Plan: | Kwadrant/Van Tuyll sportpark/Brinkhage/Lansinghage |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0637.BP00027-0004 |
Op 2 juli 2010 hebben provinciale staten van Zuid-Holland de provinciale Structuurvisie "Visie op Zuid-Holland" vastgesteld. Op 23 februari 2011, 29 februari 2012 en 30 januari 2013 hebben provinciale staten de provinciale structuurvisie gewijzigd en geactualiseerrd door het vaststellen van respectievelijk de 1e Herziening Provinciale Structuurvisie "Visie op Zuid-Holland", de Actualisering 2011 en de Actualisering 2012.
In de Structuurvisie beschrijft de provincie haar doelstellingen en geeft zij haar kijk op de ruimtelijke ontwikkeling tot 2040. De kern van de Visie op Zuid-Holland is het versterken van samenhang, herkenbaarheid en diversiteit binnen Zuid-Holland. Dit draagt bij aan een goede kwaliteit van leven en een sterke economische concurrentiepositie. Duurzame ontwikkeling en klimaatbestendigheid zijn belangrijke pijlers. Dit wil de provincie bereiken door middel van realisering van een samenhangend stedelijk en landschappelijk netwerk. Goede bereikbaarheid, een divers aanbod van woon- en werkmilieus in een aantrekkelijk landschap met ruimte voor water, landbouw en natuur, zijn daarin kenmerkende kwaliteiten.
In de Visie op Zuid-Holland is het provinciale belang geordend aan de hand van vijf integrale en ruimtelijk relevante hoofdopgaven:
Binnen deze hoofdopgave staan onder meer het versterken van het stedelijk netwerk, het versterken van de vitaliteit en diversiteit van stedelijke centra en het aanbieden van verschillende woonmilieus centraal. Versterking van het stedelijk netwerk gaat uit van het intensief benutten van ruimte in bestaand bebouwd gebied door het ruimtegebruik op locaties beter te benutten. Voldoende aanbod van verschillende woonmilieus moet onder meer gestalte krijgen door een accent op stedelijke herstructurering en transformatie, alsmede kansrijke en innovatieve binnenstedelijke verdichting.
Functiekaart 2020 en Kwaliteitskaart 2020
Onderdeel van de provinciale Structuurvisie zijn de Functiekaart 2020 en de Kwaliteitskaart 2020. Op de Kwaliteitskaart 2020 is het plangebied aangeduid als "Kwaliteit in Stads- en dorpsgebied". Voor deze gebieden geldt onder andere behoud en versterking van de diverse woon- en werkmilieus. Het zwaartepunt van verstedelijking ligt in gebieden die goed ontsloten zijn door het openbaar vervoer.
Op de Functiekaart 2020 is het plangebied aangeduid als:
Een groot deel van het plangebied van voorliggend bestemmingsplan is in de provinciale structuurvisie aangeduid als bedrijventerrein en ligt binnen de bebouwingscontouren. Voor dergelijke gebieden geldt dat het intensiveren, innoveren en herstructureren van de bedrijventerreinen voorop staat. Behoud van de bedrijvigheid is van belang, waarbij terughoudend moet worden omgegaan met nieuwe perifere detailhandel. Het mogelijk maken van de hoogst mogelijke categorie op deze bedrijventerreinen vormt uitgangspunt. In dit bestemmingsplan zijn de toegestane milieucategorieën gebaseerd op de reeds aanwezige bedrijven en de kenmerken van het terrein. De hoogst toegestane categorie is milieucategorie 4.2. In de huidige situatie zijn slechts enkele bedrijven gevestigd op het bedrijventerrein die vallen in deze milieucategorie. In paragraaf 5.6 wordt hier nader op ingegaan.
Het Van Tuyllpark is in de provinciale structuurvisie aangeduid als stedelijk park met als hoofdfunctie recreatie, waaronder parken en sportvoorzieningen. In de provinciale structuurvisie is ook de Verlengde Oosterheemlijn opgenomen (onderdeel van RandstadRail), met een aansluiting op het nieuwe openbaar vervoerknooppunt BleiZo.
In het gebied moet rekening worden gehouden met leidingenstroken langs de A12 en de Landscheiding. Andere functies zijn mogelijk mits niet in strijd met de transportfunctie.
Het bestemmingsplan past binnen de stedelijke ontwikkeling zoals deze is voorzien in de provinciale structuurvisie.
De provinciale belangen aangegeven door vijf integrale opgaven, zoals opgenomen in de structuurvisie, zijn verankerd in de Verordening Ruimte "Visie op Zuid-Holland" die net als de structuurvisie op 2 juli 2010 door provinciale staten van Zuid-Holland is vastgesteld. Ook de Verordening Ruimte is gewijzigd en geactualiseerd op 23 februari 2011 en 29 februari 2012 met de vaststelling door provinciale staten van respectievelijk de 1e Herziening van de provinciale Verordening en de Actualisering 2011.
In de Verordening zijn regels opgenomen over de inhoud van bestemmingsplannen en de toelichting van bestemmingsplannen. In het kader van dit bestemmingsplan zijn met name de artikelen 2 (bebouwingscontouren), 8 (bedrijventerreinen) en 9 (detailhandel) van belang:
Artikel 2: bebouwingscontouren: het gehele plangebied is gelegen binnen de vastgestelde bebouwingscontour. Dit wil zeggen dat de provinciale sturing hierbinnen tot een minimum beperkt blijft. Ontwikkelingen moeten in eerste instantie binnen de vastgestelde contour plaatsvinden.
Artikel 7: kantoren. Binnen het plangebied komen in beperkte mate kantoren voor. Deze kantoren zijn er gevestigd op basis van de vigerende bestemmingsplannen dan wel op basis van vrijstellingen. In dit bestemmingsplan worden geen nieuwe kantoren mogelijk gemaakt. Alleen de bestaande en legaal aanwezige kantoren worden positief bestemd.
Artikel 8: bedrijventerrein. Een groot deel van het plangebied is op kaart 6 van de Verordening aangeduid als bedrijventerrein. Op grond van artikel 8, lid 2 van de Verordening mogen in gebieden met deze aanduiding geen nieuwe bedrijfswoningen mogelijk worden gemaakt. Op de bedrijventerreinen liggen geen bedrijfswoningen. Nieuwe bedrijfswoningen zijn uitgesloten. Daarnaast moet op grond van artikel 8, lid 3 de hoogst mogelijke milieucategorie passend bij de omgeving mogelijk gemaakt worden op deze terreinen. In paragraaf 5.6 wordt nader ingegaan op bedrijfswoningen en de milieuzonering.
Artikel 9: detailhandel. Op grond van artikel 9 van de Verordening mag buiten de bestaande winkelconcentraties in de centra van steden, dorpen en wijken of nieuwe wijkgebonden winkelcentra geen nieuwe detailhandel mogelijk gemaakt worden. Op deze hoofdregel is een aantal uitzonderingen, waaronder:
Het plangebied van voorliggend bestemmingsplan is buiten de bestaande winkelconcentraties in Zoetermeer gelegen. Daarnaast is het gebied gesitueerd buiten de aangewezen opvanglocaties voor perifere detailhandel, zoals aangeduid op kaart 7 van de Verordening . Dit betekent dat conform de provinciale Verordening geen nieuwe detailhandel mogelijk gemaakt mag worden binnen het plangebied. Wel kan er gebruik worden gemaakt van de vermelde uitzonderingen op deze hoofdregel.
De mogelijkheden die op grond van dit bestemmingsplan worden geboden zijn niet in strijd met de provinciale Verordening Ruimte.
De visie Regioprofielen Cultuurhistorie Zuid-Holland omvat richtlijnen voor topgebieden van cultureel erfgebied, archeologie en molens in Zuid-Holland. Deze visie is op 13 april 2010 vastgesteld door gedeputeerde staten. De wijze van sturing, op welke wijze omgegaan dient te worden met de regioprofielen, is opgenomen in de provinciale structuurvisie die is vastgesteld door provinciale staten op 2 juli 2010 en op 23 februari 2011 en 29 februari 2012 gewijzigd en geactualiseerrd is door het vaststellen van respectievelijk de 1e Herziening Provinciale Structuurvisie "Visie op Zuid-Holland" en de Actualisering 2011.
Op basis van bestaande cultuurhistorische waardenkaarten zijn zestien topgebieden Cultureel Erfgoed Zuid-Holland aangewezen. Voor elk van deze topgebieden is een regioprofiel opgesteld. Deze regioprofielen dienen als een handreiking en sturingskader voor gemeenten, waterschappen, terreinbeheerders en adviesbureaus om cultuurhistorie op te nemen in ruimtelijke plannen.
Het plangebied valt buiten de aangewezen topgebieden. Deze zijn dan ook niet relevant voor dit bestemmingsplan.
Wel is het Van Tuyllpark en een strook onder het bedrijventerrein Lansinghage op de provinciale kaart van de Cultuurhistorische hoofdstructuur aangemerkt als een gebied waar de trefkans op archeologische sporen redelijk tot groot is.
In paragraaf 3.1.1 wordt hier nader op ingegaan.
Het Beleidsplan Groen, Water en Milieu 2006-2010 geeft aan hoe de provincie Zuid-Holland de komende jaren haar beleid op de terreinen groen, water en milieu vorm geeft. Het plan is de opvolger van het Beleidsplan Milieu en Water 2000-2006 en omvat het Milieubeleidsplan (Wet milieubeheer) en het Waterhuishoudingsplan (Wet op de waterhuishouding). In het beleidsplan zijn de kaders en doelstellingen opgenomen voor de periode 2006-2010 en is een doorkijk gegeven tot 2020 en voor enkele onderwerpen tot 2040. Het plan bestaat uit vier delen: een Visiedeel, een Groendeel, een Waterdeel en een Milieudeel.
De provincie voert een actief detailhandelsbeleid vanwege de veelal bovenlokale gevolgen van bestemmings- of bouwplannen voor omvangrijke winkelcentrumprojecten of perifere detailhandel. De Structuurvisie Detailhandel Zuid-Holland 2007 heeft als doelstelling een toetsingskader voor zulke plannen te bieden, de dynamiek in de detailhandel te bevorderen en de bestaande structuur te versterken. De nota legt de locaties vast voor "gewone" regionale detailhandel en voor perifere detailhandel. De nota is gebaseerd op de regionale structuurvisie detailhandel.
Bij grootschalige ontwikkelingen (meer dan 2.000 m2) en bij nieuwvestiging van perifere detailhandel van meer dan 1.000 m2 moet een distributie-planologisch onderzoek worden opgesteld en is advies nodig van het Regionaal Economisch Overleg (REO).
In dit bestemmingsplan is geen sprake van nieuwe perifere detailhandel.