Plan: | Zuidelijke Omlegging |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0762.BP201013-CO02 |
De planregels bestaan uit 4 hoofdstukken. In deze hoofdstukken zijn weer artikelen opgenomen. Het betreft de vaste opbouw, zoals die in de SVBP2008 (Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen 2008).
Hoofdstuk 1 Inleidende regels
In het inleidende hoofdstuk zijn de artikelen "begrippen" (artikel 1) en "wijze van meten" (artikel 2) ondergebracht. Beide artikelen zijn bedoeld om de lezer inzicht te bieden in de betekenis van de gebruikte termen in het bestemmingsplan. Niet alle termen worden hierin behandeld, maar met name de termen waarvan verwacht wordt dat deze wellicht tot onduidelijkheid zouden kunnen leiden bij uitleg.
Voor deze wijze van meten geldt hierbij dat wordt uitgelegd op welke manier moet worden gemeten bij maatvoeringen.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
In dit hoofdstuk zijn de bestemmingen opgenomen die aan de gronden zijn toegekend. Tevens is aangegeven welke regels hiervoor gelden. Daarbij is een onderscheid gemaakt in bouw- en gebruiksregels alsmede ontheffingen daarop. In het bestemmingsplan zijn de volgende bestemmingen opgenomen:
Binnen de bestemming "Agrarisch" (Artikel 3) zijn de gronden geregeld die in het recente bestemmingsplan Buitengebied de bestemming Agrarisch gebied hebben gekregen. In de bestemmingsomschrijving is aangegeven dat de gronden zijn bestemd voor agrarisch grondgebruik en agrarische bedrijfsuitvoering.
In de bestemming "Bedrijf" (Artikel 4) is het bestaande garagebedrijf met bedrijfswoning geregeld. Op de verbeelding is een bouwvlak ingetekend waarbinnen de gebouwen zijn toegestaan. Hiermee wordt verzekerd dat er compact gebouwd wordt. Voor het bouwvlak is eveneens een bebouwingspercentage opgenomen.
In de bestemming "Sport" (Artikel 5) zijn de bestaande sportvelden met de bijbehorende bebouwing geregeld. Er wordt een kleine uitbreidingsmogelijkheid voor gebouwen gegeven. Deze gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd.
De nieuw aan te leggen Zuidelijke Omlegging is tezamen met de bestaande wegen geregeld binnen de bestemming "Verkeer" (Artikel 6). Gebouwen zijn alleen toegestaan indien het betreft nutsgebouwen of gebouwen ten behoeve van verkeers- en speelvoorzieningen.
De bestemming "Wonen" (Artikel 7) zijn de bestaande woningen geregeld. De situeringseisen zijn verbaal geregeld. De regeling met maatvoering sluit grotendeels aan op het bestemmingsplan St. Jozefparochie. Aan huis verbonden beroepen zijn, onder voorwaarden, rechtstreeks toegestaan. Via ontheffing kan een aan huis verbonden ambachtelijk bedrijf worden toegelaten.
Daarnaast staan in het bestemmingsplan een tweetal dubbelbestemmingen. De waarden in deze dubbelbestemmingen zijn beschermd via een aanlegvergunningstelsel. Het betreft de volgende dubbelbstemmingen:
Hoofdstuk 3 Algemene regels
In dit hoofdstuk zijn bepalingen openomen die voor het gehele bestemmingsplan gelden. De anti-dubbeltelbepaling (Artikel 10) ziet erop toe dat gronden die eenmaal zijn meegenomen bij het afgeven van een bouwvergunning, niet nog eens kan worden gebruikt voor de beoordeling van een latere bouwvergunning. Deze bepaling is overgenomen uit het Besluit ruimtelijke ordening.
In de algemene bouwregels (Artikel 11) is aangegeven dat bij het oprichten van woningen de voorkeursgrenswaarde van 48 dB niet mag worden overschreden, tenzij een ontheffing aanwezig is; deze dient te zijn afgegeven voor de vaststelling van dit bestemmingsplan.
In de algemene gebruiksregels (Artikel 12) wordt een aantal vormen van gebruik opgesomd die worden geacht in strijd met het bestemmingsplan te zijn. Hiertegen kan handhavend worden opgetreden door de gemeente.
In de algemene ontheffingsregels (Artikel 13) is een aantal ontheffingen opgenomen die voor alle bestemmingen gelden. Het gaat daarbij om de gebruikelijke
vrijstelling
ontheffing van 10% , het bouwen van kleine bouwwerken, het afwijken van de bestemmingsgrens en het bouwen van antenne-installaties/-masten. Dit steeds onder voorwaarden.
In de algemene procedureregels (Artikel 14) is aangegeven dat voor toepassen van een ontheffing de procedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht moet worden doorlopen.
In de overige regels (Artikel 15) zijn ten slotte de voorrangsregels voor dubbelbestemmingen uiteen gezet. Dubbelbestemmingen hebben het primaat boven gewone (enkelvoudige) bestemmingen. Voorts is aangegeven dat bij het samenvallen van de dubbelbestemmingen, de bestemming waarde - archeologie voorgaat.
Hoofdstuk 4
In dit hoofdstuk staan het overgangsrecht (Artikel 16) en de slotregel (Artikel 17) vermeld. Het overgangsrecht is overgenomen uit het Besluit ruimtelijke ordening. Voor het bestaande atelier is daarbij voorzien in een persoonsgebonden overgangsrecht.
In de slotbepaling is de naam van het plan aangehaald.