Plan: | Uitwerkingsplan Haagwijk |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | uitwerkingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0626.2012Haagwijk-UP20 |
De artikelen 1 en 2 omvatten alle gebruikelijke bepalingen en definities die van belang zijn voor de toepassing van zowel de hoofdbestemmingen als de algemene bepalingen. Zodoende hebben zij een zekere betekenis voor de handhaving van de planregels en de hierin bepaalde eisen ten behoeve van het beschermde stads- en dorpsgezicht, de landschappelijke karakteristiek en het welstandsbeleid voor onderhavig plangebied.
In hoofdstuk 2 komen de bestemmingsregels aan de orde. In dit uitwerkingsplan zijn tien bestemmingen opgenomen. De inhoud van deze bestemmingen wordt hieronder in het kort beschreven.
Artikel 3 Agrarisch met waarden - Open gebied
Deze bestemming is opgenomen voor het perceel agrarisch gebied grenzend aan de Veurseweg. Deze bestemming is bedoeld voor de instandhouding en ontwikkeling van ter plaatse voorkomende dan wel aan deze gronden eigen landschapswaarden, waarbij de openheid van het landschap de primaire kenmerkende waarde daarvan is. Extensief medegebruik is mogelijk indien de aanwezige waarden niet onevenredig worden aangetast. Binnen deze bestemming mag niet gebouwd worden.
De bestemming 'Natuur' is van toepassing op de bestaande bos- en natuurpercelen in het plangebied. De bestemming is bedoeld voor de instandhouding en/of ontwikkeling van ter plaatse voorkomende dan wel aan deze gronden eigen landschaps- en natuurwaarden. Tevens is deze grond bedoeld voor extensief recreatief medegebruik, indien en voor zover de landschaps- en natuurwaarden niet worden aangetast. Ten behoeve van dit extensieve medegebruik is de aanleg van wandelpaden toegestaan. Binnen de bestemming is het oprichten van een prieel toegestaan.
De bestemming 'Verkeer - Verblijf' is bedoeld voor de openbare ontsluitingsweg in het plangebied. Hier zijn onder andere ontsluitingswegen, voet- en fietspaden, parkeer- en groenvoorzieningen toegestaan. Binnen de bestemming mogen geen gebouwen worden opgericht. Er kunnen alleen bouwwerken en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden opgericht.
Het water wordt als zodanig bestemd. Het betreft de watergang aan weerszijden van de oprijlaan en de vijver gelegen achter het hoofdcomplex (bestemming 'Wonen - 1') op het landgoed. Binnen deze bestemming mogen alleen bouwwerken worden opgericht ten behoeve van deze bestemming, er mogen geen gebouwen worden gebouwd. Wanneer er sprake is van het verlenen van een omgevingsvergunning binnen deze bestemming wordt vooraf de waterbeheerder gehoord.
Het nieuw op te richten hoofdcomplex op het landgoed is bestemd als 'Wonen - 1'. In dit hoofdcomplex kunnen maximaal 4 grondgebonden woningen of maximaal 16 appartementen worden opgericht. Het totaal bebouwde oppervlak van het hoofdgebouw mag maximaal 700 m2 bedragen. Bijbehorende bouwwerken dienen geïntegreerd te worden in het hoofdgebouw.
Ten behoeve van een parkeergarage is een functieaanduiding 'parkeergarage (pg)' op de verbeelding opgenomen. Dit kan zowel een geheel verdiepte als een half verdiepte parkeergarage zijn.
Per woning dienen minstens 2,3 parkeerplaatsen te worden aangelegd en in stand te worden gehouden.
De op te richten boswoningen zijn bestemd als 'Wonen - 2'. Hier mogen maximaal 2 woningen worden opgericht. Het oprichten van maximaal 3 woningen is mogelijk op basis van een te verlenen afwijking. De afwijking kan alleen worden verleend indien er sprake is van tenminste twee halfvrijstaande woningen.
De woningen mogen zowel vrijstaand als halfvrijstaand worden opgericht. Hoofdgebouwen dienen in of tenminste achter de aanduiding 'gevellijn' te worden gebouwd, gezien ten opzichte van de bestemming 'Verkeer - Verblijf'. Het totale bebouwde oppervlak van de grondgebonden woningen mag niet meer bedragen dan 500 m2, met dien verstande dat het totale bebouwde oppervlak van de grondgebonden woningen binnen de bestemmingen 'Wonen - 2' en 'Wonen - 3' niet meer mag bedragen dan 1300 m2. Bijbehorende bouwwerken dienen te worden geïntegreerd in het hoofdgebouw.
Per woning dienen minstens 2,3 parkeerplaatsen te worden aangelegd en in stand te worden gehouden waarvan 2 op eigen erf.
Binnen de bestemming 'Wonen - 3' kunnen laanwoningen worden opgericht. Dit kunnen zowel vrijstaande, halfvrijstaande als aaneengebouwde woningen zijn. Er mogen hier totaal maximaal 5 woningen worden opgericht. Het oprichten van maximaal 6 woningen is mogelijk op basis van een te verlenen afwijking. De afwijking kan alleen worden verleend indien er sprake is van tenminste twee halfvrijstaande woningen.
Hoofdgebouwen dienen in of tenminste achter de aanduiding 'gevellijn' te worden gebouwd, gezien ten opzichte van de bestemming 'Verkeer - Verblijf'. Het totale bebouwde oppervlak van de grondgebonden woningen binnen de bestemmingen 'Wonen - 2' en 'Wonen - 3' mag niet meer bedragen dan 1300 m2. Bijbehorende bouwwerken met uitzondering van een botenhuis dienen te worden geïntegreerd in het hoofdgebouw.
Tussen de laanwoningen dienen bospercelen te worden opgericht. Deze zorgen voor evenwicht als het gaat om de uitstraling aan weerszijden van de oprijlaan. Bovendien krijgt de oprijlaan hiermee weer enige voornaamheid. Binnen de bestemming dient per woning over de gehele diepte van de kavel een bosperceel te worden aangelegd met een minimum breedte van 10 meter met dien verstande dat het totaal van de breedte van de bospercelen minimaal 50 meter bedraagt.
In de planregels zijn voorwaarden gesteld ten aanzien van de maximale oppervlakte, maximale frontbreedte, maximale goot- en bouwhoogte en de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens en het bosperceel. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen vrijstaande en halfvrijstaande woningen.
Per woning is één botenhuis mogelijk.
Per woning dienen minstens 2,3 parkeerplaatsen te worden aangelegd en in stand te worden gehouden waarvan 2 op eigen erf.
Voor de reeds bestaande woningen binnen het plangebied is de bestemming 'Wonen - 4' van toepassing. De woning op het perceel Haagwijk 4-6 is een rijksmonument en via een functieaanduiding ook als zodanig aangeduid. De maatvoering van de woningen ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp van het bestemmingsplan is leidend. Een aan huis gebonden beroep is onder bepaalde voorwaarden mogelijk.
Artikel 11 Waarde - Archeologie - 5
Terreinen met een hoge betekenis op het gebied van de archeologie zijn voorzien van de bestemming 'Waarde - Archeologie - 5'. Bij bodemingrepen van groter dan 30 m2 en dieper dan 30 cm -mv dient een bureauonderzoek te worden uitgevoerd met enige controleboringen naar de bodemgesteldheid (= verkennend booronderzoek). Op basis van de resultaten hiervan beslist de gemeente over te nemen vervolgstappen: vrijgave, vervolgonderzoek of behoud.
Artikel 12 Waarde - Archeologie - 6
Terreinen met een lagere betekenis op het gebied van archeologie zijn voorzien van de bestemming 'Waarde - Archeologie - 6'. Bij bodemingrepen groter dan 1000 m2 en dieper dan 1 m -mv dient een bureauonderzoek te worden uitgevoerd met enige controleboringen naar de bodemgesteldheid (= verkennend booronderzoek). Op basis van de resultaten hiervan beslist de gemeente over te nemen vervolgstappen: vrijgave, vervolgonderzoek of behoud.
Artikel 13 Waarde - Beschermd stads- en dorpsgezicht
Het hele gebied kent de bestemming 'Waarde - Beschermd stads- en dorpsgezicht'.
Artikel 14 Waterstaat - Waterkering
Een aantal van de oeverstroken wordt beschermd met de dubbelbestemming Waterstaat - Waterkering. Bouwwerken mogen uitsluitend met ontheffing van burgemeester en wethouders worden opgericht indien en voor zover de belangen van de waterkering waarden dit toestaan. Alvores burgemeester en wethouders beslissen omtrent de aanvraag om omgevingsvergunning wordt schriftelijk advies ingewonnen bij de waterbeheerder.