direct naar inhoud van 3.3 Gemeentelijk beleid
Plan: Oud-Alblas, Beemdweg 10
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0693.WPbeemdweg10ABS-VA01

3.3 Gemeentelijk beleid

3.3.1 Vigerend bestemmingsplan

Op de planlocatie is het beleid uit het bestemmingsplan "Buitengebied" van de gemeente Graafstroom, vastgesteld door de gemeenteraad op 25 januari 2010 van toepassing.

Zoals te zien in figuur 7 is de planlocatie aan de adres gelegen in een gebied met de bestemming 'Agrarisch met waarden'. De gronden binnen deze bestemming zijn onder andere bestemd voor grondgebonden veehouderijen. Daarnaast hebben de gronden de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie'. Tevens zijn op de planlocatie tevens de functieaanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - weidevogelgebied' en de gebiedsaanduiding 'wro-zone - aanlegvergunning overgangsgebied' van toepassing.

afbeelding "i_NL.IMRO.0693.WPbeemdweg10ABS-VA01_0010.png"
Figuur 7: Uitsnede verbeelding vigerend bestemmingsplan
Bron: www.ruimtelijkeplannen.nl

In onderhavige situatie is sprake van een uitbreiding van een melkveehouderij. De voorgenomen ontwikkeling is in strijd met de regels zoals gesteld in het bestemmingsplan "Buitengebied". Om de voorgenomen ontwikkeling mogelijk te maken is een wijziging van het bestemmingsplan noodzakelijk.

In het bestemmingsplan is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor vergroting en/of vormverandering van agrarische bouwpercelen. Deze luidt als volgt:

Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming op onderdelen wijzigen ten behoeve van vergroting en/of vormverandering van de aanduiding "bouwvlak", mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de vergroting en/of vormverandering dient noodzakelijk te zijn uit het oogpunt van continuïteit van het bedrijf; omtrent het noodzakelijkheidscriterium wordt advies aangevraagd aan een onafhankelijke terzake deskundige;
  • b. de bestaande aanduiding "bouwvlak" mag worden uitgebreid tot een maximum van 2 ha;
  • c. de wijziging is niet toegestaan ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van agrarisch met waarden - te ontwikkelen natuur";
  • d. er dient sprake te zijn van een zorgvuldige landschappelijke inpassing;
  • e. de wijziging mag niet leiden tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven, voortvloeiende uit de milieu- en dierenwelzijnswetgeving;
  • f. geurgevoelige objecten kunnen uitsluitend worden toegestaan indien voldaan wordt aan de geldende geurnormen of afstanden;
  • g. er wordt voldaan aan de eisen ten aanzien van externe veiligheid;
  • h. het woon- en leefklimaat mag niet onevenredig worden aangetast;
  • i. uit een onderzoek naar de bodemkwaliteit dient te blijken dat de bodem geschikt is voor de nieuwe functie;
  • j. de waterhuishouding wordt niet onevenredig aangetast; hiertoe wordt advies ingewonnen bij de waterbeheerder;
  • k. de wijziging mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de in de bestemmingsomschrijving omschreven waarden.

De voorgenomen ontwikkeling kan dus toegestaan worden als aan de gestelde voorwaarden in de wijzigingsbevoegdheid wordt voldaan.

Ad. a: Het plan is ter advisering voorgelegd aan een agrarische adviescommissie. Deze commissie heeft in haar brief van 5 januari 2012 positief geadviseerd. Zij oordeelt dat de aaangevraagde ligboxenstal noodzakelijk is voor de continuïteit van de bedrijfsvoering en voor de toekomstige bedrijfsontwikkeling. Ook de beoogde situering is het meest optimaal. Het volledige advies is opgenomen in

Ad. b: Er is geen sprake van een uitbreiding maar van een vormverandering.

Ad. c: Deze aanduiding is niet van toepassing op het perceel Beemdweg 10.

Ad. d: Er is een plan opgesteld voor een landschappelijke inpassing van de nieuwe stal. Dit plan is opgenomen in paragraaf 2.2.2 van deze toelichting.

Ad. e: Het bedrijf is gelegen in een open polder. In de directe omgeving zijn geen agrarische bedrijven van derden gelegen. Het plan leidt dan ook niet tot een belemmering voor de bedrijfsontwikkeling van omliggende agrarische bedrijven. Ook de Stichting Agrarische beoordelingscommissie komt in haar hierboven aangehaalde advies tot het oordeel dat het plan niet leidt tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven.

Ad. f: Dit plan voorziet niet in de oprichting van een geurgevoelig object. Het plangebied is overigens ook niet gelegen binnen een geurcirkel van een agrarisch bedrijf van derden.

Ad. g: In paragraaf 4.1.4 wordt aangetoond dat het aspect externe veiligheid geen belemmering vormt voor dit plan.

Ad h: In de directe omgeving van het plangebied liggen geen woningen van derden. In de huidige situatie maakt vrachtverkeer van en naar de melkveehouderij geen gebruik van de toegang door bestaand stedelijk gebied. In de nieuwe situatie blijft dit zo. Gelet op de afstand tot de bebouwde kom van Oud-Alblas is ook geen geluids- of geuroverlast te verwachten. Dit plan leidt niet tot een onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat.

Ad i: In paragraaf 4.1.1 wordt aangetoond dat het aspect bodemkwaliteit geen belemmering vormt voor dit plan.

Ad j: In paragraaf 4.5 wordt aangetoond dat het aspect water geen belemmering vormt voor dit plan.

Ad k: Op grond van de nadere detailering van de bestemmingsomschrijving is het beleid mede gericht op het beschermen en verder ontwikkelen van ecologische, landschappelijke en cultuurhistorische waarden, alsmede op het bieden van ontwikkelingsmogelijkheden voor een duurzame en concurrerende landbouw en behoud van de bedrijfsvoering van de aanwezige landbouw. Dit plan draagt bij aan een duurzaam behoud van de melkveehouderij in het gebied.

Het beleid is tevens gericht op het in stand houden en versterken van het open weidekarakter van het komgebied, het behoud van de karakteristieke verkaveling (smalle percelen met een fijnmazig slotenpatroon), het behoud en de ontwikkeling van de aanwezige waardevolle water- en oevervegetaties, ruigten en grienden en amfibieën, het behoud en bescherming van de weidevogelbiotoop en het beschermen en versterken van de landschappelijke waarden alsmede het herstellen van de knotwilgbeplanting. Daarnaast is het plan gericht op het behoud van het natte karakter van het gebied, de goede waterkwaliteit, het fijnmazig slotenstelsel, aanwezige ruigten en grienden en extensief agrarisch graslandgebruik. Ook zijn de regels gericht op het behoud cultuurhistorisch waardevolle landschapselementen en structuren zoals woonheuvels, tiendwegen, hennepakkers, achterkaden en dijken, havelingen, eendenkooien, wielen en kleiputten.

Dit plan voorziet hierin doordat de nieuwbouw zich voegt in de bestaande verkaveling. De nokrichting van de bebouwing is afgestemd op de verkavelingrichting. Door de vormverandering blijft nog steeds sprake van een compacte erfvorm. Doordat de nieuwbouw wordt gesitueerd tussen het bestaande erf en de toegangsweg gaat deze niet ten koste van grasland dat geschikt is als weidevogelbiotoop. Het inrichtingsplan voorziet in de aanplant van knotwilgen. De genoemde cultuurhistorisch waardevolle landschapselementen zijn in het plangebied niet aanwezig.

Uit het voorgaande blijkt dat aan alle voorwaarden uit de wijzigingsbevoegdheid wordt voldaan. Hiermee kan worden gesteld dat de voorgenomen ontwikkeling met toepassing van een wijzigingsbevoegdheid mogelijk kan worden gemaakt. Hiermee kan gesteld worden dat de voorgenomen ontwikkeling past binnen de beleidskaders uit het vigerend bestemmingsplan.

3.3.2 Conclusie

In het geldende bestemmingsplan is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor het vergroten van agrarische bouwpercelen. De voorliggende ontwikkeling past binnen de randvoorwaarden die aan deze wijzigingsbevoegdheid worden gesteld. Hiermee past de ontwikkeling in het gemeentelijk beleid.