Plan: | Kwadrant/Van Tuyll sportpark/Brinkhage/Lansinghage |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0637.BP00027-0004 |
Een goede ruimtelijke ordening beoogt het voorkomen van voorzienbare hinder en gevaar door milieubelastende activiteiten. Door bij nieuwe ontwikkelingen voldoende afstand in acht te nemen tussen milieubelastende activiteiten (zoals bedrijven) en milieugevoelige functies (zoals woningen) worden hinder en gevaar voorkomen en wordt het bedrijven mogelijk gemaakt zich binnen aanvaardbare voorwaarden te vestigen.
Deze milieuzonering dient aldus twee doelen:
Uitgave Bedrijven en milieuzonering
Om te komen tot een ruimtelijk relevante toetsing van bedrijfsvestigingen op milieuhygiënische aspecten wordt het begrip milieuzonering gehanteerd. Onder milieuzonering wordt verstaan het waar nodig zorgen voor een voldoende ruimtelijke scheiding tussen enerzijds bedrijven of overige milieubelastende functies en anderzijds milieugevoelige functies zoals woningen. Bij de planontwikkeling dient rekening gehouden te worden met milieuzonering om zodoende de kwaliteit van het woon- en leefmilieu te handhaven en te bevorderen en daarnaast bedrijven voldoende zekerheid te bieden dat zij hun activiteiten duurzaam binnen aanvaardbare voorwaarden kunnen uitvoeren. Bij de milieuzonering wordt gebruik gemaakt van de door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) opgestelde brochure Bedrijven en milieuzonering (editie 2009).
Scheiding van functies versus functiemenging
Scheiding van milieubelastende en milieugevoelige functies met behulp van milieuzonering is in de omgeving van sterk milieubelastende activiteiten zonder meer noodzakelijk. Een vergaande scheiding van functies kan echter ook leiden tot inefficiënt ruimtegebruik en een verlies aan ruimtelijke kwaliteit. Een gemengd gebied met een mix van wonen en werken, winkels en horeca stimuleert een levendig straatbeeld, een hogere sociale veiligheid en extra draagvlak voor voorzieningen. Vanuit het oogpunt van efficiënt ruimtegebruik verdient het de voorkeur om functiescheiding binnen een gemengd gebied niet verder door te voeren dan met het oog op een goed woon- en leefklimaat noodzakelijk is.
Richtafstandenlijsten
De twee belangrijkste bouwstenen voor milieuzonering zijn de twee richtafstandenlijsten in bijlage 1 van de VNG-brochure. Voor een scala aan milieubelastende activiteiten (lijst 1) en opslagen en installaties (lijst 2) zijn richtafstanden aangegeven ten opzichte van een rustige woonwijk. In de lijsten wordt onderscheid gemaakt naar richtafstanden voor de ruimtelijk relevante milieuaspecten geur, stof, geluid en gevaar. De grootste van deze vier richtafstanden is bepalend voor de indeling van een activiteit in een milieucategorie. Daarbij omvat categorie 1 de lichtste en categorie 6 de zwaarste vormen van bedrijvigheid. De richtafstanden gaan uit van gemiddeld moderne bedrijven. Indien bekend is welke activiteiten concreet worden beoogd of aanwezig zijn, kan gemotiveerd worden uitgegaan van de daadwerkelijk te verwachten milieubelasting (in plaats van de richtafstanden).
Twee omgevingstypen: rustige woonwijk en gemengd gebied
De richtafstanden in bijlage 1 van de VNG-brochure zijn afgestemd op de omgevingskwaliteit zoals die wordt nagestreefd in een rustige woonwijk of een vergelijkbaar omgevingstype (zoals een rustig buitengebied, een stiltegebied of een natuurgebied). Een rustige woonwijk is een woonwijk die is ingericht volgens het principe van functiescheiding. Afgezien van wijkgebonden voorzieningen komen vrijwel geen andere functies (zoals bedrijven of kantoren) voor.
Indien de aard van de omgeving dit rechtvaardigt, kunnen gemotiveerd kleinere richtafstanden worden aangehouden bij het omgevingstype gemengd gebied, dat gezien de aanwezige functiemenging of ligging nabij drukke wegen al een hogere milieubelasting kent. Een gemengd gebied is een gebied met een matige tot sterke functiemenging. Direct naast woningen komen andere functies voor zoals winkels, horeca en kleine bedrijven. Ook lintbebouwing in het buitengebied met overwegend agrarische en andere bedrijvigheid kan als gemengd gebied worden beschouwd. Gebieden die direct langs de hoofdinfrastructuur liggen behoren eveneens tot het omgevingstype gemengd gebied. De richtafstanden uit bijlage 1 van de VNG-brochure gelden ten opzichte van een rustige woonwijk. De afstanden kunnen, zonder dat dit ten koste gaat van het woon- en leefklimaat, met één afstandsstap worden verlaagd indien sprake is van omgevingstype gemengd gebied.
Milieucategorie | Richtafstand tot omgevingstype rustige woonwijk en rustig buitengebied | Richtafstand tot omgevingstype gemengd gebied | |
1 | 10 | 0 | |
2 | 30 | 10 | |
3.1 | 50 | 30 | |
3.2 | 100 | 50 | |
4.1 | 200 | 100 | |
4.2 | 300 | 200 | |
5.1 | 500 | 300 | |
5.2 | 700 | 500 | |
5.3 | 1.000 | 700 | |
6 | 1.500 | 1.000 |
Functiemenging
De richtafstanden ten opzichte van de omgevingstypen rustige woonwijk, rustig buitengebied en gemengd gebied gaan uit van het principe van functiescheiding. Door het hanteren van richtafstanden tussen een bedrijventerrein of bedrijfslocatie en een gebied met een variatie aan functies (zoals wonen, horeca en kleine bedrijvigheid), wordt de toelaatbaarheid van milieubelastende functies beoordeeld.
Binnen gemengde gebieden kan echter ook sprake zijn van functiemenging. Dit betekent dat op gebouwniveau meerdere functies gecombineerd zijn, zoals wonen boven winkels. In de VNG-brochure "Bedrijven en milieuzonering" is voor gebieden met functiemenging een aparte lijst (bijlage 4) opgenomen.
In het plangebied is geen sprake van functiemenging.
Staat van horeca-activiteiten
De Wet milieubeheer en de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) bieden onvoldoende mogelijkheden om alle relevante vormen van hinder ten gevolge van de aanwezigheid van horeca-inrichtingen te voorkomen. Een Staat van horeca-inrichtingen behorende bij de regels van een bestemmingsplan kan worden gehanteerd als een aanvulling op de reikwijdte van beide genoemde instrumenten.
Voor een indicatie van de mate van hinder veroorzaakt door horeca-activiteiten biedt de zoneringlijst uit de publicatie 'Bedrijven en milieuzonering' van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) een goed vertrekpunt. De daarin gehanteerde grove benadering behoeft echter voor de opstelling van een in de praktijk bruikbare Staat van horeca-activiteiten aanvulling en nadere motivering.
Bij de opstelling van de Staat van horeca-activiteiten zijn de volgende vormen van hinder in aanmerking genomen:
In aanvulling op de gegevens uit de VNG-publicatie is voorts gebruik gemaakt van de volgende ruimtelijk relevante aspecten:
Op grond hiervan worden drie categorieën onderscheiden in de Staat van horeca-inrichtingen, die is opgenomen als bijlage bij de regels:
Categorie 1 "Lichte horeca"
Horecabedrijven die in beginsel alleen overdag en 's avonds geopend zijn (in hoofdzaak verstrekking van etenswaren en maaltijden) en daardoor slechts beperkte hinder voor omwonenden veroorzaken.
Categorie 2 "Middelzware horeca"
Horecabedrijven die normaal gesproken ook 's nachts geopend zijn en daardoor aanzienlijke hinder voor omwonenden kunnen veroorzaken, zoals cafés, bars, biljartcentra of zalenverhuur. Tevens vallen onder deze categorie horecabedrijven die in beginsel overdag en 's avonds geopend zijn met een grote verkeersaantrekkende werking.
Categorie 3 "Zware horeca"
Horecabedrijven die voor een goed functioneren ook 's nachts geopend moeten zijn en tevens een groot aantal bezoekers aantrekken en daardoor grote hinder met zich mee kunnen brengen (verkeersaantrekkende werking en daarmee gepaard gaande hinder op straat alsmede parkeeroverlast). Hieronder vallen onder meer dancings, discotheken en partycentra.
Geldende bestemmingsplannen
Voor het plangebied van dit bestemmingsplan gelden meerdere bestemmingsplannen.
Op het bedrijventerrein Lansinghage gelden de bestemmingsplannen Lansinghage Lus (vastgesteld 28 juni 2004), Bedrijfsterrein Lansinghage (vastgesteld 18 december 1980), Lansinghage Zuid (vastgesteld 24 september 1990) en Lansinghage, eerste partiële herziening (vastgesteld 19 december 1985). In al deze bestemmingsplannen geldt voor de bedrijven de bestemming "Bedrijfsdoeleinden". Binnen deze bestemming zijn bedrijven, parkeervoorzieningen, groen en andere (bijbehorende) voorzieningen toegestaan. Op alle terreinen is een milieuzonering toegepast, waarbij zones zijn ingedeeld naar toegestane milieucategorieën. De maximaal toegestane categorie is categorie 4 waarbij de zogenaamde 'grote lawaaimakers' zijn uitgesloten. Voor het overgrote deel van de bedrijfsterreinen geldt als maximum categorie 3.
Het bedrijventerrein Brinkhage valt voor het grootste deel binnen het uitwerkingsplan Industrieterrein Bleiswijkseweg (vastgesteld 20 oktober 1967). Dit plan geldt voor de zuidzijde van het terrein, gelegen langs de A12. Er is in dit bestemmingsplan geen milieuzonering toegepast. Het overige deel van het terrein valt onder het bestemmingsplan Dorp III, vastgesteld op 29 januari 1979. Ook in dit bestemmingsplan is geen sprake van een toegepaste milieuzonering.
Voor het bedrijventerrein gelegen in het noordwestelijk deel van het plangebied (aan de Darwinstraat) geldt het bestemmingsplan Industrieterrein Zoeterhage, vastgesteld op 22 februari 1971. In dit bestemmingsplan is geen milieuzonering toegepast. De gronden hebben de bestemming "Industrieterrein".
Voor het Van Tuyllpark gelden de bestemmingsplannen Groot Zoetermeer (vastgesteld 20 oktober 1967) en Levenlust (vastgesteld 27 februari 1989). De gronden hebben in deze bestemmingsplan een zeer ruime regeling gekregen waarbij een milieuzonering niet aan de orde is geweest. De gronden hebben de bestemming "Recreatieve doeleinden" en "Volkstuinen". Voor het perceel aan de Van der Hagenstraat 7/9 is op 19 december 1989 een bestemmingsplan vastgesteld. De gronden hebben een gemengde bestemming gekregen. Hieronder vallen horeca en recreatieve doeleinden.
Enkele voorzieningen, zoals het Silverdome en Dutch Waterdreams, zijn gerealiseerd met vrijstellingen.
Gebiedsindeling
Gebieden gelegen binnen het plangebied
In de VNG-uitgave wordt aangegeven dat een gemengd gebied een gebied is met een matige tot sterke functiemenging. Direct naast woningen komen andere functies voor zoals winkels, horeca en kleine bedrijven. Gebieden die direct langs de hoofdinfrastructuur liggen behoren eveneens tot het omgevingstype gemengd gebied.
In het Van Tuyllpark en directe omgeving is de woonfunctie niet of nauwelijks vertegenwoordigd. Het van Tuyllpark zelf is daarom aangemerkt als een gemengd gebied. Hieronder vallen ook de woningen gelegen aan de Bleiswijkseweg en de Zegwaartseweg aangezien deze aan, dan wel binnen de invloedssfeer van drukke wegen liggen dan wel deel uitmaken van een bebouwingslint met verschillende functies.
Voor de bedrijventerreinen is gebruik gemaakt van de Staat van Bedrijfsactiviteiten voor bedrijventerreinen.
Gebieden gelegen buiten het plangebied
De omgeving van het plangebied bestaat, vooral aan randen, uit bedrijventerreinen dan wel kantoorstrips. Ter hoogte van het Van Tuyllpark en het bedrijventerrein Brinkhage liggen de bedrijventerreinen Rokkehage, Hoornerhage en Zoeterhage. Deze terreinen leveren voor de toepassing van de milieuzonering in het plangebied geen belemmeringen op, ondanks dat er wel gevoelige functies aanwezig zijn op deze terreinen. Het gaat dan om een aantal bedrijfswoningen op Hoornerhage, het woonwagenterrein en de penitentiare inrichting op Rokkehage. Het gebied kan aangemerkt worden als gemengd gebied. De bedrijfswoning aan de Storkstraat 27 is de dichtstbij gelegen gevoelige functie. De bedrijfswoning ligt op ruim 200 meter afstand van de voorzieningen in het Van Tuyllpark. De afstanden tussen de gevoelige functies en de bedrijven en voorzieningen die liggen in het plangebied van dit bestemmingsplan voldoen aan de richtafstanden die gelden voor gemengd gebied.
Ter hoogte van het bedrijventerrein Lansinghage wordt het gebied liggend tussen de Oostweg en de Blauwroodlaan gekenmerkt door kantoren en lichtere vormen van bedrijvigheid. Langs de Blauwroodlaan staan ook woon-werkwoningen. Deze woningen kunnen gerekend worden tot gemengd gebied. Deze woningen liggen op minimaal 135 meter afstand van het bedrijventerrein Lansinghage.Ten westen van deze strook ligt het aaneengesloten woongebied van de wijk Rokkeveen. Hier begint de 'rustige woonwijk'. Dit deel van Rokkeveen ligt op meer dan 200 meter van de bedrijfspercelen.
Aan de zuid- en oostkant van het plangebied bevinden zich ten zuiden van de A12 glastuinbouwgebieden. Bij de glastuinbouwbedrijven horen bedrijfswoningen. Ook deze kunnen gerekend worden tot gemengd gebied. De bedrijfswoningen ten zuiden van Lansinghage liggen op circa 125 meter afstand van het bedrijventerrein Lansinghage. Op het zuidelijke deel van het bedrijventerrein zijn bedrijven tot maximaal milieucategorie 4.1 toegestaan. Hiermee wordt voldaan aan de richtafstanden uit de VNG-brochure "Bedrijven en milieuzonering".
De bedrijfswoningen ten oosten van het bedrijventerrein Lansinghage liggen op meer dan 200 meter afstand. Op het oostelijke deel van Lansinghage zijn bedrijven tot en met maximaal 4.2 toegestaan. Hiermee wordt voldaan aan de richtafstanden uit de VNG-brochure.
Ten noorden van de A12 wordt het bedrijventerrein Prisma en Bleizo ontwikkeld. Ter hoogte van het bedrijventerrein Brinkhage staan geen woningen.
Ten aanzien van het Van Tuyllpark ligt de dichtstbijzijnde rustige woonwijk op circa 260 meter (Oosterheem). Deze afstand wordt voldoende groot geacht aangezien op het terrein geen sportvoorzieningen mogelijk worden gemaakt waarvan de hindercontour reikt aan deze afstand. Verder is voor het Van Tuyllpark van belang de woning aan de Prismalaan-West 30. Deze woning staat op het bedrijventerrein Prisma en kan gerekend worden tot gemengd gebied. De woning ligt op ongeveer 140 meter afstand van het Van Tuyllpark. Dit betekent dat in de noordoostelijke hoek van het Van Tuyllpark sportvoorzieningen tot maximaal milieucategorie 4.1 zijn toegestaan. Hierdoor wordt voldaan aan de richtafstanden uit de VNG-brochure.
Samenvattend
In onderstaande tabel zijn de omgevingstypen samengevat:
Rustige woonwijk | Binnen het plangebied: - geen In de directe omgeving van het plangebied: - de woonwijken Rokkeveen en Oosterheem |
Gemengd gebied | Binnen het plangebied: - de woningen langs de Zegwaartseweg en de Bleiswijkseweg In de directe omgeving van het plangebied: - de bedrijfswoning Storkstraat 27 op Hoornerhage; - de penitentiaire inrichting op Rokkehage; - woon-werkwoningen langs de Blauwroodlaan in Rokkeveen - het glastuinbouwgebied met de bedrijfswoningen ten zuiden en oosten van het bedrijventerrein Lansinghage - woning op bedrijventerrein Prisma |
Gekozen milieuzonering voor de verschillende gebieden in het plangebied
Zoals ook in de VNG-brochure is aangegeven, is de Staat van Bedrijfsactiviteiten in principe bedoeld voor nieuwe situaties. De Staat van Bedrijfsactiviteiten kan niet zonder meer worden toegepast bij de vraag of bedrijven die al in het plangebied gevestigd zijn, wegbestemd moeten worden of niet. Uiteraard geeft de categorie-indeling van deze bedrijven wel een indicatie van de aanvaardbaarheid. In bestaande situaties moet met name gekeken worden of het bedrijf beschikt over de benodigde milieuvergunning(en) en of de milieubelasting binnen de huidige normen blijft. Alleen indien een bedrijf onaanvaardbare hinder veroorzaakt, waaraan redelijkerwijs door het treffen van voorzieningen niet tegemoet kan worden gekomen, kan een bedrijf worden wegbestemd. Voorwaarde hierbij is dat de gemeente de benodigde financiële middelen ter beschikking heeft. Dergelijke bedrijven komen in het plangebied niet voor.
Bedrijventerreinen
Voor bedrijventerreinen dient, vooral als hierop geen gevoelige bestemmingen aanwezig zijn, gekeken te worden naar de omgeving hiervan: welke milieuzonering kan worden toegepast zonder dat sprake is van een onaanvaardbare hinder voor de woonomgeving.
Voor het bedrijventerrein is aangegeven welke milieucategorieën bedrijven zich hier kunnen vestigen zonder onaanvaardbare hinder voor de omgeving te veroorzaken. Hierbij zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:
De bedrijven in het plangebied liggend aan de Darwinstraat hebben, vanwege de toekomstige herinrichting van het volkstuinencomplex aan de Edisonstraat met woningen, maximaal milieucategorie 3.2 gekregen. In de huidige situatie bevinden zich hier geen bedrijven die in een hogere milieucategorie vallen. Voor Silverdome is de maximale milieucategorie eveneens bepaald op 3.2. Hiermee worden de huidige activiteiten in Silverdome positief bestemd. Door geen hogere milieucategorie toe te staan worden de toekomstige ontwikkeling op het huidige complex van TV Seghwaert niet belemmerd.
De bedrijventerreinen Brinkhage en Lansinghage hebben voor een strook langs de gehele lengte van de Oostweg en aan de Bleiswijkseweg maximaal milieucategorie 3.2 gekregen. Aan de andere zijde van de Oostweg liggen kantoren/bedrijven en de woon-werkwonigen aan de Blauw-roodlaan. Ten westen hiervan liggen de woningen van de wijk Rokkeveen. Deze woningen liggen op meer dan 100 meter vanaf de perceelgrenzen van de bedrijventerreinen in dit bestemmingsplan. Mede omdat de woningen in Rokkeveen worden afgeschermd door de kantoren/bedrijven langs de Oostweg wordt er van uit gegaan dat een categorie 3.2 geen onaanvaardbare belemmeringen met zich mee brengt.
Meer naar het oosten toe lopen de milieucategorieën op de bedrijventerreinen stapsgewijs op tot maximaal milieucategorie 4.2. Hierbij zijn de richtafstanden aangehouden van de VNG-publicatie.
De woningen aan de Bleiswijkseweg, die zijn aangeduid als gemengd gebied, bevinden zich op voldoende afstand van de bedrijven aan de andere zijde van de straat om op dit deel van het terrein tot maximaal categorie 3.2 toe te staan. De voorgevel van de woning op nummer 120 ligt op 46 meter van de perceelsgrens van het dichtstbijstaande bedrijf. Deze kleine overschrijding (de aan te houden afstand is immers 50 meter, wordt in deze situatie verantwoord geacht aangezien het een bestaande situatie betreft. Deze afstand wordt voldoende groot geacht voor het toepassen van categorie 3.2. De woning aan nummer 118a ligt op circa 70 meter en ligt dus op een voldoende afstand.
Op de bedrijventerreinen ligt één bedrijf dat te dicht bij een gevoelige bestemming ligt op basis van de milieuzonering. Dit betreft het verpakkingsmiddelenbedrijf aan de Bleiswijkseweg 51 (categorie 4.2 (richtafstand 200 meter ten opzichte van gemengd gebied) terwijl de dichtstbijstaande woning op circa 105 meter ligt). Daarom heeft dit bedrijf een specifieke functieaanduiding gekregen. Dit houdt in dat het bedrijf zijn huidige activiteiten voort kan zetten. Mocht het bedrijf vertrekken, dan kan zich hier alleen eenzelfde type bedrijf vestigen of een bedrijf dat valt in een lagere milieucategorie.
Voorzieningen Van Tuyllpark
Naast de bedrijventerreinen zijn de voorzieningen in het Van Tuyllpark voor de milieuzonering relevant. Aangezien de dichtstbijstaande woningen zich op ruim voldoende afstand van het Van Tuyllpark bevinden, is hier geen sprake van bijzonderheden in het kader van de milieuzonering. Bovendien is rondom de woningen sprake van extensieve vormen van recreatieve voorzieningen (wandel en fietspaden). Vanwege de ruime afstand tot gevoelige bestemming, de functie van het gebied en het extensieve karakter van de bebouwing, zijn hier sportvoorzieningen tot maximaal categorie 4.2 toegestaan. Uitzondering hierop vormt het perceel van Silverdome. Hier zijn sportvoorzieningen en voorzieningen voor cultuur en ontspanning tot maximaal milieucategorie 3.2 toegestaan. De huidige activiteiten van Silverdome worden hiermee positief bestemd. Er is niet gekozen voor een hogere milieucategorie, omdat dit mogelijk de toekomstige woningbouwontwikkeling op het huidige terrein van TV Seghwaert zal belemmeren.
Overige regels m.b.t. milieuzonering
Afwijken van de gebruiksregels
De milieuzonering zoals deze hierboven is beschreven, betekent niet dat de uitoefening van activiteiten uit een hogere categorie in alle gevallen onaanvaardbaar is. De Lijst van bedrijfsactiviteiten geeft namelijk een vrij grove indeling van de hinderlijkheid van bedrijven. De situatie bij een specifiek bedrijf kan daarvan afwijken. Met name komt het voor dat een bedrijf als gevolg van de geringe omvang van hinderlijke (deel)activiteiten of door een milieuvriendelijke werkwijze, minder hinder veroorzaakt dan in de Lijst van bedrijfsactiviteiten is verondersteld. In dat geval kan bij omgevingsvergunning worden afgeweken van de algemene toelaatbare milieucategorie. Op die manier kan een dergelijk bedrijf voor de desbetreffende activiteit worden toegelaten. Dit geldt alleen voor bedrijven die maximaal twee afstandsstappen afwijken van de richtafstanden van de op grond van de milieuzonering toegelaten categorie. Dit houdt in dat indien bedrijven uit maximaal categorie 3.2 zijn toegestaan, kan worden afgeweken van de gebruiksregels voor bedrijven uit maximaal categorie 4.2.
Horeca
In verschillende bestemmingen is de aanwezige horeca positief bestemd. Het gaat hier met name om horeca die samen met andere functies in één pand gevestigd is. Voor deze voorzieningen is maximaal horecacategorie 3 toegestaan. De horecavoorzieningen in dit bestemmingsplan liggen niet nabij gevoelige functies, er is dus geen sprake van aandachtspunten.
Voor de horeca is een aparte Staat van horeca-inrichtingen bij de regels gevoegd.