tekenaar, filmoperateur of gids op of aan door de burgemeester aangewezen weg of gedeelten daarvan.
1.40 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.41 gebruiken

het gebruiken, in gebruik geven of laten gebruiken.

1.42 geluidgevoelige functies

bewoning of andere geluidgevoelige functies zoals bedoeld in de Wet geluidhinder c.q. het Besluit geluidhinder.

1.43 geluidgevoelige gebouwen

gebouwen welke dienen ter bewoning of ten behoeve van een andere geluidgevoelige functie als bedoeld in de Wet geluidhinder c.q. het Besluit geluidhinder.

1.44 geluidzoneringsplichtige inrichting

een inrichting bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld.

1.45 geprojecteerd (beperkt) kwetsbaar object

nog niet aanwezig (beperkt) kwetsbaar object dat op grond van het ter plaatse geldende bestemmingsplan toegestaan is.

1.46 gevaarlijke stoffen

gevaarlijke stoffen zijn stoffen waarvan het gebruik, het transport of de opslag (overslag e.d.), risico's met zich meebrengt. Het kan gaan om explosiegevaar, brand, giftigheid of radioactiviteit.

1.47 GR (groepsrisico)

een maat voor de kans, dat door een ramp bij een activiteit met gevaarlijke stoffen of met een vliegtuig, een (grote) groep mensen, die niet rechtstreeks bij de activiteit betrokken is, tegelijkertijd omkomt. Het GR kan toenemen door uitbreiding van risicovolle activiteiten enerzijds en door het verhogen van de personendichtheid anderzijds.

1.48 groothandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of afleveren van goederen aan wederverkopers, dan wel instellingen of personen ter aanwending in een andere bedrijfsactiviteit.

1.49 hogere grenswaarde

een maximale waarde voor de geluidbelasting, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder c.q. het Besluit geluidhinder.

1.50 hoofdgebouw

een gebouw dat, op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt.

1.51 horeca

een bedrijf, waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie.

1.52 hotel

een bedrijf hoofdzakelijk gericht op het verstrekken van logies (per nacht) met - al dan niet - als nevenactiviteit het verstrekken van maaltijden en dranken voor consumptie ter plaatse.

1.53 internetwinkel

Internetwinkels worden in het kader van dit bestemmingsplan aangemerkt als een specifieke vorm van detailhandel waarbij:

  • de transactie via internet of andere media tot stand komt, en;
  • de goederen ter plaatse kunnen worden afgehaald; en/of
  • de goederen ter plaatse kunnen worden afgerekend; en/of
  • de goederen ter plaatse kunnen worden bekeken of geprobeerd.
1.54 invloedsgebied

gebied waarin, volgens de Regeling externe veiligheid inrichtingen (Revi), personen worden meegeteld voor de berekening van het groepsrisico. De grens van het invloedsgebied is gelijk aan de 1% letaliteitsgrens, bepaald bij weertype F 1.5, tenzij in de bij het Revi behorende uitvoeringsregeling voor een specifieke stof of activiteit een ander invloedsgebied is gedefinieerd.

1.55 kantoor

een gebouw of een gedeelte van een gebouw dat dient voor het bestuurlijk/ambtelijk of bedrijfsmatig uitoefenen van juridische, financiële, administratieve en naar de aard daarmee gelijk te stellen werkzaamheden, zoals sociaal wetenschappelijke onderzoek of een architectenbureau.

1.56 kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten

het bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, geheel of overwegend door middel van handwerk dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie, kan worden uitgeoefend (niet zijnde prostitutie).

1.57 koffie-/theehuis

een bedrijf gericht op het verstrekken van zwak-alcoholische en niet-alcoholische dranken, met als nevenactiviteit het verstrekken van voor consumptie ter plaatse bereide etenswaren.

1.58 kunstobject

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, of onderdelen van bouwwerken die worden aangemerkt als uitingen van één der beeldende kunsten.

1.59 kunstwerk

bouwwerk, geen gebouw zijnde ten behoeve van civieltechnische en/of infrastructurele doeleinden, zoals een brug, een dam, een duiker, een tunnel, een via- of aquaduct, een sluis, dan wel een daarmee gelijk te stellen voorziening.

1.60 kwetsbaar object
  • a. woningen, niet zijnde:
    • 1. verspreid liggende woningen, woonschepen en woonwagens, voor zover zij niet behoren tot een Bevi-inrichting en met een dichtheid van maximaal twee woningen, woonschepen of woonwagens per hectare;
    • 2. bedrijfswoningen;
  • b. gebouwen bestemd voor het verblijf, al dan niet gedurende een gedeelte van de dag, van minderjarigen, ouderen, zieken of gehandicapten, waartoe in ieder geval behoren:
    • 1. (psychiatrische) ziekenhuizen, bejaardenhuizen en verpleeghuizen;
    • 2. scholen;
    • 3. sociale werkplaatsen, of;
    • 4. gebouwen of gedeelten daarvan, bestemd voor dagopvang van minderjarigen;
  • c. gebouwen waarin meestal grote aantallen personen (> 50 pers.) gedurende een groot gedeelte van de dag aanwezig zijn, waartoe in ieder geval behoren:
    • 1. kantoorgebouwen en hotels met een bruto vloeroppervlak van meer dan 1.500 m² per object, voor zover zij niet behoren tot een Bevi-inrichting of;
    • 2. complexen waarin meer dan 5 winkels zijn gevestigd en waarvan het gezamenlijk bruto vloeroppervlak meer dan 1.000 m² bedraagt, voor zover zij niet behoren tot een Bevi-inrichting, en winkels met een bruto vloeroppervlak van meer dan 2.000 m² per winkel, voor zover in die complexen of in die winkels een supermarkt, hypermarkt of warenhuis is gevestigd en voor zover zij niet behoren tot een Bevi-inrichting;
  • d. kampeer- en andere recreatieterreinen bestemd voor het verblijf van meer dan 50 personen gedurende meerdere aaneengesloten dagen, voor zover zij niet behoren tot een Bevi-inrichting.
1.61 lijst van bedrijfsactiviteiten

de bedrijvenlijst ontleend aan de brochure Bedrijven en Milieuzonering van de VNG zoals deze gold ten tijde van de tervisielegging van het ontwerp bestemmingsplan en opgenomen in Bijlage 1 Lijst van bedrijfsactiviteiten behorende bij deze regels.

1.62 lijst van horeca-activiteiten

lijst met een onderverdeling van horeca-activiteiten naar de mate van mogelijke overlast voor de omgeving zoals opgenomen in Bijlage 2 Lijst van horeca-activiteiten behorende bij deze regels;

1.63 lunchroom

een bedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van voor consumptie ter plaatse bereide kleine etenswaren en niet-alcoholische dranken.

1.64 maatschappelijke voorzieningen

educatieve, medische, sociaal-medische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van sport en sportieve recreatie, wooneenheden voor beschermd en/of verzorgd wonen en daarbij behorende voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening en openbaar bestuur. Onder maatschappelijke voorzieningen zijn tevens begrepen kinderdagverblijven, peuterspeelzalen en buitenschoolse opvang.

1.65 Nota Parkeernormen 2016

parkeernormen vastgesteld op 17 mei 2016, gepubliceerd en in werking getreden op 10 juni 2016.

1.66 nutsvoorzieningen

voorzieningen ten behoeve van algemeen nut in ruime zin zoals: voorzieningen / installaties ten behoeve van gas, water en elektriciteit, signaalverdeling, telecommunicatieverkeer, waterzuivering, waterbeheersing, waterhuishouding, vuil- en afvalverwerking, compostering, wijkverwarming, milieuvoorzieningen e.d.

1.67 onzelfstandige woonruimte

woonruimte,  welke geen eigen toegang heeft en welke niet door een huishouden kan worden bewoond zonder dat dit daarbij afhankelijk is van wezenlijke voorzieningen buiten die woonruimte.

1.68 peil

0.30 m' boven de kruin van de weg.

1.69 pension

een bedrijf hoofdzakelijk gericht op het verstrekken van logies voor langere tijd met als nevenactiviteiten het verstrekken van maaltijden en/of dranken aan logerende gasten.

1.70 perifere detailhandel

detailhandel in artikelen die een groot oppervlak nodig hebben in de volgende branches: auto's, boten, caravans (ABC-goederen), grove bouwmaterialen, bouwmarkten, keukens en sanitair, tuincentra en woninginrichting als geheel.

1.71 PR (plaatsgebonden risico)

risico op een plaats buiten een inrichting, uitgedrukt als de kans per jaar dat een persoon die onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof, gevaarlijke afvalstof of bestrijdingsmiddel is betrokken.

1.72 plasbrandaandachtsgebied

het gebied tot 30 meter van de weg of spoor waarin, bij de realisering van kwetsbare objecten, rekening dient te worden gehouden met de effecten van een plasbrand.

1.73 praktijklokaal

Een ruimte binnen een bedrijf waar beroepsonderwijs wordt gegeven gericht op het opdoen van praktijkervaring, waarbij de onderwijsfunctie gerelateerd is aan het type bedrijf en waar geen theorielessen worden gegeven.

1.74 productiegebonden detailhandel

detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, bewerkt of hersteld, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie.

1.75 prostitutiebedrijf

een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin tegen vergoeding seksuele handelingen worden verricht.

1.76 PR10-6/jaar contour

een contour die het plaatsgebonden risico aanduidt, en waarbinnen de kans bestaat van 1 op de 1.000.000 per jaar dat een persoon die onafgebroken en onbeschermd op een plaats buiten een inrichting zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof, gevaarlijke afvalstof of bestrijdingsmiddel is betrokken.

1.77 Revi (Regeling externe veiligheid inrichtingen)

regeling van de Staatssecretaris van VROM van 8 september 2004, houdende regels met betrekking tot afstanden en de wijze van berekening van het plaatsgebonden risico en het groepsrisico ter uitvoering van het Bevi zoals deze luidde op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van dit bestemmingsplan (zoals opgenomen in bijlage Regeling externe veiligheid van de regels).

1.78 regeling provinciale risicokaart

Regeling van de minister van Binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties van 20 april 2007, Stctr. 2007, nr 75. (zoals opgenomen in bijlage Regeling provinciale risicokaart van de regels).

1.79 registratiebesluit externe veiligheid

Besluit van 28 november 2006 (stb 2006, 656), houdende regels met betrekking tot de registratie van gegevens externe veiligheid inrichtingen, transportroutes en buisleidingen (Registratiebesluit externe veiligheid)

1.80 restaurant

een bedrijf uitsluitend gericht op het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van dranken.

1.81 rijstrook

gemarkeerd gedeelte van de rijweg dat voldoende plaats biedt aan een enkele rij motorvoertuigen op meer dan twee wielen met uitzondering van in- en uitvoegstroken, voorsorteerstroken en fietspaden.

1.82 risicovolle inrichting
1.83 showroom

een uitstallingsruimte van groothandels - of productiebedrijven ten behoeve van wederverkopers of afnemers voor het gebruik in eigen bedrijf of instelling.

1.84 silo

een bouwwerk, geen gebouw zijnde uitsluitend ten behoeve van opslagdoeleinden.

1.85 seksinrichting

een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotische/pornografische aard plaatsvinden.
Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.

1.86 tuincentrum

een kwekerij en/of een verkoopplaats waar artikelen voor verwerking/gebruik in tuin en huis, daaronder ook begrepen dierbenodigdheden voor huisdieren, direct aan particulieren ter verkoop worden aangeboden, van welke verkoopplaats een koffiehoek deel kan uitmaken ter ondersteuning van de tuincentrumfunctie.

1.87 uitbouw

een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.

1.88 veiligheidszone

gebruiksruimte voor het vervoer = de maximale hoeveelheid vervoer van gevaarlijke stoffen die over een weg- of spoor(vak) mag rijden. Deze gebruiksruimte wordt uitgedrukt in een maximale hoeveelheid risico. Binnen een veiligheidzone zijn geen kwetsbare objecten toegestaan.

1.89 verdieping

de bouwlaag respectievelijk bouwlagen die boven de begane grondbouwlaag gelegen is/zijn.

1.90 verkoopvloeroppervlakte

de voor het publiek zichtbare en toegankelijke (besloten) winkelruimte ten behoeve van de detailhandel.

1.91 voorgevel

de naar de weg of aan het openbaar gebied gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft van meer dan één naar de weg of het openbaar gebied gekeerde gevel, de gevel die door zijn aard, functie, constructie dan wel gelet op uitstraling ervan als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.

1.92 voorkeursgrenswaarde

de maximale waarde voor de geluidbelasting, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder c.q. het Besluit geluidhinder.

1.93 water

al het oppervlaktewater zoals sloten, greppels, (infiltratie)vijvers, kanalen, beken en andere waterlopen, ook als deze incidenteel of structureel droogvallen.

1.94 waterhuishoudkundige voorzieningen

voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en waterkwaliteit (zoals duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten, sloten, greppels en vijvers, ook als deze incidenteel of structureel droogvallen etc.).

1.95 Wet geluidhinder

Wet van 16 februari 1979 (Stb. 99) houdende regels inzake het voorkomen of beperken van geluidhinder, zoals deze luidde op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van dit bestemmingsplan.

1.96 Wet milieubeheer

Wet van 13 juni 1979 (Stb. 442) houdende regelen met betrekking tot een aantal algemene onderwerpen op het gebied van de milieuhygiëne, zoals deze luidde op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van dit bestemmingsplan.

1.97 Wet ruimtelijke ordening

Wet van 20 oktober 2006 (Stb. 2006, nr. 566) houdende nieuwe regels omtrent de ruimtelijke ordening, zoals deze luidde op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van dit bestemmingsplan.

1.98 Wgh-inrichting

bedrijven zoals bedoeld in artikel 2 punt 1 sub 3 van Bijlage 1 onderdeel D van het Besluit Omgevingsrecht (voorheen grote lawaaimakers) die in belangrijke mate geluidshinder kunnnen veroorzaken.

1.99 winkel

een gebouw, dat een ruimte omvat, welke door zijn indeling kennelijk bedoeld is te worden gebruikt voor de detailhandel.

1.100 woning

een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden. Een woonwagen wordt niet tot een woning gerekend.

Artikel 2 Wijze van meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 bebouwingspercentage

een aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van het bouwvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd.

2.2 de dakhelling:

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

2.3 de goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

2.4 de inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.5 de bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, liftopbouwen, installatieruimten en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.6 de oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.7 de hoogte van een windturbine:

vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine.

2.8 ondergeschikte bouwdelen

bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen wordt de overschrijding van de bouwgrens door ondergeschikte bouwdelen, zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, gevel- en kroonlijsten, gevelisolatie, ventilatiekanalen, schoorstenen, reclameaanduidingen, luifels, erkers, balkons en overstekende daken e.d. buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van de bouwgrens en/of bouwhoogte niet meer dan 1 meter bedraagt.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Bedrijventerrein -1

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor `Bedrijventerrein -1´ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven en activiteiten, waar dit specifiek is aangeduid uitsluitend voor:
    bedrijven uit de in Bijlage 1 Lijst van bedrijfsactiviteiten vermelde categorieën   ter plaatse van de aanduiding:  
    1 tot en met 2   'bedrijf tot en met categorie 2'  
    1 tot en met 3.1   'bedrijf tot en met categorie 3.1'  
    Bestaande bedrijven in de categorie 1 en 2
    3.1
    3.2  
    'bedrijf tot en met categorie 3.2'  
    Bestaande bedrijven in de categorie 1 en 2
    3.1
    3.2
    4.1  
    'bedrijf tot en met categorie 4.1'  
    Bestaande bedrijven in de categorie 1 en 2
    3.1
    3.2
    4.1
    4.2  
    'bedrijf tot en met categorie 4.2'  
    Bestaande bedrijven in de categorie 1 en 2
    3.1
    3.2
    4.1
    4.2
    5.1  
    'bedrijf tot en met categorie 5.1'  
  • b. in aanvulling op het bepaalde onder a., tevens voor bedrijven en activiteiten die hierna zijn aangegeven:
    bedrijven en activiteiten   ter plaatse van de aanduiding:  
    betonmortelcentrale behorend tot categorie 4.2   specifieke vorm van bedrijventerrein 1 - 1  
    veevoederfabriek behorend tot categorie 4.2   specifieke vorm van bedrijventerrein 1 - 2  
    laden- en lossen en overslag behorend tot categorie 5.2   specifieke vorm van bedrijventerrein 1 - 3  
    asfaltcentrale behorend tot categorie 4.2   specifieke vorm van bedrijventerrein 1 - 4  
    kunststof bewerken voor research zonder grootschalige productie behorend tot categorie 4.1   specifieke vorm van bedrijventerrein 1 - 5  
    recylebedrijf behorend tot categorie 4.2   specifieke vorm van bedrijventerrein 1 - 6  
    timmerfabriek (atelier en werkplaats) behorend tot categorie 3.2   specifieke vorm van bedrijventerrein 1 - 7  
    industriele lakspuiterij behorend tot categorie 3.1   specifieke vorm van bedrijventerrein 1 - 8  
    autoschadebedrijf behorend tot categorie 3.1   specifieke vorm van bedrijventerrein 1 - 9  
    autospuitinrichting behorend tot categorie 3.1   specifieke vorm van bedrijventerrein 1 - 10  
  • c. bedrijven in de categorie 1, mits groter dan 5000m2;
  • d. Wgh-inrichtingen;
  • e. risicovolle bedrijven ter plaatse van de aanduiding Veiligheidszone bevi-1;
  • f. risicovolle bedrijven ter plaatse van de aanduiding 'risicovolle inrichting' voor zover het betreft een bedrijf genoemd in de "Lijst van bedrijfsactiviteiten" in Bijlage 1 bij deze regels, onder SBI code 473.2 (benzineservicestations met LPG < 1000 m3/jr);
  • g. bestaande zelfstandige kantoren, uitsluitend ter plaatse van de adressen zoals opgenomen in Legale zelfstandige kantoren tot maximaal de bestaande brutovloeroppervlakte;
  • h. aan de bedrijfsactiviteiten ondergeschikte en daarmee samenhangende kantoorruimte onder de volgende voorwaarden:
  • 1. minimaal 70% van de brutovloeroppervlakte moet gebruikt worden voor bedrijfsruimte en niet meer dan 30% van de brutovloeroppervlakte van de bedrijfsgebouwen voor ondergeschikte en daarmee samenhangende kantoorruimte;
  • 2. ter plaatse van de aanduiding Veiligheidszone bevi-1 niet meer dan 1500m2 ondergeschikte kantoorruimte
  • 3. voor reeds bestaande gebouwen waarvan de verhouding kantoorruimte en bedrijfsruimte afwijkt van het bepaalde onder 1, 2 en 3 mag de bestaande verhouding worden gehandhaafd.
  • i. productiegebonden detailhandel deel uitmakend van bedrijven met uitzondering van detailhandel in voedings – en genotmiddelen;
  • j. bestaande detailhandel uitsluitend ter plaatse van de adressen zoals opgenomen in Legale detailhandel tot maximaal de bestaande brutovloeroppervlakte uitsluitend in de aangegeven categorie/ vorm van detailhandel;
  • k. detailhandel in grove bouwmaterialen;
  • l. bestaande bedrijfswoningen uitsluitend ter plaatse van de adressen zoals opgenomen in Bijlage 5 tot maximaal de bestaande brutovloeroppervlakte;
  • m. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca' is één horecavestiging toegelaten in de de horecafunctie 1a of 1b, zoals vermeld in "Bijlage 2 Lijst van horeca-activiteiten" ;
  • n. praktijklokalen voor beroepsgericht onderwijs ter plaatse van de aanduidingen 'bedrijf tot en met categorie 2' en 'bedrijf tot en met categorie 3.1'.
  • o. ter plaatse van de aanduiding 'sportschool' is één sportschool toegelaten.

met de daarbij behorende:

  • p. erven en terreinen;
  • q. parkeervoorzieningen;
  • r. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • s. voorzieningen voor het opwekken van duurzame energie;
  • t. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Bedrijfsgebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding'bouwvlak `worden gebouwd;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a. mag ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding – 2' een luifel c.q. overkapping van een bedrijfsgebouw worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 6 meter;
  • c. de maximale bouwhoogte van een gebouw bedraagt 14 meter, tenzij op de verbeelding anders is aangegeven;
  • d. het bebouwingspercentage mag 100 bedragen, tenzij op de verbeelding anders is aangegeven;
  • e. bij nieuwbouw en uitbreiding van bestaande bouwwerken moet per bouwperceel tenminste 4 meter uit één van de zijdelingse perceelsgrenzen worden gebouwd, met dien verstande dat tenminste één zijdelingse perceelsgrens volledig vrij van bebouwing blijft;
  • f. het bepaalde onder d. geldt niet voor bestaande situaties waarbij bij alle zijdelingse perceelsgrenzen al bouwwerken zijn gerealiseerd op minder dan 4 meter uit de zijdelingse perceelsgrens.
3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de maximale bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in het voorerfgebied is 1,5 meter;
  • b. binnen het bouwvlak en/of maatvoeringsvlak geldt voor andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, een maximale bouwhoogte van 14;
  • c. de maximale bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dan genoemd in sub a of b is 5 meter
  • d. in afwijking van het bepaalde in sub c is de maximale bouwhoogte van lichtmasten 10 meter;
  • e. in afwijking van het bepaalde in sub b mag ter plaatse van de aanduiding 'silo' de maximale bouwhoogte 50,5 meter bedragen, waarbij de bouwhoogte van specifieke bouwonderdelen, zoals schoorstenen, 4,5 meter is. De hoogte van voornoemde specifieke bouwonderdelen worden gemeten vanaf de bovenkant/dak van het hoofdgebouw tot aan het hoogste punt van de specifieke bouwonderdelen;
  • f. de maximale bouwhoogte van vrijstaande reclameobjecten is 5,5 meter. In afwijking hiervan mag ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 3' een reclameobject worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 7 meter;
  • g. in afwijking van het bepaalde in sub a is de maximale bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen 2,5 meter, met dien verstande dat erf- en terreinafscheidingen in het voorerfgebied transparant moeten zijn, tenzij in de bestaande situatie al sprake is van een niet transparante erf- of terreinafscheiding;
3.3 Afwijken van de bouwregels
3.3.1 Bouwen op kortere afstand perceelsgrens

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het in lid 3.2.1 bepaalde onder d. voor het bouwen op een kortere afstand van 4 meter tot de zijdelingse perceelsgrens en de achterste perseeclsgrens mits:

  • a. dit geen negatieve gevolgend heeft voor de brandveiligheid
  • b. dit geen negatieve invloed heeft op de openbare ruimte.
3.4 Specifieke gebruiksregels
3.4.1 Risicovolle bedrijven
  • a. risicovolle bedrijven zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'Veiligheidszone bevi-1';
  • b. een risicovol bedrijf is uitsluitend toegestaan voor zover de PR10-6/jaar contour van dat bedrijf binnen de eigen bouwperceelsgrenzen ligt. In afwijking hiervan mag de PR10-6/jaar contour buiten de eigen bouwperceelsgrens liggen voor zover deze contour buiten de eigen bouwperceelsgrens over water, infrastructuur of openbaar groen ligt;
  • c. in afwijking van het bepaalde in sub b mag de PR10-6/jaar contour van een risicovol bedrijf buiten de eigen bouwperceelsgrenzen liggen, mits de PR10-6/jaar contour buiten de eigen perceelsgrenzen ligt ter plaatse van de aanduiding 'Veiligheidszone - bevi 2';
  • d. permanente bulkopslag van meer dan 1 m3 van tot vloeistof verdichte brandbare gassen moet ondergronds plaatsvinden;
  • e. binnen de aanduiding 'Veiligheidszone bevi-1' zijn geen nieuwe kwetsbare objecten toegestaan;
  • f. het invloedsgebied van een risicovol bedrijf moet binnen de plangrens liggen, tenzij het invloedsgebied buiten de plangrens over water, infrastructuur of openbaar groen ligt;
3.4.2 Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals vermeld in lid 3.1 wordt in ieder geval gerekend:

  • a. gebruik van bedrijfsgebouwen voor kantoordoeleinden, anders dan ten dienste van het aldaar gevestigde bedrijf anders dan vermeld in lid 3.1 sub g en h;
  • b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel, anders dan vermeld in lid 3.1 sub i tot en met k;
  • c. het gebruik van bedrijfsgebouwen voor bewoning of voor verminderd zelfredzame functies anders dan vermeld in 3.1 sub l, hierbij is kamerverhuur niet toegelaten.
  • d. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting;
  • e. het gebruik van gronden, die liggen op minder dan 4 meter afstand van één van de zijdelingse perceelsgrenzen, voor de opslag van goederen of voor parkeren ter plaatse van de aanduiding 'Veiligheidszone bevi-1' door een risicovolle inrichting;
  • f. het bepaalde in sub e geldt niet voor bestaande situaties waarbij bij alle zijdelingse perceelsgrenzen al bouwwerken zijn gerealiseerd op minder dan 4 meter uit de zijdelingse perceelsgrens.
  • g. conform het luchthavenbesluit Eindhoven, oppervlaktewateren met een oppervlakte van meer dan 3 hectare, natuurbeschermingsgebieden, vogelbeschermingsgebieden, vishouderijen met extramurale bassins, extramurale opslag of verwerking van organisch materiaal en afvalwaterzuiveringsinstallaties;
  • h. Inrichtingen en activiteiten die zijn vermeld in bijlage C of D van het Besluit milieu-effectrapportage 1994, waarbij de betreffende drempelwaarde genoemd in kolom 2 van de betreffende onderdelen worden overschreden.

3.4.3 Bestaande detailhandel 10% uitbreiden

In afwijking van het bepaalde in artikel 3.1 sub j mogen de genoemde bestaande legale detailhandelsbedrijven hun brutovloeroppervlak met maximaal 10% uitbreiden.

3.5 Afwijken van de gebruiksregels
3.5.1 Bedrijven die niet voorkomen in de lijst of bedrijven in hogere categorie

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1, sub a, en tevens bedrijven toestaan die niet voorkomen in de "Lijst van bedrijfsactiviteiten" in Bijlage 1 bij deze regels of bedrijven in een hogere categorie toestaan, mits:

  • a. het betrokken bedrijf naar de aard en de invloed op de omgeving gelijk te stellen is met bedrijven die ter plaatse zijn toegestaan, en;
  • b. het niet betreft geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen of zelfstandige kantoorvestigingen, en;
  • c. voor het overige het bepaalde in deze bestemming van toepassing blijft.
3.5.2 Afwijken van gebruiksregels risicovolle bedrijven

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. het bepaalde in lid 3.4.1, sub b, en toestaan dat de PR10-6/jaar contour van een risicovol bedrijf buiten de eigen bouwperceelsgrenzen ligt, mits:
    • 1. de PR10-6/jaar contour van dat risicovolle bedrijf niet buiten de aanduiding 'Veiligheidszone bevi-1' ligt. Deze PR10-6/jaar contour mag wel buiten de aanduiding 'Veiligheidszone bevi-1' liggen als deze over water, infrastructuur of openbaar groen ligt, en;
    • 2. de PR10-6/jaar contour niet over kwetsbare objecten ligt, en;
    • 3. de warmtestraling door brand op de perceelsgrens, behoudens de perceelsgrens die direct grenst aan openbaar groen, water of infrastructuur, niet hoger is dan 15 kW/m2.
  • b. het bepaalde in lid 3.4.1, sub e, en toestaan dat binnen de aanduiding 'Veiligheidszone bevi-1 en/of bouwwerken worden gebruikt of in gebruik gegeven ten behoeve van nieuwe kwetsbare objecten, mits:
    • 1. het betreft niet zelfstandige kantoren met een brutovloeroppervlak van meer dan 1.500 m2, en:
    • 2. deze niet liggen binnen een PR10-6/jaar contour van een risicovol bedrijf.
  • c. het bepaalde in lid 3.4.1, sub f, en toestaan dat het invloedsgebied van een risicovol bedrijf buiten de plangrens ligt, mits het groepsrisico wordt verantwoord conform artikel 13 van het Bevi (Besluit externe veiligheid inrichtingen).
3.5.3 Horecabedrijf ondersteundend aan bedrijven

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1 sub m en tevens horeca toestaan, mits:

  • a. de horecafunctie is vermeld in "Bijlage 2 Lijst van horeca-activiteiten" in de categorieën 1a, 1b of 2b;
  • b. de horecafunctie uitsluitend ondersteunend is aan de bedrijven op bedrijventerrein De Hurk en/of Croy;
  • c. de horecafunctie geen onevenredige afbreuk doet aan of beperkingen oplegt voor omliggende bedrjiven op bedrijventerrein De Hurk en/of Croy;
  • d. er wordt voldaan aan het meest recente gemeentelijk beleid op het gebied van externe veiligheid, waarbij rekening wordt gehouden met het plaatsgebonden risico en de verantwoording van het groepsrisico binnen het invloedsgebied van een risicoveroorzakende inrichting;
  • e. het ligt in de rand van bedrijventerrein De Hurk en/of Croy.
3.5.4 Activiteiten in strijd met het luchthavenbesluit Eindhoven

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.4.2 sub g. en het gebruik van de gronden zoals genoemd in sub g. toestaan voor zover dit in overeenstemming is met een verklaring van geen bezwaar van de Minister van Defensie of het Rijksvastgoedbedrijf. Een verklaring van geen bezwaar wordt uitsluitend afgegeven als aan de hand van fauna-effectenstudie kan worden aangetoond dat het gewenste grondgebruik niet leidt tot een toename van het risico op vogelaanvaringen voor het luchtverkeer van en naar de luchthaven Eindhoven.

3.6 Wijzigingsbevoegdheid
3.6.1 Legale kantoren toevoegen of verwijderen

Burgemeester en wethouders kunnen de lijst van Legale zelfstandige kantoren wijzigen door:

a. een adres dat in gebruik is als zelfstandig kantoor is, die geen kantoorfunctie meer heeft uit de lijst te schrappen na twee jaar leegstand of als het gebruik definitief is beëindigd;

b. een adres met functie kantoor aan de lijst toe te voegen, als de functie op dat adres vergund is.

3.6.2 Legale detailhandel toevoegen, wijzigen of verwijderen

Burgemeester en wethouders kunnen de lijst van Legale detailhandel wijzigen door:

  • a. een adres met detailhandel die geen detailhandelsfunctie meer heeft uit de lijst te schrappen na twee jaar leegstand of als het gebruik definitief is beëindigd;
  • b. de toegelaten vorm van detailhandel op verzoek van de huurder of eigenaar of na twee jaar leegstand of als het gebruik definitief is beëindigd als volgt te wijzigen van adressen die vallen onder de aanvulling 'koopcentrum':
  • 1. het gebruik van dagelijkse detailhandel om te zetten naar niet-dagelijkse detailhandel;
  • 2. het gebruik van niet dagelijkse detailhandel om te zetten naar perifere detailhandel;
  • c. een adres met functie detailhandel aan de lijst toe te voegen, als de detailhandelsfunctie op dat adres vergund is.
3.6.3 Legale bedrijfswoningen toevoegen of verwijderen

Burgemeester en wethouders kunnen de lijst van Bijlage 5 Legale bedrijfswoningen wijzigen door:

a. een adres dat in gebruik is als bedrijfswoning, die geen woonfunctie meer heeft uit de lijst te schrappen na twee jaar leegstand of als het gebruik definitief is beëindigd;

b. een adres met functie bedrijfswoning aan de lijst toe te voegen, als de functie op dat adres vergund is.

Artikel 4 Bedrijventerrein -2

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor `Bedrijventerrein -2´ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven en activiteiten, waar dit specifiek is aangeduid uitsluitend voor:
    bedrijven uit de in Bijlage 1 Lijst van bedrijfsactiviteiten vermelde categorieën   ter plaatse van de aanduiding:  
    1 tot en met 2   'bedrijf tot en met categorie 2'  
    1 tot en met 3.1   'bedrijf tot en met categorie 3.1'  
    Bestaande bedrijven in de categorie 1 en 2
    3.1
    3.2  
    'bedrijf tot en met categorie 3.2'  
    Bestaande bedrijven in de categorie 1 en 2
    3.1
    3.2
    4.1  
    'bedrijf tot en met categorie 4.1'  
  • b. in aanvulling op het bepaalde onder a., tevens voor bedrijven en activiteiten die hierna zijn aangegeven:
    bedrijven en activiteiten   ter plaatse van de aanduiding:  
    drukkerij behorend tot categorie 3.1   specifieke vorm van bedrijventerrein 2- 1  
    metaalbewerkingsbedrijf behorend tot categorie 3.2   specifieke vorm van bedrijventerrein 2 - 2  
    fitnes, restaurant en zwembad   specifieke vorm van bedrijventerrein 2 - 3  
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - 2 - 3' zijn ondersteunende functies voor bedrijven toegelaten in de vorm van fitnessruimte, restaurant en zwembad;
  • d. bedrijven in de categorie 1, mits groter dan 5000m2;
  • e. bestaande zelfstandige kantoren, uitsluitend ter plaatse van de adressen zoals opgenomen in Legale zelfstandige kantoren tot maximaal de bestaande brutovloeroppervlakte;
  • f. aan de bedrijfsactiviteiten ondergeschikte en daarmee samenhangende kantoorruimte onder de volgende voorwaarden:
  • 1. minimaal 70% van de brutovloeroppervlakte moet gebruikt worden voor bedrijfsruimte en niet meer dan 30% van de brutovloeroppervlakte van de bedrijfsgebouwen voor ondergeschikte en daarmee samenhangende kantoorruimte;
  • 2. voor reeds bestaande gebouwen waarvan de verhouding kantoorruimte en bedrijfsruimte afwijkt van het bepaalde onder 1 mag de bestaande verhouding worden gehandhaafd.
  • 3. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein -2 -3' is 60% van het gebruik van bedrijfsgebouwen voor kantoordoeleinden toegelaten'.
  • g. productiegebonden detailhandel deel uitmakend van bedrijven met uitzondering van detailhandel in voedings – en genotmiddelen;
  • h. bestaande detailhandel uitsluitend ter plaatse van de adressen zoals opgenomen in Legale detailhandeltot maximaal de bestaande brutovloeroppervlakte uitsluitend in de aangegeven categorie/ vorm van detailhandel;
  • i. detailhandel in grove bouwmaterialen;
  • j. bestaande bedrijfswoningen uitsluitend ter plaatse van de adressen zoals opgenomen in Bijlage 5 tot maximaal de bestaande brutovloeroppervlakte.

met de daarbij behorende:

  • k. erven en terreinen;
  • l. parkeervoorzieningen;
  • m. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • n. voorzieningen voor het opwekken van duurzame energie;
  • o. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

met inachtneming van het volgende:

  • p. risicovolle bedrijven, geluidzoneringsplichtinge inrichtingen , horeca en functies/voorzieningen voor verminderd zelfredzame personen zijn niet toegestaan.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Bedrijfsgebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding'bouwvlak `worden gebouwd;
  • b. de maximale bouwhoogte van een gebouw bedraagt 14 meter, tenzij op de verbeelding anders is aangegeven;
  • c. het bebouwingspercentage mag 100 bedragen, tenzij op de verbeelding anders is aangegeven;
  • d. bij nieuwbouw en uitbreiding van bestaande bouwwerken moet per bouwperceel tenminste 4 meter uit één van de zijdelingse perceelsgrenzen worden gebouwd, met dien verstande dat tenminste één zijdelingse perceelsgrens volledig vrij van bebouwing blijft;
  • e. het bepaalde onder d. geldt niet voor bestaande situaties waarbij bij alle zijdelingse perceelsgrenzen al bouwwerken zijn gerealiseerd op minder dan 4 meter uit de zijdelingse perceelsgrens.
4.2.2 Voorzieningen voor het opwekken van duurzame energie

Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van voorzieningen voor het opwekken van duurzame energie gelden de volgende regels:
a. de maximum bouwhoogte is 3 m;
b. de maximum oppervlakte is 15 m2.

4.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de maximale bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in het voorerfgebied is 1,5 meter;
  • b. binnen het bouwvlak en/of maatvoeringsvlak geldt voor andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, een maximale bouwhoogte van 14;
  • c. de maximale bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dan genoemd in sub a of b is 5 meter
  • d. in afwijking van het bepaalde in sub c is de maximale bouwhoogte van lichtmasten 10 meter;
  • e. de maximale bouwhoogte van vrijstaande reclameobjecten is 5,5 meter. In afwijking hiervan mag ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - luifel' een reclameobject worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 7 meter;
  • f. in afwijking van het bepaalde in sub a is de maximale bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen 2,5 meter, met dien verstande dat erf- en terreinafscheidingen in het voorerfgebied transparant moeten zijn, tenzij in de bestaande situatie al sprake is van een niet transparante erf- of terreinafscheiding;
4.3 Afwijken van de bouwregels
4.3.1 Bouwen op kortere afstand perceelsgrens

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het in lid 4.2.1 bepaalde onder e. voor het bouwen op een kortere afstand van 4 meter tot de zijdelingse perceelsgrens en de achterste perseeclsgrens mits:

  • a. dit geen negatieve gevolgend heeft voor de brandveiligheid
  • b. dit geen negatieve invloed heeft op de openbare ruimte.
4.4 Specifieke gebruiksregels
4.4.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals vermeld in lid 4.1 wordt in ieder geval gerekend:

  • a. gebruik van bedrijfsgebouwen voor kantoordoeleinden, anders dan ten dienste van het aldaar gevestigde bedrijf anders dan vermeld in lid 4.1 sub e en f;
  • b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel, anders dan vermeld in lid 4.1 sub g tot en met i;
  • c. het gebruik van bedrijfsgebouwen voor bewoning of voor verminderd zelfredzame functies anders dan vermeld in 4.1 sub j. hierbij is kamerverhuur niet toegelaten;
  • d. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting;
  • e. conform het luchthavenbesluit Eindhoven, oppervlaktewateren met een oppervlakte van meer dan 3 hectare, natuurbeschermingsgebieden, vogelbeschermingsgebieden, vishouderijen met extramurale bassins, extramurale opslag of verwerking van organisch materiaal en afvalwaterzuiveringsinstallaties;
  • f. Inrichtingen en activiteiten die zijn vermeld in bijlage C of D van het Besluit milieu-effectrapportage 1994, waarbij de betreffende drempelwaarde genoemd in kolom 2 van de betreffende onderdelen worden overschreden.
4.5 Afwijken van de gebruiksregels
4.5.1 Bedrijven die niet voorkomen in de lijst of bedrijven in hogere categorie

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.1, sub a, en tevens bedrijven toestaan die niet voorkomen in de "Lijst van bedrijfsactiviteiten" in Bijlage 1 bij deze regels of bedrijven in een hogere categorie toestaan, mits:

  • a. het betrokken bedrijf naar de aard en de invloed op de omgeving gelijk te stellen is met bedrijven die ter plaatse zijn toegestaan, en;
  • b. het niet betreft geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen of zelfstandige kantoorvestigingen, en;
  • c. voor het overige het bepaalde in deze bestemming van toepassing blijft.
4.5.2 Horecabedrijf ondersteundend aan bedrijven

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.1 en horeca toestaan, mits:

  • a. de horecafunctie is vermeld in "Bijlage 2 Lijst van horeca-activiteiten" in de categorieën 1a, 1b of 2b;
  • b. de horecafunctie uitsluitend ondersteunend is aan de bedrijven op bedrijventerrein De Hurk en/of Croy;
  • c. de horecafunctie geen onevenredige afbreuk doet aan of beperkingen oplegt voor omliggende bedrjiven op bedrijventerrein De Hurk en/of Croy;
  • d. er wordt voldaan aan het meest recente gemeentelijk beleid op het gebied van externe veiligheid, waarbij rekening wordt gehouden met het plaatsgebonden risico en de verantwoording van het groepsrisico binnen het invloedsgebied van een risicoveroorzakende inrichting;
  • e. het ligt in de rand van bedrijventerrein De Hurk en/of Croy.
4.5.3 Activiteiten in strijd met het luchthavenbesluit Eindhoven

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.4.1 sub e. en het gebruik van de gronden zoals genoemd in sub e. toestaan voor zover dit in overeenstemming is met een verklaring van geen bezwaar van de Minister van Defensie of het Rijksvastgoedbedrijf. Een verklaring van geen bezwaar wordt uitsluitend afgegeven als aan de hand van fauna-effectenstudie kan worden aangetoond dat het gewenste grondgebruik niet leidt tot een toename van het risico op vogelaanvaringen voor het luchtverkeer van en naar de luchthaven Eindhoven.

4.6 Wijzigingsbevoegdheid
4.6.1 Legale kantoren toevoegen of verwijderen

Burgemeester en wethouders kunnen de lijst van Legale zelfstandige kantoren wijzigen door:

a. een adres dat in gebruik is als zelfstandig kantoor is, die geen kantoorfunctie meer heeft uit de lijst te schrappen na twee jaar leegstand of als het gebruik definitief is beëindigd;

b. een adres met functie kantoor aan de lijst toe te voegen, als de functie op dat adres vergund is.

4.6.2 Legale detailhandel toevoegen of verwijderen

Burgemeester en wethouders kunnen de lijst van Legale detailhandel wijzigen door:

  • a. een adres met detailhandel die geen detailhandelsfunctie meer heeft uit de lijst te schrappen na twee jaar leegstand of als het gebruik definitief is beëindigd;
  • b. een adres met functie detailhandel aan de lijst toe te voegen, als de detailhandelsfunctie op dat adres vergund is.
4.6.3 Legale bedrijfswoningen toevoegen of verwijderen

Burgemeester en wethouders kunnen de lijst van Bijlage 5 wijzigen door:

a. een adres dat in gebruik is als bedrijfswoning, die geen woonfunctie meer heeft uit de lijst te schrappen na twee jaar leegstand of als het gebruik definitief is beëindigd;

b. een adres met functie bedrijfswoning aan de lijst toe te voegen, als de functie op dat adres vergund is.

Artikel 5 Groen

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen;
  • b. bedrijfsdoeleinden, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf';
  • c. bedrijfsactiviteiten uitsluitend ten dienste van het vervoer over water uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'laad- en losplaats';
  • d. sportieve en/of recreatieve doeleinden in de vorm van een kanovereniging, met de daarbij behorende ondersteunende voorzieningen ten dienste van deze doeleinden, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - 1';
  • e. sportieve en/of recreatieve doeleinden in de vorm van een waterscouting, met de daarbij behorende ondersteunende voorzieningen ten dienste van deze doeleinden, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - 2';
  • f. bermen en beplanting;
  • g. voet- en fietspaden en andere paden;
  • h. vakwerkmast, antenne-installatie en de daarbij behorende voorzieningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie';
  • i. nutsvoorzieningen en voorzieningen voor het opwekken van duurzame energie;
  • j. extensief recreatief medegebruik;
  • k. waterhuishoudkundige voorzieningen (o.a. waterlopen, waterpartijen en waterberging);
  • l. beheer en/of zuivering van oppervlakte- en rioolwater;

met daarbij behorende:

  • m. verhardingen;
  • n. parkeervoorzieningen;
  • o. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals veegvuilputten.
5.2 Bouwregels
5.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. Op of in deze gronden mogen uitsluitend gebouwen worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - 1';
  • b. een gebouw mag uitsluitend ter plaatse van de aanduiding `bouwvlak´ worden gebouwd;
  • c. de maximale bouwhoogte van een gebouw is 4,5 meter, tenzij op de verbeelding anders is aangegeven.
5.2.2 Nutsvoorzieningen en voorzieningen voor duurzame energie

Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen en voorzieningen voor het opwekken van duurzame energie gelden de volgende regels:

  • a. de maximale bouwhoogte is 3 meter;
  • b. de maximale oppervlakte is 15 m2.
5.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de maximale bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie' is 94 meter;
  • b. de maximale bouwhoogte van lichtmasten is 10 meter;
  • c. de maximale bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dan genoemd in sub a of b is 4 meter.
5.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 5.1 wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het opslaan, storten of bergen van materialen, producten en mest, behoudens voor zover zulks nodig is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond of ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf'
  • b. het gebruiken van de voorzieningen van de kanovereniging, met de daarbij behorende ondersteunende voorzieningen ten dienste van deze doeleinden, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - 1' voor nachtverblijf;
  • c. het gebruiken van de voorzieningen van de waterscouting, met de daarbij behorende ondersteunende voorzieningen ten dienste van deze doeleinden, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - 2' voor nachtverblijf;
  • d. het gebruiken van de gronden van de oever van het Beatrixkanaal/Afwateringskanaal ten behoeve van een tuin bij een ligplaats voor een woonschip. Dit gebruik is niet strijdig ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - persoonsgebonden overgangsrecht 2'.
5.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
5.4.1 Werken en werkzaamheden

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) op of in de gronden met de bestemming `Groen' de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het ontgronden, uitdiepen, egaliseren, afgraven, diepploegen en ophogen van gronden en/of anderszins wijzigen van de bodemstructuur;
  • b. het opslaan, storten of bergen van materialen en producten voor andere doeleinden dan die bedoeld in lid 5.1;
  • c. het planten, rooien, kappen of verminken van de houtopstand en gewassen;
  • d. het aanleggen van oppervlakteverhardingen (al dan niet tijdelijk);
  • e. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse (infrastructurele) leidingen;
5.4.2 Uitzonderingen

Het in lid 5.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden:

  • a. welke het normale onderhoud en/of landschapsbeheer betreffen;
  • b. welke ten tijde van inwerkingtreding van het bestemmingsplan in uitvoering waren;
  • c. waarvoor ten tijde van inwerkingtreding van het bestemmingsplan een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden is verleend.
5.4.3 Toelaatbaarheid

De in lid 5.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien:

  • a. de volgende werken of werkzaamheden plaatsvinden in het kader van het beheer van het openbaar groen:
    • 1. het verwijderen van houtopstanden;
    • 2. het diepploegen en diepwoelen van de bodem;
    • 3. het ontgronden, uitdiepen, egaliseren en ophogen van gronden en/of anderszins wijzigen van de bodemstructuur;
    • 4. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
  • b. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de aanwezige waarden zoals beschreven in lid 5.1.

Artikel 6 Kantoor

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor `Kantoor´ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. gebouwen ten behoeve van zelfstandige kantoren;

met de daarbij behorende:

  • b. erven en terreinen;
  • c. infrastructurele voorzieningen;
  • d. groenvoorzieningen;
  • e. parkeervoorzieningen;
  • f. waterhuishoudkundige voorzieningen (o.a. waterlopen, waterpartijen en waterberging);
  • g. nutsvoorzieningen en voorzieningen voor het opwekken van duurzame energie;
  • h. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
6.2 Bouwregels
6.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de gebouwen mogen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding `bouwvlak´ worden gebouwd;
  • b. de maximale bouwhoogte van een gebouw is 14 meter, tenzij op de verbeelding anders is aangegeven.
6.2.2 Nutsvoorzieningen en voorzieningen voor duurzame energie

Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen en voorzieningen voor het opwekken van duurzame energie gelden de volgende regels:

  • a. de maximale bouwhoogte is 3 meter;
  • b. de maximale oppervlakte is 15 m2.
6.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de maximale bouwhoogte van lichtmasten is 10 meter;
  • b. de maximale bouwhoogte van vrijstaande reclameobjecten is 5,5 meter;
  • c. de maximale bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen is 2,5 meter, met dien verstande dat erf- en terreinafscheidingen in het voorerfgebied transparant moeten zijn, tenzij in de bestaande situatie al sprake is van een niet transparante erf- of terreinafscheiding;
  • d. de maximale bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in het voorerfgebied is 1,5 meter met uitzondering van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, genoemd in sub a, b en c;
  • e. de maximale bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dan genoemd in sub a, b, c of d, is 5 meter tenzij op de verbeelding anders is aangegeven.
6.3 Specifieke gebruiksregels
6.3.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals vermeld in lid 6.1 wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van kantoorgebouwen voor bewoning of voor verminderd zelfredzame functies;
  • b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel;
  • c. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting.

Artikel 7 Verkeer

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen en straten, bestaande uit maximaal 4 rijstroken;
  • b. bruggen;
  • c. voet- en fietspaden;
  • d. groenvoorzieningen;
  • e. parkeervoorzieningen;
  • f. water;
  • g. bedrijfsdoeleinden, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1';
  • h. scheepvaartverkeer ter plaatse van de aanduiding 'waterweg', alsmede de overslag van goederen en/of grondstoffen met bijbehorende kades en aanlegplaatsen;

met daarbij behorende:

  • i. waterhuishoudkundige voorzieningen (o.a. waterlopen, waterpartijen en waterberging);
  • j. nutsvoorzieningen en voorzieningen voor het opwekken van duurzame energie;
  • k. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
7.2 Bouwregels
7.2.1 Gebouwen
  • a. Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd;
  • b. het bepaalde onder sub a geldt niet ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' of 'specifieke bouwaanduiding - 2'. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' mogen overbouwingen van een bedrijfsgebouw worden gebouwd. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 2' mogen uitsluitend geringe onderdelen van bedrijfsgebouwen, zoals afvoerbuizen, worden gebouwd.
7.2.2 Nutsvoorzieningen en voorzieningen voor duurzame energie

Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen en voorzieningen voor het opwekken van duurzame energie gelden de volgende regels:

  • a. de maximale bouwhoogte is 3 meter;
  • b. de maximale oppervlakte is 15 m2.
7.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan rechtstreeks voor de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer gelden de volgende regels:

  • a. de maximale bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1'' is 26 meter;
  • b. de maximale bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dan genoemd in sub a is 5 meter.

Artikel 8 Water

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. oppervlaktewateren, zoals sloten, greppels, (infiltratie)vijvers, kanalen, beken en andere waterlopen, ook als deze incidenteel of structureel droogvallen;
  • b. (recreatief) vaarwater;
  • c. sportieve en/of recreatieve doeleinden in de vorm van een ligplaats voor een waterscouting, met de daarbij behorende ondersteunende voorzieningen ten dienste van deze doeleinden, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - 2';
  • d. waterberging;
  • e. waterhuishouding;
  • f. waterlopen;
  • g. het behoud, herstel of duurzame ontwikkeling van de ecologische waarden en kenmerken;
  • h. de verwezenlijking, het behoud en het beheer van een ecologische verbindingszone;
  • i. scheepvaartverkeer ter plaatse van de aanduiding 'waterweg', alsmede de overslag van goederen en/of grondstoffen met bijbehorende kades en aanlegplaatsen

met de daarbij behorende:

  • j. voorzieningen, met uitzondering van bruggen;
  • k. voorzieningen voor het scheepvaartverkeer, oevers en kaden en aanlegsteigers;
  • l. andere voorzieningen voor de waterhuishouding;
  • m. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
8.2 Bouwregels

Op of in deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met een maximale hoogte van 4 meter.

8.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 8.1 wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het aanleggen van woonschepen. Dit geldt niet ter plaatse van de aanduiding ''wro-zone - persoonsgebonden overgangsrecht 1';
  • b. het gebruiken van de voorzieningen van de waterscouting, met de daarbij behorende ondersteunende voorzieningen ten dienste van deze doeleinden, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - 2' voor nachtverblijf;
  • c. het opslaan, storten of bergen van voorwerpen, stoffen, materialen of chemicaliën en soortgelijke producten, behoudens voor zover zulks nodig is voor het op de bestemming gerichte gebruik.
8.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
8.4.1 Werk en werkzaamheden

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden) op of in de gronden met de bestemming 'Water' de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het dempen van water;
  • b. het vergraven van oevers;
  • c. het verleggen van water;
  • d. het herprofileren van waterlopen.
8.4.2 Uitzonderingen

Het in lid 8.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

  • a. het normale onderhoud betreffen;
  • b. de aanleg van ecologische oevers betreft;
  • c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
8.4.3 Toelaatbaarheid

De in lid 8.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien er geen sprake is van een onevenredige aantasting van de waterhuishoudkundige situatie met betrekking tot de waterkwantiteit en de waterkwaliteit.

8.4.4 Advies

Burgemeester en wethouders verlenen de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden slechts nadat advies is ingewonnen bij de waterbeheerder met betrekking tot de vraag of door de ingreep het waterhuishoudkundig belang niet onevenredig wordt aangetast.

Artikel 9 Leiding - Hoogspanningsverbinding

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, beheer en instandhouding van een ondergrondse 150 KV hoogspanningsverbindingen met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

9.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. op de bedoelde gronden zijn uitsluitend toegestaan bouwwerken ten behoeve van de ondergrondse hoogspanningsleiding, zoals meet- en regelkasten en afsluiterputten;
  • b. voor de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte en bouwhoogte niet worden vergroot en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
9.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.2, sub b, mits:

  • a. de bouwregels in acht worden genomen van de op deze gronden liggende basisbestemming;
  • b. de belangen en de veiligheid van de ondergrondse hoogspanningsleiding niet wordt geschaad. Indien door de bouw of de situering schade wordt of kan worden toegebracht aan de bedrijfsveiligheid van de betreffende hoogspanningsleiding is een afwijking van het bepaalde in lid 9.2, sub b, niet toegestaan;
  • c. vooraf advies wordt ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder.
9.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
9.4.1 Werk en werkzaamheden

Het is verboden op of in de gronden met de dubbelbestemming 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning) de volgende werken, geen gebouwen zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanbrengen van beplantingen of bomen;
  • b. het aanleggen van wegen of paden en het aanleggen van andere oppervlakteverhardingen;
  • c. het indrijven van voorwerpen in de bodem;
  • d. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, ontginnen en ophogen;
  • e. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren;
  • f. het permanent opslaan van goederen.
9.4.2 Uitzonderingen

Het in lid 9.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:

  • a. waarvoor ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen gebouwen zijnde, of van werkzaamheden is verleend;
  • b. welke ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan in uitvoering waren;
  • c. welke betreffen het normale onderhoud van leidingen of de belemmeringenstrook, of;
  • d. welke betreffen het normale onderhoud van de functies voor andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) .
9.4.3 Toelaatbaarheid

De in lid 9.4.1 genoemde vergunning wordt uitsluitend verleend, indien door de genoemde werken en werkzaamheden geen veiligheidsrisico´s ontstaan en de betreffende leiding niet wordt aangetast; dienaangaande vragen burgemeester en wethouders advies van de betreffende leidingbeheerder.

Artikel 10 Waarde - Ecologie

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Ecologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  • a. de verwezenlijking, het behoud en beheer van een ecologische verbindingszone;
  • b. de verwezenlijking, het behoud, beheer en herstel van watersystemen;

met daarbij behorende:

  • c. waterhuishoudkundige voorzieningen (o.a. waterlopen, waterpartijen en waterberging);
  • d. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
10.2 Bouwregels
10.2.1 Gebouwen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

10.2.2 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt een maximale bouwhoogte van 2 m.

10.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.2 en het oprichten van bouwwerken ten behoeve van de op deze gronden liggende hoofdbestemmingen toestaan, mits daarmee geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het in ecologisch opzicht waardevolle gebied. Daarbij zijn de regels van de betreffende bestemming van toepassing.

10.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
10.4.1 Werk en werkzaamheden

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden) op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Ecologie' de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen of verharde oppervlakten van meer dan 100 m2, anders dan een bouwwerk;
  • b. het ophogen van gronden;
10.4.2 Uitzonderingen

Het in lid 10.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

  • a. het normale onderhoud betreffen;
  • b. noodzakelijk zijn in verband met het op de bestemming gerichte beheer of gebruik van de grond;
  • c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan;
  • d. waarvoor ten tijde van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden is verleend.
10.4.3 Toelaatbaarheid

De in lid 10.4.1 genoemde vergunning wordt slechts verleend, indien blijkt dat door die werken en werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het in ecologisch opzicht waardevolle gebied en nadat advies is ingewonnen bij het Waterschap.

Artikel 11 Waarde - Archeologie

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van de op en/of in deze gronden voorkomende archeologische waarden.

11.2 Bouwregels
11.2.1 Bouwverbod

Op of in de voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden is het niet toegestaan om te bouwen.

11.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.2.1 voor het bouwen van gebouwen, aan- en uitbouwen en bijgebouwen alsmede bouwwerken geen gebouwen zijnde mits:

  • a. dit in overeenstemming is met de ter plaatse geldende bestemming; en
  • b. met een archeologisch onderzoek is vastgesteld dat met de oprichting van het bouwwerk waarvoor afwijking wordt gevraagd geen onevenredige verstoring plaatsvindt van de archeologische waarden. Als het oprichten van het bouwwerk waarvoor afwijking wordt gevraagd kan leiden tot onevenredige verstoring van archeologische waarden, dan worden aan de afwijking de volgende regels verbonden:
    • 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden; en/of,
    • 2. de verplichting tot het doen van opgravingen; en/of,
    • 3. de verplichting de oprichting van het bouwwerk te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg.

11.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
11.4.1 Werk en werkzaamheden

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het uitvoeren van grondwerkzaamheden, waartoe ook wordt gerekend het aanleggen van drainage, diepwoelen, mengen van grond, diepploegen en ontginnen;
  • b. het verlagen of afgraven, ophogen of egaliseren van de bodem;
  • c. het graven, verbreden, verdiepen en dempen van sloten, vijvers en andere wateren;
  • d. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en bomen;
  • e. het rooien en vellen van diepwortelende beplantingen en bomen, waarbij de stobben worden verwijderd;
  • f. het omzetten van gras- of akkerland in een teelt waarbij grond wordt afgevoerd, waartoe gerekend wordt boomteelt en graszodenteelt;
  • g. het uitvoeren van heiwerkzaamheden of het op andere wijze indrijven van voorwerpen in de grond;
  • h. het aanbrengen van bovengrondse of ondergrondse transportleidingen en de daarmee verband houdende constructies;
  • i. het uitvoeren van werkzaamheden ter verlaging van de grondwaterstand;
  • j. het slopen van gebouwen en het verwijderen van funderingen waarbij grondroering plaatsvindt;
  • k. het aanbrengen van verhardingen.

11.4.2 Uitzonderingen

Het in lid 11.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden welke:

  • a. van ondergeschikte betekenis zijn dan wel behoren tot het normale onderhoud;
  • b. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning;
  • c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan.

11.4.3 Toelaatbaarheid

De in lid 11.4 genoemde vergunning kan slechts worden verleend als:

  • a. door die werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de archeologische waarden ontstaan of kunnen ontstaan en;
  • b. hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 12 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 13 Algemene gebruiksregels

13.1 Gebruik overeenkomstig de bestemming

Al dan niet in afwijking van het bepaalde in de bestemmingsregels van Hoofdstuk 2 wordt ter plaatse van een functie-aanduiding het gebruik van gronden en opstallen in overeenstemming met die functie-aanduiding aangemerkt als gebruik overeenkomstig die bestemming.

Artikel 14 Algemene aanduidingsregels

14.1 milieuzone - boringsvrije zone

Binnen de aanduiding "milieuzone - boringsvrije zone" zijn onverminderd het elders in dit bepaalde, de regels van de provinciale milieuverordening van toepassing.

14.2 veiligheidszone - barim
14.2.1 veiligheidszone - barim

Binnen de aanduiding 'veiligheidszone - barim' zijn geen nieuwe beperkt kwetsbare en kwetsbare objecten toegestaan.

14.2.2 Afwijken

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 14.2 en een beperkt kwetsbaar object toestaan, mits:

  • a. deze niet ligt binnen de afstand genoemd in onderstaande tabel, in de kolom "beperkt kwetsbare objecten", met dien verstande dat de afstand wordt gemeten vanaf het gasdrukmeet- en regelstation, en:
  • b. de belangen en de veiligheid van het gasdrukmeet- en regelstation niet worden geschaad, en;
  • c. vooraf advies wordt ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder.
Categorie indeling   Opstellingswijze   Kwetsbare objecten   Beperkt kwetsbare objecten  
B   Kast   4 meter   2 meter  
B   (semi-)ondergronds station   4 meter   2 meter  
B   Kaststation   6 meter   4 meter  
B   Open opstelling/ vrijstaand gebouw   10 meter   4 meter  
C   Alle stations t/m
40.000 m³ /uur  
15 meter   4 meter  
C   Alle stations boven 40.000 m³ /uur   25 meter   4 meter  
14.3 Veiligheidszone bevi-1
14.3.1 Veiligheidszone bevi-1

Ter plaatse van de aanduiding 'Veiligheidszone bevi-1' gelden de volgende regels:

  • a. er zijn geen nieuwe kwetsbare objecten toegestaan;
  • b. een risicovol bedrijf is uitsluitend toegestaan voor zover de PR10-6/jaar contour van dat bedrijf binnen de eigen bouwperceelsgrenzen ligt. In afwijking hiervan mag de PR10-6/jaar contour buiten de eigen bouwperceelsgrens liggen voor zover de contour over water, infrastructuur of openbaar groen ligt;
  • c. permanente bulkopslag van meer dan 1 m3 van tot vloeistof verdichte brandbare gassen moet ondergronds plaatsvinden;
  • d. het invloedsgebied van een risicovol bedrijf moet binnen de plangrens liggen, tenzij het invloedsgebied buiten de plangrens over water, infrastructuur of openbaar groen ligt;
  • e. in afwijking van het bepaalde in sub d mag het invloedsgebied van een risicovolle bedrijf buiten de plangrens liggen, voor zover dit invloedsgebied buiten de plangrens niet verandert ten opzichte van de vergunde situatie;
  • f. ter plaatse van een risicovol bedrijf mag de warmtestraling door brand op de perceelsgrens, behoudens de perceelsgrens die direct grenst aan openbaar groen, water of infrastructuur, niet hoger zijn dan 15 kW/m2.
14.3.2 Afwijken

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 14.3.1, sub a, mits:
    • 1. het betreft (niet zelfstandige) kantoren met een brutovloeroppervlak van meer dan 1.500 m2, en:
    • 2. deze niet liggen binnen een PR10-6/jaar contour van een risicovol bedrijf.
  • b. lid 14.3.1, sub b, en toestaan dat de PR10-6/jaar contour van een risicovol bedrijf buiten de eigen bouwperceelsgrenzen ligt, mits:
    • 1. de PR10-6/jaar contour van dat risicovolle bedrijf niet buiten de aanduiding 'Veiligheidszone bevi-1' ligt. Deze PR10-6/jaar contour mag wel buiten de aanduiding 'Veiligheidszone bevi-1' liggen als deze over water, infrastructuur of openbaar groen ligt, en;
    • 2. de PR10-6/jaar contour niet over kwetsbare objecten ligt, en;
    • 3. bij een risicovol bedrijf de warmtestraling door brand op de perceelsgrens, behoudens de perceelsgrens die direct grenst aan openbaar groen, water of infrastructuur, niet hoger is dan 15 kW/m2.
  • c. lid 14.3.1, sub d, mits het groepsrisico wordt verantwoord conform artikel 13 van het Bevi (Besluit externe veiligheid inrichtingen).
14.4 Veiligheidszone - bevi 2

Ter plaatse van de aanduiding 'Veiligheidszone - bevi 2' gelden de volgende regels:

  • a. er zijn geen nieuwe kwetsbare objecten toegestaan;
  • b. de PR10-6/jaar contour van een risicovol bedrijf mag buiten de eigen bouwperceelsgrenzen liggen, mits de PR10-6/jaar contour buiten de eigen bouwperceelsgrens ligt over water, infrastructuur of openbaar groen of de PR10-6/jaar contour buiten de eigen perceelsgrenzen ligt ter plaatse van de aanduiding 'Veiligheidszone - bevi 2'
14.5 veiligheidszone - lpg

Ter plaatse van de aanduiding "veiligheidszone - lpg" zijn geen nieuwe beperkt kwetsbare objecten en kwetsbare objecten toegestaan.

14.6 vrijwaringszone weg

Ter plaatse van de aanduiding vrijwaringszone weg is het niet toegelaten om bebouwing op te richten.

Artikel 15 Algemene afwijkingsregels

15.1 Binnenplans afwijken

Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. de bij recht in de regels gegeven maten, afmetingen, percentages tot niet meer dan 10 % van die maten, afmetingen en percentages;
  • b. de regels ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de maximum hoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot 10 m, met dien verstande dat de maximum bouwhoogte van erfafscheidingen 2 m is;
  • c. de regels ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de maximum bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van kunstwerken en van zend-, ontvang- en/of sirenemasten 20 m is.
  • d. de bestemmingsbepalingen en toestaan dat de aanduiding 'bouwvlak' wordt overschreden met maximaal 20 cm ten behoeve van gevelisolatie om energie te besparen;
  • e. de regels ten aanzien van de realisatie van gebouwen ten behoeve van het opwekken van duurzame energie en toestaan dat de maximum oppervlakte wordt vergroot tot maximaal 100 m2.

Artikel 16 Overige regels

16.1 Parkeereis
  • a. Bij de afgifte van een omgevingsvergunning wordt het aantal te realiseren parkeerplaatsen bepaald conform de Nota Parkeernormen 2016.
  • b. In afwijking van het bepaalde onder a, mag getoetst worden aan nieuwe dan wel gewijzigde parkeernormen, als deze in werking zijn getreden en leiden tot een lagere parkeernorm.
16.2 Afwijken van parkeereis

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 16.1 indien:

  • a. uit een parkeeronderzoek blijkt dat meer of minder parkeerplaatsen noodzakelijk zijn;
  • b. het voldoen aan de in lid 16.1 genoemde parkeernormen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit of voor zover op andere wijze in de nodige parkeerplaatsen wordt voorzien.
16.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning nadere eisen stellen ten aanzien van de maatvoering van de parkeervoorzieningen, zoals bedoeld in lid 16.1 indien dit, gelet op de feitelijke omstandigheden, noodzakelijk is.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 17 Overgangsrecht

17.1 Overgangsrecht bouwwerken

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

  • a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  • b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
17.2 Afwijken

burgemeester en wethouders kunnen eenmalig bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 17.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 17.1 met maximaal 10%.

17.3 Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken

Lid 17.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

17.4 Overgangsrecht gebruik

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

17.5 Strijdig gebruik

Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 17.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

17.6 Verboden gebruik

Indien het gebruik, bedoeld in lid 17.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

17.7 Uitzondering op het overgangsrecht gebruik

Lid 17.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

17.8 Overgangsrecht woonschepen

Het gebruik van het Beatrixkanaal/Afwateringskanaal (bestemming 'Water') ten behoeve van een ligplaats voor een woonschip mag, ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - persoonsgebonden overgangsrecht 1' én voorzover de ligplaats is vermeld in onderstaande tabel, worden voortgezet

Lig- plaatsnummer   Locatie (adres)  
2   Waldeck Pyrmontstraat 2  
4   Waldeck Pyrmontstraat 4  
8   Waldeck Pyrmontstraat 8  
10   Waldeck Pyrmontstraat 10  
12   Waldeck Pyrmontstraat 12  
14   Waldeck Pyrmontstraat 14  
18   Waldeck Pyrmontstraat 18  
20   Waldeck Pyrmontstraat 20  
22   Waldeck Pyrmontstraat 22  
24   Waldeck Pyrmontstraat 24  
28   Waldeck Pyrmontstraat 28  
30   Waldeck Pyrmontstraat 30  
32   Waldeck Pyrmontstraat 32  

met dien verstande dat:

  • a. het gebruik als ligplaats voor een woonschip moet worden beëindigd op het moment dat alle huidige bewoners van het woonschip het gebruik daarvan hebben beëindigd. Onder huidige bewoners wordt in dit kader verstaan: de huurder/huurster van de ligplaats, de partner van deze huurder/huurster. De partner van deze huurder/huurster wordt aangemerkt als huidige bewoner voor zover die partner staat ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie op dat adres op het moment dat dit bestemmingsplan in werking treedt. Onder de partner van de huurder/huurster wordt in dit kader verstaan: degene die getrouwd is met en/of een samenlevingscontract heeft met en/of geregistreerd partner is van de huurder/huurster.
  • b. in aanvulling op het bepaalde op sub a geldt voor de locaties Waldeck Pyrmontstraat 28 en Waldeck Pyrmontstraat 32 dat onder huidige bewoners tevens wordt verstaan: een kind van deze huurder/huurster of partner. Een kind van deze huurder/huurster wordt aangemerkt als huidige bewoner voor zover dit kind op het moment dat dit bestemmingsplan in werking treedt staat ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie op dat adres. Een kind van de partner van de huurder/huurster, voor zover deze partner is aan te merken als huidige bewoner, wordt aangemerkt als huidige bewoner voor zover dit kind op het moment dat dit bestemmingsplan in werking treedt staat ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie op dat adres.
  • c. als strijdig met het overgangsrecht wordt in ieder geval gerekend het gebruik van het woonschip voor prostitutie en seksinrichting, horeca, detailhandel en andere bedrijfsmatige activiteiten.
17.9 Overgangsrecht tuinen bij woonschepen

Het gebruik van de oever van het Beatrixkanaal/Afwateringskanaal ter plaatse van de bestemming 'Groen' ten behoeve van een tuin bij een ligplaats voor een woonschip mag uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - persoonsgebonden overgangsrecht 2' én voorzover de bij de tuin behorende ligplaats is vermeld in onderstaande tabel, worden voortgezet

Ligplaats nummer   Locatie (adres)  
2   Waldeck Pyrmontstraat 2  
4   Waldeck Pyrmontstraat 4  
8   Waldeck Pyrmontstraat 8  
10   Waldeck Pyrmontstraat 10  
12   Waldeck Pyrmontstraat 12  
14   Waldeck Pyrmontstraat 14  
18   Waldeck Pyrmontstraat 18  
20   Waldeck Pyrmontstraat 20  
22   Waldeck Pyrmontstraat 22  
24   Waldeck Pyrmontstraat 24  
28   Waldeck Pyrmontstraat 28  
30   Waldeck Pyrmontstraat 30  
32   Waldeck Pyrmontstraat 32  

met dien verstande dat:

  • a. het gebruik als tuin bij een ligplaats voor een woonschip moet worden beëindigd op het moment dat alle huidige bewoners van het woonschip het gebruik van het woonschip hebben beëindigd. Onder huidige bewoners wordt in dit kader verstaan: de huurder/huurster van de ligplaats en de partner van deze huurder/huurster. De partner van deze huurder/huurster wordt aangemerkt als huidige bewoner voor zover die partner staat ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie op dat adres op het moment dat dit bestemmingsplan in werking treedt. Onder de partner van de huurder/huurster wordt in dit kader verstaan: degene die getrouwd is met en/of een samenlevingscontract heeft met en/of geregistreerd partner is van de huurder/huurster.
  • b. in aanvulling op het bepaalde op sub a geldt voor de locaties Waldeck Pyrmontstraat 28 en Waldeck Pyrmontstraat 32 dat onder huidige bewoners tevens wordt verstaan: een kind van deze huurder/huurster of partner. Een kind van deze huurder/huurster wordt aangemerkt als huidige bewoner voor zover dit kind op het moment dat dit bestemmingsplan in werking treedt staat ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie op dat adres. Een kind van de partner van de huurder/huurster, voor zover deze partner is aan te merken als huidige bewoner, wordt aangemerkt als huidige bewoner voor zover dit kind op het moment dat dit bestemmingsplan in werking treedt staat ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie op dat adres.
  • c. bouwwerken mogen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - persoonsgebonden overgangsrecht 2' worden gebouwd;
  • d. de maximale bouwhoogte van een bouwwerk bedraagt 4 meter;
  • e. als strijdig met het overgangsrecht wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de tuin bij het woonschip voor horeca, detailhandel en andere bedrijfsmatige activiteiten.

Artikel 18 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan Bedrijventerrein De Hurk-Croy 2017.