direct naar inhoud van 5.6 Bedrijven en milieuzonering
Plan: Oosterheem / Zegwaartseweg-Noord
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0637.BP00024-0004

5.6 Bedrijven en milieuzonering

5.6.1 Begrip milieuzonering

Een goede ruimtelijke ordening beoogt het voorkomen van voorzienbare hinder en gevaar door milieubelastende activiteiten. Door bij nieuwe ontwikkelingen voldoende afstand in acht te nemen tussen milieubelastende activiteiten (zoals bedrijven) en milieugevoelige functies (zoals woningen) worden hinder en gevaar voorkomen en wordt het bedrijven mogelijk gemaakt zich binnen aanvaardbare voorwaarden te vestigen.

Deze milieuzonering dient aldus twee doelen:

  • 1. het voorkomen of zoveel mogelijk beperken van hinder en gevaar voor woningen;
  • 2. het bieden van voldoende ruimte en zekerheid aan bedrijven dat zij hun activiteiten duurzaam kunnen (blijven) uitoefenen.

Een vergaande scheiding van functies kan echter ook leiden tot inefficiënt ruimtegebruik en een verlies aan ruimtelijke kwaliteit. Een gemengd gebied met een mix van wonen en werken, winkels en horeca stimuleert een levendig straatbeeld, een hogere sociale veiligheid en extra draagvlak voor voorzieningen.

5.6.2 VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering

Uitgave Bedrijven en milieuzonering

Om te komen tot een ruimtelijk relevante toetsing van bedrijfsvestigingen op milieuhygiënische aspecten wordt het begrip milieuzonering gehanteerd. Onder milieuzonering wordt verstaan het waar nodig zorgen voor een voldoende ruimtelijke scheiding tussen enerzijds bedrijven of overige milieubelastende functies en anderzijds milieugevoelige functies zoals woningen. Bij de planontwikkeling dient rekening gehouden te worden met milieuzonering om zodoende de kwaliteit van het woon- en leefmilieu te handhaven en te bevorderen en daarnaast bedrijven voldoende zekerheid te bieden dat zij hun activiteiten duurzaam binnen aanvaardbare voorwaarden kunnen uitvoeren. Bij de milieuzonering wordt gebruikgemaakt van de door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) opgestelde brochure Bedrijven en milieuzonering (editie 2009).

Scheiding van functies versus functiemenging

Scheiding van milieubelastende en milieugevoelige functies met behulp van milieuzonering is in de omgeving van sterk milieubelastende activiteiten zonder meer noodzakelijk. Een vergaande scheiding van functies kan echter ook leiden tot inefficiënt ruimtegebruik en een verlies aan ruimtelijke kwaliteit. Een gemengd gebied met een mix van wonen en werken, winkels en horeca stimuleert een levendig straatbeeld, een hogere sociale veiligheid en extra draagvlak voor voorzieningen. Vanuit het oogpunt van efficiënt ruimtegebruik verdient het de voorkeur om functiescheiding binnen een gemengd gebied niet verder door te voeren dan met het oog op een goed woon- en leefklimaat noodzakelijk is.

Richtafstandenlijsten 

De twee belangrijkste bouwstenen voor milieuzonering zijn de twee richtafstandenlijsten in bijlage 1 van de VNG-brochure. Voor een scala aan milieubelastende activiteiten (lijst 1) en opslagen en installaties (lijst 2) zijn richtafstanden aangegeven ten opzichte van een rustige woonwijk. In de lijsten wordt onderscheid gemaakt naar richtafstanden voor de ruimtelijk relevante milieuaspecten geur, stof, geluid en gevaar. De grootste van deze vier richtafstanden is bepalend voor de indeling van een activiteit in een milieucategorie. Daarbij omvat categorie 1 de lichtste en categorie 6 de zwaarste vormen van bedrijvigheid. De richtafstanden gaan uit van gemiddeld moderne bedrijven. Indien bekend is welke activiteiten concreet worden beoogd of aanwezig zijn, kan gemotiveerd worden uitgegaan van de daadwerkelijk te verwachten milieubelasting (in plaats van de richtafstanden).

Twee omgevingstypen: rustige woonwijk en gemengd gebied

De richtafstanden in bijlage 1 van de VNG-brochure zijn afgestemd op de omgevingskwaliteit zoals die wordt nagestreefd in een rustige woonwijk of een vergelijkbaar omgevingstype (zoals een rustig buitengebied, een stiltegebied of een natuurgebied). Een rustige woonwijk is een woonwijk die is ingericht volgens het principe van functiescheiding. Afgezien van wijkgebonden voorzieningen komen vrijwel geen andere functies (zoals bedrijven of kantoren) voor.

Indien de aard van de omgeving dit rechtvaardigt, kunnen gemotiveerd kleinere richtafstanden worden aangehouden bij het omgevingstype gemengd gebied, dat gezien de aanwezige functiemenging of ligging nabij drukke wegen al een hogere milieubelasting kent. Een gemengd gebied is een gebied met een matige tot sterke functiemenging. Direct naast woningen komen andere functies voor zoals winkels, horeca en kleine bedrijven. Ook lintbebouwing in het buitengebied met overwegend agrarische en andere bedrijvigheid kan als gemengd gebied worden beschouwd. Gebieden die direct langs de hoofdinfrastructuur liggen behoren eveneens tot het omgevingstype gemengd gebied. De richtafstanden uit bijlage 1 van de VNG-brochure gelden ten opzichte van een rustige woonwijk. De afstanden kunnen, zonder dat dit ten koste gaat van het woon- en leefklimaat, met één afstandsstap worden verlaagd indien sprake is van omgevingstype gemengd gebied.

milieucategorie   richtafstand tot omgevingstype rustige woonwijk en rustig buitengebied   richtafstand tot omgevingstype gemengd gebied  
1   10 m   0 m  
2   30 m   10 m  
3.1   50 m   30 m  
3.2   100 m   50 m  
4.1   200 m   100 m  
4.2   300 m   200 m  
5.1   500 m   300 m  
5.2   700 m   500 m  
5.3   1.000 m   700 m  
6   1.500 m   1.000 m  

Functiemenging

De richtafstanden ten opzichte van de omgevingstypen rustige woonwijk, rustig buitengebied en gemengd gebied gaan uit van het principe van functiescheiding. Door het hanteren van richtafstanden tussen een bedrijventerrein of bedrijfslocatie en een gebied met een variatie aan functies (zoals wonen, horeca en kleine bedrijvigheid), wordt de toelaatbaarheid van milieubelastende functies beoordeeld.

Binnen gemengde gebieden kan echter ook sprake zijn van functiemenging. Dit betekent dat op gebouwniveau meerdere functies gecombineerd zijn, zoals wonen boven winkels. In de VNG-brochure 'Bedrijven en milieuzonering' is voor gebieden met functiemenging een aparte lijst (bijlage 4) opgenomen. In gebieden met functiemenging gelden geen richtafstanden. De toelaatbaarheid van milieubelastende functies in gebieden met functiemenging wordt beoordeeld aan de hand van de volgende drie ruimtelijk relevante milieucategorieën:

  • categorie A: activiteiten die zodanig weinig milieubelastend voor hun omgeving zijn, dat deze aanpandig aan woningen kunnen worden uitgevoerd;
  • categorie B: activiteiten die in een gemengd gebied kunnen worden uitgeoefend, echter met een zodanige milieubelasting voor hun omgeving dat zij bouwkundig afgescheiden van woningen en andere gevoelige functies dienen plaats te vinden;
  • categorie C: de activiteiten zoals genoemd onder B, waarbij door de relatief grote verkeersaantrekkende werking een ontsluiting op de hoofdinfrastructuur is aangewezen.

Voor het toestaan van deze activiteiten gelden de volgende randvoorwaarden:

  • het gaat om kleinschalige, ambachtelijke bedrijvigheid;
  • productie en/of laad- en loswerkzaamheden vinden alleen in de dagperiode plaats;
  • de activiteiten (inclusief opslag) vinden hoofdzakelijk inpandig plaats;
  • activiteiten uit categorie C beschikken daarnaast over een goede aansluiting op de hoofdinfrastructuur.
5.6.3 Milieuzonering in het plan
5.6.3.1 Geldende bestemmingsplannen

In het geldende bestemmingsplan Zegwaartseweg-Noord (vastgesteld op 26 november 2001) hebben de bedrijfspercelen aan de Zegwaartseweg de bestemming 'Bedrijfsdoeleinden A' dan wel 'Bedrijfsdoeleinden B' gekregen. Op grond van het geldende bestemmingsplan zijn de gronden met de bestemming 'Bedrijfsdoeleinden A' bestemd voor bedrijfs- en handelsdoeleinden (met uitzondering van detailhandel), parkeervoorzieningen en tuinen. Op deze gronden mag uitsluitend bebouwing ten dienste van de aangewezen bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat uitsluitend de met 'Bedrijfsdoeleinden B' aangegeven bestemmingsvlakken bebouwd mogen worden. Op gronden met de bestemming 'Bedrijfsdoeleinden B' zijn bedrijven toegestaan tot en met maximaal milieucategorie 2. Verder heeft een aantal gronden in het geldende bestemmingsplan de bestemming 'Bijzondere doeleinden'. Deze gronden zijn onder meer bestemd voor wonen, voorzieningen (openbare, medische, educatieve, maatschappelijke en sociaal-culturele), zakelijke en persoonlijke dienstverlening en ambachtelijke bedrijvigheid. Voor deze bestemming geldt dat in het geldende bestemmingsplan geen milieuzonering is opgenomen.

De locaties van het nieuwe winkelcentrum Oosterheem en de huidige multifunctionele accommodaties (waarin onderwijsvoorzieningen geclusterd zijn met wonen, sport en andere sociaal culturele voorzieningen) hebben in de geldende bestemmingsplannen de bestemming 'Voorzieningencentrum'. Op grond van het geldende bestemmingsplan zijn deze gronden onder andere bestemd voor detailhandel, horeca, kantoren, ambachtelijke bedrijven, maatschappelijke doeleinden en sportvoorzieningen. Voor deze bestemming geldt dat in het geldende bestemmingsplan geen milieuzonering is opgenomen.

Plangebied rustige woonwijk of gemengd gebied?

Het plangebied is opgebouwd uit verschillende woonbuurten en woonmilieu's. In een groot deel van deze woonbuurten komen vrijwel geen andere functies (zoals bedrijven of kantoren) voor en langs het merendeel van de randen van het plangebied is weinig verstoring door verkeer. Het plangebied is daarom in hoofdzaak te typeren als een rustige woonwijk. Er zijn hierop enkele uitzonderingen.

De eerste uitzondering is een aantal gebieden in Oosterheem waar op gebouwniveau wonen met andere functies is gecombineerd. Dit geldt voor het centrumgebied Oosterheem en voor een drietal voorzieningenclusters (multifunctionele accommodaties) aan de Hodenpijlstraat, Zanzibarplein en Spitsbergen. Aan het centrumgebied is in dit bestemmingsplan de bestemming 'Centrum' toegekend en aan de 3 voorzieningenclusters de bestemming Gemengd - 1. Verder geldt dit voor het perceel Zegwaartseweg 61 die in dit bestemmingsplan ook de bestemming de bestemming 'Gemengd - 1' heeft gekregen. Op de bovengenoemde percelen kunnen ook woningen gecombineerd worden met andere functies. Voor deze gebieden/locaties geldt dat er sprake is van een gebied met functiemenging.

De tweede uitzondering is de lintbebouwing langs de Zegwaarteweg met uitzondering van bovengenoemd perceel. De woningen aan de Zegwaartseweg worden onder meer afgewisseld door gronden met de bestemming 'Bedrijf', een baggerdepot, een volkstuinencomplex en een horecavestiging. Een deel van deze zone ligt bovendien in de invloedssfeer van de RandstadRail. De zone Zegwaartseweg is dan ook aan te merken als gemengd gebied.

De derde uitzondering betreft de woonbebouwing (zowel bestaande als nog te ontwikkelen woningen) in Oosterheem die grenst aan het bedrijventerrein Oosterhage en gelegen is binnen de invloedssfeer van de Olof Palmelaan (welke tot de hoofdwegen van Zoetermeer behoort) en de HSL. Deze zijn te typeren als een gemengd gebied.

De woonomgeving nabij het Businesspark Oosterheem is eveneens te typeren als gemengd gebied. De woningen liggen in de invloedsfeer van de RandstadRail en de Willem Dreeslaan, de Alletta Jacobslaan en de Hugo de Grootlaan die behoren tot de hoofdinfrastructuur van Zoetermeer.

In onderstaande tabel zijn de omgevingstypen samengevat:

rustige woonwijk   het gehele plangebied met uitzondering van de hieronder genoemde gebieden  
gemengd gebied   de lintbebouwing langs de Zegwaartseweg met uitzondering van Zegwaartseweg 61, de woonbebouwing/woonomgeving direct rondom het Businesspark Oosterheem en de woonbebouwing die grenst aan bedrijventerrein Oosterhage en de Olof Palmelaan  
functiemenging   Het centrumgebied Oosterheem en de percelen met de bestemming 'Gemengd - 1'  
5.6.3.2 Type bedrijvigheid in het plangebied

Zoals ook in de VNG-brochure is aangegeven, is de Staat van Bedrijfsactiviteiten in principe bedoeld voor nieuwe situaties. De Staat van Bedrijfsactiviteiten kan niet zonder meer worden toegepast bij de vraag of bedrijven die al in het plangebied gevestigd zijn, wegbestemd moeten worden of niet. Uiteraard geeft de categorie-indeling van deze bedrijven wel een indicatie van de aanvaardbaarheid. In bestaande situaties moet met name gekeken worden of het bedrijf beschikt over de benodigde milieuvergunning(en) en of de milieubelasting binnen de huidige normen blijft. Alleen indien een bedrijf onaanvaardbare hinder veroorzaakt, waaraan redelijkerwijs door het treffen van voorzieningen niet tegemoet kan worden gekomen, kan een bedrijf worden wegbestemd. Voorwaarde hierbij is dat de gemeente de benodigde financiële middelen ter beschikking heeft. Dergelijke bedrijven komen in het plangebied niet voor.

Zoals vermeld is het merendeel van het plangebied te typeren als een rustige woonwijk. Daarbinnen zijn geen solitaire bedrijfspercelen gelegen. Wel bevindt zich, verspreid over de woonwijk, aan-huis-verbonden bedrijvigheid. Deze vorm van bedrijvigheid valt onder milieucategorie 1 uit lijst 1 van de VNG-brochure en is in algemene zin in milieuhygiënische zin aanvaardbaar in een rustige woonwijk.

De gereserveerde sportvoorzieningen de zogenoemde 'Sportscheg' vallen in categorie 2 en categorie 3.1. Tot een afstand van 50 m van de omliggende woonbebouwing geldt categorie 2. Vanaf een afstand van 50 m geldt categorie 3.1. De Stadsboerderij aan de Burgemeester Middelberglaan valt in categorie 2. Voor deze voorziening geldt een richtafstand van 30 m ten opzichte van een rustige woonwijk. De afstand tot de bestaande bebouwing en de naastgelegen ontwikkellocatie bedraagt meer dan 30 m.

5.6.3.3 Gebieden met functiemenging

In de woonwijk Oosterheem is een aantal gebieden dat gekenmerkt wordt door functiemenging. In deze gebieden zijn woningen gecombineerd met ander functies als winkels, onderwijs en maatschappelijke voorzieningen. Dit geldt voor het centrumgebied Oosterheem, met daarbinnen het in aanbouw zijnde winkelcentrum Oosterheem. In dit winkelcentrum zullen zich verschillende functies (winkels, commerciële en maatschappelijke voorzieningen) bevinden met op de verdiepingen woningen. Verder is ook sprake van functiemenging in de zogenoemde multifunctionele accommodaties in Oosterheem. Hier worden onder meer onderwijs en maatschappelijke voorzieningen met woningen gecombineerd. Verder geldt dit voor een het perceel Zegwaartseweg 61 die in dit bestemmingsplan de bestemming 'Gemengd - 1' heeft gekregen. Op deze percelen kunnen ook woningen gecombineerd worden met andere functies.

Aangezien op gebouwniveau functies zijn gemengd, kan voor deze gebieden geen gebruikgemaakt worden van lijst 1 van de VNG-brochure. Voor het centrumgebied van Oosterheem (inclusief winkelcentrum) en de percelen met de bestemming 'Gemengd - 1' is daarom aangesloten bij lijst 4 (functiemenging) van de VNG-publicatie.

Op grond van de bestemmingen 'Centrum', en de bestemming 'Gemengd - 1' mogen hier bij recht alleen functies gevestigd worden die behoren tot categorie A van de in bijlage 4 van de VNG-brochure (welke als bijlage bij de regels is gevoegd). Hierop zijn enkele uitzonderingen:

  • Binnen de bestemming 'Centrum' zijn ook supermarkten en/of warenhuizen, kerkgebouwen en kinderopvang (categorie B) toegestaan. In het winkelcentrum is de aanwezigheid van supermarkten van groot belang, omdat dit centrum bedoeld is voor het doen van de dagelijkse boodschappen.
  • Binnen de bestemming 'Gemengd - 1' aan de Hodenpijlstraat zijn ook een sporthal en scholen voor basis- en algemeen voortgezet onderwijs (categorie B) toegestaan. Er is reeds een basisschool gevestigd.
  • Binnen de bestemming 'Gemengd - 1' aan het Zanzibarplein zijn ook een sporthal en scholen voor basis- en algemeen voortgezet onderwijs (categorie B) toegestaan. Een basisschool en sporthal zijn hier reeds gevestigd.
  • Binnen de bestemming 'Gemengd - 1' aan Spitsbergen zijn ook een sporthal en scholen voor basis- en algemeen voortgezet onderwijs en kerkgebouwen (categorie B) toegestaan. Een basisschool is hier reeds gevestigd.
  • Binnen de bestemming 'Gemengd - 1' op het perceel Zegwaardseweg 61 zijn ook maatschapelijke voorzieningen (categorie B) toegestaan. Een sporthal is hier uitgesloten, omdat deze op grond van het vigerende bestemmingsplan ook niet mogelijk is.
5.6.3.4 Lintbebouwing Zegwaartseweg

Voor de Zegwaartseweg is aangegeven welke milieucategorieën bedrijven zich hier kunnen vestigen zonder aanvaardbare hinder voor de omgeving te veroorzaken. Hierbij zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:

  • De momenteel aanwezige bedrijfswoningen worden positief bestemd. De aanwezigheid van een bedrijfswoning betekent dat er in de naaste omgeving alleen lichte bedrijven kunnen worden toegestaan.
  • Bedrijvigheid is toegestaan tot de hoogst mogelijke milieuhygiënisch verantwoorde milieucategorie. Hierbij zijn de woningen binnen de zone Zegwaartseweg aangemerkt als behorend tot een gemengd gebied en de woningen binnen de woonwijk Oosterheem en ten westen van de Schansbaan als behorende tot een rustige woonwijk.
  • Bij toetsing is het zeer moeilijk om een bedrijf op één perceel onder meerdere categorieën te laten vallen, daarom krijgt elk perceel 1 milieucategorie.
  • In het geldende bestemmingsplan zijn op de bestemming 'Bedrijfsdoeleinden A' en 'Bedrijfsdoeleinden B' alleen bedrijven toegestaan die vallen onder milieucategorie 1 en 2. Deze milieuzonering wordt in voorliggend bestemmingsplan overgenomen. Omdat het om bestaande bedrijfspercelen gaat, wordt het bovendien aanvaardbaar geacht om nabij (bedrijfs)woningen niet alleen categorie 1, maar ook categorie 2 bedrijven toe te staan. Dit is conform het uitgangspunt dat bestaande bedrijvigheid in categorie 1 en 2 zich goed verdraagt nabij (bedrijfs)woningen.

Op basis van deze uitgangspunten is op de bedrijfspercelen langs de Zegwaartseweg de hoogst mogelijke milieucategorie 2.

Binnen de lintbebouwing van de Zegwaartseweg is één bedrijfsperceel aanwezig met een afwijkende milieucategorie ten opzichte van de algemene toelaatbaarheid. Het gaat om het perceel Zegwaartseweg 148. Op dit bedrijfsperceel is een hoveniersbedrijf gevestigd. Op grond van de VNG-brochure valt dit bedrijf binnen milieucategorie 3.1. Daarvoor geldt een richtafstand van 50 m tot een rustige woonwijk en 30 m tot gemengd gebied. Een aantal woningen binnen het lint alsmede de naastgelegen ontwikkellocaties liggen binnen de hiervoor genoemde richtafstand ten opzichte van een gemengd gebied die geldt voor een bedrijf in milieucategorie 3.1. Er kan derhalve niet voldaan worden aan de richtafstand van 30 m. Aangezien het een bestaand bedrijf betreft, heeft dit bedrijf een maatbestemming gekregen.

Ten tijde van het opstellen van het bestemmingsplan Zegwaartseweg-Noord (2001) was een hoveniersbedrijf benoemd als een categorie 1, waarvoor een richtafstand geldt van 10 m. In de huidige VNG-brochure (2009) is een hovenierbedrijf aangeduid als categorie 3.1. Het maatgevende aspect is hierbij geluid. Geluid heeft met name betrekking op het verkeer, de ontsluiting van het perceel en het gebruik van machines en tractoren. Het bedrijf kent één ontsluiting door middel van een brug over de wetering. Ten zuiden van de ontsluitingsweg zijn de gronden ingericht ten behoeve van een bedrijfswoning, een privétuin en een kleine kwekerij. Daarnaast ligt een grote loods, waarbij de opening in de noordgevel is geplaatst. De geluidproducerende bedrijfsactiviteiten en de vervoersbewegingen vinden alle plaats ten noorden van de loods. De afstand gemeten vanaf de geluidgevoelige bedrijfsactiviteiten tot aan de kavelgrens bedraagt minimaal 40 m (zie onderstaande afbeelding). Ten zuiden van het hovenierbedrijf ligt ontwikkellocatie Zegwaartseweg 146. Gezien de inrichting van het hovenierbedrijf en de plaats van de bedrijfsactiviteiten kan er worden afgeweken van de richtafstand van 30 m en geldt er een afstand van 10 m tussen de grens van de inrichting en de gevel van de nog te realiseren woningen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0637.BP00024-0004_0025.png"

Indien bij ontwikkeling van de naastgelegen percelen met nieuwe woningbouw de huidige bedrijfsbestemming en het aanwezige hovenierbedrijf gehandhaafd blijven, dan dient bovengenoemde afstand tussen de bedrijfsbestemming en de dichtstbijzijnde nieuw te bouwen woning in acht genomen te worden. Dit om de kwaliteit van het woon- en leefmilieu te handhaven en te bevorderen en daarnaast het bedrijf voldoende zekerheid te bieden dat haar activiteiten duurzaam binnen aanvaardbare voorwaarden uitgevoerd kunnen worden. Om die reden is in dit bestemmingsplan binnen de bestemming 'Woongebied - 2' aan weerszijde van het hoveniersbedrijf een zone opgenomen waar niet gebouwd mag worden. Deze zone komt overeen met de richtafstand van 10 m van het hoveniersbedrijf tot gemengd gebied bij de ontwikkellocatie Zegwaartseweg 146 en 30 m voor ontwikkellocatie Zegwaartseweg 148. De beperking van de onbebouwde zone kan ongedaan worden gemaakt door een tweetal wijzigingsbevoedgheden. Ter plaatse van de bovengenoemde onbebouwde zone zijn hiertoe twee wijzigingsgebieden opgenomen: wro-zone wijzigingsgebied 2 en wro - zone wijzigingsgebied - 3. Voor een nadere toelichting op deze wijzigingsbevoegdheden wordt verwezen naar paragraaf 4.2.12 en 4.2.13.

5.6.3.5 Milieuzonering in relatie tot Businesspark Oosterheem

Het Businesspark Oosterheem vormt mede het centrum van de woonwijk Oosterheem. Bij de ontwikkeling van het Businesspark is door het toepassen van de milieuzonering conform de VNG-brochure rekening gehouden met de woonwijk. In het Businesspark zijn, conform ook het geldende bestemmingsplan, alleen bedrijven toegestaan in de milieucategorieën 1 en 2 (dan wel daarmee vergelijkbaar zijn). Dergelijke kleinschalige bedrijvigheid is in het algemeen in milieuhygiënische zin aanvaardbaar in een rustige woonwijk. Bestaande bedrijven binnen genoemde milieucategorie zijn tevens vrij uitwisselbaar met andere qua milieucategorie gelijksoortige bedrijven. Ook is de mogelijkheid kinderdagverblijven (milieucategorie 2) in de bedrijfsgebouwen te vestigen. De vraag naar kinderopvang in de nieuwbouwwijk Oosterheem is dermate groot, dat op deze wijze voldoende ruimte wordt geboden in deze vraag te voorzien.

5.6.3.6 Milieuzonering in relatie tot bedrijventerrein Oosterhage

Voor bedrijventerrein Oosterhage geldt dat de afstand tot de woningen in Oosterheem minimaal 50 m bedraagt. Op het bedrijventerrein mogen bij recht bedrijven gevestigd worden die behoren tot milieucategorieën 1 tot en met 3.1 en waarmee voldaan kan worden aan de richtafstand uit de VNG-brochure die geldt voor een rustige woonwijk.

Op het perceel Franklinstraat 61 is een bedrijf aanwezig dat valt in categorie 3.2. Hiervoor geldt een richtafstand van 100 m ten aanzien van een rustige woonwijk. De geplande woningbouw op de locatie Waterzicht valt buiten deze richtafstand.

Geconcludeerd wordt dat een goed woon- en leefklimaat in de woonwijk Oosterheem is gewaarborgd.

5.6.3.7 Milieuzonering in relatie tot bedrijventerrein Dwarstocht

Het bedrijventerrein Dwarstocht is ten westen gelegen van Waterzicht. Op Dwarstocht worden bedrijven toegestaan tot en met milieucategorie 2 en een distributiecentrum (milieucategorie 3.1). Enkele woningen vallen binnen de richtafstand van 50 m tussen de grens van de bestemming Bedrijventerrein en de gevels van de geprojecteerde woningen

In paragraaf 5.2 Geluidhinder is aangetoond dat er sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat voor de woningen die vallen binnen deze richtafstand.

Voor het gedeelte van het bedrijventerrein Dwarstocht dat ten zuiden van de Olof Palmelaan ligt geldt dat op het westelijk en zuidelijke deel ervan bedrijven tot maximaal categorie 3.2 bij recht gevestigd mogen worden. Op de bedrijfsgronden die gelegen zijn in de noordoostelijke hoek zijn bij recht alleen bedrijven toegestaan die behoren tot maximaal milieucategorie 3.1. De reden hiervan is dat dit bedrijfsperceel op minder dan 100 m ligt van geprojecteerde woningen in de woonwijk Oosterheem en die mogelijk zijn op grond van het geldende bestemmingsplan Oosterheem. Dit betekent dat voldaan wordt aan de richtafstanden uit de VNG-brochure die gelden voor een rustige woonwijk en gemengd gebied. Op het zuidelijk deel van Dwarstocht is op dit moment het transportbedrijf Van Zijp Logistics gevestigd. De bedrijfsoppervlakte van dit bedrijf is meer dan 1.000 m². Goederenwegvervoerbedrijven met een bedrijfsoppervlakte van meer dan 1.000 m² (SBI-code 1993: 6024) vallen volgens Lijst 1 van de VNG-publicatie 'Bedrijven en milieuzonering' in milieucategorie 3.2. Hiervoor geldt een richtafstand van 50 m tot omgevingstype gemengd gebied en 100 m tot omgevingstype rustige woonwijk. De afstand tot de dichtstbijzijnde geprojecteerde nieuwbouw op de locatie Waterzicht is meer dan 100 m. Hiermee wordt voldaan aan de richtafstand.

5.6.3.8 Bestaande bedrijvigheid

Bedrijven en voorzieningen die ten tijde van het opstellen van dit plan aanwezig zijn, maar niet passen binnen de algemene toelaatbare milieucategorie, krijgen een maatbestemming. In dit geval geldt dit dus voor Hoverniersbedrijf van Wijk. Op basis van deze maatbestemming kan het bedrijf zijn activiteiten voortzetten. Omschakeling van het bedrijf naar een andere activiteit dan in de bestemming is vermeld, kan alleen plaatsvinden wanneer deze activiteit past binnen de algemeen toelaatbare categorieën van bedrijfsactiviteiten. Bij bedrijfsbeëindiging of -verplaatsing kan zich dan alleen nog een gelijksoortig bedrijf vestigen, of een bedrijf dat past binnen de algemene toelaatbare milieucategorie.

5.6.3.9 Afwijken van de gebruiksregels

De milieuzonering zoals deze hierboven is beschreven, betekent niet dat de uitoefening van activiteiten uit een hogere categorie in alle gevallen onaanvaardbaar is. De Lijst van bedrijfsactiviteiten geeft namelijk een vrij grove indeling van de hinderlijkheid van bedrijven. De situatie bij een specifiek bedrijf kan daarvan afwijken. Met name komt het voor dat een bedrijf als gevolg van de geringe omvang van hinderlijke (deel)activiteiten of door een milieuvriendelijke werkwijze, minder hinder veroorzaakt dan in de Lijst van bedrijfsactiviteiten is verondersteld. In dat geval kan bij omgevingsvergunning worden afgeweken van de algemene toelaatbare milieucategorie. Op die manier kan een dergelijk bedrijf voor de desbetreffende activiteit worden toegelaten. Dit geldt alleen voor bedrijven die maximaal twee afstandsstappen afwijken van de richtafstanden van de op grond van de milieuzonering toegelaten categorie. Dit houdt in dat indien bedrijven uit maximaal categorie 2 zijn toegestaan, kan worden afgeweken van de gebruiksregels voor bedrijven uit maximaal categorie 3.1.

Voor gebieden met functiemenging geldt dat bij recht functies die behoren tot categorie A zijn toegestaan. In het geval van functies die vallen onder categorie B, dan wel niet genoemd zijn mag hiervan afgeweken worden, mits aangetoond is dat de milieuhinder niet groter is dan bij functies die vallen onder categorie A.

5.6.4 Staat van Horeca-activiteiten

De Wet milieubeheer en de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) bieden onvoldoende mogelijkheden om alle relevante vormen van hinder ten gevolge van de aanwezigheid van horeca-inrichtingen te voorkomen. Een Staat van horeca-inrichtingen behorende bij de regels van een bestemmingsplan kan worden gehanteerd als een aanvulling op de reikwijdte van beide genoemde instrumenten.

Voor een indicatie van de mate van hinder veroorzaakt door horeca-inrichtingen biedt de zoneringlijst uit de publicatie 'Bedrijven en milieuzonering' van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) een goed vertrekpunt. De daarin gehanteerde grove benadering behoeft echter voor de opstelling van een in de praktijk bruikbare Staat van Horeca-activiteiten aanvulling en nadere motivering.

Bij de opstelling van de Staat van horeca-inrichtingen zijn de volgende vormen van hinder in aanmerking genomen:

  • geluidhinder (zowel door afzonderlijke inrichtingen als cumulatief);
  • verkeersaantrekkende werking;
  • parkeerdruk.

In aanvulling op de gegevens uit de VNG-publicatie is voorts gebruikgemaakt van de volgende ruimtelijk relevante aspecten:

  • de voor de verschillende soorten horeca-inrichtingen over het algemeen gebruikelijke openingstijden die voor het optreden van hinder relevant zijn (het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer hanteert immers voor de dag-, avond- en nachtperiode verschillende normen);
  • de mate waarin een bedrijfstype naar verwachting bezoekers en in het bijzonder bezoekers per auto, brommer of scooter aantrekt.

Op grond hiervan worden drie categorieën onderscheiden in de Staat van Horeca-activiteiten, die is opgenomen als bijlage bij de regels:

Categorie 1 'Lichte horeca'

Horecabedrijven die in beginsel alleen overdag en 's avonds geopend zijn (in hoofdzaak verstrekking van etenswaren en maaltijden) en daardoor slechts beperkte hinder voor omwonenden veroorzaken.

Categorie 2 'Middelzware horeca'

Horecabedrijven die normaal gesproken ook 's nachts geopend zijn en daardoor aanzienlijke hinder voor omwonenden kunnen veroorzaken, zoals cafés, bars, biljartcentra of zalenverhuur. Tevens vallen onder deze categorie horecabedrijven die in beginsel overdag en 's avonds geopend zijn met een grote verkeersaantrekkende werking.

Categorie 3 'Zware horeca'

Horecabedrijven die voor een goed functioneren ook 's nachts geopend moeten zijn en tevens een groot aantal bezoekers aantrekken en daardoor grote hinder met zich mee kunnen brengen (verkeersaantrekkende werking en daarmee gepaard gaande hinder op straat alsmede parkeeroverlast). Hieronder vallen o.m. dancings, discotheken en partycentra.

Horeca in het plangebied

De in het plangebied aanwezige horeca is positief bestemd. Voor het centrumgebied Oosterheem geldt dat hier maximaal horecacategorie 2 is toegestaan. Voor de horecagelegenheid aan de Hugo de Grootlaan met de bestemming 'Horeca' geldt eveneens als maximale horecacategorie 2.

Gelet op het bovenstaande, kan gesteld worden dat er geen onevenredige gevolgen zijn voor het woon- en leefklimaat. Voor de horeca is een aparte Staat van horeca-inrichtingen bij de regels gevoegd.