direct naar inhoud van 8.2 Resultaten overlegprocedure artikel 3.1.1 Bro
Plan: Grote Bedrijventerreinen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0703.GSBTBP-va01

8.2 Resultaten overlegprocedure artikel 3.1.1 Bro

Het voorontwerpbestemmingsplan “Grootschalige Bedrijventerreinen” (nu genoemd Grote Bedrijventerreinen) is in het kader van het voorgeschreven overleg ex artikel 3.1.1, lid 1, van het Besluit ruimtelijke ordening aan de volgende instanties toegezonden:

  • 1. Provincie Zeeland
  • 2. Tennet TSO B.V.
  • 3. Ondernemersvereniging Reimerswaal
  • 4. Rijkswaterstaat Zeeland
  • 5. Waterschap Scheldestromen
  • 6. Veiligheidsregio Zeeland
  • 7. Ministerie van Defensie
  • 8. Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland
  • 9. Dow Benelux
  • 10. Gasunie
  • 11. Ministerie van EL&I
  • 12. Zebra Gasnetwerk
  • 13. Delta
  • 14. ZLTO
  • 15. ZMF
  • 16. Total

Er zijn inhoudelijke reacties op het voorontwerpbestemmingsplan ontvangen van de instanties genoemd onder 1 tot en met 8. De overige instanties (9 tot en met 16) hebben niet of niet inhoudelijk gereageerd. De betreffende overlegreacties onder 1 tot en met 8 zijn hierna samengevat en van een gemeentelijke reactie voorzien.

8.2.1 Provincie Zeeland, directie Ruimte, Milieu en Water

Samenvatting overlegreactie

  • a. Provinciaal beleid.
    In de toelichting van het bestemmingsplan wordt in hoofdstuk 2 'Beleidskader' het beleid omschreven zoals dat momenteel vast ligt in het Omgevingsplan Zeeland 2006-2012 en de Provinciaal Ruimtelijke Verordening Zeeland (PRV). Op dit moment is de provincie bezig met het opstellen van een nieuw Omgevingsplan Zeeland 2012-2018 en een nieuwe Verordening Ruimte Provincie Zeeland (VRPZ). Momenteel liggen de ontwerpplannen ter inzage. Bij het opstellen van nieuwe plannen dient de gemeente met het in voorbereiding zijnde beleid rekening te houden. Ondanks dat de provincie beseft dat het vastgestelde Omgevingsplan en de vastgestelde verordening van de ontwerpplannen kunnen afwijken, verzoekt de provincie dan ook het beleidskader te actualiseren. Onderstaande opmerkingen dienen gezien te worden in het licht van het nieuwe provinciale beleid.
  • b. Grootschalige Bedrijventerreinen.
    In het bestemmingsplan worden de bedrijventerreinen De Poort, Nishoek en Olzendepolder getypeerd als grootschalige bedrijventerreinen. In het ontwerp Omgevingsplan en de ontwerp VRPZ zijn uitsluitend de bedrijventerreinen Nishoek en Olzendepolder als zodanig aangeduid. De nadruk van het provinciale bedrijvenbeleid ligt op ontwikkeling van de grootschalige terreinen. Kleinschalige terreinen krijgen eenmalig de mogelijkheid voor een beperkte afronding, indien de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse verbetert. Teneinde begripsverwarring te voorkomen, verzoeken wij u de typering in het bestemmingsplan aan te passen.
  • c. Detailhandel.
    In de artikelen 4.7.1 en 4.7.3 van het bestemmingsplan zijn wijzigingsbevoegdheden voor het college van burgemeester en wethouders opgenomen om de vestiging van perifere detailhandelsbedrijven in volumineuze goederen en grootschalige detailhandelsbedrijven mogelijk te maken op de bedrijventerreinen Olzendepolder, Nishoek en De Poort. Aan de toepassing van deze wijzigingsbevoegdheden zijn enkele voorwaarden verbonden. Hoofdregel in het provinciale beleid bij detailhandel is bundeling en concentratie in bestaande kernwinkelgebieden. Uitzonderingen op deze hoofdregel zijn onder andere detailhandel in volumineuze en gevaarlijke goederen, detailhandel in doelgerichte, laagfrequente aankopen en nieuwe grootschalige detailhandelsvoorzieningen.
    • 1. Detailhandel in volumineuze en gevaarlijke goederen zijn op grond van provinciaal beleid toegestaan op bedrijventerreinen. Onder volumineuze goederen wordt provinciaal verstaan auto's, boten, caravans, grove bouwmaterialen en naar aard en omvang vergelijkbare goederen. De begripsbepaling in artikel 1.29 in het bestemmingsplan gaat verder en verstaat onder 'detailhandel in volumineuze goederen' tevens 'keukens, sanitair, tuincentra/tuinbenodigdheden, meubels en woninginrichting en volumineuze dierbenodigdheden'. Op grond van provinciaal beleid betreft het hier vormen van detailhandel die onder 'doelgerichte, laagfrequente aankopen' vallen en, behalve in bestaande kernwinkelgebieden, uitsluitend worden toegestaan binnen de in de ontwerp VRPZ benoemde locaties. Voor de regio De Bevelanden is het Marconigebied in Goes aangewezen. De provincie verzoekt de begripsbepaling in artikel 1.29 van het bestemmingsplan in overeenstemming met de ontwerp VRPZ aan te passen.
    • 2. Detailhandelsvoorzieningen met een vloeroppervlak van 1.500 m² of meer, de zogenaamde grootschalige detailhandel, zijn op grond van provinciaal beleid, behoudens vestiging in bestaande kernwinkelgebieden eveneens uitsluitend toegestaan in het Marconigebied in Goes. Het toestaan van grootschalige detailhandel op bedrijventerrein Olzendepolder, Nishoek en De Poort is in strijd met het provinciaal beleid. De provincie verzoekt de wijzigingsbevoegdheid in artikel 4.7.3 te schrappen.
    • 3. Naast bovengenoemd specifiek beleid geldt voor nieuwe stedelijke ontwikkelingen, de zogenaamde 'ladder voor duurzame verstedelijking'. Essentie van deze bepaling is dat bij een voorgenomen stedelijke ontwikkeling (bijvoorbeeld nieuwe bedrijventerreinen, kantoren, detailhandel) er steeds sprake moet zijn van een aantoonbare regionale behoefte en dat er een voorkeursvolgorde met betrekking tot de locatie geldt. Dit afwegingskader dient aan de voorwaarden voor toepassing van de wijzigingsbevoegdheid in artikel 4.7.1 te worden toegevoegd.
  • d. Voorzieningen voor dienstverlening, ontspanning en sport.
    • 1. In de artikel 4.7.5 van het bestemmingsplan is een wijzigingsbevoegdheid voor het college van burgemeester en wethouders opgenomen om de vestiging van voorzieningen voor dienstverlening mogelijk te maken op de bedrijventerreinen Olzendepolder, Nishoek en De Poort. Onder dienstverlening vallen op grond van de begripsbepaling in artikel 1.30 van het bestemmingsplan ook kantoren. Deze wijzigingsbevoegdheid is in strijd met het provinciale kantorenbeleid. Nieuwe grootschalige, zelfstandige kantoren zijn uitsluitend toegelaten in of direct aansluitend aan de binnenstad van Goes. In de overige kernen zijn, bij voorkeur in het centrum, alleen kleinschalige kantoorontwikkelingen met een publieksfunctie en kantoren met een lokale of regionale functie toegestaan. Wij verzoeken u de wijzigingsbevoegdheid in artikel 4.7.5., voor zover die betrekking heeft op dienstverlening te schrappen.
    • 2. Ten aanzien van de voorzieningen voor ontspanning en sport merkt de provincie op dat vestiging op bedrijventerreinen op gespannen voet lijkt te staan met de diverse beleidskaders die erop toezien dat er voldoende bedrijventerreinareaal beschikbaar is van voldoende kwaliteit en de specifieke aandacht voor zorgvuldig en duurzaam ruimtegebruik. Dergelijke voorzieningen kunnen zich naar de provinciale mening ook vestigen in of aan de rand van kernen waardoor de gronden op bedrijventerreinen optimaal benut kunnen worden voor 'reguliere' bedrijven.
    • 3. Tevens vraagt de provincie het toestaan van voorzieningen voor ontspanning en sport op een bedrijventerreinen waar tevens risicovolle bedrijven worden toegestaan te heroverwegen. De combinatie van grote groepen mensen (bijvoorbeeld tijdens evenementen) in de nabijheid van risicovolle bedrijven is ongewenst.
    • 4. Bovendien hebben dit soort voorzieningen een extra verkeersaantrekkende werking waardoor conflicten met het verkeer op het bedrijventerrein kunnen ontstaan.
  • e. Landschappelijke inpassing.
    In het provinciaal beleid wordt grote waarde gehecht aan een goede landschappelijke inpassing van bedrijventerreinen. Nieuwe ontwikkelingen dienen aan te sluiten bij het bestaande karakter van het landschap. Als algemeen uitgangspunt geldt dat nieuwe ontwikkelingen zodanig in het landschap moet worden ingebed dat het als een logisch onderdeel deel uitmaakt van het landschap. Hiervoor wordt uitgegaan van een 10 meter brede afschermende groengordel. Alternatieve maatregelen zijn mogelijk. Ook bij bestaande bedrijventerreinen hechten wij aan een goede landschappelijke inpassing. Dit komt de kwaliteit van bestaande terreinen ten goede. In het bestemmingsplan wordt op verschillende plaatsen aandacht besteedt aan de landschappelijke inpassing van de terreinen. Op de verbeelding van de verschillende terreinen is de bestemming 'Groen' opgenomen. In de toelichting op dit artikel is aangegeven dat deze bestemming is opgenomen voor de belangrijke groenstroken en de landschappelijke inpassing van de bedrijventerreinen. In artikel 5.3 is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om de bestemming Groen te kunnen wijzigen. De wijzigingsbevoegdheid wordt niet toegepast voor groenstroken die deel uitmaken van de landschappelijke inpassing van het bedrijventerrein aan de buitenzijde. Uit de regels en verbeelding wordt echter niet duidelijk welke groenstroken hiermee bedoeld worden. De provincie verzoekt in de regels en op de verbeelding duidelijk aan te geven welke groenstroken worden bedoeld.
  • f. Olzendepolder
    Op pagina 31 van de toelichting staat dat een groenstrook geprojecteerd is aan de zuidzijde. Op termijn zal hier sprake zijn van een goede landschappelijke inpassing. Bij de 1e herziening van het bestemmingsplan Bedrijventerrein Olzendepolder is deze groenstrook expliciet op de verbeelding opgenomen. De provincie verzoekt deze strook ook in het nieuwe bestemmingsplan op de verbeelding op te nemen.

Gemeentelijke reactie

  • a. Provinciaal beleid.
    De opmerking wordt overgenomen. De toelichting zal worden aangepast aan de geactualiseerde provinciale beleidskaders (Omgevingsplan 2012 en Verordening Ruimte 2012).
  • b. Grootschalige Bedrijventerreinen
    De typering van de bedrijventerreinen in het voorontwerpbestemmingsplan “Grootschalige Bedrijventerreinen” (nu genoemd Grote Bedrijventerreinen) is voortgekomen uit het feit dat er vier grotere bedrijventerreinen zijn in de gemeente Reimerswaal. Daarnaast zijn er in de gemeente nog enkele kleinere bedrijventerreinen, zoals onder meer Burenpolder, Molenpolder en Zuidweg. Deze kleinere bedrijventerreinen vallen buiten de werking dit bestemmingsplan. De naamgeving “grootschalig” duidt daarmee op de grootte van de terreinen in de gemeente.
    Ten tijde van het voorbereiden en opstellen van het voorontwerpbestemming is het bedrijventerreinen De Poort in beleidskaders aangeduid als grootschalig bedrijventerrein. In de gemeentelijke reactie op het Ontwerp Omgevingsplan heeft de gemeente de provincie verzocht het bedrijventerrein De Poort (blijvend) te kwalificeren als grootschalig bedrijventerrein. In de antwoordnota Verordening is door de provincie een motivering opgenomen voor het schrappen van de kwalificatie “grootschalig” voor het bedrijventerrein De Poort:
    • 1. Beduidend lagere economische dynamiek in vergelijking met Nishoek en Olzendepolder;
    • 2. De Poort kan nog voldoende uitbreiden op grond van het vigerende bestemmingsplan;
    • 3. Een grootschalig bedrijventerrein in het open landschap bij de entree van Zeeland wordt niet passend geacht.

In het nieuwe beleid worden alleen aan grootschalige terreinen ontwikkelingsmogelijkheden toegekend; kleinschalige terreinen kunnen alleen eenmalig een beperkte afronding realiseren. De gemeente stelt vast dat er geen bezwaar- en beroepsmogelijkheden zijn tegen het vast te stellen Omgevingsplan en de Verordening Ruimte provincie Zeeland. De gemeente beschikt voorlopig nog over ruim voldoende uitbreiding smogelijkheden op De Poort. Indien te zijner tijd behoefte aan uitbreiding is, zal het gemeentebestuur met provincie onderzoeken of verdere uitbreiding noodzakelijk is en of het provinciebestuur bereid is om daaraan medewerking te verlenen.

In het bestemmingsplan wordt om deze reden naar aanleiding van de overlegreactie gesproken over 'grote bedrijventerreinen' incidenteel aangevuld met een nadere typering volgens het nu geldende beleid. Ook de naamgeving van het bestemmingsplan is aangepast. Vanaf het ontwerpbestemmingsplan het dit geactualiseerde bestemmingsplan "Grote Bedrijventerreinen".

  • c. Detailhandel.
    Algemeen.
    In de toelichting bij het voorontwerpbestemmingsplan is in hoofdstuk 4, paragraaf 4.2.2 uitvoerig ingegaan op 'detailhandel in volumineuze goederen en grootschalige detailhandel. Hierbij is beargumenteerd aangegeven waarom de gemeente onder voorwaarden mogelijkheden wil bieden voor de (incidentele) vestiging van detailhandelsbedrijven in volumineuze goederen en grootschalige detailhandelsvestigingen op bedrijventerreinen Nishoek, Olzendepolder en De Poort (alleen detailhandelsbedrijven in volumineuze goederen). Het bedrijventerrein Korringaweg is hierbij vanwege het specifieke karakter van dit terrein (schaal- en schelpdierverwerkende industrie) uitgesloten voor vestiging van detailhandelsbedrijven in volumineuze goederen en grootschalige detailhandel.
    Naar aanleiding van de overlegreactie heeft de gemeente met de provincie overleg gevoerd en de onderbouwing voor detailhandelsbedrijven in volumineuze goederen en grootschalige detailhandel nader onderbouwd en aangevuld. Navolgend worden hier in het kort de conclusies opgenomen. Deze bevindingen zijn verwerkt in een vereenvoudigde en herschreven paragraaf 4.2.2.

Conclusies en uitgangspunten naar aanleiding van het overleg met de provincie

De detailhandelssector is een dynamische sector. Ontwikkelingen in de vraag- en aanbodzijde hebben ertoe geleid dat consumenten en winkels tegenwoordig andere eisen stellen aan de vestigingslocatie. Hiervoor geldt het volgende.

  • Schaalvergroting, branchevervaging, dalende bestedingen en mobiliteit dragen er toe bij dat het voor winkeliers in volumineuze goederen onhaalbaar is om in de kernen gevestigd te blijven. Dit resulteert in een verschuiving van doelgericht winkelaanbod van de winkelcentra naar perifere locaties. Ook in Reimerswaal doet zich deze ontwikkeling voor.
  • Detailhandelsvestigingen laten zich wat betreft oppervlak niet (meer) standaard ruimtelijk inpassen in het kernwinkelgebied van de kleine kernen (zoals bijvoorbeeld bouwmarkten en grootschalige tuincentra, maar ook grotere winkels met specifieke goederen, zoals bijvoorbeeld fietsen). Vloeroppervlakte van panden, maat en schaal van de ondernemingen en parkeeraanbod en bereikbaarheid vormen dan een belemmerende factor.
  • Ruimte geven aan detailhandel in volumineuze goederen en grootschalige detailhandel kan kansen bieden, mits de bestaande voorzieningenstructuur niet duurzaam wordt aangetast. De gemeente wenst daarom - met in achtneming van de provinciale toetsingskaders zoals de verordening ruimte en de daarbinnen opgenomen afwijkingsmogelijkheden - meer sturing te kunnen geven aan deze (nieuwe) ontwikkelingen.
  • De voorliggende actualisering van de bestemmingsplannen voor de grote bedrijventerreinen biedt de mogelijkheid een actuele visie te vertalen in een daarbij passende juridische regeling. Toekomstige verzoeken worden op basis hiervan beoordeeld en kunnen dan mogelijk onder stringente voorwaarden resulteren tot nieuwvestiging binnen de contouren van de bestaande bedrijventerreinen De Poort (alleen detailhandel in volumineuze goederen), Nishoek en Olzendepolder.

In de overlegreactie van de provincie zijn de volgende punten opgenomen:

1. Detailhandel in volumineuze goederen

2. Grootschalige detailhandel

3. Ladder voor duurzame verstedelijking

Navolgend wordt hier afzonderlijk op ingegaan.

1. Detailhandel in volumineuze goederen

Definiëring 

De provincie kan voor een deel tegemoet worden gekomen in de bepaling omtrent wat wordt verstaan onder detailhandel in volumineuze goederen. Dit resulteert in de volgende aanpassing van het begrip detailhandel in volumineuze goederen in de regels. Er is hierbij uitdrukkelijk rekening gehouden met de bestaande juridisch-planologische situatie.

Detailhandel in volumineuze goederen:

Detailhandel in de volgende volumineuze en gevaarlijke goederen:

  • 1. grove bouwmaterialen
  • 2. keukens, badkamers en sanitair;
  • 3. meubels en woninginrichtingsartikelen;
  • 4. bouwmarkten;
  • 5. tuincentra en tuinbenodigdheden;
  • 6. volumineuze dierenbenodigdheden;
  • 7. explosiegevaarlijke goederen;
  • 8. bestrijdingsmiddelen;
  • 9. naar aard en omvang vergelijkbare goederen

Op basis van het vigerende bestemmingsplan is - en blijft het begrip volumineuze detailhandel voor Nishoek, De Poort dus ruimer dan het provinciaal beleid. Voor Olzendepolder wordt in het kader van uniformiteit binnen de terreinen en de locatiespecifieke kenmerken aangesloten bij deze definiëring.

Bestaande situatie Reimerswaal

De bedrijventerreinen in Reimerswaal zijn nu – en blijven straks - primair bestemd voor bedrijvigheid. Uitgangspunt is namelijk dat detailhandel (blijvend) plaats vindt in de (centra van de) kernen. Op bedrijventerreinen kunnen bedrijven voorkomen die tevens een detailhandelsonderdeel omvatten. Het betreft met name bedrijvigheid die naar zijn aard regulier op een bedrijventerrein voorkomen, zoals garagebedrijven met autoshowroom. In de Staat van Bedrijfsactiviteiten waren deze bedrijfsactiviteiten specifiek benoemd, maar wordt nu alleen groothandel toegestaan. In de regels is om deze reden voor de reguliere detailhandel in deze zogenoemde A-B-C-goederen nu een regeling opgenomen.

De directe vestiging van overige detailhandel in volumineuze goederen en grootschalige detailhandelsvoorzieningen op de grootschalige bedrijventerreinen Nishoek en Olzendepolder en de bedrijventerreinen De Poort en Korringaweg is in de geldende bestemmingsplannen voor deze terreinen uitgesloten.

Benadrukt wordt dat op het grootschalige bedrijventerrein Nishoek en De Poort vestiging van een detailhandelsbedrijf in volumineuze goederen door middel van een afwijking van de regels wel reeds mogelijk was. Op Nishoek is de afgelopen jaren voor twee bedrijven een procedure gevoerd:

  • De Tuinkamer;
  • dierenspeciaalzaak Van de Poel.

Het detailhandelsaanbod in volumineuze goederen van deze bedrijven wordt nu specifiek in het bestemmingsplan vastgelegd. Dit betekent dat naast de huidige vorm van detailhandel in volumineuze goederen niet zonder meer een andere vorm van detailhandel in volumineuze goederen kan worden uitgeoefend. De bedrijventerreinen Nishoek en Olzendepolder en De Poort zijn daarmee overigens uitdrukkelijk geen geconcentreerde locatie voor detailhandel in volumineuze goederen geworden.

Visie

De visie van de gemeente op het detailhandelsbeleid voor volumineuze goederen is de volgende.

  • Behoud van huidige vestigingsmogelijkheden.
  • Ruimte bieden aan de dynamiek van de detailhandel met behoud van de bestaande detailhandelstructuur in de kleine kernen en de kwaliteit van het bedrijventerrein als primaire vestigingslocatie voor bedrijven.
  • Toepassing geven aan het provinciaal en regionaal (detailhandels)beleid.

Wijzigingsbevoegdheid

De gemeente acht nieuwe vestigingen van detailhandel in volumineuze goederen onder voorwaarden na afweging via een wijzigingsbevoegdheid toelaatbaar op bedrijventerrein Nishoek, Olzendepolder en De Poort. De in het voorontwerp opgenomen wijzigingsbevoegdheid is mede naar aanleiding van de reactie van de provincie aangescherpt. Ten behoeve van de afweging voor toepassing van de wijzigingsbevoegdheid geldt het volgende.

  • Een detailhandelsbedrijf in volumineuze goederen is uitsluitend toegestaan indien uit een distributie-planologisch onderzoek blijkt dat de vestiging van een detailhandelsbedrijf in volumineuze goederen geen nadelige invloed heeft op de aanwezige distributieve structuur van de gemeente.
  • Aangetoond wordt dat de nieuwvestiging een binding heeft met de gemeente Reimerswaal, zoals blijkt uit de herkomst van het bedrijf, medewerkers en klantenbestand. Dit zijn geen voorwaarden die in de bestemming tot uitdrukking komen, maar als criterium dienen voor toepassing van een wijzigingsbevoegdheid.
  • De vestiging van een detailhandelsbedrijf in volumineuze goederen heeft geen nadelige invloed op de normale afwikkeling van het verkeer en veroorzaakt geen onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte.
  • Er wordt geen onevenredige afbreuk gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
  • Uitgangspunt is dat toepassing van de wijzigingsbevoegdheid limitatief is. Per bedrijventerrein zijn niet meer dan 3 vestigingen toelaatbaar geacht.

Conclusie

Naar aanleiding van de overlegreactie worden de volgende wijzigingen doorgevoerd.

  • De toelichting is verduidelijkt met het voorgaande.
  • De bestaande vestigingen zijn voorzien van een genuanceerde (specifieke) regeling.
  • Het begrip detailhandel in volumineuze goederen is aangepast, conform geldend bestemmingsplan.
  • In de wijzigingsbevoegdheid is het aantal vestigingen limitatief en verlaagd naar maximaal 3 per bedrijventerrein. Ook zijn aanvullende randvoorwaarden opgenomen.

2. Grootschalige detailhandel

Algemeen

Nieuwvestigingen van grootschalige detailhandel (GDV) zijn op basis van provinciaal en regionaal beleid binnen de regio uitsluitend in het Marconigebied (Goes) toegelaten. In verband met het beschermen van het kernwinkelapparaat is directe vestiging van GDV in Reimerswaal niet voorgestaan.

De trend doet zich voor dat lokale ondernemers 'uit hun jasje' groeien, waardoor vestiging in kernwinkelgebieden niet langer vanuit ruimtelijk oogpunt wenselijk is. Hiervoor gelden onder andere volgende overwegingen:

  • verkeersaantrekkende werking;
  • oppervlakte winkelpanden ten opzichte van maat en schaal van de reguliere winkels in de kern;
  • opslag, transport en logistiek.

De vraag vanuit de markt naar locaties voor zogenoemde GDV kan hierdoor de komende jaren toenemen. Afwijkend ten opzichte van detailhandel in volumineuze goederen is dat voor GDV in principe elke vorm van detailhandel mogelijk is. Het gaat immers niet om de omvang van de goederen, maar om de omvang van de vestiging (minimaal 1.500 m²).

De gemeente wil deze lokale ondernemers daarin faciliteren en de werkgelegenheid en andere spinoff behouden. Zij is van mening dat door een incidentele vestiging van GDV op één van de grote bedrijventerreinen nog geen sprake is van een concentratie van grootschalige detailhandel en niet leidt tot aantasting van het kernwinkelapparaat.

Visie

De verordening ruimte van de provincie biedt enige ruimte om nieuwe detailhandelsvoorzieningen in doelgerichte, laagfrequente aankopen en nieuwe grootschalige detailhandelsvoorzieningen buiten de daartoe aangewezen gebieden toe te laten, indien aannemelijk wordt gemaakt dat binnen de aangewezen

locaties (voor Reimerswaal het Marconigebied in Goes) geen ruimte beschikbaar is. Voorwaarde voor vestiging van de bedoelde detailhandelsvoorzieningen is mogelijk indien deze geconcentreerd worden toegelaten op een locatie die passend ontsloten is en gebruik maakt van verschillende middelen van vervoer.

Binnen het plangebied Grote Bedrijventerreinen geldt dat hiervoor het bedrijventerrein Nishoek en Olzendepolder in aanmerking kan komen. Deze terreinen zijn namelijk voorzien van verschillende modaliteiten.

Verkeersaansluitingen op:

  • de A58, het provinciaal en gemeentelijke wegennet;
  • het spoortracé Vlissingen – Roosendaal (station Kruiningen – Yerseke);
  • het routenetwerk van Connexxion.

Wijzigingsbevoegdheid

Op basis van het voorgaande is in dit bestemmingsplan om deze reden voorzien in een wijzigingsbevoegdheid, waarmee na zorgvuldige afweging de realisering van een GDV-vestiging mogelijk is. De in het voorontwerp opgenomen wijzigingsbevoegdheid is naar aanleiding van de overlegreactie aangescherpt. Ten behoeve van de afweging in de wijzigingsbevoegdheid geldt het volgende.

  • Een GDV-vestiging is uitsluitend toegestaan op bedrijventerrein Nishoek en Olzendepolder;
  • Een GDV kan alleen worden gerealiseerd, indien uit een distributie-planologisch onderzoek blijkt dat:
      • a. de vestiging van een detailhandelsbedrijf in volumineuze goederen geen nadelige invloed heeft op de aanwezige distributieve structuur van de gemeente;
      • b. er op het Marconigebied in Goes geen geschikte locatie beschikbaar is;
      • c. de nieuw te vestigen GDV een binding heeft met de gemeente Reimerswaal, zoals blijkt uit de herkomst van het bedrijf, medewerkers en klantenbestand.
  • Planwijziging is uitsluitend toegestaan indien het aantal grootschalige detailhandelsbedrijven niet meer bedraagt dan 3 per genoemd terrein.
  • De oppervlakte van een grootschalig detailhandelsbedrijf bedraagt niet minder dan 1.500 m².
  • Planwijziging is uitsluitend toegestaan indien de vestiging van een grootschalig detailhandelsbedrijf geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer.
  • Planwijziging is uitsluitend toegestaan indien de vestiging van een grootschalig detailhandelsbedrijf voorziet in voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein en geen onevenredige parkeerdruk veroorzaakt op de openbare ruimte.
  • Planwijziging is uitsluitend toegestaan indien er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • Ook dient een belangenafweging te worden gemaakt, waarbij onder andere externe veiligheid ook wordt beschouwd.

Conclusie

Naar aanleiding van de overlegreactie worden de volgende wijzigingen doorgevoerd.

  • De toelichting is verduidelijkt met het voorgaande.
  • In de wijzigingsbevoegdheid is het aantal vestigingen limitatief en verlaagd naar maximaal 3 en zijn aanvullende randvoorwaarden opgenomen.

3. Ladder voor duurzame verstedelijking

Algemeen

Binnen de wijzigingsbevoegdheden voor detailhandel in volumineuze goederen en grootschalige detailhandel zijn de randvoorwaarden voor toepassing ervan in het kader van de onder 1. en 2. genoemde aspecten reeds aangevuld. Uitdrukkelijk is binnen de randvoorwaarden opgenomen dat er een regionale behoefte dient te zijn (uitgedrukt in regionale herkomst en regionale markt) én ruimtegebruik en ruimtegebrek op het door de provincie aangewezen bedrijventerrein Marconigebied.

Conclusie

Naar aanleiding van de overlegreactie worden de volgende wijzigingen doorgevoerd.

  • De toelichting is verduidelijkt met het voorgaande.
  • De wijzigingsbevoegdheid is aangevuld.

  • d. Voorzieningen voor dienstverlening, ontspanning en sport
    • 1. De wijzigingsbevoegdheid in artikel 4.7.5. heeft betrekking op “voorzieningen voor dienstverlening, ontspanning en sport”. In de begripsbepalingen is in 1.58 een specifieke toelichting gegeven op deze voorzieningen. Hiermee is de bepaling 1.30 dienstverlening waar de provincie op doelt niet van toepassing op deze wijzigingsbevoegdheid. Ter verduidelijking wordt aan het begrip toegevoegd dat expliciet geen kantoren zijn beoogd.
    • 2. In de toelichting bij het bestemmingsplan is in hoofdstuk 4, paragraaf 4.2.4 ingegaan op voorzieningen dienstverlening, ontspanning en sport. Hierbij is reeds beargumenteerd aangegeven waarom de gemeente onder voorwaarden mogelijkheden wil bieden voor de (incidentele) vestiging van deze voorziening. Naar aanleiding van de overleg is de redactie van de beargumentering nader beschouwd. Dit heeft geleid tot een aanpassing op onderdelen.
    • 3. Vestiging van een voorziening voor dienstverlening, ontspanning en sport is uitsluitend na toepassing van een wijzigingsbevoegdheid mogelijk geacht. In de voorwaarden voor toepassing van de wijzigingsbevoegdheid is ook expliciet opgenomen dat géén sprake is van de aanduiding 'veiligheidszone - bevi'. Ook is bepaald dat een algemene belangenafweging dient plaats te vinden. Daaronder wordt ook de toetsing aan externe veiligheid en risicofactoren verstaan. Voor de duidelijkheid en leesbaarheid van de wijzigingsbevoegdheid is naar aanleiding van de overlegreactie de wijzigingsbevoegdheid aangevuld met de voorwaarde dat externe veiligheid geen belemmering mag vormen.
    • 4. In de wijzigingsbevoegdheid is reeds voorzien in een randvoorwaarde ten aanzien van verkeer, parkeren en verkeersafwikkeling. Toepassing van de wijzigingsbevoegdheid is niet mogelijk, indien geen verantwoorde afwikkeling van verkeer wordt voorzien. Aanpassing van het plan is derhalve niet nodig.
  • e. Landschappelijke inpassing.
    In artikel 5.3 is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om de bestemming Groen te kunnen wijzigen. De wijzigingsbevoegdheid wordt niet toegepast voor groenstroken die deel uitmaken van de landschappelijke inpassing van het bedrijventerrein. Uit de verbeelding blijkt in het voorontwerp onvoldoende welke stroken hiermee werden bedoeld. In het ontwerpbestemmingsplan is daarom voorzien in de aanduiding 'specifieke vorm van groen - landschappelijke inpassing' (sg- li). In de wijzigingsbevoegdheid is bepaald dat ter plaatse van gronden met deze aanduiding geen planwijziging mag plaatsvinden.
  • f. Olzendepolder.
    Ten behoeve van de noodzakelijke aanleg van de waterberging voor de eerste drie fasen van het bedrijventerrein Olzendepolder (tot en met de 1e herziening) is er overeenstemming met Prins Investments B.V. verkregen over het verwerven van de benodigde gronden daarvoor. Dit brengt met zich mee dat de groenstrook moet worden gerealiseerd ten zuiden van de gronden die door Prins Investments B.V. en Roem van Yerseke voor aquacultuur in gebruik zijn. De gronden waarbinnen de groenstrook zal worden gerealiseerd liggen daarmee niet meer in het bestemmingsplan Grote Bedrijventerreinen maar in het bestemmingsplan Buitengebied. In de toelichting van het bestemmingsplan zal een korte toelichting worden gegeven op het vorenstaande en de reden waarom de groenstrook niet is opgenomen in het voorliggende bestemmingsplan.

Conclusie

Naar aanleiding van de overlegreactie is het bestemmingsplan op de volgende onderdelen aangepast.

  • a. Het provinciaal beleidskader in de toelichting is geactualiseerd.
  • b. De naamgeving van het bestemmingsplan is gewijzigd in 'Grote Bedrijventerreinen'. In de toelichting is zoveel mogelijk gesproken over grote bedrijventerreinen, incidenteel aangevuld met de in het provinciaal beleid voor het betreffende terrein geldende typering.
  • c. Naar aanleiding van de overlegreactie worden de volgende wijzigingen doorgevoerd.
  • De toelichting is ten aanzien van het beleid en de gemeentelijke visie voor detailhandel in volumineuze goederen en/of grootschalige detailhandel verduidelijkt met het voorgaande.
  • De bestaande vestigingen detailhandel in volumineuze goederen zijn voorzien van een genuanceerde (specifieke) regeling.
  • Het begrip detailhandel in volumineuze goederen is aangepast, conform geldend bestemmingsplan.
  • In de wijzigingsbevoegdheid is voor detailhandel in volumineuze goederen het aantal vestigingen limitatief en verlaagd naar maximaal 3 per bedrijventerrein. Ook zijn aanvullende randvoorwaarden opgenomen.
  • In de wijzigingsbevoegdheid voor grootschalige detailhandel is bepaald dat deze alleen geldt voor Nishoek.
  • Uitgangspunten en randvoorwaarden vanuit de ladder voor duurzame verstedelijking zijn vertaald.
  • d. Het begrip 'voorzieningen voor dienstverlening, ontspanning en sport' is aangevuld. In de wijzigingsbevoegdheid is verduidelijkt dat toepassing niet mogelijk is wanneer externe veiligheid een belemmering vormt.
  • e. Op de verbeelding zijn stroken die zorgdragen voor landschappelijke inpassing voorzien van een aanduiding. In de wijzigingsbevoegdheid in Groen is toegevoegd dat deze niet toegepast kan worden ter plaatse van vorengenoemde aanduiding.
  • f. In de toelichting van het bestemmingsplan wordt een korte toelichting gegeven op de reden waarom de groenstrook niet is opgenomen in het voorliggende bestemmingsplan maar in het bestemmingsplan Buitengebied.

8.2.2 Tennet TSO B.V.

Samenvatting overlegreactie

  • a. Tennet geeft in haar overlegreactie aan dat in het plangebied ter hoogte van het bedrijventerreinen De Poort en Nishoek een 150 kV hoogspanningsverbinding is gesitueerd. Ten behoeve van de aanleg en instandhouding van de genoemde hoogspanningverbinding zijn op de betreffende percelen zakelijke rechten gevestigd. Tennet geeft aan dat zowel de hoogspanningsverbinding als de belemmerende stroken correct zijn opgenomen op de verbeelding.
  • b. Tennet verzoekt de gemeente in haar reactie de belangen van Tennet te beschermen en de bestemmingsregels in artikel 11 Leiding – hoogspanningsverbinding aan te passen aan de door Tennet voorgestelde regeling.

Gemeentelijke reactie

  • a. De gemeente neemt kennis van deze mededeling.
  • b. In de regeling is zo goed mogelijk rekening gehouden met de belangen van de leidingbeheerders. In verband met een uniforme regeling is aangesloten bij de regeling van dezelfde leiding in het bestemmingsplan Buitengebied.

Conclusie

Naar aanleiding van de overlegreactie is het bestemmingsplan op de volgende onderdelen aangepast.

  • De regeling is afgestemd op het bestemmingsplan Buitengebied.

8.2.3 Ondernemersvereniging Reimerswaal

Samenvatting overlegreactie 

  • a. Ontsluiting bedrijventerrein Olzendepolder.
    In de overlegreactie geeft de Ondernemersvereniging aan dat er een belangrijk item is dat hoog op de prioriteitenlijst van de Ondernemersvereniging staat, namelijk de aandacht voor ontsluiting van het bedrijventerrein Olzenpolder en daarmee samengaand de ontsluiting van Yerseke. De Ondernemersvereniging heeft dit op 22 juli 2008 ook al kenbaar gemaakt door middel van een zienswijze op het ontwerpbestemmingsplan Olzendepolder 2e herziening.
    In paragraaf 4.4 en paragraaf 5.6 van het voorontwerpbestemmingsplan wordt ingegaan op ontsluiting van de bedrijventerreinen, waaronder Olzendepolder.
    De Ondernemersvereniging verzoekt de gemeente om extra aandacht te besteden in de paragrafen ten aanzien van de verkeersafwikkeling en dan met name rondom Yerseke. Niet alleen de direct ontsluiting van Olzendepolder, maar ook de Zanddijk(N673) tot aan de rotonde bij de Nishoek vormt een probleem. Door het smalle en bochtige karakter is deze weg absoluut niet geschikt voor alleen al het vele vrachtverkeer wat hier dagelijks passeert.
  • b. Categorisering bedrijven.
    De Ondernemersvereniging verzoekt de gemeente op de bedrijventerreinen voldoende rekening te houden met de hoogte van de categorisering, zodat bedrijven zo veel als mogelijk flexibel op hun perceel kunnen ondernemen.

Gemeentelijke reactie

  • a. Ontsluiting bedrijventerrein Olzendepolder.
    Het bestemmingsplan “Grote Bedrijventerreinen” is consoliderend van aard. De bestaande situatie wordt vastgelegd. Nieuwe ontwikkelingen zijn niet aan de orde. Het verbeteren van de verkeersontsluiting van Yerseke valt buiten de reikwijdte van deze actualisering. De noodzaak van een goede verkeersafwikkeling wordt overigens door de gemeente wel onderkend. De gemeente zal, naast het actualiseren van de geldende regeling voor de bedrijventerreinen, in samenwerking met de provincie (die verantwoordelijk wegbeheerder is van het weggedeelte N673) een oplossing onderzoeken voor het verbeteren van de verkeersafwikkeling van Yerseke. Deze oplossing zal in breder verband moeten worden bezien, in een integrale verkeersstructuurvisie . Afhankelijk van de uitkomst van deze verkeersstructuurvisie, zullen mogelijke alternatieven tegen elkaar moeten worden afgewogen en wordt bezien wat noodzakelijk en haalbaar is.  De reactie leidt daarmee niet tot een inhoudelijke aanpassing van het bestemmingsplan. Wel zal de toelichting worden aangevuld.
  • b. Categorisering bedrijven.
    Het bestemmingsplan “Grote Bedrijventerreinen” is consoliderend van aard. De actualisering is primair gericht op het regelen van de bestaande situatie met beperkte ontwikkelingsmogelijkheden voor actuele behoeften vanuit de markt. Doel is de geldende regeling verder te uniformeren en te veralgemeniseren en (daar waar wenselijk en mogelijk) de toelaatbaarheid, vestigingsmogelijkheden en bouwmogelijkheden (bebouwingspercentage en bouwhoogte) van bedrijven te vergroten. Daarmee wordt binnen de randvoorwaarden van het bestemmingsplan reeds rekening gehouden met de wens zo veel als mogelijk flexibel te kunnen ondernemen op de bedrijventerreinen. De reactie leidt daarmee niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.

Conclusie

Naar aanleiding van de overlegreactie is het bestemmingsplan op de volgende onderdelen aangepast.

  • De toelichting wordt aan de hand van bovenstaande reactie van de Ondernemersvereniging Reimerswaal onder a. alleen tekstueel aangevuld.

8.2.4 Rijkswaterstraat Zeeland

Samenvatting overlegreactie

  • a. Het voorontwerpbestemmingsplan “Grootschalige Bedrijventerreinen” (nu genoemd Grote Bedrijventerreinen) geeft Rijkswaterstaat aanleiding de volgende opmerking ten aanzien van het bedrijventerrein De Korringaweg in Yerseke te maken: De beschrijving waterkwaliteit in de huidige situatie is nog al summier ten aanzien van de riolering. RWS vraagt zich af of het afstromende hemelwater van de weg in elk geval wordt afgevoerd met een verbeterd gescheiden stelsel.

Gemeentelijke reactie

  • a. Het water van de weg wordt onder vrij verval afgevoerd met behulp van een gemengde riolering. Dit water wordt vervolgens met behulp van een pompgemaal gecombineerd met het vuile water verpompt richting de kern Yerseke. De waterparagraaf wordt met deze informatie aangevuld.

Conclusie

De toelichting wordt aan de hand van bovenstaande reactie van Rijkswaterstaat alleen tekstueel aangevuld.

8.2.5 Waterschap Scheldestromen

Samenvatting overlegreactie

  • a. In het bestemmingsplan is het waterstaatswerk (de fysieke dijk) bestemd conform de bepalingen uit de provinciale ruimtelijke verordening. Naast het fysiek waarneembare deel heeft de directe omgeving van het waterstaatswerk invloed op de stabiliteit van de waterkering. Het Waterschap werkt daarom met beschermingszones. In de Keur Watersysteem waterschap Scheldestromen 2011 geldt voor het waterstaatswerk en de beschermingszone A hetzelfde beschermingsniveau voor bouwen en gebruik. Eventuele wijzigingen aan de Keur (hier de komende planperiode niet verwacht) hebben bijna altijd invloed op zowel de ruimte van het waterstaatswerk, als ook de beschermingszone A. Voor het waarborgen van de veiligheid tegen een dijkdoorbraak is het van belang dat de gemeente het waterstaatswerk en de beschermingszone A voorziet van een (dubbel)bestemming Waterstaatswerk, eventueel nader gespecificeerd conform de SVBP2012.
  • b. Het bedrijventerrein Nishoek heeft geen gemengd rioolstelsel maar een gescheiden en verbeterd gescheiden rioolstelsel. Ook bedrijventerrein Olzendepolder heeft geen gemengd rioolstelsel maar een verbeterd gescheiden rioolstelsel.

Gemeentelijke reactie

  • a. Overeenkomstig het Barro neemt de gemeente in haar bestemmingsplannen in het vervolg naast de bestemming voor de fysieke dijk, ook een gebiedsaanduiding op voor de beschermingszone A.
  • b. De opmerking wordt overeenkomstig het geconstateerde verwerkt in de waterparagraaf en de beschrijvingen elders in de toelichting (hoofdstuk 3 en 4).

Conclusie

Als gevolg van de overlegreactie wordt het ontwerpbestemmingsplan als volgt aangepast.

  • De bepalingen van het Barro worden in de regels overgenomen.
  • In de toelichting wordt aan de waterparagraaf de betekenis van de beschermingszone A toegevoegd.
  • In de waterparagraaf wordt de omissie omtrent de foutieve benaming van het rioleringssysteem hersteld.

8.2.6 Veiligheidsregio Zeeland

Naar aanleiding van het voorontwerpbestemmingsplan heeft op 24 april 2012 een overleg plaatsgevonden met de Veiligheidsregio, RBOI en de gemeente en brandweer. Naar aanleiding van het overleg is vervolgens door de Veiligheidsregio een overlegreactie ingediend.

Samenvatting overlegreactie

Het bedrijventerrein De Poort kent vanuit de beheersbaarheid van incidenten twee knelpunten. Deze zijn in het overleg op 24 april 2012 besproken en worden in het advies benoemd. De onderwerpen hebben een relatie met de huidige bedrijvigheid, maar zeker ook met de toekomstige uitbreiding smogelijkheden van het bedrijventerrein De Poort.

  • a. Bereikbaarheid van het bedrijventerrein. Praktisch gezien is het terrein van één zijde benaderbaar. Een alternatief is weliswaar gelegen aan de oostzijde van het bedrijventerrein, maar voor de brandweer wordt hierdoor de aanrijtijd aanzienlijk langer, waardoor de kans op een snelle en effectieve inzet aanzienlijk beperkt wordt. Het beter bereikbaar maken van het bedrijventerrein lijkt vanwege de ligging niet of nauwelijks mogelijk.
  • b. Om eerstgenoemde reden vraagt de Veiligheidsregio aandacht voor een ander knelpunt. Het betreft de huidige bluswatercapaciteit. Hiervoor is in een eerder advies (VRZ/Reg.Brw/2009/TvG/1877) al aandacht gevraagd. Het voorliggende bestemmingsplan biedt nog ruimte voor nieuwe activiteiten. Dit in combinatie met de beoogde ontwikkeling bij het tankstation (geen onderdeel van het voorliggende bestemmingsplan, maar wel midden in het bestemmingsplan gelegen) is voldoende bluswatercapaciteit noodzakelijk. Omdat het primaire bluswatersysteem 'slechts' 40 m3 per uur levert is secundair bluswater noodzakelijk. Het huidige oppervlaktewater dat geschikt is om als secundair bluswater te worden gebruikt ligt ten oosten van het bestemmingsplan op een afstand (hemelsbreed) van circa 2,5 km. Het opbouwen van de waterwinning over een dergelijke afstand kost gemiddeld een uur. Gelet op het vorenstaande adviseert de Veiligheidsregio om – in overleg met de gemeentelijke brandweer – een blusvijver te realiseren binnen het voorliggende bestemmingsplan.

Gemeentelijke reactie

  • a. De aandachtspunten waar de Veiligheidsregio aan refereert zijn bij de gemeente bekend. Echter, het bestemmingsplan “Grote Bedrijventerreinen” is consoliderend van aard. De actualisering is primair gericht op het regelen van de bestaande situatie met ontwikkelingsmogelijkheden voor actuele behoeften uit de markt.
  • b. Omdat de aandachtspunten zeker onderkend worden zal de gemeente – in nauw overleg tussen de betrokken afdelingen Ruimtelijke en Economische Ontwikkeling, Gemeentewerken en de brandweer – kijken naar een passende oplossing voor de gevraagde aandachtspunten. In de regeling is in ieder geval rekening gehouden met de aanleg van water en waterberging en extra ontsluiting via de oostzijde door een aanduiding 'os', waaraan in de regels is gekoppeld dat alleen noodontsluiting is toegestaan.

Conclusie

  • Het bestemmingsplan zal tekstueel worden aangepast.
  • In de regels en op de verbeelding wordt ter hoogte van de oostzijde van het bedrijventerrein 'De Poort' een aanduiding (os) ontsluiting opgenomen binnen de groenstrook ten behoeve van een noodontsluiting. In de regels wordt hieraan verdere invulling gegevens.

8.2.7 Ministerie van Defensie: Commando DienstenCentra

Samenvatting overlegreactie

  • a. Het plangebied ligt binnen het radarverstoringsgebied van de militaire vliegbasis Woensdrecht. Objecten hoger dan 63 meter boven NAP binnen 15 nautische mijl (circa 28 km) van dit radarstation kunnen aanleiding geven tot verstoring van het radarbeeld en kunnen derhalve niet worden toegestaan, tenzij uit onderzoek is gebleken dat de mate van verstoring aanvaardbaar is. Hiervoor dient een radarverstoringsonderzoek te worden uitgevoerd.
  • b. In het bestemmingsplan dient (voor hogere objecten) een maximale bouwhoogte van 63 meter boven NAP in het plan (regels en verbeelding) te worden opgenomen. Hieraan kan eventueel een door B&W te verstrekken ontheffing worden gekoppeld ten behoeve van een hogere bouwhoogte onder de voorwaarde dat de werking van de radar niet in onaanvaardbare mate wordt verstoord.
  • c. Het militair belang wordt in het voorontwerpbestemmingsplan “Grootschalige Bedrijventerreinen” (nu genoemd Grote Bedrijventerreinen) niet geschaad, echter, met het oog op de beoogde wijziging van het tracé van de hoogspanning, verzoekt het Ministerie van Defensie het militaire belang radarverstoring te borgen in het bestemmingsplan.

Gemeentelijke reactie

  • a. Er wordt kennis genomen van het feit dat het plangebied deel uit maakt van het radarverstoringsgebied en de hoogte beperking.
  • b. In het plangebied zijn geen objecten toegestaan met een bouwhoogte van 63 m of meer. De militaire belangen in het bestemmingsplan “Grote Bedrijventerreinen” worden derhalve niet geschaad.
  • c. De beoogde wijziging van het tracé van de nieuwe 380 kV hoogspanningsverbinding zal worden geregeld in een Rijksinpassingsplan (Ministerie van I&M en EL&I in samenwerking met Tennet). Dit Rijksinpassingsplan zal de gemeentelijke bestemmingsplannen gaan overschrijven. De maximale bouwhoogte voor de nieuwe hoogspanningslijn zal daarmee worden geborgd in het Rijksinpassingsplan. Naar verwachting zal het ontwerp Rijksinpassingsplan in de tweede helft van 2013 ter inzage worden gelegd voor inspraak (indienen van zienswijzen). Het opnemen van een gebiedsaanduiding vrijwaringszone -radar in het nu voorliggende bestemmingsplan in niet nodig, objecten van deze hoogtemaat reeds zijn uitgesloten.

Conclusie

De overlegreactie leidt niet tot aanpassingen in het bestemmingsplan.

8.2.8 Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland (SCEZ)

Samenvatting overlegreactie

SCEZ heeft de archeologische paragraaf voor het voorontwerpbestemmingsplan "Grootschalige Bedrijventerreinen" (nu genoemd Grote Bedrijventerreinen) doorgelezen en hierbij de adviesbrief (11.U.0290 d.d. 28 september 2011) eveneens doorgelezen. Bijna alle opmerkingen uit de brief zijn doorgevoerd in het voorontwerp. Er resteren twee aandachtspunten.

  • a. Het lijkt nog steeds dat bij het laten vervallen van de dubbelbestemming voor Nishoek niet vermeld is dat hiertoe een advies is afgegeven door de adviseur archeologie van de gemeente. Wellicht is het mogelijk dit explicieter in de toelichting om dezelfde reden als in de voorgenoemde brief.
  • b. Voor ditzelfde deel van het bestemmingsplan lijkt het bovendien dat het volledige terrein (Nishoek) vrij is gesteld van archeologisch onderzoek. Uit de brief maakt de SCEZ op dat door het archeologisch onderzoek van Archeomedia een deel, maar niet het gehele terrein vrijgesteld is van onderzoek. Bij de reeds vernoemde brief zat een bijlage waarop aangegeven is wat de omvang is van het onderzochte en daarmee vrijgestelde deel van het gebied.

Gemeentelijke reactie

  • a. In de toelichting is de paragraaf archeologie naar aanleiding van de overlegreactie redactioneel aangevuld.
  • b. De archeologische dubbelbestemming is in overeenstemming gebracht met het advies van SCEZ.

Conclusie

  • a. De overlegreactie leidt tot redactionele aanpassingen van de toelichting.
  • b. Op de verbeelding is de begrenzing van de archeologische dubbelbestemming aangepast.