direct naar inhoud van Artikel 6 Groen
Plan: High Tech Campus Eindhoven-Klotputten
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0772.80022-0501

Artikel 6 Groen

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor `Groenยด aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen;
  • b. bermen en beplanting;
  • c. wegen en paden;
  • d. speelvoorzieningen;
  • e. waterlopen, waterpartijen en waterberging;
  • f. bruggen en kades;
  • g. straatmeubilair;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 3' tevens voor fietsenstallingen;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 7' tevens voor loopbruggen tussen aanliggende gebouwen;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 11' tevens voor rookabri's;
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 12' tevens voor in- en uitritten van ondergrondse parkeervoorzieningen en toegangswegen voor parkeergarages;
  • l. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 13' tevens voor een luifel / droogloop van een aanliggend gebouw;
  • m. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 14' tevens voor erfafscheidingen;
  • n. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein' tevens voor parkeerplaatsen en in- en uitritten ten behoeve van de bestemming Maatschappelijk;
  • o. ter plaatse van de aanduiding 'plein' voor een plein;
  • p. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening' voor een nutsvoorziening, gasreduceerstation of voorzieningen voor 'koude-warmte-opslag';
  • q. parkeervoorzieningen voor aanliggende gebouwen voor zover het betreft invalideparkeerplaatsen, parkeerplaatsen voor hulpdiensten, laden en lossen, taxi's en voor fietsverkeer;
  • r. behoud, herstel en ontwikkeling van waterbergend vermogen van de gronden;

met de daarbij behorende:

  • s. verhardingen;
  • t. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
6.2 Bouwregels
6.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening' mag een gebouw ten behoeve van nutsvoorzieningen, gasreduceerstation en/of 'koude-warmte-opslag' worden gebouwd tot een bouwhoogte van maximaal 5 m;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 3' mag een fietsenstalling worden gebouwd met een grondoppervlakte van maximaal 200 m2 en een bouwhoogte van maximaal 2 m;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 11' mag een rookabri worden gebouwd tot een bouwhoogte van maximaal 2,5 m;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 13' mag een luifel / droogloop worden gebouwd tot een bouwhoogte van maximaal de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw;
  • e. voor het overige mogen geen gebouwen worden gebouwd.

6.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. op of in deze gronden zijn geen erfafscheidingen toegestaan;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a mag ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 14' een erfafscheiding worden gebouwd tot een bouwhoogte van maximaal 3 m;
  • c. de maximale bouwhoogte voor straatmeubilair is 9 m;
  • d. de maximale bouwhoogte voor kunstwerken is 9 m;
  • e. de maximale bouwhoogte voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is 2 m.
6.3 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid
  • c. de sociale veiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
6.4 Afwijken van de bouwregels
6.4.1 Gebouwen

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2.1 voor het bouwen van:

6.4.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2.2 voor het bouwen van erfafscheidingen, mits de maximale bouwhoogte 3 m is en het past binnen de bedoelingen van het Beeldkwaliteitplan High Tech Campus Eindhoven, Juurlink+Geluk, februari 2012.

6.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals vermeld in lid 6.1, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het opslaan, storten of bergen van materialen en producten, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik;
  • b. het beoefenen van lawaaisporten.
6.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
6.6.1 Werken en werkzaamheden

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren: het ophogen van gronden of wijzigen van kaden die gelegen zijn binnen het regionaal waterbergingsgebied.

6.6.2 Uitzonderingen

Het in lid 6.6.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

  • a. van ondergeschikte betekenis zijn dan wel behoren tot het normale onderhoud;
  • b. noodzakelijk zijn in verband met het op de bestemming gerichte beheer of gebruik van de grond;
  • c. reeds in uitvoering waren ten tijde van inwerkingtreding van het bestemmingsplan;
  • d. waarvoor ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen gebouwen zijnde, of van werkzaamheden is verleend;
6.6.3 Toelaatbaarheid

De in lid 6.6.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien door het ophogen van de gronden of het wijzigen van de kaden geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het waterbergend vermogen van de gronden.

6.6.4 Advies

De in lid 6.6.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien vooraf advies is ingewonnen bij het waterschap.