direct naar inhoud van Bijlage 2 Beleidskader
Plan: Slabbecoornpolder-Welgelegen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0716.BPwelgelegenTH-VG01

Bijlage 2 Beleidskader

2.1 Rijksbeleid
2.1.1 Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR)

De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte vervangt verschillende bestaande nota's zoals de Nota Ruimte, Nota Mobiliteit, agenda Landschap, agenda Vitaal, Platteland en Pieken in de Delta. Met de Structuurvisie zet het Rijk het roer om in het nationale ruimtelijke beleid. Het Rijk kiest voor een selectievere inzet van rijksbeleid op slechts 13 nationale belangen. Een aantal van deze belangen is:

  • een excellente ruimtelijk-economische structuur van Nederland door een aantrekkelijk vestigingsklimaat in en goede internationale bereikbaarheid van de stedelijke regio's met een concentratie van topsectoren;
  • ruimte voor het hoofdnetwerk voor vervoer van (gevaarlijke) stoffen via buisleidingen;
  • efficiënt gebruik van de ondergrond;
  • verbeteren van de milieukwaliteit (lucht, bodem, water) en bescherming tegen geluidsoverlast externe veiligheidsrisico's;
  • ruimte voor waterveiligheid, een duurzame zoetwatervoorziening en klimaatbestendige stedelijke (her)ontwikkeling;
  • ruimte voor behoud en versterking van (inter)nationale unieke cultuurhistorische en natuurlijke kwaliteiten;
  • zorgvuldige afwegingen en transparante besluitvorming bij alle ruimtelijke plannen.

Voor deze belangen is het Rijk verantwoordelijk en wil het resultaten boeken. Uitwerking vindt veelal plaats in wetgeving zoals Waterwet, Deltawet en de toekomstige Omgevingswet.

Toetsing

Vraag en aanbod van woningen, bedrijventerreinen en kantoren zijn niet overal in evenwicht (kwantitatief en kwalitatief). De ambitie is dat in 2040 de woon- en werklocaties in steden en dorpen aansluiten op de (kwalitatieve) vraag en dat locaties voor transformatie en herstructurering zoveel mogelijk worden benut (zie ook de SER-ladder).

Conclusie

De actualisering van het bestemmingsplan Slabbecoornpolder-Welgelegen past binnen het algemene beleidskader. De structuurvisie biedt ruime perspectieven voor de actualisering van het bestemmingsplan en het handhaven van ontwikkelingsruimte. De visie vormt geen belemmering voor het bestemmingsplan.

2.1.2 AMvB Ruimte en SER-ladder

AMvB Ruimte

In het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (AMvB Ruimte) stelt het Rijk een aantal regels voor met betrekking tot de inhoud van bestemmingsplannen, onder andere ten aanzien van de vestiging van bedrijven en de (her)ontwikkeling van bedrijventerreinen.

Duurzaamheidsladder (SER-ladder)

Belangrijk uitgangspunt van de AMvB Ruimte is de toepassing van de zogenaamde duurzaamheidsladder. Het gaat om de voorkeursvolgorde van het (her)ontwikkelingen van bedrijventerreinen zoals die door de Sociaal Economische Raad (SER) werd gehanteerd.

Via de duurzaamheidsladder stimuleert het Rijk de herstructurering van oude bedrijventerreinen om de aanleg van nieuwe terreinen te verminderen. Hierbij speelt het bevorderen van een zorgvuldig(er) ruimtegebruik een belangrijke rol. Daarbij worden drie sporen gevolgd.

  • Voorkomen dat bedrijven wegtrekken omdat het terrein niet meer representatief is. Uit onderzoek blijkt dat de uitstraling van het terrein in de top 3 van verhuismotieven staat. De openbare ruimte dient representatief te zijn en voorkomen dient te worden dat er ongewenste functies op bedrijventerreinen voorkomen.
  • De gemeenten bemiddelen actief bij herinvulling bestaande bedrijfsgebouwen. Zij wijzen ondernemers met een ruimtebehoefte op daarvoor geschikte leegstaande bedrijfsgebouwen. Bij incourante panden en percelen is invulling vaak moeilijk. Waar mogelijk kopen gemeenten extensief gebruikte kavels op en geven deze (eventueel na sanering) opnieuw uit.
  • Begeleiding van bedrijven. Een belangrijk deel van de ruimtevraag in een gemeente wordt veroorzaakt door de reeds gevestigde bedrijven die meer ruimte nodig hebben als gevolg van groei in de productie of veranderde bedrijfsactiviteiten. Als een ondernemer zich meldt met een verzoek om uitbreidingsruimte wordt een inventarisatie gemaakt van de ruimtebehoefte in drie stappen.
    • 1. welke intensiveringmogelijkheden zijn er op de huidige, bestaande, locatie?
    • 2. is elders een bedrijfspand te koop dat geschikt is? Dit vereist afstemming met de buurgemeenten;
    • 3. indien stap 1 en 2 geen resultaten opleveren: is er een perceel beschikbaar voor nieuwbouw?

Toetsing en conclusie

De actualisering van het bestemmingsplan Slabbecoornpolder-Welgelegen geeft invulling aan het landelijk beleidskader.

  • Het bedrijventerrein Slabbecoornpolder en Welgelegen I dateren uit de zeventiger en negentiger jaren van de vorige eeuw. Er is (nog) geen noodzaak tot herstructurering. De gemeente heeft bij de opzet van de terreinen rekening gehouden met een brede invulling met bedrijvigheid en een ruime flexibiliteit ten aanzien van de bestemmingslegging. De maximale milieucategorie is afgestemd op de omgeving.
  • De gemeente bestendigd in het voorliggende bestemmingsplan Slabbecoornpolder-Welgelegen het geldende juridisch-planologisch regime.
  • Voor Bedrijventerrein Welgelegen (3e fase) geldt dat er nog een aantal kavels beschikbaar zijn voor de vestiging van nieuwe bedrijven. Deze ontwikkelingsruimte blijft bij de voorgenomen actualisering behouden.
  • De bedrijventerreinen zijn opgenomen in het bedrijventerreinenprogramma. Hierin zijn vestigingsmogelijkheden voor bedrijven afgewogen. De bestaande uitbreidingsruimte aan de noordzijde van Welgelegen II is opnieuw bevestigd in het voorliggende plan.

De gerealiseerde bedrijventerreinen en de opzet van het nieuwe bestemmingsplan sluiten aan op de AMvB Ruimte en de SER-ladder.

2.1.3 Besluit Algemene regels ruimtelijke ordening (Barro)

In het Barro zijn regels opgenomen met betrekking tot de bestemming van primaire waterkeringen en de beschermingszones. Deze regels zijn in overeenstemming met het Barro in het voorliggende bestemmingsplan verwerkt. Voor het overige zijn in het Barro geen regels geformuleerd die van belang zijn voor het bestemmingsplan.

2.2 Provinciaal beleid
2.2.1 Omgevingsplan Zeeland 2012-2018

Analyse

Voor een krachtig Zeeland zijn economische groei, ontwikkeling en innovatie nodig. De provincie Zeeland draagt daar als regionaal bestuur met eigen taken en verantwoordelijkheden actief aan bij. De provincie zet in op een sterke economie, een goed woon- en werkklimaat en kwaliteit van water en landelijk gebied. In het Omgevingsplan 2012-2018 beschrijft de provincie wat zij de komende jaren zal doen om Zeeland op deze punten vooruit te helpen.

De provincie wil de kernkwaliteiten van Zeeland verder benutten, (h)erkennen en versterken. Het karakter van verschillende delen van Zeeland, met sterke, beeldbepalende economische sectoren en eigenheid van de omgeving, is daarvoor de basis. De provincie onderscheid drie deelgebieden:

  • Produceren op Land aan Zee;
  • Beleven van Land en Zee;
  • Bloeien op Land en in Zee.

Relevantie voor het plangebied

Tholen maakt onderdeel uit van het deelgebied 'Bloeien op Land en in Zee'. Op Tholen staan de kernbegrippen rust, ruimte, duurzaam en samenleven met Brabant centraal.

Ten aanzien van bedrijventerreinen gelden de volgende beleidsuitgangspunten.

Doelstelling en inzet provincie

Voor de steden en regio's is het kunnen aanbieden van voldoende aanbod van kwalitatief hoogwaardige bedrijventerreinen van groot belang. De provincie Zeeland bevordert optimale afstemming van vraag en aanbod van bedrijventerreinen, herstructurering van bestaande terreinen, zorgvuldig ruimtegebruik, landschappelijke inpassing en goede bereikbaarheid. Hiervoor wordt de duurzaamheidsladder gehanteerd.

Regionale samenwerking

Omdat de bedrijventerreinenmarkt regionaal georiënteerd is, werken gemeenten in regionaal verband samen en stemmen zij hun bedrijventerreinbeleid af in bedrijventerreinprogramma's. Omwille van een zorgvuldige planning verlangt de provincie een consequente toepassing van de duurzaamheidsladder.

Concentratie en bundeling van bedrijven

Het is zowel ruimtelijk als economisch van belang dat bedrijvigheid geconcentreerd en gebundeld wordt ontwikkeld. Bedrijvigheid wordt daarom zoveel mogelijk geclusterd op bedrijventerreinen, met de nadruk op ontwikkeling van de grootschalige terreinen (80% van de toename van het areaal per regio vindt hier plaats). Slabbecoornpolder- Welgelegen is aangemerkt als een grootschalig bedrijventerrein.

Om infra-investeringen optimaal te kunnen benutten en overlast te voorkomen moet worden aangesloten bij het kwaliteitsnetwerk goederenvervoer.

Kwaliteitsimpuls voor bedrijventerreinen

Om de kwaliteit van bedrijventerreinen zo goed mogelijk aan te laten sluiten bij wensen en kansen uit de markt is aandacht voor beheer, bereikbaarheid, marktconforme grondprijzen en de aanpak van verouderde terreinen nodig. De provincie dringt er bij gemeenten op aan om duurzaam beheer en onderhoud bij nieuwe terreinen te borgen en ondersteunt herstructurering en transformatie van verouderde terreinen.

De provincie formuleerde de volgende voor het plangebied Slabbecoornpolder-Welgelegen relevante actiepunten:

  • actie 1 – Regionale planning en afstemming;
  • actie 2 – Kwaliteitsverbetering bedrijventerreinen;
  • actie 3 – Uitwerking regionaal kwaliteitsnet goederenvervoer in relatie tot bedrijventerreinen;
  • actie 5 – Grootschalige zelfstandige kantoren concentreren in de Z4-steden Goes Middelburg, Vlissingen en Terneuzen.

Deze actiepunten zijn verder uitgewerkt in het volgende schema:

Goed naleefgedrag bedrijven   Bedrijven houden zich beter aan de milieuregels, waardoor het aantal geconstateerde overtredingen in 2018 is afgenomen ten opzichte van 2012. Alle handhavingspartners voldoen in de hele periode aan de wettelijke kwaliteitscriteria.  
Meer bedrijven ondernemen maatschappelijk verantwoord   Bedrijven houden zich beter aan de milieuregels, waardoor het aantal geconstateerde overtredingen in 2018 is afgenomen ten opzichte van 2012. In 2018 zijn minimaal 1.000 bedrijven actief met MVO aan de slag.  
Professionele vergunningverlening en handhaving   Alle handhavingspartners voldoen in de hele periode aan de wettelijke kwaliteitscriteria.  
Voldoende planologische ruimtehavens en bedrijven   Alle gemeenten zorgen voor zorgvuldig ruimtegebruik door toepassing van de duurzaamheidsladder vanaf 2013 in bestemmingsplannen.
Alle regio's baseren hun planning vanaf 2013 op een actueel en realistisch bedrijventerreinprogramma.
Er is voldoende kwantitatief en kwalitatief aanbod aan bedrijventerrein in alle regio's.
In 2018 is ten minste 100 ha bedrijventerrein in herstructurering genomen.  
Verbetering kwaliteiten concentratie   Er is voldoende kwantitatief en kwalitatief aanbod aan bedrijventerrein in alle regio's. In 2018 is ten minste 100 ha bedrijventerrein in herstructurering genomen.
Ten minste 80% van nieuwe oppervlakte aan bedrijventerrein wordt gerealiseerd op grootschalige bedrijventerreinen.  

Toetsing en conclusie

Er is sprake van een actualisering. In de bestemmingslegging zijn de geldende planologische rechten overgenomen. Voor zover geen strijdigheid daarmee is, zijn tevens de uitgangspunten van het nieuwe Omgevingsplan geïmplementeerd.

2.2.2 Verordening Ruimte Provincie Zeeland (2012)

Algemeen

Van belang is dat sprake is van een actualisering. Er wordt geen nieuw bedrijventerreinareaal aangelegd. Uitgangspunt van de verordening is dat bestaande juridisch-planologische rechten worden gerespecteerd.

Toetsing

Slechts een select aantal onderdelen uit het Omgevingsplan is geregeld in de verordening. Van gemeenten wordt een loyale bijdrage verwacht aan de uitvoering van de beleidsdoelen van het plan, ook ten aanzien van die onderdelen van het plan die niet in de verordening zijn opgenomen. Verder streeft de provincie naar realisering van beleidsdoelen met de inzet van andere instrumenten. Daartoe wordt verwezen naar de inhoud van het Omgevingsplan.

Navolgend zijn een aantal uitsneden van verordeningskaarten opgenomen. Het bestemmingsplan Slabbecoornpolder-Welgelegen beoogt met name conserveren van het bestaande.

Het plangebied Slabbecoornpolder-Welgelegen is niet aangeduid als:

  • gebied voor detailhandelsvoorzieningen;
  • glastuinbouwconcentratiegebied;
  • waterkering (regionaal);
  • agrarisch gebied van ecologische betekenis;
  • nieuwe natuur.

Het gebied is wel aangeduid als:

  • grootschalig bedrijventerrein;
  • bestaande natuur (deels);
  • landschap en erfgoed (deels).

afbeelding "i_NL.IMRO.0716.BPwelgelegenTH-VG01_0013.jpg"   afbeelding "i_NL.IMRO.0716.BPwelgelegenTH-VG01_0014.jpg"   afbeelding "i_NL.IMRO.0716.BPwelgelegenTH-VG01_0015.jpg"  
grootschalig bedrijventerrein   bestaande natuur   landschap en erfgoed  

Relevant zijn de artikelen:

Bedrijven en detailhandelsvoorzieningen (artikel 2.2)

  • In een bestemmingsplan worden bedrijven uitsluitend toegelaten op gronden die op het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening daartoe zijn bestemd alsmede op bedrijventerreinen. Slabbecoornpolder-Welgelegen voldoet als grootschalig terrein aan dit criterium.
  • Vooralsnog is geen sprake van uitbreiding of afronding. Een uitgebreide verantwoording, zoals bedoeld in lid 3 onder a en b is derhalve niet aan de orde.
  • In het bestemmingsplan zijn nieuwe grootschalige zelfstandige kantoren op basis van het 6e lid niet toegestaan. Overigens zijn deze ook in de huidige regeling niet toegestaan.
  • Op basis van lid 8 en 9 is detailhandel primair toegestaan in bestaande kernwinkelgebieden. Detailhandel in volumineuze en gevaarlijke goederen is daarvan uitgesloten. In een bestemmingsplan kunnen nieuwe detailhandelsvoorzieningen in doelgerichte, laagfrequente aankopen en nieuwe grootschalige detailhandelsvoorzieningen, behoudens vestiging in bestaande kernwinkelgebieden, tevens worden toegelaten binnen de bestaande en als zodanig op kaart 2, behorende bij deze verordening, aangegeven locaties (Slabbecoornpolder-Welgelegen heeft geen dergelijke aanduiding). Dit betekent dat de vigerende rechten ten aanzien van detailhandel in volumineuze goederen kunnen worden voortgezet. Eventueel kan, indien voor Tholen in Poortvliet Noord geen ruimte meer beschikbaar is, elders vestiging worden toegelaten.

Bestaande natuur (artikel 2.12)

De Oud Vossemeersedijk, de Nieuwe Postweg (gedeeltelijk) en een binnendijk zijn aangewezen als bestaande natuur.

  • Blijkens lid 1 dienen de als bestaande natuur aangewezen gronden als Natuur, Bos of Beschermde en/of waardevolle dijk te worden bestemd. Overeenkomstig deze regels is gekozen voor een dubbelbestemming Waarde - Beschermde dijk.
  • Overeenkomstig het 2e lid mag het bestaand gebruik worden voortgezet (geregeld met de bestemmingen Groen en Verkeer).
  • Lid 3 is niet aan de orde.
  • De wezenlijke waarden (lid 4 en verder) worden met de dubbelbestemming gewaarborgd.

Landschap en erfgoed (artikel 2.17)

De Oud Vossemeersedijk, de Nieuwe Postweg (gedeeltelijk) en een binnendijk zijn aangewezen als bestaande natuur.

  • Overeenkomstig het 1e lid zijn in het bestemmingsplan in de toelichting de cultuurhistorische waarden beschreven.
  • Op basis van het 2e lid zijn de benoemde dijken voorzien van een dubbelbestemming Waarde - Beschermde dijk.
  • De leden 3 tot en met 5 zijn niet aan de orde, vanwege het ontbreken van een windmolen in en in de nabije omgeving van het plangebied.

Conclusie

De verordening is toegepast. In de toelichting en de bijlagen is een beschrijving opgenomen. Indien noodzakelijk is in de regels een vertaling gemaakt (Waarde - Beschermde dijk).

2.2.3 Waarborgingsbeleid wegen

Rond bepaalde wegen geldt een waarborgingsbeleid om de verkeersplanologische functies van wegen voor de toekomst veilig te stellen. Ontwikkelingen binnen de waarborgzones mogen géén afbreuk doen aan de verkeersplanologische functie van de weg. Nieuwe onomkeerbare veranderingen of (planologische) ontwikkelingen direct langs de weg en in strijd met de verkeersplanologische functie, dienen geweerd te worden. Niet-agrarische ontwikkelingen als woningbouw, intensieve recreatie, infrastructuur (niet zijnde weginfrastructuur) en bedrijvigheid dienen nadrukkelijk uitgesloten te worden, evenals nieuwvestiging van agrarische bedrijven. De breedte van de waarborgingszone bedraagt afhankelijk van de functie van de weg 20 of 40 m uit de as van de weg. Aangezien in het voorliggend bestemmingsplan géén nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen (uitbreidingen) mogelijk worden gemaakt, én het waarborgingsbeleid is geregeld in de Wegenverordening Zeeland, behoeft het provinciale waarborgingsbeleid niet ook nog eens in het bestemmingsplan te worden opgenomen. Hiermee wordt bovendien stapeling van wetgeving voorkomen.

2.3 Gemeentelijk beleid
2.3.1 Toekomstvisie bestemming Tholen (2003)

Analyse

Op 24 april 2003 is de toekomstvisie 'bestemming Tholen' vastgesteld door de gemeenteraad. Deze publicatie bevat de toekomstvisie voor de gemeente Tholen tot 2025.

Relevant voor het plangebied Slabbecoornpolder-Welgelegen zijn de aspecten:

  • detailhandel;
  • bedrijven;
  • dienstverlening.

Detailhandel

De gemeente streeft ernaar om de bestaande detailhandelsvoorzieningen te behouden en in de ontwikkelingskernen de detailhandelsstructuur te versterken. Nieuwvestiging van winkels met een bovenlokaal niveau vindt bij voorkeur in de ontwikkelingskernen plaats. Door het winkelaanbod in deze kernen te versterken, wordt een positief effect voor de koopkrachtbinding van de gehele kern beoogd. Door een compleet en geconcentreerd winkelaanbod te bieden, wordt een verbetering van de concurrentiepositie nagestreefd.

Bedrijven

Zolang bestaande bedrijven in de kernen zich qua maat, schaal, uitstraling en milieubelasting voegen naar de woonfunctie, dat wil zeggen geen hinder veroorzaken, kan de bedrijfsvoering in de woonomgeving worden voortgezet en draagt deze bij aan de levendigheid van de kern. Als een bedrijf niet langer in de woonomgeving past dan wordt verplaatsing naar een bedrijventerrein voorgestaan.

Dienstverlening

Tholen-stad is de meest geëigende vestigingsplaats voor zakelijke dienstverlening. Kenmerkend voor zakelijke dienstverlening is dat zij hechten aan een sterk representatieve omgeving.

Toetsing en conclusie

In het bestemmingsplan Slabbecoornpolder-Welgelegen is invulling gegeven aan het beleidskader, zoals verwoord in de Toekomstvisie. De bedrijventerreinen Slabbecoornpolder en Welgelegen I en II zijn primair aangeduid als bedrijventerrein. Tevens is op locaties met aanduidingen detailhandel in volumineuze goederen mogelijk, overeenkomstig het geldend planologisch regime.

2.3.2 Nota Economische Bedrijvigheid en werkgelegenheid

Analyse

Als uitwerking van Bestemming Tholen is 9 december 2004 de nota Economische Bedrijvigheid en werkgelegenheid opgesteld. Voorafgaand aan het opstellen van de nota, is door onderzoeksbureau ETIN Adviseurs uit Tilburg onderzoek verricht naar enerzijds de arbeidsmarkt en anderzijds het vestigingsklimaat door middel van enquêtes. De hieruit voortgekomen gegevens zijn verwerkt in een SWOT-analyse, die is vertaald in beleid.

De volgende actiepunten zijn geformuleerd.

  • Algemeen
    • 1. een proactieve rol van de gemeente;
    • 2. oprichting Sociaal Economisch Platform Tholen;
    • 3. profileren één loket en bedrijfscontactfunctionaris (intern en extern);
    • 4. bevorderen aanleg A4;
    • 5. samenwerking bedrijven (parkmanagement);
    • 6. uitwerken van Work First.
  • Industrie
    • 1. opstellen en actualiseren bestemmingsplan;
    • 2. saneren en uitbreiden terreinen; Slabbecoornpolder-Welgelegen is daarbij niet specifiek genoemd, maar kan als regionaal bedrijventerrein wel dienen als opvang voor bedrijven uit Tholen Noord;
    • 3. hanteren uitgiftecriteria.
  • Detailhandel
    • 1. Grootschalige detailhandel op Welgelegen II.

Toetsing en conclusie

De actualisering van het bestemmingsplan Slabbecoornpolder-Welgelegen komt onder andere voort uit dit beleid. Aandacht daarbij is voor zowel de geldende regeling als de gevraagde flexibiliteit door ondernemers voor de langere termijn.

2.3.3 Bedrijventerreinprogramma gemeente Tholen (2007)

Analyse

In het bedrijventerreinenprogramma Tholen vindt vertaling plaats van de planningsopgave voor bedrijventerreinen voor de gemeente Tholen uit het Omgevingsplan.

Kwantitatieve opgave

Het uitgeven van bedrijventerreinen voor hoogwaardige bedrijven met een hoge arbeidsintensiteit blijft het belangrijkste speerpunt van de gemeente. Door herstructurering en eventueel andere invulling, die aansluit bij de behoeftes van het bedrijfsleven, wordt de kwaliteit van de locatie verbeterd. Daarnaast is het de bedoeling om bij elke kern voor de lokale bedrijvigheid nieuwe vestigingsmogelijkheden te bieden.

Op grond van het Omgevingsplan Zeeland 2006-2012 (inmiddels vervangen door beleid 2012-2018) bedraagt de totale vraag aan bedrijventerrein voor de gemeente Schouwen-Duiveland en Tholen in de periode 2005-2012 circa 19 ha. De vraag naar nieuw bedrijventerrein in Tholen in genoemde periode bedraagt 9,5 ha. Dit resulteert in een gemiddelde jaarlijkse vraag van circa 1,4 ha.

Bovenop deze vraag komt de vraag naar nieuw bedrijventerrein als gevolg van bedrijfsverplaatsing (Tholen Noord). In dit verband wordt rekening gehouden met nog eens 3,6 ha.

In het bedrijventerreinenprogramma Tholen wordt het grootste deel van deze uitbreiding geconcentreerd bij de hoofdkern Tholen. Het betreft de uitbreiding van het (regionale) terrein Welgelegen II.

Naast het realiseren van voldoende terreinen, is het van belang dat de kwaliteit van de terreinen op verschillende aspecten wordt gewaarborgd.

Segmentering / typologie

Het is van belang dat te ontwikkelen bedrijventerreinen zo goed mogelijk aansluiten bij de vraag van de bedrijven. Daartoe worden de terreinen zoveel mogelijk gesegmenteerd op verschijningsvorm en naar bedrijfsomvang.

Voor het bedrijventerrein Slabbecoornpolder-Welgelegen geldt een bedrijventerreinprofiel zoals omschreven in paragraaf 1.4.2 

Zorgvuldig ruimtegebruik

De gemeente Tholen streeft naar een zorgvuldig gebruik van de ruimte. Het ambitieniveau voor intensief ruimtegebruik kan hoger zijn op hoogwaardige bedrijventerreinen, dan op bedrijventerreinen met een zwaar karakter.

Ingezet wordt op:

  • het toepassen van ruimtebesparende verkaveling;
  • het realiseren van centrale voorzieningen;
  • het schakelen van bedrijfsruimten;
  • duidelijke richtlijnen voor de uitgifte van bedrijfsgrond.

Naar het streven van een zorgvuldig ruimtegebruik zet Tholen in om per bedrijfsruimtegebruiker te zoeken naar een manier om ruimtewinst op het terrein op een marktconforme manier te realiseren. Daarbij zet de gemeente in op kavelniveau door maatregelen te nemen zonder de normale bedrijfsvoering te belemmeren. Dit vindt met name in de aanloop naar vestiging plaats en wordt niet specifiek geregeld in bestemmingsplannen.

Herstructureren van verouderde bedrijventerreinen en uitvoeren samenhangend bedrijventerreinenbeleid

Ingezet wordt om verouderde bedrijventerreinen te herstructureren of te transformeren, met behoud dan wel compensatie van bedrijfsruimte, voordat over wordt gegaan tot de aanleg van nieuw terrein.

Aansluitend streeft de gemeente naar een zo zorgvuldig mogelijke afstemming van de ontwikkeling van nieuwe bedrijventerreinen op de herstructureringsopgave. De verdere uitbreiding van het bedrijvengebied Slabbecoornpolder-Welgelegen is mede ingegeven vanuit de herstructureringsopgave van bedrijventerrein Noord.

Parkmanagement en beheer

Daar waar mogelijk streeft de gemeente Tholen naar het instellen van parkmanagement op de bedrijventerreinen.

Landschappelijke inpassing en kwaliteit

Een goede landschappelijke inpassing van bedrijventerreinen is belangrijk. De insteek is om in te zetten op:

  • landschappelijke waarden die een sterk zichtbaar karakter hebben en meerwaarde kunnen genereren voor bedrijfsruimtegebruikers;
  • ingrepen die relatief weinig kosten met zich meebrengen en tegelijk een hoge meerwaarde kunnen hebben voor de flora en fauna.

Toetsing en conclusie

In de ruimtelijk structurele opzet die voor het totale bedrijvengebied Slabbecoornpolder-Welgelegen in 2003 is vervaardigd, is hier van uitgegaan. Deze is ook vertaald in het voorliggende plan Slabbecoornpolder-Welgelegen. De termijn van deze bedrijventerreinprogrammering is verstreken. Verwacht wordt dat een nieuwe bedrijfsprogrammering - mede gelet op het consoliderende karakter van dit voorliggende bestemmingsplan - geen significante effecten zal hebben.

2.3.4 Beleidsnota Bedrijventerreinen Gemeente Tholen

In de onlangs vastgestelde beleidsnota Bedrijventerreinen van de gemeente Tholen is het bedrijventerreinen Slabbecoornpolder-Welgelegen aangewezen als een terrein waar nog dynamiek in de schil kan plaatsvinden. Er zijn uitbreidingsmogelijkheden voor bestaande bedrijven en er is ruimte voor bedrijven uit de regio die aanvullend zijn qua werkgelegenheid voor zowel laag- als hoogopgeleiden. Aandachtspunt bij eventuele uitbreiding van het bedrijventerrein is de inpassing in het landschap. Het opgestarte project 'vergroening bedrijventerreinen' pakt deze problematiek aan.

Ter plaatse van de zichtlocatie van Welgelegen kan een bredere, gemengde bestemming (in de vorm van kantoren, fitness, indoorsport, etc) worden opgenomen, omdat dit prima past binnen de uitstraling van deze zone.

2.3.5 Besluit kleine windturbines (2005)

Analyse

Bij besluit van het college van burgemeester en wethouders op 11 januari 2005 is besloten in bepaalde gebieden binnen de gemeente Tholen kleine windturbines toe te staan. Het gaat om de plaatsing van kleine windturbines op bedrijventerreinen (en op agrarische bouwvlakken in zone I van het landelijk gebied). Per initiatiefnemer/bedrijf is één windturbine mogelijk. Plaatsing van een windturbine op een bedrijventerrein dient plaats te vinden op het gedeelte dat reeds bebouwing toestaat of op het gebouw zelf, mits de tiphoogte van 15 m niet wordt overschreden.

Door verruiming van het provinciale beleid (Omgevingsplan en VRPZ: toelaatbare tiphoogte verruimd van 15 naar 20 m) kan ook in Tholen de toelaatbare hoogte verruimd worden naar 20 m tiphoogte (vergelijkbaar met 17 m ashoogte).

Toetsing en conclusie

In de regels is binnen de bestemming Bedrijventerrein toepassing gegeven aan het verruimde provinciaal beleid. Kleine windturbines zijn direct mogelijk gemaakt tot een ashoogte van 17 m.

2.3.6 Groenbeleid

Groenvisie (2004) en Groenstructuurplannen (2005)

De gemeente Tholen heeft in 2004 de groenvisie vastgesteld. De groenvisie is vervolgens in 2005 uitgewerkt in een groenstructuurplan per kern.

De groenstructuurplannen geven het belang van het groen aan. Er is omschreven hoe de gemeente omgaat met het groen, hoe het groen ingericht wordt en hoe het groen wordt beheerd. Het is een plan voor de komende 10 jaar. Er staat verwoord hoe de waarden die openbaar groen heeft kan worden vergroot en wat daarvoor nodig is.

In de Groenstructuurplannen worden voor elke kern de projecten genoemd die uitgevoerd zullen worden om op termijn de gewenste kwaliteit te krijgen.

Toetsing en conclusie

De relevante groenstructuren zijn voorzien van een bestemming Groen. Tevens zijn landschappelijk waardevolle lijnen, zoals aangeduid door de provincie, bestemd met een dubbelbestemming Waarde - Beschermde dijk.

2.3.7 Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan Tholen 2009 - 2018 (2008)

Analyse

In het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan Tholen 2009 - 2018 (GVVP) wordt het beleid op het gebied van verkeer en vervoer in de gemeente Tholen aangegeven voor de komende 10 jaren. De hoofddoelstelling van het GVVP luidt: Het creëren van een doelmatig, veilig en duurzaam verkeers- en vervoerssysteem waarvan de kwaliteit voor de individuele gebruiker in een goede verhouding staat tot de kwaliteit voor de samenleving als geheel. De verkeershinder voor de omgeving dient hierbij tot een minimum te worden beperkt.

De in het GVVP beschreven parkeernormen voor de gemeente Tholen zijn van toepassing op alle (nieuwe) ruimtelijke plannen en projecten. Daarnaast is in het GVVP een breed maatregelenpakket opgenomen om de knelpunten omtrent de verkeersveiligheid in de gemeente Tholen aan te pakken.

Toetsing en conclusie

Voor nieuwe ontwikkelingen is in de regels vastgelegd dat parkeren op eigen terrein dient te worden gewaarborgd.

2.3.8 Waterplan Tholen 2010-2012 (2010)

Analyse

In het Waterplan Tholen 2010-2012 brengt de gemeente Tholen in samenwerking met het Waterschap Scheldestromen in beeld welke keuzes zijn gemaakt op het gebied van water en wat er wordt gedaan om ook in de toekomst te kunnen rekenen op een duurzaam, veilig en gezond watersysteem.

De gemeente streeft drie doelen na: 

  • het realiseren van een duurzaam en veerkrachtig watersysteem;
  • een goede afstemming tussen oppervlaktewater, grondwater en de (afval)waterketen;
  • een effectieve organisatie van het waterbeheer binnen de gemeente en in afstemming met de waterpartners.

De gemeente Tholen heeft in het waterplan de volgende ambitie uitgesproken: 'Het uiterlijk in 2015 realiseren van een aantrekkelijke en veilige woonomgeving met een grote belevingswaarde, waarvan water een belangrijk deel uitmaakt. Het waterpeil varieert daarbij niet te sterk, het water is helder en schoon, er ligt niet teveel slib op de bodem en de overgang van water naar oever is geleidelijk. In het watersysteem komt een gevarieerde levensgemeenschap voor. Overtollig water wordt in of buiten de woonwijk opgevangen voor zover dat mogelijk is middels een goede afvoer en zonder overlast. Daar waar mogelijk en gewenst wordt het water gebruikt voor recreatie, waarvoor goede voorzieningen aanwezig zijn.'

Toetsing en conclusie

Het bestemmingsplan Slabbecoornpolder-Welgelegen staat de uitvoering van het waterplan niet in de weg; binnen de diverse bestemmingen zijn water en waterhuishoudkundige voorzieningen mogelijk.

2.3.9 Bodembeleidsplan (2007) en Nota Bodembeheer (2012)

Analyse

Het Bodembeleidsplan bevat de hoofdlijnen van het gemeentelijk beleid ten aanzien:

  • bouwen op verontreinigde grond;
  • sanering van ondergrondse tanks;
  • de bodemtoets in het kader van de ruimtelijke ordening;
  • preventie, onderzoek en monitoring in het kader van de Wet milieubeheer;
  • hergebruik van grond en bagger; en
  • sanering van ernstig en niet ernstig verontreinigde grond.

De Nota bodembeheer geeft uitvoering aan het onderdeel hergebruik van grond- en/of baggerspecie van het Bodembeleidsplan. In de Nota is aangegeven welke vrijkomende grond in welke gebieden kan worden hergebruikt. Het doel van de Nota is het hergebruik van gebiedseigen grond te stimuleren en de (gewenste) bodemkwaliteit af te stemmen op de specifieke bodemfunctie.

Toetsing en conclusie

Er is sprake van bestaand stedelijk gebied, waarvan de bodem geschikt is voor het beoogde gebruik (bedrijventerrein). Het geldend juridisch-planologisch regime staat dat gebruik niet in de weg. Voorts geldt dat voorafgaand aan nieuwbouw (zie ook 4.3) inzage dient te worden geboden in de bodemkwaliteit. Dat is voorts het geval bij de opgenomen wijzigingsbevoegdheden (artikel 17).

2.3.10 Nota Archeologiebeleid (2011)

Analyse

In opdracht van de Vereniging Zeeuwse Gemeenten en de gemeente Tholen is archeologiebeleid geformuleerd en vastgesteld voor het gehele grondgebied van de gemeente. Doel daarvan is een verantwoorde balans tussen het belang van de archeologie en andere belangen die spelen bij ruimtelijke ontwikkelingen. Het uitgangspunt voor het nieuwe beleid is een verantwoorde invulling van de beleidsruimte die de Monumentenwet gemeenten biedt. Met dit archeologiebeleid kan de gemeente beargumenteerd afwijken van de wettelijke plicht tot archeologisch vooronderzoek bij bodemingrepen groter dan 100 m² (Monumentenwet).

Het archeologiebeleid is vastgelegd in de Nota Archeologiebeleid. Dit rapport bestaat uit twee delen.

  • In deel A (Beleidsnota gemeentelijke archeologische monumentenzorg) geeft de gemeente aan hoe zij invulling gaat geven aan haar rol van bevoegde overheid, de reikwijdte en ambities van het beleid, en de uitvoering daarvan (taken, instrumenten, actiepunten).
  • Deel B (Archeologische beleidskaart en toelichting) bestaat uit een samenhangend pakket van kaarten en een toelichting. Samen bevatten deze de noodzakelijke informatie en motivering hoe de gemeente bij besluitvorming over gebruik en inrichting van de ruimte omgaat met 'bekende en te verwachten in de grond aanwezige archeologische monumenten' (artikel 38a Monumentenwet). Daarmee is deel B de ruimtelijke uitwerking van het archeologiebeleid in het kader van een goede ruimtelijke ordening.

Toetsing en conclusie

In paragraaf 4.6 wordt inhoudelijk ingegaan op de aanwezige waarden en in paragraaf 3.2 is de vertaling naar de regeling in het voorliggende bestemmingsplan toegelicht.