direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijf
Plan: Meerzicht - Westerpark
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0637.BP00032-0004

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving
3.1.1 Doeleindenomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven tot en met categorie 2 van de in Bijlage 1 bij deze regels behorende 'Lijst van bedrijfsactiviteiten';
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'gemaal' uitsluitend een gemaal;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening' uitsluitend een nutsvoorziening;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsgebied' uitsluitend een voet- en fietspad;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg' tevens een verkooppunt voor motorbrandstoffen zonder lpg met bijbehorende gebouwen, installaties, overkappingen en luifels en ondergeschikte detailhandel met een winkelvloeroppervlak (wvo) van maximaal 125 m²;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg' tevens een verkooppunt voor motorbrandstoffen met lpg met een maximale doorzet van 1.000 m³ per jaar en waarbij verkoop van alternatieve brandstoffen zoals biodiesel mede mogelijk is, met bijbehorende gebouwen, installaties, overkappingen en luifels en ondergeschikte detailhandel met een winkelvloeroppervlak (wvo) van maximaal 125 m²; alsmede een rustplaats voor weggebruikers;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'vulpunt lpg' uitsluitend één lpg vulpunt;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'garage' tevens:
    • 1. detailhandel in auto's, met bijbehorende showroom en uitstalling ten verkoop in de buitenruimte;
    • 2. autoservice- en reparatiebedrijf, met uitzondering van een autoplaatwerkerij en een autospuitinrichting;

met daaraan ondergeschikt

  • i. groenvoorzieningen;
  • j. kunstwerken;
  • k. nutsvoorzieningen;
  • l. objecten van beeldende kunst;
  • m. parkeervoorzieningen;
  • n. reclameobjecten;
  • o. vlaggenmasten en lichtmasten;
  • p. water;
  • q. wegen en paden;

met de daarbij behorende bouwwerken.

3.1.2 Dubbelbestemmingen

Voor zover de in lid 3.1.1 genoemde gronden samenvallen met:

  • a. de bestemming 'Leiding - Riool' is primair het bepaalde in artikel 21 van toepassing;
  • b. de bestemming 'Leiding - Water' is primair het bepaalde in artikel 22 van toepassing.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen en overkappingen
3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van een erfafscheiding mag maximaal 2 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van een erfafscheiding mag voor de voorgevelrooilijn maximaal 1 m bedragen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - overkapping' mag de bouwhoogte van overkappingen maximaal 8 m bedragen;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg' mag de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde maximaal 10 m bedragen;
  • e. de bouwhoogte van objecten van beeldende kunst, vlaggenmasten en lichtmasten mag maximaal 10 m bedragen;
  • f. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde mag maximaal 3 m bedragen.
3.3 Afwijken van de bouwregels
3.3.1 Afwijken ten behoeve van erfafscheiding

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2.2 onder a en b, voor het bouwen van een erfafscheiding met een maximale bouwhoogte van 3 m, indien dit noodzakelijk is voor de bedrijfsvoering, waaronder begrepen de beveiliging, en mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de sociale veiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
3.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gebouwen ten behoeve van wonen;
  • b. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor de opslag van caravans, boten en overige zaken anders dan ten behoeve van de bestemming;
  • c. het gebruik van gronden als stort en/of opslagplaats van grond en/of afval, anders dan als stort- of opslagplaats voor normaal gebruik;
  • d. het gebruik van gronden en/of bouwwerken ten behoeve van een risicovolle inrichtingen;
  • e. het gebruik van gronden en/of bouwwerken ten behoeve van een geluidzoneringsplichtige inrichting als bedoeld in de Wet geluidhinder;
  • f. het gebruik van gronden en/of bouwwerken ten behoeve van horeca;
  • g. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor de opslag van consumentenvuurwerk;
  • h. het gebruik van gronden en/of bouwwerken ten behoeve van raam- en straatprostitutie.
3.5 Afwijken van de gebruiksregels
3.5.1 Afwijken van milieucategorie

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van;

  • a. het bepaalde in lid 3.1.1 onder a, voor een gebruik ten behoeve van bedrijven tot ten hoogste 2 categorieën hoger dan in lid 3.1.1. onder a genoemd;
  • b. het bepaalde in lid 3.1.1 onder a voor het gebruik ten behoeve van bedrijven die niet zijn genoemd in Bijlage 1 van de bij deze regels behorende 'Lijst van bedrijfsactiviteiten'.
3.5.2 Voorwaarden voor afwijking van milieucategorie

Het bevoegd gezag kan de omgevingsvergunning als bedoeld in lid 3.5.1 verlenen, indien deze bedrijven naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kunnen worden te behoren tot de op grond van lid 3.1.1 onder a toegestane milieucategorie.