direct naar inhoud van Artikel 5 Sport
Plan: Zuidelijke Omlegging
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0762.BP201013-CO02

Artikel 5 Sport

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Sport aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. sport- en recreatieve doeleinden met daarbij behorende voorzieningen zoals kleedlokalen, club- en verenigingsgebouwen alsmede beregenings- en lichtinstallaties;
  • b. wegen, paden en parkeervoorzieningen;
  • c. waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen;

met de daarbij behorende:

  • d. bouwwerken.

5.2 Bouwregels
5.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. Gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding bouwvlak.
  • b. Het op de verbeelding aangeduide bebouwingspercentage van het bouwvlak mag niet worden overschreden.
  • c. De goothoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan op de verbeelding is aangegeven.
  • d. De bouwhoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan op de verbeelding is aangegeven.
  • e. De helling van het dak van een gebouw, welke is gelegen boven de toegestane goothoogte, mag niet meer bedragen dan 60 graden.
  • f. In afwijking van het bepaalde onder a t/m e geldt voor gebouwen voor beregenings- en lichtinstallaties dat deze buiten het bouwvlak mogen worden opgericht waarbij geldt dat de maximale bouwhoogte niet meer dan 2 meter mag bedragen en de oppervlakte niet meer dan 6 m2 mag bedragen.
  • g. Bestaande situaties die afwijken van bovenstaande bouwregels voor gebouwen mogen bij herbouw worden gehandhaafd.

5.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. Bouwwwerken, geen gebouwen zijnde mogen binnen het gehele bestemmingsvlak worden gebouwd.
  • b. De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag, met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen, ballenvanghekken, lichtmasten, vlaggenmasten, reclameborden en de antenne-installatie/antenne-mast niet meer dan 4 meter bedragen.
  • c. De hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2,5 meter bedragen.
  • d. De hoogte van ballenvanghekken mag niet meer dan 7,5 meter bedragen.
  • e. De hoogte van lichtmasten mag niet meer dan 18 meter bedragen.
  • f. De hoogte van vlaggenmasten mag niet meer dan 12 meter bedragen.
  • g. De hoogte van reclameborden direct langs de sportvelden mag niet meer dan 1, 25 meter bedragen.
  • h. De hoogte van reclameborden anders dan bedoeld onder g mag niet meer dan 3,0 meter bedragen.

5.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gebouwen voor permanente of tijdelijke bewoning.