direct naar inhoud van 4.5 Ecologie
Plan: Agrarisch bouwperceel Broekseweg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0617.bpbw-vg99

4.5 Ecologie

Samenvatting

Deze paragraaf betreft een samenvatting van het uitgebreide bureauonderzoek zoals opgenomen in Bijlage 2.

Huidige situatie

Het plangebied bestaat uit een perceel aan de Broekseweg tegenover huisnummer 1 en het agrarisch bouwvlak ter hoogte van Broekseweg 1 en 3. Het perceel tegenover huisnummer 1 is nu onbebouwd en in gebruik als agrarisch grondgebied. Op het agrarisch bouwvlak staan twee bedrijfsgebouwen.

Beoogde ontwikkelingen

Voorliggend plan voorziet in een nieuw bouwperceel aan de Broekseweg tegenover huisnummer 1, waar zowel de loods als de bedrijfswoning een plek kunnen krijgen (en eventuele uitbreiding mogelijk is) en verwijdert het agrarisch bouwvlak tussen Broekseweg 1 en 3.

Hiervoor moeten de volgende werkzaamheden worden uitgevoerd:

  • bouwrijp maken;
  • bouwwerkzaamheden.

Toetsing en conclusie

Gebiedsbescherming

Het plangebied vormt geen onderdeel van een natuur- of groengebied met een 7beschermde status, zoals Natura 2000. Het plangebied maakt ook geen deel uit van de Provinciale Ecologische Hoofdstructuur (PEHS). Het dichtstbijzijnde beschermde natuurgebied 'Oudeland van Strijen' is op circa 1,5 km afstand van het plangebied gelegen. Vanwege de grote afstand tot het beschermde natuurgebied en het feit dat het plangebied en het Natura 2000-gebied van elkaar worden gescheiden door gebouwen, water en wegen, wordt er geen enkele invloed van de ingreep op het Natuurbeschermingswetgebied verwacht. De Natuurbeschermingswet 1998 en het beleid van de provincie staan de uitvoering van het plan dan ook niet in de weg.

Soortbescherming

Het bestemmingsplan is het besluit dat ingrepen mogelijk maakt en een aantasting van beschermde dier- of plantensoorten kan betekenen. Uiterlijk bij het nemen van een besluit dat ruimtelijke veranderingen mogelijk maakt, zal daarom zekerheid moeten zijn verkregen dat overtredingen van de Flora- en faunawet (Ffw) niet optreden. Het verwijderen van opgaand groen, de grondwerkzaamheden en de bouwwerkzaamheden leiden tot verstoring van alle aanwezige soorten.

  • Er zal geen ontheffing nodig zijn voor de tabel 1-soorten van de Ffw waarvoor een vrijstelling van de verbodsbepalingen van de Ffw geldt.
  • Tijdens werkzaamheden dient rekening te worden gehouden met het broedseizoen. Verstoring van broedende vogels is verboden. Overtreding van verbodsbepalingen ten aanzien van vogels wordt voorkomen door de werkzaamheden buiten het broedseizoen uit te voeren. In het kader van de Flora- en faunawet wordt geen standaardperiode gehanteerd voor het broedseizoen. Van belang is of een broedgeval aanwezig is, ongeacht de periode. Indien de werkzaamheden uitgevoerd worden op het moment dat er geen broedgevallen (meer) aanwezig zijn, is overtreding van de wet niet aan de orde. De meeste vogels broeden overigens tussen 15 maart en 15 juli (bron:www.vogelbescherming.nl). Vaste verblijfplaatsen van vogels zijn niet aanwezig in het gebied.
  • In het plangebied komen geen andere beschermde soorten voor.

Conclusie

De Flora- en faunawet staat, met inachtneming van voorgestelde maatregelen, de uitvoering van dit bestemmingsplan niet in de weg.