direct naar inhoud van Artikel 20 Woongebied - 2
Plan: Oosterheem / Zegwaartseweg-Noord
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0637.BP00024-0004

Artikel 20 Woongebied - 2

20.1 Bestemmingsomschrijving
20.1.1 Doeleindenomschrijving

De voor Woongebied - 2 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

met daaraan ondergeschikt:

  • b. groenvoorzieningen;
  • c. kunstwerken;
  • d. nutsvoorzieningen;
  • e. objecten van beeldende kunst;
  • f. parkeervoorzieningen;
  • g. speelvoorzieningen;
  • h. tuinen en erven;
  • i. vlaggenmasten en lichtmasten;
  • j. water;
  • k. wegen en paden;

met de daarbijbehorende bouwwerken.

20.1.2 Dubbelbestemmingen

Voor zover de in lid 20.1.1 genoemde gronden samenvallen met de bestemmingen:

20.2 Bouwregels
20.2.1 Algemeen
  • a. de totale oppervlakte van het hoofdgebouw en de erfbebouwing mag ten hoogste 40% van het bouwperceel bedragen;
  • b. de afstand van de erfbebouwing tot de zijdelingse perceelsgrens mag niet minder bedragen dan 3 m;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'twee-aaneen [tae]' geldt, in afwijking van het bepaalde in 20.2.1 onder b, dat gebouwen tot op één zijdelingse perceelsgrens gebouwd mogen worden;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd [aeg]' geldt, in afwijking van het bepaalde in 20.2.1 onder b, dat gebouwen tot op de zijdelingse perceelsgrenzen gebouwd mogen worden;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - onbebouwde zone [sba - oz]' mag geen hoofdgebouw worden gebouwd;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van woongebied - karakteristieke dijk (swg - kd)', geldt dat er een hoogteverschil in stand dient te blijven van minimaal 50 cm gemeten vanaf de westelijke zijde van het bouwperceel direct grenzend aan de Zegwaartseweg tot de evenwijdig gelegen bouwperceelgrens aan de oostzijde van het bouwperceel.
20.2.2 Hoofdgebouwen
  • a. woningen mogen uitsluitend vrijstaand worden gerealiseerd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'twee-aaneen [tae]' mogen, in afwijking van het bepaalde in artikel 20.2.2 onder a, ook twee-onder-één-kapwoningen worden gerealiseerd;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd [aeg]' mogen, in afwijking van het bepaalde in artikel 20.2.2 onder a, ook geschakelde woningen worden gerealiseerd;
  • d. de afstand van het hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens mag niet minder bedragen dan 4 m, met uitzondering van geschakelde woningen;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan met de aanduiding is aangegeven;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' mag het aantal woningen niet meer bedragen dan met de aanduiding is aangegeven.
20.2.3 Erfbebouwing
  • a. een bijgebouw mag uitsluitend worden gerealiseerd met een kapconstructie;
  • b. van erfbebouwing mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan 4,5 m;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'twee-aaneen [tae]' geldt dat erfbebouwing mag worden opgericht op gronden die zijn gelegen tussen 3 m achter de voorgevelrooilijn en 5 m achter de achtergevelrooilijn;
  • d. ingeval op het moment van de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan de bouwhoogte en/of oppervlakte van de erfbebouwing groter is, dan is bepaald in lid 20.2.3 onder a,b en c en artikel 20.2.1, geldt de bestaande maat als maximale maat.
20.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van een erf- of terreinafscheiding mag achter en in de voorgevelrooilijn maximaal 2 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van een erf- of terreinafscheiding mag voor de voorgevelrooilijn maximaal 1 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van speelvoorzieningen, vlaggenmasten en lichtmasten mag maximaal 6 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag maximaal 3 m bedragen.
20.3 Afwijken van de bouwregels
20.3.1 Bouwen tot 2 m van de zijdelings perceelsgrens

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 20.2.1 onder b, voor het bouwen van erfbebouwing tot 2 m van één zijdelingse perceelsgrens, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
20.3.2 Erfbebouwing ter plaatse van de aanduiding twee-aaneen

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 20.2.3 onder c voor het bouwen van erfbebouwing voor de voorgevelrooilijn of binnen 3 m achter de voorgevelrooijlijn, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het straat- en bebouwingsbeeld.

20.4 Specifieke gebruiksregels
20.4.1 Algemeen

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van een vrijstaand bijgebouw voor bewoning;
  • b. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor de opslag van caravans, boten en overige zaken anders dan ten behoeve van de bestemming;
  • c. het gebruik van gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval, anders dan als stort- en/of opslagplaats voor normaal gebruik;
  • d. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor detailhandel, met uitzondering van een webshop zoals bedoeld in lid 20.4.2 onder f;
  • e. het gebruik vangronden en/of bouwwerken voor horeca;
  • f. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor de opslag van consumentenvuurwerk;
  • g. het gebruik van gronden en/of bouwwerken ten behoeve van raam- en straatprostitutie.
20.4.2 Aan huis verbonden beroep of bedrijf

Gebruik van gedeelten van de woning en de erfbebouwing voor een aan huis verbonden beroep of bedrijf wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de beroeps- of bedrijfsuitoefening vindt plaats in of in het bijgebouw bij een woning;
  • b. indien voor de uitoefening van het beroep of bedrijf tevens gebruik wordt gemaakt van erfbebouwing dient deze te zijn gelegen achter de voorgevelrooilijn;
  • c. de bedrijfsvloeroppervlakte (bvo) mag niet meer bedragen dan de helft van de oppervlakte van de woning en de aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen tot een maximum van 60 m2;
  • d. er dient te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein of in het openbaar gebied conform de gemeentelijke parkeernota;
  • e. het beroep of de activiteit dient door de bewoner(s) te worden uitgeoefend; er is maximaal 1 fte extra in dienstverband toegestaan;
  • f. een webshop is alleen toegestaan als geen afhaalpunt wordt gerealiseerd en geen uitstalling van producten plaatsvindt.
20.4.3 Parkeerplaatsen op eigen terrein

Per bouwperceel worden tenminste 2 parkeerplaatsen op eigen terrein gerealiseerd en gehandhaafd, ongeacht de aanwezigheid van één of meer garages.

20.4.4 Ontsluiting bouwpercelen

Bouwpercelen die niet direct grenzen aan de Zegwaartseweg mogen niet worden ontsloten vanaf de Zegwaartseweg, met uitzondering van het bouwperceel ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van woongebied - ontsluiting bouwperceel'.

20.5 Wijzigingsbevoegdheid
20.5.1 wro-zone - wijzigingsgebied 2

Burgemeester en wethouders zijn ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone wijzigingsgebied 2' bevoegd de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - onbebouwde zone' gedeeltelijk te verwijderen, zodat woningbouw mogelijk wordt, vanaf een afstand van 10 m van de bestemmingsgrens Bedrijf, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de milieubelasting van het naastgelegen hoveniersbedrijf moet zijn opgeheven door toepassing van de wijzigingsbevoegdheid als bedoeld in artikel 3.7.1 waardoor de milieucategorie teruggebracht wordt van categorie 3.1 naar 2 danwel indien het hoveniersbedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kan worden te behoren tot de op grond van lid 3.1 onder a toegestane milieucategorie;
  • b. voor het overige is het bepaalde in artikel Woongebied - 2 van toepassing.
20.5.2 wro-zone - wijzigingsgebied 3

Burgemeester en wethouders zijn ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone wijzigingsgebied 3' bevoegd de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-onbebouwde zone' te verwijderen, zodat woningbouw mogelijk wordt. Wijziging is uitsluitend mogelijk in combinatie met of nadat de bestemming Bedrijf is gewijzigd in de bestemming Woongebied - 2 overeenkomstig het bepaalde in lid 3.7.2.