direct naar inhoud van 4.4 Water
Plan: Agrarisch bouwperceel Broekseweg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0617.bpbw-vg99

4.4 Water

Waterbeheer en watertoets

De initiatiefnemer dient in een vroeg stadium overleg te voeren met de waterbeheerder over een ruimtelijke planvoornemen. Hiermee wordt voorkomen dat ruimtelijke ontwikkelingen in strijd zijn met duurzaam waterbeheer. Het plangebied ligt binnen het beheersgebied van het waterschap Hollandse Delta, verantwoordelijk voor het waterkwantiteits- en waterkwaliteitsbeheer. Bij het tot stand komen van dit bestemmingsplan is overleg gevoerd met de waterbeheerder over deze waterparagraaf. De opmerkingen van de waterbeheerder zijn vervolgens verwerkt in deze waterparagraaf.

Beleid duurzaam stedelijk waterbeheer

Op verschillende bestuursniveaus zijn de afgelopen jaren beleidsnota's verschenen aangaande de waterhuishouding, allen met als doel een duurzaam waterbeheer (kwalitatief en kwantitatief). Deze paragraaf geeft een overzicht van de voor het plangebied relevante nota's, waarbij het beleid van het waterschap Hollandse Delta en de gemeente Strijen nader wordt behandeld.

Europa:

  • Kaderrichtlijn Water (KRW).

Nationaal:

  • Nationaal Waterplan (NW);
  • Waterbeleid voor de 21ste eeuw (WB21);
  • Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW);
  • Waterwet.

Provinciaal:

  • provinciaal Waterplan;
  • provinciale Structuurvisie;
  • Verordening Ruimte.

Waterschapsbeleid

In het Waterbeheerplan 2009-2015 (2009) staat hoe waterschap Hollandse Delta het waterbeheer in het werkgebied in de komende jaren wil uitvoeren. Daarbij gaat het om betaalbaar waterbeheer met evenwichtige aandacht voor veiligheid, waterkwaliteit, waterkwantiteit, duurzaamheid en om het watersysteem als onderdeel van de ruimtelijke inrichting van ons land. Het Waterbeheerplan beschrijft de uitgangspunten voor het beheer, de ontwikkelingen die de komende jaren verwacht worden en de belangrijkste keuzen die het waterschap moet maken. Daarnaast geeft het Waterbeheerplan een overzicht van maatregelen en kosten. De maatregelen voor de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) zijn onderdeel van het plan.

Uit het oogpunt van waterkwaliteit moet schoon hemelwater bij voorkeur worden afgekoppeld en direct worden geloosd op oppervlaktewater. Dit vermindert de vuiluitworp uit het gemengde rioolstelsel en verlaagd de hydraulische belasting van de afvalwaterzuivering. Bij een toename van aaneengesloten verhard oppervlak van 250 m² of meer moet voor hemelwater een lozingsvergunning worden aangevraagd in het kader van de Keur. Als er sprake is van toename aan verhard oppervlak, dan moet in principe 10% van deze toename worden gecompenseerd in de vorm van open water binnen het peilgebied waarin de toename van verharding plaatsvindt. Alleen de werkelijke toename aan verharding moet uiteindelijk door de betrokkene gecompenseerd worden. Het toegelaten aantal m² conform het bouwvlak hoeft dus niet op voorhand te worden gecompenseerd.

Gemeentelijk beleid

Op 25 november 2008 heeft de raad van de gemeente Strijen het Waterplan Strijen voor het gehele grondgebied vastgesteld. Hierin is een inventarisatie gemaakt van knelpunten, kansen, een waterstructuurvisie wordt uitgewerkt waarin een ideaalbeeld wordt geschetst voor het jaar 2027 en maatregelen worden geselecteerd voor de komende vijf jaar. De hoofddoelstelling van het Waterplan Strijen is om te komen tot een duurzaam watersysteem voor de gemeente Strijen. Dat wil zeggen, het realiseren van een veilig, schoon en aantrekkelijk watersysteem waarbij de beheer- en onderhoudsaspecten verregaand zijn geoptimaliseerd. Hierbij is rekening gehouden met de verwachte klimaatverandering, de doelstellingen die gesteld worden vanuit de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) met betrekking tot de waterkwaliteit alsmede de verbrede zorgtaak van de gemeenten inzake de grondwaterproblematiek en verzameling van overtollig hemelwater, zoals opgenomen in de Wet gemeentelijke watertaken.

Huidige situatie

Algemeen

Het plangebied ligt aan de Broekseweg in de directe omgeving van de kern Strijen. Het perceel, waar het nieuwe bouwvlak komt, is onbebouwd.

Bodem en grondwater

Volgens de Bodemkaart van Nederland bestaat de bodem ter plaatse voornamelijk uit zeeklei. Er is sprake van grondwatertrap III. Dat wil zeggen dat de gemiddeld hoogste grondwaterstand hoger is dan 0,4 m beneden maaiveld en dat de gemiddeld laagste grondwaterstand varieert tussen de 0,8 m en de 1,2 m beneden maaiveld. Lokaal komt kwel voor.

Waterkwantiteit

Het plangebied ligt in peilvak 18-1. Hier wordt een vast peil van 1,4 m onder NAP gehanteerd. Binnen het plangebied is een sloot aanwezig. Een dergelijk waterlichaam is op de Legger van het waterschap Hollandse Delta aangewezen als 'overig water'.

Veiligheid en waterkeringen

Het plangebied ligt niet binnen de kern- of beschermingszone van een waterkering.

Afvalwaterketen en riolering

Binnen het plangebied is geen rioleringssysteem aanwezig.

Toekomstige situatie

Algemeen

Voorliggend plan voorziet in een nieuw bouwperceel aan de Broekseweg tegenover huisnummer 1, waar zowel de loods als de bedrijfswoning een plek kunnen krijgen (en eventuele uitbreiding mogelijk is) en verwijdert het agrarisch bouwvlak tussen Broekseweg 1 en 3.

Waterkwantiteit

Door de ontwikkeling neemt het verhard oppervlak met 1.115 m2 toe. Dit houdt in dat 112 m2 open water moet worden aangelegd in het peilgebied 18-1. Deze compensatie vindt plaats door naast de loods en bedrijfswoning een grindkoffer van circa 150 m2 te realiseren. In deze grindkoffer wordt het hemelwater dat op het verhard oppervlakt valt, tijdelijk geborgen en via een drainage in de naastliggende sloot afgevoerd. Op deze manier wordt voorkomen dat de sloot bij hevige regenval overstroomt.

Afvalwaterketen en riolering

Conform de Leidraad Riolering en vigerend waterschapsbeleid is het voor nieuwbouw verplicht een gescheiden rioleringsstelsel aan te leggen. Alle hemelwater van de verhardingen moet worden afgevoerd naar het oppervlaktewater mits dit niet verontreinigd kan raken. Het nieuwe bedrijf moet het droogweerafvoer (DWA) aansluiten op de gemeentelijke (druk)riolering.

Watersysteemkwaliteit en ecologie

Ter voorkoming van diffuse verontreinigingen van water en bodem geldt een verbod op het toepassen van zink, lood, koper en PAK's-houdende bouwmaterialen.

Veiligheid en waterkeringen

De ontwikkeling heeft geen invloed op de waterveiligheid in de omgeving.

Waterbeheer

Voor aanpassingen aan het bestaande watersysteem dient bij het waterschap vergunning te worden aangevraagd op grond van de 'Keur'. Dit geldt dus bijvoorbeeld voor het graven van nieuwe watergangen, het aanbrengen van een stuw of het afvoeren van hemelwater naar het oppervlaktewater.

Conclusie

De ontwikkeling heeft geen negatieve gevolgen voor het waterhuishoudkundige systeem ter plaatse.